De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 29 september pagina 19

29 september 1928 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2678 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 SEPTEMBER 1928 Croquante UfT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE croquetjes door Alida Zevenboom Hoe kan een mensch in dit land zonder rheumatiek blijven? De vorige week Dinsdag meneer Kete laar had me een kaartje eerste rang bezorgd ? ben ik bij het voorlezen van de Troonrede" bijna flauw gevallen niet omdat er zulke vreeselijke dingen in voorspeld werden maar omdat het zoo gloeiend warm was en ik mijn zijden japon met de kanten revers had aangetrokken en die zit mij altijd een tikje tegen mijn keel op, omdat ik haar zonder corset niet kan dragen. Ik vind trouwens dat de zedelijkheid er niet op vooruit is gegaan sinds de corsetten uit de mode zijn en de dames zich in een soort rubber harnas inwikkelen. Maar ik wilde het over mijn rheuina" hebben, zooals het tegenwoordig genoemd wordt en ik hoop dat die afkorting de kwaal ook maar wat korter maakt en dan moet ik zeggen dat ik deze week, tenminste de eerste dagen, zoo heb zitten bibberen van de kilte om me heen dat ik de kachels heb laten zetten. Dan zou je er dol op wezen pension houdster te zijn. Ja, meneer van Ha,uja, de voorzitter van de Horecaf, had wel gelijk toen hij van de week op de jaar vergadering [uitriep: wat zou de wereld zonder hotel- en restauranten. café-houders zijn!" Hij had de pensionhoudsters er nog bij moeten noemen, want ook wij zijn onmisbaar. En wat hebben wij gekregen? Stof voor dank ! Heeft een van de heeren van de Horecaf ook maar een snip pertje van een lintje gehad? En is er onder de vele Kamerleden een geweest die aan mij gedacht heeft? Waarom is Nederland op het oogenblik in Lijfland, als ik het zoo eens populair mag uitdrukken, de getapte jongen? Nergens anders door dan dat die Ldjflandsche kampioenen die ik op kamers heb gehad tijdens de Olym pische Spelen, zoo uiterst tevreden waren over mijn kost en ligging en verdere behandeling en als het ooit tot een levendig handelsverkeer of een militair bondgenootschap tusschen ons land en Lijfland komt, zegt u dan maar gerust dat mevrouw Alida Zevenboom daarvoor, door haar dege lijk Hollandsch ontbijt met kaas en een eitje en rookvleesch en een be schuitje, den grondslag gelegd heeft. Het is nu eenmaal niet anders in de wereld, maar een reiziger onthoudt alleen de plaatsen waar hij lekker gegeten en gedronken heeft en als u mijn Lijflandschen wereldkampioen vraagt of hij in Amsterdam het NU IS DE TIJD voor een veilig reukelooze PETROLEUMKACHEL van REEDERS N. Z. KOLK 17 IAMSTERDAM Anno 1765 Tel. 45373 Ruime keuze ELECTRISCHE KACHELS Reparatie inrichting. Olympische record geslagen heeft, dan zal hij zich dat waarschijnlijk over eenige jaren niet meer herinneren, maar hij zal zeggen: Amsterdam? O, dat was die stad met die vriendelijke lieve dame die ons zoo best verzorgd heeft." Stel u eens voor dat de heeren van de Horecaf, drie weken voor de Olympische Spelen, tegen de heeren van het N.O.C, gezegd hadden: het spijt ons erg maar wij doennietmee." Wat dan? Begrijpt u den omvang van den ramp die daarop gevolgd zou zijn? Nu is elke vreemdeling die van hier vertrokken is, na hier gelogeerd te hebben, een vriend van ons land geworden en u zal het met mij eens zijn dat de Horecaf den lande veel gewichtiger diensten bewezen heeft dan een heel geslacht van onze diplo maten bij elkaar. En die komen meters borst te kort om al hun lintjes te kunnen dragen ! Ik had meneer Kikus Colijn nog even bij mij voor dat hij naar (Jenèvo ging voor de Economie waarom is die nog geen doctor honoris causa" als ik zoo eens langs mijn neus vragen mag? Dr. H. Colijn u zal het met mij eens zijn dat het niet slecht staat en hij zei tegen mij: Mevrouw Alida, u kunt niet weten van hoeveel belang bij dergelijke congressen de kwaliteit van hot eten en drinken is. Waarom schiet de ont wapening zoo slecht op? Nergens anders door dan dat eerst meneer Chamberlain aan een slechte spijs vertering leed en nergens trek in had, daarna kreeg meneer Briand het met zijn maag te kwaad en ik geloof dat meneer Cushendun. net als zooveel Engelschen, een bitterwater-kuur hoog van noode heeft. Wat is het geheim van het succes der Duitschers in Genève? Hun gezonde eetlust en hun ermaansche dorst, zoodat ik maar zeggen wil dat onze regeering goed zal doen eenige Horecaf. . hoe is toch het meervoud van dat woord? te onderscheiden en dan liefst niet wachten tot don volgenden .'il Augus tus. Do heeren konden werkelijk hun. inrichtingen eens gaan sluiten ! En nu deel ik u nog in streng verPRIMA trouwen een nieuwtje mee, waarvan u zal opkijken. Ik krijg namelijk meneerLieberniannop kamers, zoodra. hij ons land een bezoek brengt. Meneer Marchant is bij mij geweest om een heele suite voor hem te huren, met volledig pension en ..geld komt er niet op aan" zeihij erbij, ..als meneer het maar goed heeft en dat heeft hij bij u. En niet dat op hem te zeggen.'" Toch charmant van meneer Marchant om aan mij te denken. . . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl