De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 15 september pagina 10

15 september 1928 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 SEPTEMBER 1928 No. 2676 Wetenschappelijke Varia In Niemandsland" tusschen leven en dood door Dr. P. van Olst DE strijd lusschen de merhanlsien. die hetgeen gebeurt in een levend wezen opvatten als een, zij het dan ook zér ingewikkelde samenwerking van natuurkundige en scheikundige gebeurtenissen, en de vitalisten, die uitdrukkelijk een geheimzinnige. niet te bestudeeren of na te maken ..levenskracht'' (onder welken naam dan ook) onderstellen, in een levend wezen, ter onderscheiding van ,,doode" stol'. woedt nog steeds voort. Voor den n zijn levende en doode stof alleen quantitatief verschillend, voor den andere echter «malitatief. De een wil de moge lijkheid erkennen van het ontstaan van lovende; uit levenlooze stof (zoogenaamde generatio spontanea), voor den ander is dit onmogelijk zonder een sprong over de scherpe grens van dood en leven. Deze twee legers van wetensehapsinenschen hebbeu met wisselend succes gestreden reeds van de tijden der Grieksche filosofen at', en thans is 't een positie-oorlog geworden sinds tientallen jaren. Over 't algemeen hebben de ruechanisten meer terrein gewonnen dan ze verloren, zoodat de vitalisten naar een steeds kleiner gebied zijn gedrongen en telkens een stuk moesten loslaten, waar een of andere ..levenskracht" werkelijk geheel overbodig bleek te zijn. Telkens brokkelde hot vitalistische gebied nog wel af. Zoo is er onlangs weer een flinke hap uit gehaald door het onderzoek van Bechhold over d'Hérelle's bacteriophaag. Het is namelijk onjuist als men bij het beoordeelen der groote levensstrijdvraag te veel kijkt naar hoog ontwikkelde, dus ingewikkeld gebouwde levende wezens aan den eenen kant en volkomen levenlooze elementen aan den anderen kant. Het is veel verstandiger als men de oplossing van het mechanistisch-vitalistisehe, probleem zoekt daar waar leven en dood aan. elkaar grenzen. En vooral moet men probeeren vast te stellen waar eigenlijk de grens tusschen leven en dood ligt. Deze grens ligt stellig niet bij de een voudigste, voor ons nog microscopisch juist even zichtbare planten en dieren, maar ongetwijfeld veel lager. De zichtbare bacteriën zijn volstrekt niet de kleinste levende wezens, want er y.ijn genoeg besmettelijke ziekten, waarvan het schuldige orga nisme nog nooit door ons gezien is. b.v. van maze len, pokken, e.d. En waarom zouden de/.e nog onzichtbare organismen de kleinste en eenvou digste levende wezens zijn? Het is toch veel ver standiger te zeggen dat wij van deze laagste levensgrens nog veel te weinig, of liever n-tets weten en dat er tusschen het ons bekende leven en den ons bekenden dood nog, evenals tusschen de loopgraven, een. .,niemandsland" ligt, dat we eerst moeten bestudeeren eer we of vitalisten, óf mechanisten gelijk gaan geven. Hetiprobleemvandenzoogenaamderi/w/cten'o/j/irmr/ van d'Hérelle behoort in dit gebied thuis. .Misschien is het niet overbodig een kleinigheid hiervan te vertellen als geheugenopfrissching. Bij het kweeken van bacteriën op voedingsbodems, vooral bij het zoogenaamde Bacterium coli. komt het dikwijls voor, dat cirkelronde, voortdurend in omvang groeiende gaten optreden in de culture. OnderLOOPERS niEUWE MODERNE DESSIMS MEUDEL= FABRIEK 10 PARKSTRAAT DEN HAAG zoekt men deze gaten, dan blijken de bacteriën. die hier eerst aanwezig waren, ten onder te zijn gegaan, want met de microscoop ziet men er geen meel- en men kan uit de/.e leeg e plekkeiigeeii nieuwe baeteriekolonies enten op andere voedingsbodems. Dezt! plekken zijn werkelijk steriel. Maar ent men. zoo'n plek op een andere goed groeiende bacteriekolonie. danlreedt hier ook bact erie-verval op. Men heeft dus met iets besmettelijk* te doen. dat zich als een levend wezen uitbreidt en daardoor de gaten voortdurend doet uil breiden. Dit levende wezen, dat de bacteriën doodt, noemde de ont dekker d' l lérelle den bacterie-verslind er" of bacteriophaag. lloe men dezen bactoriophaag ook wil op vatten, als een zoogenaamd enzym of als werke lijke microhen, een feit is. dat dit levende we/.eii zich vormt in het grensgebied dat wij nog zoo onvolmaakt kennen, tusschen levende en doode stof. Ondenkbaar is het niet dat in dit gebied een soort van generatio spontanea plaats grijpt, dus een ontstaan van leven uil levenlooze stol'. J f et is natuurlijk slechts een onderstelling, maai- toch wel zeer de moeite waard van nader onderzoek. Dit onderzoek wordt echter ernstig belemmerd dooi' het volkomen onzichtbaar zijn van den bacteriophaag, zelfs met de beste microscoop. n..l. met de zoogenaamde ultra-microscoop, waarbij dooi' felle belichting van terzijde, tegen een zwarten. achtergrond nog deeltjes zichtbaar worden, die bij een gewone microscoop met doorvallend licht absoluut' niet te zien zijn. Au hebbeii <Ie onder zoekers -Bechhold en Villa een vernuftige methode bedacht om in dit onzichtbare gebied toch iets te zien te krijgen. Zij filtreeren eerst den bacterio phaag door een zoogenaamd ('hamherlandfilter, dat alle microscopisch zichtbare bacteriën, en. grovere zwevende deeltjes tegenhoudt, maar den bacteriophaag nog doorlaat (wat bij besmettingsproeven blijkt !). Nu perst men dezen, bacterio phaag door een. zoogenaamd ultrafilter, dat don bacteriophaag tegenhoudt. Deze, op het filter achtergebleven, wordt. langs scheikundigen 'weg verguld, uitgestreken op een glaasje o.n gedroogd. Door verwarming boven een vlam wordt nu het geheele organische dec! van den baotcriophaag verbrand, waarbij echter de gouddeeltjes, die tegen het organisme scheikundig aangeplakt waren, over blijven als een soort goud-geraamte. Deze goudgeraamten zijn echter nog onzichtbaar onder liet ultra-microscoop, daar zij te klein zijn. Maar evenals een te zwakke photografische plaat te ..versterken" is door kwikdoeltjos vast te hechten aan de kleine zilverkorrels in het te /.wakke negatief, zoo worden ook deze goud-geraamteii versterkt, zij het dan ook langs een anderen weg. Zoo is het eindelijk gelukt den bacteriophaag van d'Hérelle te zien te krijgen, en te photografeeren als kleine schijfjes, grooter dan M5 mikro-mikromillinieters. maar kleiner dan .100 mikro-mikromillimeter (dus tusschen O.OOO.OH5 en 0.0001 m.m.). Daar de proeven herhaaldelijk genomen zijn en steeds dezelfde resultaten opleverden.mag men dus wel aannemen, dat de bacteriophaag een tot nu toe onzichtbaar levend wezen is. waarvan do afmetingen liggen in het grensgebied tusschen de kleinste bekende levende wezens en de ..doode" moleculen. Bechhold zelf is vast overtuigd dat levende stof uit doode stof ontstaan kan, dus dat generatio spontanea bestaanbaar is en dat zijn onderzoek-methode de mogelijkheid opent dit ver schijnsel werkelijk na te gaan. Het is oen. open vraag ol' men het zoo gelukkig kan treffen dat men toevallig juist de omstandig heden zoo kiest, dat levende stof zich uit doode stof kan vormen. Maar Bechhold meent, dat dit gelukkig toeval zelfs niet te hulp geroepen behoeft te worden en dat het misschien reeds voldoende zal zijfi datgene wat reeds voorhanden is dooi- te studeoron. om overgangsvormen tussehen onge organiseerde stof en levende wezens te vinden. zooals naar zijn meening de bactoriophaag ook reeds zoo n overgangsvorm is. De reeds zoo dikwijls teruggedrongen verdeZeist als Woonplaats. BOUWTERREIN TE KOOP in het centrum van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van het Raadhuis, de Hotels Hermitage en Figi en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand geboomte, stofvrije wegen, voorzien van rioleering, gas, water en electriciteit, Kadere gegevens worden verstrekt door de K.V. PAUK KEKSBEKGE1V', Montaubanstraat 4, Zeist. digers der ..levetiski aelit" zijn dus weel' ren eindj> achleruiigedrongeii. /ij geven liet echter nog niet op en nemen al!e"ii den voorzorgsmaatregel de levenskracht ook bij voorbaat uil te breiden tot moleculen, atomen en elektronen, want in den grond is het ..waarom" der eleri roii"nbeu-egint,vii in een atoom e\ en onvet kl'Uiirlmar. ol uu h ei iets levend* of alleen iets doods in /.iet . BINGHAM & LUGT Haringvliet 85 ROTTERDAM De leeuw van Hekelingen Boer Braal werd Hidder in tie Nctlerianü+thc /.«;/;?'/./ui ix i/e xnnjiele xiier en trolx run II eketi niji n tlonr Koninklijk Jlexluil r<tn. ile rersirkr/ini/en dun O)iderxe.hei/le>t door ht't kenmerk run d/'/i Leen, r. Hij liejt ht't mttchti/i hoofd en ocjeid zich in 'i i/roiiinn-n.. He' Hek-'ü/if/sehe ree ziet men i:<m schrik rerxloninn i, voor 't onheilxjK'llendc rail zijn i/ednefi/rn ftelireenn- , . II d* II 1 1 dr xnreel.'bii /* run de ktilcerrn t-n /,Y>rir,«.. e>i (ililnti iniji'xlrld o/i bulken en <>/> lurieti. llninx /'.s- zijn leiderx-xte ut nuitr li/tot/cr ei'xeii /j/'k/'nr/L i/eidenlificeerd. erkend t n irinird bernnde/i li' zijn hel intiehts(feorid . dut in de tiro'ndxfiinii/ ile xtilte niet 'l iji'Zini nut l\onintischn/i remi-henrl De ulier, in l.eenir rerkeerd d/iur liet reeen/r ridder/ /? iloet in zijn nie/in'en xtn/il de iilullelun/l/i'xxi/lil/i/^ rooi' hiniiicii lieei'xeliei' in r/'/'xlindrr run hun rei . . Mii'ir l xlein-ree inoo/i' "ijt' lei'tnr /feli/l.' zijn xfin rerl r/in n'/ » en liein een cerel,'/n>i Ie H ek'rli nijeyt littntr/'t/. mei 't (>i>ncliriil: lillAAT 1>K ,S'77A'/i' \\'Eltl> /,/?;/?;<?? ir. .//?: MAI\TII<:M>I-;.\I nlx monument run 'l rreedzunie rerliond /Ier diemi dut iret'd bezei/elil o// de borst rtnt dezen lie:ld. iriKirin het </oede hurt 't inxl'ntet liet'i t orerie/innti/.. zoodat. bexe/ieidoilijk in 'l \;/te\e,n-\ier'i, he//onnen. li ij door des *lernre/''x </n n*t f/tl Leen ir /i /'rd /ui ni/exfrli!.. M h'L:s yyoA'/-; N.V. J. S. MEUWSEN'S Grootste keuze. . . . STETSONS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl