Historisch Archief 1877-1940
JV0. 2674
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i SEPTEMBER 1928
il
Boekbespreking
Dr. Jan Walch. Aan weers
kanten van het voetlicht."
Handboekjes Elck 't Beste,"
onder leiding van L. Simons.
M v. G. G L.
Dit boekje van ongelijkmatige waar
de begint of eindigt indien dit,
natuurkundig gesproken, mogelijk is,
met een lacune: een opgaaf van
den inhoud ontbreekt.
Daar iets echter toch moeilijk met
een lacune kan beginnen, vangt het
aan met een heldendaad: een defi
nitie. Een definitie van een
tooneelvoorstelling", waarvoor Dr. Walch
nu wel niet zijn beste, noch zijn
puntigste Nederlandsch voor den
dag heeft gehaald, maar die toch
verdiensten heeft. Wij cursiveeren er
enkele woorden in:
Een tooneelvoorstelling is een
?complex van mimiek, gebaren en
handelingen (dit woord schijnt of te
vaag f overbodig), toegelicht en aan
gevuld met gesproken woorden en
soms met nog andere geluiden (ook
dit is noch fraai noch zeer puntig),
voorts met bekleedingen en licht
werkingen. Ze wordt voorbereid en
ineengezet door een regisseur", die
met al de middelen der tooneelkunst
zot) sterk en zuiver mogelijk den
indruk poogt mee te deelen, welken
hij heeft ondergaan (dit is zeer zeker
veel te vaag) van een tot dit doel
opgesteld handelinr/sschema-met-tekst,
d.i.: een tooneelstuk"; met dien ver
stande, dat hij bij het uitdrukken van
dien indruk (dit U of plastisch zeer
geestig gevonden of, naar ik eigenlijk
vrees, een verwaarloozing van goeden
stijl) gebonden is, de gegevens welke
de tooneelschrijver hem in zijn stuk
aan de hand deed, te gebruiken."
Uit enkele onzer cursiveeringen
blijkt, dat ook Dr. Walch terecht
een tooneelvoorstelling niet in over
wegende mate als gesproken woorden
alleen beschouwt, maar het gesproken
woord zijn, zij het ook meestal zeer
ruime, plaats in het geheel verleent.
Er is reeds vaak gespot met wat
de Franschen in een zoo suggestieve
formule noemen: Ie théatre du
silence".
Maar die spot belet niet, dat, al
ware het alleen maar als reactie op
den vaak al te sterk gezwollen
literairen woordenstroom, waarvan en
waarin vooral de Franschen weten
mee te praten, op den duur meer zal
worden overgelaten aan het
onuitgesprokene.
Na deze althans in dit opzicht
verheugende definitie volgt een sum
mier overzicht van het ontstaan van
het tooneel.
Het boekje is in hoofdzaak bestemd
voor belangstellenden, wier kennis
van die geheimenissen des tooneels
nog gering is. In het He hoofdstuk
geeft Dr. Walch aan. wat de taak
van den regisseur bij de voorbe
reiding der voorstelling is en maakt
d.e als een ei van Columbus zoo goed
overeind staande vergelijkingtusschen
den dirigent van een orkest, dien
het publiek wél en den regisseur, dien
het niet aan het werk" ziet, en van
wiens werk het publiek dan ook meest
al geen begrip, laat staan daarvoor
voldoende waardeering heeft. Dit
hoofdstuk besluit met een zeer juiste
opmerking, die wij laten volgen:
. . . .?Men (moet) w'èl groot werk"
vertalen; werk, bedoel ik. dat diepe
algemeene menschelijkheid tot in
houd heeft. Bij zulk werk Macbeth
mag er veel anders worden in de
opvoering, er blijft genoeg van den
oorspronkelijken inhoud over, en
zeker het voornaamste daarvan. . . .
maar het werk van allen dag"
moest men eigenlijk niet vertalen,
en liever 't nationale een grooter
plaats geven, .... omdat
tooneelspel beter is, naarmate het meer
nationaal is."
Of bij ons het nationale voor deze
verdeeling reeds sterk genoeg is,
laat de auteur, en laten ook wij thans,
buiten beschouwing.
In een, niet een blijkbaar aan het
whistspel ontleend beeld, de ver
schillende,,handen" van den regisseur"
getiteld hoofdstuk vernemen wij aller
lei uit de keuken der regie. Daarop
gaat Dr. Walch na Wat was en wat
is het tooneel in het leven van een
volk?" waarin wij reeds tot de ver
houding van kerk en tooneel geraken,
die, naar aanleiding van den brand
van den Amsterdamschen Schouw
burg in 1772 en van wat de orthodoxe
predikanten daarover te vertellen had
den, al te uitvoerig wordt beschouwd.
Daarop begeeft Dr. Walch zich op
dit had kunnen voorzien, zij, naar Dr.
Walch's wensch, eerst na de vertoo
ning hebben mogen ingrijpen door die
opera van het repertoire te schrappen ?
Het komt mij voor, dat een goede
regeling wat betreft vrees voor ver
storing der orde onderscheid zal
moeten maken tusschen den invloed,
dien het bijwonen der vertooning, en den
invloed, dien het feit der vertooning
in zekere gemeente of streek hebben
kan. Alle bezwaren tegen Heyermans'
Allerzielen" betroffen uitsluitend het
feit der vertooniny in zekere deelen
van ons land. Waar niemand ver
plicht is met uitzondering der
critici een hem onwelgevallige
vertooning bij te wonen, zal men
in dit opzicht plaatselijke censuur
slechts mogen toepassen in geval van
klaarblijkelijke en aanstoot gevende
propaganda of welbewuste provo
catie, die ik. terloops gezegd, geen
van beide, hoe weinig sympathiek
dit stuk van Heyermans mij ook is,
er inhaerent aan acht.
De vraag omtrent het gevaar voor
Henry Jonas
het netelige gebied van de censuur
en wij herinneren ons zijn helden
daad van den aanvang doet eene
nieuwe regeling in plaats van art. 188
van de gemeentewet aan de hand !
Ten eerste wil Dr. Walch eene
rijkswet, die aan 't Departement van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen de beoordeeling, wat de zedelijk
heid betreft, overdraagt.
Minder juist schijnt ons Dr. VValch's
tweede eisch dat een verbod uit het
oogpunt van orde" alleen dan worde
uitgevaardigd, wanneer er een wezen
lijk begin van ernstige niet gepro
voceerde ! ordeverstoring was ge
constateerd".
Uiterst naïef laat Dr. Walch hierop
volgen: Dus dezelfde gang van
zaken als bij afkondigen van den staat
van beleg".
Dit voorstel, dat alle preventie de
deur wijst, verwondert bij Dr. Walch,
die zeer terecht, ten opzichte van de
censuur, wijst op de veel grooter
suggestieve kracht, die het tooneel
uitoefent, dan bij ecnige andere kunst
mogelijk is.
Men beweert dat de vertooning
van La Muette de Porti ei" in laatste
instantie de oorzaak van den Belgi
schen opstand van 18ÜO is geweest.
Zou, indien de bevoegde autoriteit
verstoring der orde door het bijwonen
der vertooning, zal men toch wel
steeds door de plaatselijke overheid
moeten laten beslissen en niet jiost
fitctum. maar te voren.
Met de hierboven gemaakte onder
scheiding, al laat haar toepassing
natuurlijk nog speelruimte, zouden de
meeste bezwaren tegen plaatselijke
censuur wel opgeheven zijn.
Aansluitend aan een vergelijking'
tusschen Amsterdamse!! Concertge
bouw en ons verbrokkeld tooneel,
stelt Dr. Walch de vraag of we. er
zouden wezen, als evenals dat met
het concertgebouw is gebeurd
eenige particulieren een zuiver
kunsttooneel stichtten," en beantwoordt die
vraag ontkennend, omdat we daar
nog niet aan toe zijn." Ook weer
eenigszins naïef lijkt ons Dr. Walch's
hierop in een noot aangebrachte
opmerking: Ik heb in dergelijke ge
vallen moor op met particulieren
steun, dan met dien van de overheid."
Dr. Walch vergeet hierbij, dat een
zuiver kunsttooneel" waarschijnlijk
deficitten zou te boeken hebben, waar
bij die, van het Concertgebouw kinder
spel zouden zijn.
Ook ons is de overheid in dezen niet
welgevallig, maar nood leert bidden!
II. v. d. V.
Toegepaste kunst
Otto van Tussenbroek
Xieuwe aanplakbiljetten
Voor eene tentoonstelling van eigen
werk te Heerlen en (naar ik meen
te mogen veronderstellen, aangezien.
de plaatsnaam onvermeld bleef):
te Maastricht heeft Henry Jonas een
tweetal reclameplaten gecomponeerd
uit typografisch zetmateriaal bene
vens een door hem zelf gesneden
hoxitblok, waarop men, toepasselijk,
zoowaar Jonas in den walvisch her
kent !
Een schip, een schildpad,
schaaldieren op do rotsen, waaromheen een
ruwe zee spoelt met in het midden het
monsterdier, uit welks geweldigen
bek met baleinen een naakt*;
Jonasfiguur verschijnt. Xaast dezen vier
kanten afdruk reien zich de letter
regels in rood en zwart.
Het beste der beide biljetten is
ongetwijfeld dat van Heerlen. Er is
eenheid, evenwicht en logische indee
ling van het vlak. Er is ook een zuiver
afwegen van kleur, een bouwen met
letterteekens waarbij het gebezigde
blok benut werd als hoofdaccent,
waaromheen de telkens verspringende
regels een speelschen maar toch
beheerschten indruk maken.
Tot ware uitbundigheid geraakte
de ontwerper iu het andere biljet
waarop hij. met alle traditie brekend,
de letters en cijfers in diagonalen
dwars over het blad opstelt.
Ook hier is hetzelfde houtblok af
gedrukt, maar het geheel rammelt
ietwat, hoewel het oorspronkelijk
karakter dezer plaat een deugd blijft.
Ondanks deze. voor de hand liggende.
bedenking, blijft het werkstuk bij
herhaalde beschouwing boeien, om
dat het zoo recht gedurfd kan heeteii
en tevens omdat, evenals bij het eerst
besproken ontwerp, de druk door
Lfitci'?\ijpcls te Maastricht 7.00
uitnemend werd verzorgd.
Iloiitsncdeii
Van dezelfde persen is eene ver
zameling houtsnedeu door lloiri
.fotititi verschenen, onder hoede van
(.'. A'/y/«>/,s' en uitgegeven door -l. A. .!/.
tftolx te Maastricht ter gelegenheid
van den viji'tigsteii jaardag van den
kunstenaar.
Deze verzameling geeft een com
pleet overzicht van zijn
Xylographischeri arbeid, waarbij /.eer duide
lijk de groei van het talent valt waar
te nemen. Als kenmerk van dit laatste
/.ij geconstateerd, dat de zoo moeilijke
maar prachtige techniek van het
houtsnijden door hem volkomen wordt
beheerseht. doch ook dat. blijkens
de allerlaatste stalen van zijn kunst.
Jo las zich bij voortduring ver
nieuwt, (van de ">2 nummers dateert
het eerste van l!) 19, het laatste van
1!)28). Het boeiendst van al is m. i.
de front ispice voor Frans Erens'
..Anna Catliariria Emmericli", waarin
Jonas tot waar meesterschap wist uit
te rijzen.
Ken aardig boekje
Vanwege de
Kijvvielpad-Vereeniging Utrecht met Omstreken"
(Ü.M. O.), is een aardig
propagandaboekje verspreid met omslag en ver
siering door Keen Kuiler. De typo
grafische verzorging is van de druk
kerij ./. jv/ii Hoeklioren te Utrecht.
Kr zijn tal van geestige vignetten
in dit boekje opgenomen, (lat in een
omslag va,ti zwart en geel op wit
papier een bijzonder aangenamen
indruk maakt.