De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 1 september pagina 10

1 september 1928 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i SEPTEMBER 1928 No. 2674 Wetenschappelijke Varia Leven wij langer? door Dr. P. van Olst DE sterftetafels der laatste de cenniën hebben aangetoond dat de gemiddelde levensduur der Hol landers belangrijk is toegenomen, vermoedelijk dank zij verbeterde hy giënische toestanden, al is het een open vraag of de langere levens ook van beter qualiteit zijn dan voorheen. Een moderne baby heeft dus geringer sterftekans en gegronde hoop op langer levensduur dan b.v. de baby van vijftig jaar geleden. Maar het is de vraag of deze levenskansvorbetering ook geldt bij vergelijking met vroeger Ouderdom O- 4 .., - 9 ... -14 ... -19 ... -24 . . , -29 -34 -39 .., -44 . . , -49 .. , -54 -59 -64 -69 -74 ,© Fig. 1. Sterftegegevens uit geraamten afgeleid uit een Engclsehe middeleeuivsche gemeente. Gemiddelde leeftijd bij overlijden ligt bij 'M) jaar; Itoot/e leeftijd: zeldzaam. eeuwen, toen de beschaving ons nog niet zoo te pakken had als nu. Het is immers denkbaar dat d e bescha ving eerst een achteruitgang van den levensduur en daarna pas weer de vermelde verbetering veroorzaakt heeft. Er zijn genoeg leekeri, die nog zweren bij den ouden tijd en die meenen dat men vroeger geregeld hoogen ouderdom bereikte dan nu. Deze quaestie is onderzocht door den Amerikaanschen hoogleeraar Todd. II ij heeft daarbij een aantal oude begraaf plaatsen bestudeerd. Men moet n.l. in het oog houden dat het betrekkelijk gemakkelijk is de ouderdomssporen lichtelijk te carnoufleeren watons ?uiterlijk aangaat, maar dat wij na onzen dood deze camouflage niet vol kunnen houden, tenzij wij ons aange sloten hebben bij een vereeniging voor lijkverbranding. Immers, ons geraamte vertoont op verschillende leeftijden kenmerkend*? wijzigingen, waaraan wij niets kunnen veranderen, en die onverdacht getuigenis afleggen van onzen waren ouderdom. De levensgeschiedenis van het menschelijk skelet van jeugd tot ouder dom is in het kort als volgt. Van de jeugd tot den leef tijd van 25 jaar is het meest opmerkelijk verschijnsel het verbeenen der zoogenaamde epiphysen. Do lange of pijpbeenderen, die evenals het heele geraamte, oorspronkelijk als kraakbeen worden aangelegd, verbeenen langzamerhand geheel naarmate een mensch volwassen wordt. Eerst verbeenen het middenstuk en de beide uiteinden afzonderlijk (dit zijn dan de epiphysen), maar geleidelijk groeien deze drie beenkernen samen tot zij in het gehoele been het kraakbeen ver drongen hebben en n geheel vormen. Van 25 tot 30 jaar gaan de naden tusschen de beenderen sluiten, terwijl b.v. de kraakbeenverbinding bij het bekken verbeent. Van 30?35 jaar is het geraamte op zijn best. Tusschen 35 en 45 jaar worden de plaatsen waar de spieren zich aan het geraamte hechten, duidelijker, volstrekt niet als een indicatie van een stevig spier stelsel, maar helaas als teeken dat het spierstelsel reeds aan het achteruit gaan is. Van 45?50 jaar wordt het gladde, gepolijste uiterlijk der been deren reeds ruwer en korrelig, wat na 50 jaar gepaard gaat met een eigen aardige verandering van de beenstof, het eerst in ribben en wervels. Op deze wijze gaat de zaak voort en, vooral bij een flinken voorraad geraamten, waar persoonlijke sterke, afwijkingen wegvallen in het groot e aantal, kan men den ouderdom van den geraa.mtebezitter bij zijn dood even goed be palen als een paardenkoopman. den ouderdom van een paard naai- de snij tanden. Prof. Todd had niets anders te doen dan oude begraafplaatsen te onder zoeken