De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 1 september pagina 12

1 september 1928 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i SEPTEMBER 1928 No. 2774 Vrouwen over mannen: SA M PRAEGER door Anna Benavente (Met teekening voor de Groene Amster dammer" door S. Polak) HET zal het meerend.ee! der menschen, die de laatste vijfentwintig jaar den Schouwburg in Amsterdam bezocht hebben, wel op n of anderen avond, zijn opgevallen, dat er, vóór de voorstelling begon, een man in de orkestruimte trad, die eerst met een kennersblik de zaal monsterde, daarna op de dirigenten-plaats of aan de piano ging zitten, en met een eenigszins nasaal-klinkende stem den musici het teeken tot beginnen gaf. Dan kwam er de Menuet van Boccherini, het Madrigaal van Simonetti, of iets anders, dat geschikt was om het te spelen stuk in te leiden. De man aan de piano dirigeerde vaak ijverig met n hand en draaide onderwijl zijn zwierige kuif uitnoodigend dan naar de eerste, dan naar de tweede violen. Deze man, Sam Praeger, de populaire, wiens kuif in den loop der jaren wit is geworden, doch even zwierig is gebleven, heeft in bijna alle groote theaters van de hoofdstad, het langst in den Hollandschen Schouwburg in de Plantage, de muziek verzorgd. In zijn huis, dat in een gedecideerd hofjesachtige straat van Plan Zuid ligt, heeft hij verteld van zijn druk en afwisselend leven van vroeger, en zijn lief hebberijen van tegenwoordig: kippen-fokken, een massa huisdieren om zich heen hebben, pianostudeeren; want deze meer dan zeventigjarige, vlot Chopin-speler als hij is, zit lederen dag nog eenige uren voor zijn vleugel en tracht het peil van zijn spel voortdurend te verhoogen. Zijn vader, Arnold Praeger, zelf musicus, gaf hem al vroeg de eerste piano-lessen; later werd hij leerling van Van Loeneii, en daarna van Julius Röntgen. In 1869 deed hij zijn entree in het orkest van Johan Coenen in het Paleis voor Volksvlijt als violist en pianist-accompagnateur. Destijds werden de zangers en zangeressen meestal door de piano geaceompagneerd, en dikwijls was het een heele dobber, om met ijdele, en niet altijd even goed voorbereide solisten in veilige haven te belanden. Is U daar langen tijd gebleven?" Ik heb daar veel routine opgedaan. Toen kwam ik in het Grand Theater, onder directie van den ouden heer Van Lier, en speelde de altpartij in Duitsche operettes, Fransche en Italiaansche opera's. Daarvandaan trok ik naar den ParkSchouwburg, waar ik het café-concert af en toe dirigeerde. Daarop ben ik weer naar het Paleis en Johan Coenen terug gegaan, en in '91 ging ik naar Parijs, waar ik als pianist-accompagnateur van een gezelschap operettes ingestudeerd heb onder den componist Lecocq, onder Leon Vasseur, Andr Wormser, den man van het mimodrama l'Enfant Prodigue en van Messager." Het is hem daar n keer overkomen, dat hij werd uitgenoodigd om op een feest in Hotel Con tinental, waar ook o.a. de groote Mounet-Sully zou medewerken, n of anderen beroemden Franschen zanger te begeleiden. Hij had al gretig zijn mede werking toegezegd, vereerd, dat hij in zulk illuster gezelschap zou komen, toen het hem te binnen schoot, dat hij geen rok-costuum bezat. ,.Ik ging vlug naar een kleermakertje" vertelt hij ..in mijn buurt bij wien ik een rokpak te huur vroeg. -Hij had het wel, echter maar n enkel, en de pantalon kon ik vanavond komen halen, die was op het oogenblik verhuurd- Ik had geen keus en stapte 's avonds naar den man toe. Toen bleek het. dat dit kleedingstuk mij zoo veel te groot was. dat mijn voeten totaal schuil gingen, ook nadat ik 't tot onder mijn armen opgesjord had. Er bleef mij niets anders over dan zoo naar Continental te gaan, waar ik in een hel-verlichte zaal met veel bravoure werd aangekondigd. Mijn eerste werk was een hoek van de zaal te bereiken, waar ik mij verdekt hield opgesteld, zoolang de anderen aan het woord waren. Ik heb ondanks mijn penibele situatie toen toch zeer genoten van Mounet-Sully, die een stem bezat als een god. Toen de beurt aan mij kwam en mijn Franschen zanger, schoof ik besmuikt naar het podium, speelde de inleiding, waarop de Franschman zoo erbarmelijk valsch begon te zingen, dat er geen redden meer aan was. Xadat hij zijn sok) had geëindigd, was hij zoo in de put. en ik ook. dat wrij ons heel kameraadschappelijk om ons te troosten samen een flink stuk in onze kraag gezet hebben." Het was natuurlijk een afwisselende interessante werkkring, maar toch ging hij op den duur naar verandering haken. Hij ging op tournee door Frankrijk met een operette-gezelschap van Baron, en reisde daarmee door het land. Zoo waren zij eens in Marseille beland, waar zij om n of andere reden geen orkest konden krijgen. Op verzoek van Baron ging Sam Praeger aan de piano zitten, om de inleiding te spelen en verder de heele operette te begeleiden. .,lk zet moedig in mijn eentje de ouverture in. maar al dadelijk laten de Marseillanen merken, dat er te weinig geluid naar hun zin is en in hun woede beginnen ze mij te