Historisch Archief 1877-1940
No. 2674
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i SEPTEMBER 1928
KRONIEK
Eiken en Canada's bij een oude Drentsche hoeve
In Drenthe
door Dr. Jac. P. Thijsse
(Foto Roessingh)
n
ONZE fietsen staan nog onder de hoogc eiken
van Kralo. Na nog een uurtje zwervens over
?de plassenheide bereiken we ze weer en nu gaat het
«ver Nuil naar Spier en vandaar over Wijster oost
waarts. Wanneer we Wijster dooi' zijn. dan begint
het lieve leven weer: de tegenstelling tnssehen het
verdwijnende en het nieuwe Drenthe. We kruisen een
gloednieuw kanaal niet versche nog doode oevers
?en onvormelijke hoopen van uitgedolven grond.
Een eind verder ligt een mooie groote hoeve in
aardig houtgewas en een goed verzorgd bont
bloementuintje. Maar daarachter ligt weer de groote.
heide en als we den tijd hadden, dan wandelden we
?even naai' liet Wijstersch veentje onder Bruntinge,
alweer een van die onbetaalbare, onvervangbare
botanisch-geologische woiideroorderi. waar zich ook
een rijk dierenleven concentreert, tot overladen»
toe. De plas was vroeger veel grooter. iiia'tr is half
dichtgegroeid niet veemiios en zeggen en wollegras,
een zeer onbetrouwbare bodem .Ken onvoorzichtig
eierzoeker is er nog onlangs tot zijn hals toe in
ge, schoten en. met moeite gered met ladders en touwen.
Wij laten nu echter Bruntinge links liggen en
gaan verder in de richting naar Mantinge. Links
van den weg zien we weldra een laag bosch. waar
uit nog enkele boomen hoog oprijzen. Dat is het
oeroude Mantinger Bosch, thans voor een groot
deel uitgekapt maar nog altijd aantrekkelijk door
zijn onbeschrijfelijke wildheid. Van de eeuwenoude
eiken en beuken is slechts weinig overgebleven.maar
Adelaarsvarens in het Mantinger bosch
(Foto W. Beyerinck)
de ondergroei is nog merkwaardig genoeg, vooral
om den dichten groei der hulsten, ook alweer een
der merkwaardigheden der oude Drentsche wouden.
Kr gaan enkele nauw merkbare paden door het
Mantingerbosch en als we daar buiten gaan. dan
geraken we in een ondoordringbare wildernis van
rozen en bramen alles overgroeid door reusachtige
adelaarsvaren.s tot een hoogte van vier of vijf
meter. .Kri daartusschcn vinden we weer onze
Xevenster of Triëntalis als beste getuigenis van
oeroude wildheid.
Als we nu dooi' Mantinge heen zijn dan krijgen
we naar rechts wat ruimte, daar ligt het Mantinger
en Balinger zand, bezitting van de Veiveniging tot
Bevordering van Natuurmonumenten, een van de
stuifzanden die niet meer zoo mobiel zijn. dat ze
gevaar zouden ople\ eren voor de omgeving en die
dan ook in lang/aam tempo met behulp van mos en
heide en houtgewas gaandeweg veranderen in zeel'
schilderachtig bosch. Op het oogenblik. heeft de
Jeiieverbcs de overhand, bijgestaan door kreupel
hout van eik en berk. Vroeger stonden hier ook
enkele zware dennen, hun naikomelingschap we.rkt
zich omhoog fusscheii het heidekruid en dat alles
maakt dit landschap van sierlijk door den
windgevormde geulen en ruggen tot een der onderhoudend
ste die we op onzen tocht out moet en. ltaardooi' t re! t
ons des te heviger de tegenstelling die ons wacht,
als wij den tocht voorty.etten naar Meppen. \Ye krij
gen namelijk aan onze linkerhand de bekende.
uitgestrekte, ontginning van het Witte Veen. Kr
gaat een verhaal, het is mij verteld door iemand, die
'zeer nauw bij de ontginning van liet Witte Veen is
betrokken, een geloofwaardig man. dat iemand, die
de nieuwe ontginning voor het eerst za.g. door een
zoo acuut geval van pleinvrees werd getroffen, dut
hij vierkant van zijn stokje ging. Inderdaad is zoo
iets van 7,<>o'n groote. grootsch uitgevoerde ont
ginning in zijn eerste, ondankbare jaren wel te be
grijpen. De uitgestrckste heide, het verli'.ten veen.
hebben in hun schijnbaar effen oppervla k t och alt ij d
zwakke plooien en golvingen, droou'ei' of vochtiger
plekjes met eigen plantengroei, die het landschap
boeiend en bekoorlijk maken, l let word! nou1 boeien
der, wanneer ge iets weet van de oorsprong en bet
eekenis van die ..accidenten". Maar zelfs zij. dieiiooit
gehoord hebben van geo-movfologie. van
g!;>.ciu.:>lt heorieën of pkmt el is ue cessies gevoelen de g.-oi it
sehheid van het hcidcla.iidschap en da-'ir tegenover de
barheid en armoede van de groote vlakke ontgin
ning met zijn nuchtere rijen van bijna uniforme
huisjes, \atiiuilijk kan da* niette! l ijd wel IK ter
worden, als ieder huisje zijn eigen sfeer schept en
wal neer zich centrale pnn'ien vormen. .Maar ik
?/. i (lat proces (och wel willen \ erh;!"s(en \>.\. door
reeds dadelijk in de ontginning strookjes bosch ',?
brengen of wat mij nog meer zon lijken er v;"> die
echte Drentsche grensdüimneii ar-in te leggen met
begroeiing van eik en berk. lijst erlics. sjiorken
hout. Wegedoorn en hulsl. De voorbeelden ervoor
Lichtzinnige modezuclit
ONLANGS mocht ik hier wijzen op de gevaren,
die onze journalistiek bedreigen, indien de
Amerikaansche sensatiezucht, haar allengs meer
te pakken kreeg, en zij er toe. zou komen de ver
foeilijkste misdaden, zoowel als de edelste zelf
opoffering, den zwarten Boosdoener en den blan
ken Held desnoods zelf in scène te zetten en te
scheppen, als er maar spannende copy viel uit te
slaan. Kn reeds blaast zij vaak muizen tot olifanten
op en zoekt en maakt overal heibel, mot dezelfde
weinig achtbare bedoeling. K u als de, lezers el' niet
dood onverschillig onder werden, letterlijk voor
alles, hebben zij geen leven vanwege de onophou
delijke zenuwschokken.
Maar er blijken nog meer concrete gevaren voor
de journalistiek in deze moderne tijden. Word er
niet dezer dagen »en ongelukkige llollandsche
journalist ergens bij de Noordpool opgepikt, die
op zoek naar Amuridsen. abusievelijk op een glad
verkeerd eiland was afgestapt 'i Hier ziet men dui
delijk de funeste gevolgen van concurrentie en
lichtzinnige zucht tot mee. doen. De Maasbode,
anders een degelijk, fatsoenlijk orgaan, dat de
Vaan der Katholieke Christenheid hoog houdt te
Rotterdam, had den verdwaalde uitgezonden. Dat
was een heele onderneming, want merischen naar
de Pool sturen ligt anders zoo niet in de lijn van
het blad. .Ma.ar wat wil men ! Ken orgaan kan
tegenwoordig van geestige en fijne polemiek alleen
niet leven. De lezers willen iets gedurfds, iets
heldhaftigs. avoiituurlijks, en zoo hadden zij er in
godsnaam dan maar toe besloten ook eens zoo iets
te doen. Kri waar kan men een ..eigen correspon
dent" tegenwoordig beter op avontuur zenden dan
naar de Pool. om iets of iemand te zoeken:' Maar
ja. wie zulke dingen nog nooit bij de hand heeft
gehad, kan ook maar niet zoo dadelijk weten wat
er voor noodig is. Xoo had de ..eigen correspon
dent" niet al te beste kaarten, en toen hij zich bij
Spitsbergen liet afzetten (omdat iedereen bij
Spitsbergeii begint) toen bleek het hem te Iaat,
dat hij eigenlijk op een eiland zat, dat nog wel den
hatelijken naam van J>c llanji droeg. Krgvr nog:
hij zat er alleen en in zijn kantoorjasje, want hij
was wat haastig vertrokken, uit vrees dat er
nieinand meer y.oek zon zijn. Kn nu wils hij ineens zelf
zoek .' Gelukkig kwam een hulpevpedit ie. die da,a.r
tegenwoordig een vaste instelling is geworden.
sedert ei' zooveel malle menschen hij de Pool ver
dwalen, hem na, een paar dagen weer afhalen.
Maar hij w;!< toch ..erg gedeprimeerd", zooa.ls in
liet bericht staat, en dat blijkt ook \\ el uit het feit,
dtit hij juist h>-t eiland wilde verlaten in ..een
eigen gemaakte boot". Kn zoo hij niet. betrekkelijk
spoedig, terecht was gekomen, had missschicn oen
ander blad. bijv. l>c tfltint/iitir/l. hem. ook weer
niet een ..eigen correspondent", willen gaan.
redden. Knzoovoort. Tot o verbist van geheel
Kuropa en verval onzer soliede dagbladpers, die
op binnenla,ndselie politieke ruzies is berekend en
niet op frivole buitenlandsche reportage. \\ at heeft
in vreflesna-im de Ma::,sbode aan de l'ool te maken?
.K. C.
liggen in de onmiddellijke omgeving voor het gr i j pen
Dit schijnbaar sentimenteel gedoe zou ook niet
zonder stoffelijk voordeel blijven, want die dammen
zouden fnngeeren als windbrek'-rs en broedplaatsen
verschaffen aan a'in gen;.'m e en nut t i ge vogels. Wei s
er niet te karig mee. /oru' ook voor kleine water
partijen, drinkplaatsen voor de vogels en spiegels
\ oor lucht en wolken. Denk ook eens a 't n het
zieleleven v;>n ile kolonisten en vooral a;:n de kinderen.
We zullen ons nu \ ("-kwikken met door te rijden
naar het aloude Meppen, om te kijken of die mooie
oude schapendrift nog bestaat en dan ma-r o\ er
/Weelo. Ov'ltc. Westel-hork. Bellen II.".1: r
Dwiligcloo terug. We! jammer, dat in die mooie, rijpe, oude
Di'eitlsehe dorpen de eik g:1 :t 'K leweg moet plaats
maken voor den (Vna'!ee-.chen populier, een boom
dien ik t rouwciis t och ook wel bewonder.
Bij Scheren
gén Pijn en naschrijnen of stukgaan
der huid, indien men vóór het inzeepen
de baardoppervlakte inwrijft met
Doos 3D, Tube 80 et.
PÜROL