en verlof te krijgen tot het verrichten van opgravingen. Soms kon hij het op nog eenvoudiger manier af. Hij een Romeinscho begraafplaats uit de eerste eeuwen der Christelijke jaartelling waren de grafzerken voor zien van geboorte- en overlijdingsdatum der gestorvenen. Uit dit soort gegevens, op verschillende plaatsen verkregen, bleek dat bij deze Romeinen de grootste sterfte viel tusschen 20- en 30-jarigen leeftijd. Opmerkelijk is wel dat bij het materiaal uit de snijkamers van thans, waarbij het menschen betreft, die toch niet het meeste van levensgemakken voorzien waren en die ook niet de veiligste levens er op na, hielden, dus waarbij de sterfte allicht op e.en vroeger leeftijd plaats vindt dan bij de geheele bevolking, het grootste sterftecijfer valt op 15 jaar. dus 2(1 jaar hooger dan bij do Ouderdom 15 . . . 20 ... 25 ... 30 ... 35 ... 40 ... 45 ... 50 ... 55 . . 60 . ©, Fig. 2. Sterftegegci'Cns uit schedels van \Vest-Ajril;aanm-lie negers. Adder iederen leeftijd van 15 tot 00 jaar en honger ( + ) niet 5 jmir optooiend, geeft iedere sti/i een se/icdcl aan, die in deze /eeftijdxgroep behoort. De gemiddelde leeftijd van overlijden ligt bij 30 jaar. Rouge leeftijd: zeldzaam. Romeinen in quaestie. Negermateriaal, ook afkomstig uit snijkamers, geeft als toppunt 33 jaar, zoodat de levens kansen hier, zelfs in een beschaafde omgeving, lager zijn dan bij blanken. Een groote verzameling schedels van West-Afrikaansche negers uit recenten tijd (zie fig. 2) geeft als gemiddelden leeftijd 30 jaar. Zoo laat een ver zameling schedels van Tasman:ërs, een primitief, uitgestorven ras, zien dat de meeste sterfgevallen plaats grepen bij 25 jaar of eerder. Een begraafplaats in Engeland, dateerend uit het bronzen tijdvak. leverde als resultaat op dat de dood deze menschen trof op leeftijden die varieerden van 17 tot 30 jaar. Ouder individuen kwamen er niet bij voor. Een begraafplaats, eveneens in Enge land, dateerend uit de elfde, twaalfde en dertiende eeuw, waarbij 143 ge raamten onderzocht konden worden (fig. 1) liet zien dat 39 jaar de gemiddelde leeftijd was. en dat slechts enkele individuen hooger leeftijd be reikten. Eindelijk een verzameling van 594 geraamten, te Pecos. in NieuwMexico, en die afkomstig zijn uit 800 n. Ohr. tot 1800 n. Chr. Deze geraamten toonden aan dat de gemiddelde leeftijd in de buurt van 40 jaar lag en dat ouden van dagen zeldzaam waren. Over het heele tijdvak van duizend jaar. dat hier vertegenwoordigd is. was hooge leef tijd steeds een uitzondering, hoewel de levenskansen iets beter waren dan bij de oudere gegevens.?De oude begraaf plaatsen toonen dus aan dat vroeger, in tegenstelling met hetgeen veel leeken gelooven. slechts betrekkelijk weinig menschen een hoogen leeftijd bereikten en dat zelfs in onze moderne tijden bij primitieve volken, die zoogenaamd het normale gezonde leven van een wilde leiden, de meeste menschen den 10-jarigen leeftijd niet passeeren. Het veelvuldige!' be reiken van een hoogen ouderdom is iets dat pas door den geciviliseerdeii mensch verkregen is als resultaat van verbeterde Ievensomsta,ndigheden. Nieuwe Uitgaven Eduard Veterman. De i»-oieel en de kanarie. Amsterdam 1927. Km. Qneridos l'ilgevers 3fij. Na Naakte maskers" is dit nieuwe boek van den heer Veterman wel een teleurstelling. Die vorige roman was, zoo al niet een gaaf en volkomen zuiver kunstwerk, dan toch een flink en krachtig boek. een uiterst leesbaar stuk proza. ,, De profeet en de kanarie" zou men een vlot geschreven misluk king kunnen noemen. De hoofd persoon, Bartel Alexander. heeft groo te sociale hervormingsplannen en wil een nieuwe gemeenschap stichten. Hij slaagt daarin gedeeltelijk, maar faalt tenslotte dooi dat hij de praktijk van zijn idealen niet aan kan. Hij is begonnen met een boek teschrijvei'. Dageraad", wanrin hij zijn systeem openbaart. Daarin is hij de profeet. De kanarie, verpersoonlijking van de overgeleverde burgerlijkheid.belet hem zijn idealen bij te houden; hij wordt het slachtoffer van de oude antithese tusschen droom en daad. De titel. een aardige vondst, is hiermee ver klaard. Maai' die heele op- en neer gang van Bartel Alexander is een malligheid. De schrijver plaatst zijn verhaal iri een samenleving, die in niets verschilt va.ti de onze; zal men daarin een ingrijpende wijziging in beeld brengen, dan moet duidelijk aangegeven worden, waarin het nieu we systeem verschilt van het oude, welke motieven den hervormer be wogen hebben, welke middelen hij heeft aangewend, hoe die nieuwe ge meenschap leeft en werkt. Het is de veelvormige verhouding van die beide samenlevingen, waar het op aankomt, natuurlijk niet op zich zelf, maar om de manier waarop de bewerker van die veranderingen zich in de verhouding manifesteerden daarvan vernemen wij in den roman een bitter klein beetje. Alexanderstad" is een onwezenlijk Metropolis, het film-pro duct, dat korte sensatie maakte, en dat was, ook in fantaseerende illusie, al zoo vreeselijk vaag. . . . In het bijwerk heeft de roman kwaliteiten. Vooral in de eerste helft. Daar zijn fragmenten in, die herinne ren aan den knappen schrijver van Naakte maskers". Typen als Mr. Zantos, Vinegar, Van Maerlant zijn levend, en in beschrijving zoowel als in dialoog sprankelend van vernuft en vinding; vooral in Van Maerlant openbaart de schrijver zijn subjectiefcritisch-felpuntig-satiriekenkijk op het leven. De heer Veterman moest eens een roman schrijven met zoo iemand als hoofdpersoon. Warwick Deeping. Sorrell en Zoon. Vert. vit het Ping. d. Cl. Bienfait. Amsterdam. z.j. Van Holkema en Warcndorf's U.M. Een goed geschreven roman, liet verhaal van een Engelsch officier, in den oorlog nog wel kapitein M.C. geworden, die nadat de vijandelijk heden zijn afgeloopen zonder werk en zonder geld in de wereld staat. Zijn vrouw heeft hem verlaten; hij hoeft alleen zijn zoon, zijn zorg en zijn trots tegelijk. Om voor zijn kind een weg in het leven te banen, offert hij alles op, zijn gezondheid en zijn trots. Het laatste offer is het grootste; de kern van het verhaal is de strijd van (Sorrell om zijn trots te breken. Kn het lukt hem ter wille van zijn kind. Hij neemt een kellnersbaantje aan. hij wordt portier van een. hotel. hij laat /Ach trappen en vernederen om van de fooien die hij ontvangt. de opvoeding van zijn- zoon te kunnen bekostigen. K n hij slaagt, liet gegeven is niet nieuw, maar het is frisch en boeiend behandeld. De figuur van dien worstelenden vader leeft; hij is een. mensch. Het is jammer, dat de schrijver te vaak het toeval te hulp roept, in den vorm van ongelukken en ziekten, om de spanning op peil te houden; hij bereikt hier het tegengestolde van wat hij bedoelt, doordat hij de aandacht afleidt van de ver houding tusschen vader en zoon, die overigens van. zoo'n weldoende innig heid is. Maar deze tekortkoming neemt niet weg, dat Sorrell en Zoon, in de uitmuntende vertaling van Cl. Bien fait. een pretlig-leesbaar boek is. H. M. BRIDGE EEN HANDBOEK VOOR Royal-Auction en Contract-Bridge \orir ^ciH-friuV^ rn voor tx-jmners DOOR B. M. v. d. GROENE l'iijs in£en. f2.25; fcel>. f2.90 llifgnvr van N.V.VAN nOl.K KMA &WARENDOHK'S .-M., AMSTERDAM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl