Historisch Archief 1877-1940
^^?^^^^ ^É** "^^
Me Groene
feOAV
voor NedeHcmd
Sinds meer dan vjjftig
jaar aan de apita der
?weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G, W. KERNRAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 3 3 3
Uit.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C.
Alom verkrijgbaar
?OPGERICHT IN 1877
No. 2678
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1928
De Luchtverbinding Nederland-Indi
door A. Plesman,
Directeur der K. L. M.
T N den herfst'van 1924 volgde heel Nederland
met spanning den vliegtocht van Van der
Hoop, Van Weerden Poelman en Van den Broeke,
?die met een langzaam, zwaar vliegtuig, dat een
gemiddelde snelheid van slechts 120 K.M. per uur
had, in 127 vlieguren naar Indiëvlogen.
Als men nagaat, hoe gebrekkig het materieel en
?de grondorganisatie waren en over hoe weinig er
varing men beschikte, dan moet men bewondering
hebben voor den moed en het doorzettingsver
mogen, de bekwaamheid en het inzicht van Van
?der Hoop en zijn bemanning.
Op het werk van deze pionniers werd voortge
bouwd en als wij dan zien, dat in den zomer van
1927 Geysendorffer, Scholte en Weber met den
grooten vriend der K.L.M., den Amerikaan Van
Lear Black en zijn bediende Bayline, onder de
moeilijkste weersomstandigheden in 27 vliegdagen
?en 183 vlieguren naar Indiëheen en terug vliegen,
?dan blijkt daaruit, welke groote vooruitgang in
nog geen drie jaar tijds was gemaakt. Vlak daarop,
l October, vertrok Koppen met Frijns en Elleman
voor zijn postvlucht Amsterdam?Batavia en terug
?en legde met zijn Postduif" den afstand af in
19 vliegdagen en 154 vlieguren. Vergelijk dit met
?de 127 vlieguren van Van der Hoop over de enkele
heenreis. De grondorganisatie bleek ook in 1927
nog steeds niet in orde te zijn. Het schijnt, dat de
daarbij betrokken regeeringen de verwezenlijking
van een regelmatig luchtverkeer tusschen Austra
lië. Nederlandsch-Indië, Indo-China en Europa
nog verder verwijderd achten, dan practisch
wen.schelijk is.
Omdat de grondorganisatie in den moessontijd
nog zeer onbevredigend is, werd het overvliegen
van de vier vliegtuigen der Nederlandsch-Indische
Luchtvaart Maatschappij tot September 1928 uit
gesteld, temeer, daar dit'uitstel de technische voor
bereiding zeer ten goede zou komen.
De tweede reis van Koppen naar Indiëheeft op
nieuw bewezen, dat met groote regelmatigheid,
met goed materieel en een bekwame bemanning
een postdienst naar Indiëmogelijk is in de helft
van den tijd, welke nu voor het vervoer per boot
en trein wordt vereischt, en dan wordt nu nog maar
gemiddeld 7 a S uur per dag gevlogen. In de toe
komst, wanneer dag en nacht kan worden door
gereisd, zal de verbinding tusschen Moederland en
Koloniën nauwelijks een week vereischen.
Mochten de vijf vluchten, welke nu naar Indi
worden ondernomen en waarvan de eerste vier voor
rekening zijn der Nederlandsch-Indische Lucht
vaart Maatschappij, ter overbrenging van de vier
vliegtuigen, bestemd voor het luchtverkeer in
Nederlandsch-Indië, slagen, dan zal de verwezen
lijking van een regelmatige luchtverbinding Am
sterdam?Batavia aanmerkelijk nader zijn ge
bracht. Het vijfde vliegtuig, dat voor rekening
van de K.L.M, vliegt, zal, naar het voornemen is,
ook terugkeeren en de resultaten van de mail der
eerste vier vluchten mede terugbrengen. Deze
vlucht is de eerste van een reeks van 12 proef
vluchten, welke voor de Xederlandsehe en
Nederlandsch-Indische Posterijen zullen worden uitge
voerd. Voordat tot een regelmatig verkeer kan
worden overgegaan, moet de noodige ervaring zijn
verkregen en deze vijf vluchten en de volgende
12 proefvluchten zullen hiertoe aanzienlijk bij
dragen.
Het is duidelijk, dat in beginsel aan het lucht
verkeer tusschen Java en Nederland niets in den
weg staat en dat het er slechts op aankomt, de
gunstigste, meest praktische oplossing te kiezen.
Mochten deze proefvluchten slagen, dan zal
een vloot van groote vliegtuigen, welke zoowel
geschikt zijn voor het overbrengen van mail als
voor passagiers en goederen, moeten worden ge
bouwd. Hier zal zich een schitterende gelegenheid
voordoen voor de Nederlandsche nijverheid om te
toonen, wat zij vermag. Deze exploitatie zal aan
vele volken toonen, tot welke daden Nederland
in staat is.
Voordat het zoover is. zal nog flink gewerkt
moeten worden. Door goede overeenkomsten moet
de Nederlandsche Regeering met buitenlandsche
Kegeeringen de verbinding Nederland?Indiëver
zekeren; overeenkomsten betreffende het inrich
ten van vliegterreinen, regelingen omtrent het
geven van radio- en weerberichten moeten worden
gemaakt, maar vóór alles moet gekweekt worden
een corps van bekwaire vliegtuigbestuurders,
werktuigkundigen en ander technisch personeel.
DE GROENE AMSTERDAMMER
P r ij s per jaargang ?10.?bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. Advertentiën ?0.75 per regel.
Postgiro 72880, Oem.-Giro G 1000.
INHOUD:
1. A. Plesman. De Luchtverbinding Nederland-Indië.
2. Dr. P. van Olst, Wetenschappelijke Varia.
3. Aanteekeningen Braakensiek.
4. Top Naeff, Dramatische Kroniek
Aanleekeningen.
5 Herman Middendorp, Boekbespreking Jordaan.
6. Dr. Joh. Tielrooy, Nieuwe Fransche boeken.
7. Dr. K. Kuiper, In de Rotterdamsche Diergaarde.
Mr. Frans Coenen, Kroniek.
9 Voor Vrouwen, redactrice Elis. M. Rogge.
10. Mr. Hennus, Tentoonstellingen?A. Plasschaert,
Schilderkunst.
11. Prof. Dr. H. Brugmans, Amsterdamsche Bijzon
derheden Melis Stoke, De vale vlek.
12. A. M. Buis, Nieuwe Duitsche boeken.
13. Prijsvraag.
15. C. A. Klaasse, Suiker Beursspiegel.
17. Melis Stoke, Herfstreis H. Scholte, September*
tooneel.
18. W. van Bemmelen, De Klok der Klokken.
19. Uit het Kladschrift van Jantje Alida
Zevenboom's Croquante Croquetjes.
20. Cel 2, Telefoontje Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De Engelsch-Fransche
Vlootovereenkomst.
Vraagt sfeec/s Et on bon s
R/NGERS
op den naam
die de bemanning van deze S tot ld groote ver
keersvliegtuigen moeten vormen. Hiervoor is tijd
en geld noodig en dan. . . . hoe zal de vloot er uit
moeten zien? Tiet materieel /.al het beste moeten
zijn waarover beschikt kan worden. Hierin moet
onze ervaring van vele jaren zijn verzameld.
Voor den bouw van deze vloot zullen eenige
jaren noodig zijn en dit zal veel geld vereischen.
Het is duidelijk, dat de verbinding Nederland
Nederlandsen-Indiëvan groote politieke en econo
mische beteekenis zal zijn en dat het te bereiken
doel den inzet van een belangrijk kapitaal recht
vaardigt. Het is zeker, dat ten slotte na enkele
jaren deze exploitatie zichzelf zal kunnen bedruipen
en oj) dezelfde wijze zal medewerken tot groei
eu bloei van den handel en de handelsbetrekkingen
in Nederlandse!»-Indië, als dit thans reeds op zoo
voortreffelijke wijze gedaan wordt door de Mij.
Nederland en de Hotterdamsche Lloyd.
De resultaten van de luchtlijn Amsterdam
Batavia zullen een voortdurend bewijs vormen van
Nederland's energie en economisch inzicht.