bekogelen met eindjes sigaretten. kastanjes, er kwam heel weinig naast mijn hoofd terecht , onderwijl schreeuwend om ..orchestre. orchestre !" Ik poetste natuurlijk de plaat, en was niet te bewegen weer in de orkestruimte te gaan. vóór dat Baron geannonceerd had, dat er door omstandigheden buiten zijn wil geen orkest te krijgen was geweest, maar dat monsieur Praeger" rustig zijn gang moest kunnen gaan, anders sloot hij Baron den schouwburg. Ik begon toen maar weer, en kijk. nu was het stil, en we hebben het stuk uitgespeeld !" Later, in Amsterdam, heeft hij een dergelijke verrassing beleefd, toen hij muzikaal medewerker was bij de Ned. Tooneelvereeniging. Het was tijdens n der eerste voorstellingen van Op Hoop van Zegen. Op het tooneel, zoowel als achter de coulissen en inde kleedkamer, was bij dit stuk altijd een haast plechtige stemming. Midden onder een groote scène komt Adriaan van der Horst, de directeur, opeens radeloos naar Praeger toe vliegen en fluistert heesch: er speelt iemand in het orkest ! Dat kan niet!" antwoordde hij, want hij had allemaal geroutineerde spelers, maar opeens be dacht hij, dat er een jong violistje zijn toestemming had gekregen om de entre-acte muziek mee te spelen, hij loopt haastig naar beneden, en jawel, daar staat 't jongetje, en studeert onder de voor stelling de Etude van Kreutzer! Praeger pakt direct zijn arm vast en vraagt hem met gesmoorde stem: wat bezielt je?" Waarop de jongeman in alle kalmte antwoordt: Och, ik verveelde me zoo. Ik heb het stuk nu al zoo dikwijls gezien !" Voor afwisseling heeft hij dikwijls zelf gezorgd: vooral als de omstandigheden er aanleiding toe gaven. Zoo is het hem nmaal in de provincie gebeurd, terwijl zij er met het gezelschap van Heyermans in een tent speelden, dat er een jonge man naar hem toe kwam, met de vraag, of hij Heyermans was. De administrateur, die toevallig naast mij stond, haastte zich ja" te zeggen (hij rook waarschijnlijk al de mogelijkheid, dat hieruit iets vermakelijks kon volgen) en de jonge man bekende mij, dat hij als zooveel jonge mannen in de provincie aan het N.V. J. S. MEUWSEN'S Grootste keuze. . . . STETSONS Feilen en vijlen aan de l Scheveningsche straf gevangenis * Opgedragen aan de vier uitbrekers ('ij. vrienden, die, door fijten loont de feilen run 't door u bewoond getralied huis met dikke muren, d/it wij onfeilbaar achtten, n-ijl liet feilloos vijlen met een rijt belet R-ordt door yestudiy gluren .... gij dankt uw slayen uiteraard aan 't fait dat (/ij niet vijl-loos u-aart, hoewel ge uw feilen niet meer feldet .... En philosofisch zocht ge uu- heil bij 't u-oord: Geen menseh 'is -onder .... vijl . ,'f (n-aarbij IJK ,,/e.il" expres fout speldet . . . . ) (ie hebt gevijld .... en onderu-ijl sloop in des wakers dienst een feil, en daardoor sijt ge hun onlstopen .... (Sr zaagt in vijl en feilen heil en luidt, al zagend, 't leren reil iitn 't root' dn vrijheid te t-erk<it//>en. .Men rekent u dit vijlen min als feiten, die ge hebt begaan, met lutt]> icellieht van veile nun-hlen. die, kennend tralie-cijlbaarheid u, dank zij u'akersfeitbuarheid (n ieilen, reilig vijlen brurlitcn .... MELIS STOK L' tooneel wilde. Ik bestelde hem 's avonds na de voorstelling om een proef al' te leggen en waar schuwde hem daarbij, dat ik in dit geval hem. blootvoets zou laten loopen. daar de stand van zijn teenen bij het /.eggen van verzen van het grootste belang was ! Om kort te gaan, deze jongeling heeft dien avond voor de gezamenlijke tooneelspelers. en met mij aan de piano om melodrama-muziek te maken, verzen gedeclameerd. Wij nebben allen serieus zijn teen-stand beoordeeld en hem toen maar weer op een zachtzinnige manier weggewerkt. ! Er komt af en toe een kwajongensachtige bal dadigheid over je, als je zoo als een echte cabotin noor het land reist !" Toen er eenmaal een iets serieiizeren toon aan geslagen werd, waren, we direct in een gesprek over moderne composities en toen bleek Praeger een vurig bewonderaar van. Gustav Mahler te zijn. Van muziek komen we weer gemakkelijk op het andere, dat Praeger zeer na aan het hart ligt: zijn dieren. Hoeveel verdriet het geeft, als n deibeesten waaraan men zich is gaan hechten., ziek wordt, waarbij dan soms een bevriend medicus geroepen wordt om met narcose en. alle voor de menschen bestemde middelen den viervoetige!!. kameraad uit zijn lijden te helpen. Maar ook het groote succes, toen n van de moeder-katten uit de artisten-societeit de Kring" zich omiatuurlijkerwijze van haar pasgeboren spruiten niets wilde aantrekken, en Praeger, geholpen door een paar jonge musici, lederen dag met poppezuigfleschjes de kleine poesjes ging voeden ! Ik bekommer me dan weinig om de spotters en ben met een welvarend»! kolonie beesten, en mijn piano heel tevreden !" besluit hij ons gesprek. En dat is van alle mogelijke levensopvattingen toch een heel zacht»! en blijmoedige en waard, dat Praeger er lang en tevreden naar leven kan. VAM TABAK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl