Historisch Archief 1877-1940
No. 2674
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i SEPTEMBER 1928
FEUILLETON
De Duizendste
door H. Middendorp
Amsterdamsche plaatsnamen
door S. KalfF
OP een fr^aien leiitemorgeii van
het jaar 19. . (het is tegenwoordig
weer modern, een verhaal met een
dergelijken aanhef te beginnen) verliet
ik mijn woning om een wandeling te
doen. De lucht was vol leven en opge
wektheid. Ik moet hier, om de waarheid
getrouw te blijven, de tradit ioneoio
attributen van d,e lente, ais de
kweelende zangvogels, de murmelende
beekjes, het prille groen enz. achter
wege laten ; die behooren nu eenmaal
niet bij een Amsterd,a,msche dwars
straat. Maar toch waren ook hier
teekenen tv bespeuren van ontwaking
en verhoogde levens-intensiteit. De
vuilnisman ratelde kwieker,
geestdriftiger, ik zou bijna zeggen inniger
en melodischer dan gewoonlijk; de
glundere dienstmeisjes ranselden met
haar mattenkloppers op loopei's en
kleedjes, alsof ze een lieve; vriendin
voor zich hadden die haar een beminde
afhandig wilde maken; de
slpgorsjongens zwierden met hun fietsen over
-de breedte van de straat en lieten hun
schoonste liederen hooren. In 't kort.
er zat een aanstekelijke vroolijkheid
in de lucht, die ook mij beving, zoodra
ik mijn neus buiten de deur stak.
Bovendien, vierde ik mijn jubileum.
Ik zette koers naar het schoone
Hembrandtsplein. De kellners hadden
op dezen warmen Aprilda.g de stoelen
?np de terrassen gezet: ze waren blijk
baar bevreesd, dat d" gelegenheid zich
vóór September niet opnieuw zou
aanbieden. Jk ging ergens zitten,
be,stolde koffie. s!oeg tevreden liet drukke
ochtendverkeer gade en verbaasde mij
er over, dat er geen meisjes liepen te
leuren met bloempjes voor een lief
dadig doel; het was er een uitgezochte
dag voor.
Toen passeerde ('ornelis Knibbel;
ik had de onvoorzichtigheid, hem aan
te roepen en hij kwa.m naar me toe.
liet ging nog even door me heen. dat
het onvoorzichtig was. maar ik ver
keerde in een stemming om de heele
wereld aan mijn hart te dl ukken, en.
.?dapr was Cornolis Knibbel toch ook
bij inbegrepen.
Hij had een lange gestalte en liep
wat voorovergebogen, alsof hij voort
durend iets zocht. /ij n kleine, stekelige
.snor leek op een veelgebruikt en tanden
borstel. Hij had een eeiiigszhis inge
vallen gezicht met' vooruitsptingendo
jukbeenderen, /ijn. overigens correct»1,
kleeren hingen hem wat slobberig om
het schrale lijf; zijn scbonkig figuur
wei-kte tegen.
Morgen, zei ik. Ken kop koffie;"
Hij schikte zijn lichram in het
.krakende riet van den stoel.
Ja, zei hij. Kn met een grijns:
Wat ben je rojaal !
't Mooie weer hè! zei ik jovia,a,i.
en bovendien.... Ik wachtte even,
geheimzinnig.
Knibbel keek me aan met dien
eigonaardig-onverschilligeii blik. dien
.sommige menschen over zich hebben
en dien ook ('ornelis Knibbel over zich
had; ze kijken je at'.ti alsof ze al
t.voren weten, dat ze a.Iles wa.t je zo
gaat vertellen, onbelangrijk /.uilen
vinden.
Ik vier een jubileum, zei ik.
Wel?
Dat moet jij nou es raden.
Hij somde een aantal gebruikelijke
.maatschappelijke jubilea op. als: m'ii
vijf en dertigste, veertigste en vijf en
veertigste verjaardag (de laatste ver
onderstelling was rechtstreeks
boleedigend. maar in mijn enthousiasme
lette ik daar niet op): m'ii koperen
bruiloft; de geboorte van m'n vijfde.
m'n zevende en m'n. twaalfde kind (ik
heb er maar n), enz.
Je raadt het nooit, zei ik toen:
ik za.1 het je maai' zeggen. //.' Itfl) tn'ti.
ilwzpndslf critici; t/cxc/ircvt'it.
Het bleef even stil. Ik spiedde liet
gelaatsveld van Knibbel af, om de
uitwerking van mijn woorden na te
gaan. Maar hij bleef, uiterlijk althans,
onbewogen.
Zoo, zei hij toen. Duizend
boeken?
Negen honderd, negen en negen
tig, antwoordde ik.
Kn die duizendste oritiek?
Dat was een handdoek. In don
mobilisatietijd was ik redacteur van
een tijdschrift, on toen stuurden, /.e
me eens een papieren handdoek, met
verzoek om er wat over te sehiijven.
Ik vond het nog al origineel.
Och ja, zei hij, o.n het kwam
toch eigenlijk op hetzelfde neer.
Papier is papier.
Zijn opmerking beviel mij niet.
Wat bedoel je daarmee? vroeg
ik scherp.
Nou. een boek is voor jou toch
óók papier.
Nee ! viel ik uit. Het papier is
maai' bijzaak. .Maar wat er op staat !
Dus je lést die boeken allemaal?
vroeg hij quasi-onnoozel.
Maar natuurlijk! riep ik vol
vuur. Wat dacht je dan !. . . .
Nou ja, zei hij onverschillig: je
hebt anders wel critici. . . .
liet bloei' weel' even stil. Jk voelde
mij niet op mijn gemak, en het viel
mij in, dat ('ornelis Knibbel van de
vele honderden, die hier voorbijgingen,
wellicht de meest ongeschikte persoon
was om mij op dit oogenblik te ont
moeten.
Kil wat bereik je daar nu eigen
lijk mee, zei bij na een poosje, met al
die critiek-schrijverij ?
NYu ja. /.ei ik ongeduldig: je
hebt toch de gelegenheid om de men
schen voor te lichten; je hebt een stom
in do litteratuur; je dient de kunst,
de .Schoonheid ....
Ik dacht dat het gauw een
métier werd, dat critiseeren. zei hij.
een domper op mijn. geestdrift zettend.
Ik begrijp niet hoe je zoo praten
kunt! riep ik verontwaardigd- Ik
meen dat je vroeger zelf ook nog
eritiek geschreven hebt !
.Ja, dat is ook /.oo, a.ntwoordde
hij. Maar ik bon er mee opgehouden.
Ik ben latei' nog eens bezig geweest
aan een practisehe handleiding voor
net critvk-sehrijven. Wacht, ik geloot'
dat ik er nog wat. van bij me heb.
Hij graaide in zijn jaszakken on
haalde er een paar beduimelde, mot
potlood beknibbelde blaadjes uit. die
hij m<' overl'eikte.
-- Ik donk niet. dat er voor ii.inand.
die duizend erit ieken geschreven hoeft.
veel nieuws bij is. zei hij met een
grijnslach. Maar kijk maar es. misschien.
kun je er toch nog je voordeel mee
doen.'
Het gelukte mij. het volgende te
ontcijferen?
1. Tracht er u aan te goweimon,
..Het volk. dat in hef liattemiosf
huist 011 hokt, is voor het meerendcel
aan den drank verslaafd 011 oefent
beroepen uit. die het daglicht niet
kunnen velen. Al behoort het niet
dadelijk tot de oathegorie ..misda
digers", inderdaad in het misdadiger
dan hij of /.ij die, soms door nood
gedwongen, steelt, of hi drift iemand
overhoop steekt. In do onderste lagen
dei' maatschappij wroetend, krioelend
in den socialen modder, verdienen zij
meestal hun onderhoud, ruim of
karig, op oneerbare, niet te noemen
wijze en komen daardoor voortdurend
met de politie, dikwijls ook met den
strafrechter in aanraking. Het geheele
-Kattennest is als 't ware doortrokken
van jenever en drank, een vieze
rommel, waarvoor de fatsoenlijke
werkman den neus ophaalt. Wat dit
stadsgedeelte betreft is het spreek
woord: de tijden veranderen en do
menschen met hen. niet volkomen van
toepassing, /oolang het Hatteniiest
nog schuilhockcn heeft als de
Bethlehemsgaiig en de .Blompotgang. waar
reeds zoo menige onnoozele boer of
stedeling word heengelokt, mishandeld
en uit geplunderd, zoolang er nog holen
van. ontucht en gelegenheden zijn. die
niet onder het bereik der politie vallen
omdat ze te veel in de huizen zijn
verborgen, kan er geen
iioemenswaardo verandering ten goede komen."
Intusschen vermeldde dezelfde schrij
ver dat er reeds verbetering gekomen
was door de razzia's der politie, uit
drijving van prostituees,
onbewooiibaarvorklaring. verdwijning van de
beruchte logementen de Knilo» en
het /f/xx/e Ilari. 011 doordien de
broodfabriek Wed. de Jonge in deze buurt
ettelijke krotten en sloppon opkocht.
De ratten verhuisden toen. uit het
Kal tonnest, maar verhuizing was nog
niet hetzelfde als verdwijning.
De namen (iebed zonder Knd 0:1 t
Kiidjo van do Wereld wiirer niet
zoozeer bijnamen als wel spotiiamen.
't Kerste doelde op het gedeelte van
de Nes, waar zich vroeger een tiental
vrouwenkloosters bevonden, ieder met
eeiio bevolking van 50 tot HO nonnen.
Wie daar voorbij kwam. geraakte er
als 't ware van het eene gebod iil hot
andere, 't Kndjo van de Wereld was
de uithoek op het punt. waar de N. /.
Aohterburgwal met den Voorburgwal
in n kolk samenvloeide. .Men kon
daar niet verder; en in een tijd toen de
Achterburgwal nog de buitenste gracht
van Amsterdam was. eindigde hier
het stadsgebied. Krankrijk had z'n
.Finist erro. Kngolaiid z'n Landseiid,
zulk een ..end" lag hier voor do
Amstolstad. Keiio dergelijke situatie
gaf aanleiding lot den na.am Keerweer
voor hot punt. waar do
Kijiibaansgracht doodliep tusschon
Weesperplein en Plantage.
De Iloogesluis was in den
Kranscheii tijd ook bekend als de
Sa.meroiiy.en.brug. naar de groote
Kijnschepeii of samereuzen (van tfdtnbre
et Mriitx') die uit de Amstel naai' de
stad kwamen. Die naam word door de
Pransohon in hunne wijsheid vertaald
met ..Pont des Amonreux". 't Was
oneigenlijk, maar altijd beter dan
wanneer men de Iloogesluis oen 'Hrug
der Kuchten had moeten noemen.
Kn de Jordiian. was voor de Kra-nschen
als van zelf eene verdietsing van
Juriliii, uit den tijd toen de réfugiés
hier hef land binnenkwamen. Die
hadden, zoo 't boette, hier hunne
tuintjes a.angelogd, evenals ze een
verooiiigïngspunt hadden in de
Klandstraat, dat de l^raiische Tuin boette.
Doch tegen (lic afleiding werd aange
voerd, d'it het strateneomplex t
ussehen Leidsche dracht en Haarlem
merdijk reeds bevolkt was, althans
ten dooie, nog vóór dat de herroeping
van het Kdi-'t van Xaiites zooveel
Fransohe uitgewekenen in de stad
bracht. Anderen zochten den oor
sprong van den naam in eene
verba.stering van .lordik/.ie. voor
jurisdicti". hot rechtsgebied dor stad.
..'t Is zeer opmerkelijk", schreef ter
(Jouw. ..dat die naam tot in onzen
tijd in hol .Jord't;m*ehe spraakgebruik
is blijven 'even."
l SI il r,,!/!}
uw oordeel te bou;vlen voor ge eeu
boek gelezen hebt ; dit bespjii'rl u
gaandeweg voel werk.
i. Lees vooral do voorberichten:
in don regel is dat voldoend^'.
'.'>. Citeer zooveel mogelijk: citaten
leveren (Ie makkelijkste copy.
1. Wek den indruk, da.t uw
niedeoritici on bet rouwbivir zijn. maar noem
geen namen.
.">. Broek nu en iHn een werk c f
dat door anderen geprezen wordt, on
prijs wi'.ii.r anderen afkeuren: d'',t ver
sterkt uw zelfstandigheid als criticus.
l>. .Boa'itwoord nooit brieven van
beleedigd" schrij\ ers : uw antwoorden
zijn onbeta.U'lde eopy.
7. H ren g openlijke anti-eritick
d;1d.elijk op persoonlijk terrein, door te
zeggen d.a.t do schrijver boos is omdat
ge zijn werk niet mooi vindt.
S. Bijt uw tong af voordat ge
erke.it. dat go een fout begaan hebt.
!). /eg nooit da.t' ge een boek niet
begrijpt: wa! d. e erit ious niet begrijpt.
d".t deugt niet.
III. Als gij geen raad weet met een
boek. maak het da.n belachelijk: dan
bobt gij do meeste lozers op uw hand.
11. Wees oiivoimooid. in het ont
dekken v (m sti mingen en genera
ties: di'.n wekt gij den indruk dat go
thuis zijt in uw vak.
!:>. We.-s pviictiscb. Bedenk i(».\.
senrijvor.- voor hun ijdelheid heel wat
over bobben en dut vele schrijvers oen
mooie vri-'iiw bezitten.
(iodiirond" de lezing va.n deze
aai>teokoningen had. ik mij al behoorlijk
zitten opwhid.oM. maar speciaal de
laatste opmerking deed mij opspringen.
\(lh Woede.
I )a,t is ini'aani ! riep ik. I)onk jij
di'.i ik volgens zulke boginselon eritiok
schrijf
:I >;:( v. ei t ik niol. zei hij kalm.
Ma.a.r ik ben d'- eenii^e ni;-i, d.ie zoo
over de i-ril ici denkt
l k wenkte don kol l nor en ging ha.ii si i g
weg. .Mijn jiibileum-stt mming was
geslonk,.,,
l n de i i', t i m i t eit \; KII m i j n \verk ka met
nerkreeg ik mijn kalmte en mijn ver
trouwen. Kr was juist oen nieuwe
stapel boeken v<-or me gebrachl met
het l rad-i t ioneelo ..ter recensie" er op
gestempeld. Ik i;Teep er een: hel w;i,s
oen roman van zeven honderd blad
zijden. Ik sneed hem open - \ an
begin tot einde, ik zweer het u !
?--en ik begon g.-troost :win mijn tweede
duizendtal....