Historisch Archief 1877-1940
No. 2674
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i SEPTEMBER 1928
Herman Robbers
1868-1928
KOBI3KRS zestig jaar! Met Couperus. De
Meester, Querido 011 de Schart ons is hij cle
schepper van onze gezonde, krachtige moderne
romankunst, die omstreeks '90 uit den Fran>-chen
naturalistischen roman opschiet en tot schoonen
bloei geraakt, doch die steeds een eigen karakter
heeft gezocht en gevonden en in alle zes zich weer
op zeer persoonlijke wijze ontwikkeld heeft.
Robbers is steeds meer zuiver episch geweest
dan Zola; de breed opgezette schilderingen vindt
men bij hem niet; hij heeft in zijn. woord gegeven
de verheerlijking van het leven, bewezen de god
delijkheid van den meiisch en hij heeft dit gezocht
uitgaande van het gewone dagelijksche bestaan.
Zijn kuni.'t is oer-IIollandsch. We staan bij hem
midden in het volle reëele leven en we zien het.
voortdurend omstraald va:i een gevoelige, toedero
geestelijkheid. Men voelt den natuurlijken drang
tot scheppen in zijn werk.
Ik heb in de eerste boeken van Robbers wel eens
iets koels en nuchters gevoeld, te veel verst
andswerk; maar hoe ben ik daarvan teruggekomen !
Ook door den soms strakkeii. ingetogen vorm van
dat eerste werk tintelt de groote liefde voor het
leven, liet geestdriftige gevoel. Robbers is steeds
bezield geweest door die echte zuivere idee va.n
l'art pour l'ai't, die eigenlijk alle groote kunst van
alle tijden beheerscht, den drang om te ontroeren
door schoonheid, waardooi1 de menschen van zelf
goed worden. Dit is de ware didactiek van alle
kunst. In de Schoonheid vond Robbers de h(x>gste
ethiek.
Typeerend voor zijn grootere later werk is. dat
hij zijn helden zet in breede maatschappelijke
levenskringeii, die hij zoo uitvoerig, voortreffelijk
en waar weet te teekenen, dat ze voor de kermis
van het maatschappelijk leven in den aanvang dezer
eeuw in later jaren historische bronnen zullen
blijken. Dit is. meen ik. reeds door een historicus
van Den roman van een Gezin erkend voor de
kennis der economische toestanden in liet eerste
decennium der 20ste eeuw. I Ict/.elfde geldt voor
het letterkundig leven va,n omstreeks 1S90 at' in
Ken Minnonloven. waarin Robbers tal van per
soonlijke ervaringen en herinneringen moet hebben
verwerkt.
Al sta't misschien IV rom:1:» va;i een (iezin
boveiia >,n in zijn oeuvre, hij is toch allerminst een
auteur, die voor zijn roem teren, mor-t op een i nkel
boek. Heel zijn omvangrijk eu veelzijdig \\vrk zr,.I
stellig tot het beste en ni'"'st typeerende va.n zijn
tijd blijven behooivn. een I.-vend beeld vu n dien
tijd. Kr is een stadige k!immi:ig in. wat vrijheid van
beweging betreft; Robbers komt steeds meer open
in zijn volle persoonlijkheid tegenover zijn lezers
te staan, liet is soms of in. zijn eerste romans zekere
schuchterheid trilt, die dan misschien aandoet als
strakheid en koelheid. Ma.ar zijn toon wordt steeds
vaster eli bewuster, luchtig bewogen, eerlijk harts
tochtelijk, van een hartstochtelijkheid, die hij in
toom weet te houden. 11 ij groeit nog- steeds in de
diepere kennis van hel monsohenhart. in liet zuiver
voelen van het leven : zijn st ijl wordt steeds soepeler
en leniger. Voor mij staat Op hooge golven uit
Ken Maïiieleveii in schoone, vaste kracht wel naast
De roman van een («e'/.in en hoe geheel anders.
vrijer, hartstochtelijker van toon i,; het.
[On in dit schoone. rijke leven, dat nu achter hem
ligt. is Robbers niet enkel romanschrijver geweest.
In Klsevior schreef hij zijn frissehe. pittige, guitige
kritiek.met een. enkel raak woord een werk
karakteriseerend. scherp en onverbiddelijk gebreken, aan
wijzend. Hij schreef aangename litteraire causeries
over de kunst van zijn tijd en vertelde gvnoegelijk
en leerzaam over de wording van eigen werk. Kn
hoe gal' hij zich niet in zijn volle kracht aan zijn
maatschappelijk streven als stichter on onderhouder
van de Yereeniging van Letterkundigen en va.n het
Verbond van Kunstenaars. Als deze nog niet ge
worden zijn, wat ze konden zijn. ligt het stellig niet
aan Robbers, maar aan de kunstenaars zeil'.
.J. l'UINSHN .I.I.z.
Tiet is mijn departement niet. en on/e letter
kundige medewerkers behoeven niet te vreezen.
dat ik onder r.m duiven zal schiet en: een
keur van romans blijft ter beschikking. Ik zou
bovendien, wilde; ik met mijn gehikwensclien a,an
een vriend van zestig jaren, waarvan ik het voor
recht had op het pad der schoone letteren minstens
de helft mede te avonturen, in de rij der ofl'ieieele
sprekers treden, best kans zien Herman Robbers
voor deze feestelijke gelegenheid in te lijven, bij de
..Dramatische Kroniek". Ieder zou zich terstond
hot kostelijk Revuetje" van zijn hand herinneren.
do eenige litteraire Fox-t rot. waarop wij ons
overigens altijd correct in de Nederlandsche Let
teren mogen beroemen. Ik zou naast dit
souVernir de trotre jeunesse. "nog een andere gave
kunnen releveeren, waarmee ik niet te ver buiten
mijn dramatisch boekje zou gaan. een gave, waar
van alleen een kleine vriendenkring met mij zon
kunnen getuigen, en waarover ik in liet openbaar
niet luid de loftrompet zou willen steken, zij is
daarvoor te stil en te broos. Herman Robbers
leest namelijk zeer mooi vóór. Niet in ..een zaal .
zijn stem is voor do ruimte te zwak en te onge
schoold, en zijn baard te dicht bij zijn
liehtontroerden mond. . . . Dan wordt zijn lorgnet
gauw dof. en dan moet hij zieh een beetje
forceoren. om zonder te kuchen, te schrapen en. zijn
zakdoek voor den dag te halen, zonder nu en dan
zijn opbeurend ..(ja-ja".... Insschen de regels
door te zuchten, den kellner met de theekopjes
te overvleugelen en verstaanbaar te blijven. Maar
in een kamer, binnen de muren van het huisje
in de duinen, waar in den laten avond geen dorre
tak kraakt onder den voet. . . . -Met het boek dicht
onder de lamp. en de lange, magere handen er
devoot omheen, gevouwen, met een gebaar, dat
zich allengs verinnigt. als de handen der
l'rimitieven. al naar mate het verhaal ot' het vers dieper
«laait in zijn hart. Onze jo7ige dichters verbeelden
?zich wel eens, dat de litteraire ooms en tantes hen
miskennen en misverstaan. Laat ik hen ter eere
van dezen zestigjarige gerust mogen stellen: de
grootsten, maar ook de allerjongsteii zijn daar ..in
stilte en stemming" op hun schoonst ontbloeid.
een stem vol liefde en eerbiedigheid, fluisterend
en soms stokkend, gaf daaraan, de warmte mee
van het eigen, diep bewogen gemoed.
Zoo zon ik dtis gansch niet verlegen zitten
wanneer het er mij om te doen was ilerm.n
Robbers, zelfs met vermijding van zijn mannelijk
beroep v;'ii romanschrijver en novelhst. in de rem
of andere branche te huldigen, op den daarvoor nu
eenmaal onoverkomelijke!! di'.g. l September e.k.
Doch boven alles wal deze kunsten;:;1.r in zieh en
buiten zieh heeft weteiite vc reenigvn heel w.-'t
stil werk daaronder, waarvoor niemand te viiu'e'
was en waa.rvoor ..niemand j'- dank-je X<-L;' . H'
he( heliv.ig v r., n een ;: Igemei ne /.;-.; k of t <-n < >v, rieden
vriend gaan mijn collegiale gevoelens, nu zij
kans krijgen, uit naar den criticus van Klsevier's
Maandschrift, die zoolang als ons heugt op zijn
post heeft gestaan aan het roer van een dor meest
gelezen tijdschriften, en geen dag heeft verzuimd
om tusschen de klippen van de hem zoo dierbare
Nedorlf.iidseho Letterkunde door. dit roei- recht te
houden. Na, van Nouhuys. den fijnen.
toegankelijken. rustigen ..lettre", bij wien het. uit de
revolutie v;'',n 'XO gvb.n'eii en nog eeiiigszins ver
bouwereerd sehrijveisgeslai-ht zijn onvergetelijke!!
steun en troont mocht vinden, is Hei-ma.ii Robbers
voor allen die daarna kwamen, de oprechte, har
telijke vriend geworden, de criticus aan wien men
hou-vast had. .Men kan hem misschien verwijten,
dat hij met zijn va.lerlijk-schouderkloppond ..Kom,
kom. mevrouw", on ..Doe je best maar. jongt;
man", er een stuk of wat te; veel op het slappe koord
heeft gebeurd, bestemd slechts om er weer at' te
vallen. .Men kan zeggen, dat hij. als een nauwgezet
en al te optimistisch kweeker elk plantje, dat in
zijn handen viel. nog wel do moeite waard vond
om het een. tijdje in de zon te zetten, en dat een
strengere maatstaf dan de zijne kon worden ge
steld Daar mag dan stellig tegenover gelden, dat
voor menig jong talent het gul vertrouwen, het
warm onthaal, do onvermoeibare fiducie in het
w,'i k. weldadig is gevveesl, en. dat v au d lar bo . o i
Alkmaar de vadorlandsche victorie ook in onze
dagen nog menigmaal is uitgegaan.
Kil a's we dan eens nagaan hoeveel uren van zijn
werk. die eiken schrijver kostbaar zijn. Robbers
heeft besteed, ik mag zeggen ..gewijd", aan het
werk van anderen. Want hij dood niets ten halve
en slordigheid in het vak. dat hij als een school
knaap bleef vereereii. was hem al zijn leven oen
gruwel. Ik zon de onbaatzuchtige brieven kunnen
overleggen, waarin Herman. Robbers mij ..met
het oog op een eveiitueelen herdruk" van dit of
dat. vriendschappelijk opmerkzaam maakte, niet
slechts op do druk- en andere fouten, maai' op een
zondvloed van komma's en punten, die ik ver
keerd, of hoelemaa,] niet. op hun waarde had ge
schat .
In den chaos va.n sloeht-get'undoerdo. opge
schroefde en roekoloozo ,,recensies" liggen die van
Robbers als bakens in de zee. liet zijn geen lyrische
pronkstukken, geen gelegeiiheidstoasteii. geen
pamfletten om de burgerij te onthutsen, geen
stiekeme stukjes vriendelijk voorgodra,aide
eigeiigegriofdhoid. geen mot alle winden waaiende ..stem
mingen", het zijn. eenvoudig en oprecht. reflexen
v;t,!i een gevoelige, in hej \ ak-van-lezen
doorknede ziel. hoffelijk in den vorm en zoo zuiver
mogelijk weergegeven; het is inderdaad een ..oor
deel", dat Robbers, in voor een gewoon meiisch
begrijpelijke ta, il. duizend en n maal geschreven
heeft.
Het in een klein kunstje om eens ..o\ er een boek
te schrijven", maar het wordt een groote kunst
om het je leven lang te doen. ener je zelfrespect
niet bij te verspelen: om niet meer onnoodig te
kwetsen en het tóoh te zeggen: om in het voorbij
gaand.' te koersen elite laveeren met Int blijvende
en waardevolle voor oogen; om er de lijn in te
houden: tot op zekere hoogte, bij zooveel hoofden
en zinnen ..bemiddelaar" te kunnen zijn. en te
waken, da.t er niet a! te veel aa,n kwaliteit tussrhen
kade en schip velt.
Als een trouwe wachter staat Herman Robbers.
trots zijn zes kruisjes, gelukkig nog pal. Hij za.l.
hopen we hartelijk, gesterkt door den l'eestwijn.
voortgaan te keuren en te schiften naar zijn beste
Weten, te bewonderen mot de jonge geestdrift, die
hem. zoo.lra het maar even kan. bezielt. Ik geloof
niet. dat do letterkunde in Nederland in veel
veiliger handen kan zijn dan in deze, die er
zoovi-ol jaren humaan en voorzichtig mee om zijn
gegaan.
TOT NAMFK
BRANDBLUSSCHER
"HOLLANDIA"
SPANJAARD &C
FABRIEK .ESPANA
UTRECHT