De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 29 september pagina 3

29 september 1928 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

iNo. 2678 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 SEPTEMBER 1928 Aanteekeningen Minister Kan en de Rotterdamsche Gemeenteraad (Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. BraakemieK) "V Toen de wereldoorlog voorbij was en de strijd <.ni den vrede eerst goed begon, behoorde de ge heime diplomatie tot een van de vele oude heilige 'huisjes welke men omver wilde loopen. Er zijn, dit valt niet te ontkennen, eenige flinke :stooten aan dat huisje toegebracht, maar niet temin is het nog niet geheel en al van den aard bodem verdwenen. Wel is het bouwvalliger dan ooit geworden. Dat hebben we zoo pas kunnen bemerken aan de opschudding door het EngelschFransche vlootaccoord verwekt. Een van de groot ste fouten daarbij door de heeren in Londen begaan is wel de geheimzinnigheid ten dien aan zien betracht. Die heeft hun dusdanig parten ge speeld, dat zelfs in eigen kring de kritiek een zeer scherpen vorm heeft aangenomen. Zeker, de voorstelling van zaken, die men officieel ten beste geeft, moet de meening doen postvatten, dat het accoord doodonschuldig is, ja. dat het louter ontstaan zou zijn uit goede be doelingen. Ter Oeneefsehe vlootconfereritie van 1927 was gebleken, dat Engeland en Frankrijk in zake de vermindering der maritieme bewapening onderling zoozeer van meening verschilden, dat de conferentie op een mislukking moest uit loopen. wat met zich mee bracht, dat het geheele ontwape ningsvraagstuk veel moeilijker tot een oplossing te brengen zou zijn. Welaan, het eerste om daarin. weer schot te brengen was dus te trachten de Fransch-Engelsche controverse door een compromis uit de wereld te helpen. Dat hebben we gedaan en nu gaat het er slechts om van de andere vlootmogendheden instemming te vinden voor het plan. y.ooals wij ons dat samen gedacht hebben. Aldus de schildering, die Buitenlandsche Zaken in Londen en Parijs aan het accoord wenschen te geven, het accoord, dat voor het publiek tot heden toe nog altijd een geheim is gebleven, al weten we dan wel de groote lijnen er van. Xu komt echter l'ncle Sam. die door het plan netje van de oude Ententevrienden duchtig in zijn wiek geschoten is. Hij toch meent daarin den opzet te moeten zien om de Yereenigde Staten het kind van de Fransch-Engel.sche rekening te doen zijn eu reeds kunnen we de gruwelijkste verhalen ver nemen van stille afspraken en diergclijken. alle gericht togen Amerika. Men feit is, dat de wijze, waarop liet accoord cntstond en het moment, waarop dat geschiedde. n.l. vl&k voor de bekrachtiging van het Kelloggpart. verre van gelukkig mag heeteii. Hoe men het ook bekijkt, de diplomaten uit de oude wereld hebben alleronhandigst gemanoeuvreerd, want óf de heele zaak is zoo onschuldig als zij gelieven te beweren, of er zit wel degelijk een luchtje aan. dat riekt naar een poging om door nauwe samen werking tusschen Frankrijk en Engeland de Vereeiiigde Staten ter zee in het nauw te drijven. In het eerste geval heeft heel het geheimzinnig gedoe ontzettend veel kwaad gesticht en als het laatste zich zou hebben voorgedaan, dan is de stommiteit der heeren diplomaten, die zich door de vlootbonzen in hun land op sleeptouw hebben laten nemen, al even groot en ergerlijk, want een dergelijk beleid past toch allerminst bij wat men publiekelijk beweert voor te staan. Tenzij men er alsnog in zou slagen door enorm beleidvol optreden al het kwaad in een minimum van tijd in goed te doen verkeeren. is het nagenoeg zeker, dat alleen reeds deze historie bij de komende verkiezingen den val van het conservatieve bewind, dat nu nog te Londen troont, teweeg zal brengen. Dat intusschen Kellogg zich in een zoo felle nota tegen het accoord zou uitspreken, als de ophit sende Hearstpers ons wil doen gelooven. is zoo goed als uitgesloten. ..Xervous Xelly". gelijk de geenszins grootsche figuur van den doodsbenauwilen Amerikaanseheii Secretaris van Staat doof zijn onverbiddelijk scherpe eritici gt.teekend pleegt te worden, zal er zich wel voor wachten aan den \ooravond van de verkiezingen een daad te onder nemen, die staatkundige gevaren voor hem en zijn partij met zich mee zou kimn"n brengen ! Minister Kan heeft in een raak schrijven den otterdamschen Raad op zijn nummer gezet, naai' aanleiding van de dwaze moties, door dat college aangenomen in verband met de benoeming van Mr. Droogleever Fortuyn tot burgemeester van de Min. Kan: Waar bemoeien jullie je mee!" Maasstad. He heeren hebben er hun afkeuring over uitgesproken, dat er met hen of tenminste met het dagelijksch bestuur geen overleg is ge pleegd en voorts kon het hun goedkeuring ook niet wegdragen, dat de benoemde ni;jt van de politieke kleur is van la van wat eigenlijk;' Van de meerderheid der burgerij, van een der grootste fracties of groepen:' Als ze hierop een a.nt woord hadden moeten geven, zouden ze niet hun mond vol tanden hebben gezeten, want zoodra het er om zou gaan te zeggen, welke staatkundige groep recht op liet burgemeesterschap zou hebhen, zou er tusschen socialisten en rechterzijde een Home rische strijd ontstaan zijn. Hn al heet') men nu het grootste vertrouwen in den aanleg van minister Kan om als scheidsrechter op te treden, men heeft el' zich met opzet toch wel degelijk voor gewacht zelf naar dezen bewindsman te gaan om dezen of genen aan te bevelen. Heeds uit dien hoofde' ware het verstandiger geweest nu niet achteraf met dergelijke moties voor den dag te komen, die bovendien staatsrechtelijk een revolutionair tintje hadden. Waartoe belustheid op de baantjes ras echte antirevolutionnairen al niet kan brengen ! Al was het dit keer geen expresse-brief, dien Hinnenlandsche /aken naar Hotterdam verzond, toch werd er de noodige spoed aangewend en daaraan zou het. naai' de geruchten willen, toegeschreven moeten wol-den, dat het volgende aan \ondel ont leende motto tenslotte niet boven liet ministerieele epistel is afgedrukt : ,.\Vat baet het of gy slaeft en zwoegt en u verhit. Fort n\ n liefst hem besoeekt. die wacht en stille sit. In l hülscldand begint zich het vertoornd ge brom tegen Muller, over de wijze waarop hij ten slotte tegen zijn principes in met de Fra,nschen tot een accoord schijnt te komen, wat te leggen. Briand blevk in (ienève wel bereid over ver vroegde ontruiming van het bezette gebied te praten, maar dan op voorwaarde dat Frankrijk er wat voor in ruil zou krijgen en wel: een definitieve regeling van de berstelbetalingen n een modus om ook na beëindiging der bezetting controle op de demilitarisatie van het Kijnland te kunnen blijven uitoefenen. Aanvankelijk wilde Hijkska.nselier Muller hiervan niets weten. Als ge het \ erdr;i.g van \eisailles goed leest, zeide hij, /uit gv zien. dat de bezetting, behalve garantie voor Fratikrijks veiliglu id slechts zekerheid ten (hiel heeft voor hel nakomen der Duitsclie verplich tingen, l'ie Verplichtingen "ijii nagekomen. We kunnen dus een recht op ontruiming laten gelden DINNERPROOF VOORKOMT ALLE VLEK KEN OP DE MEUBELEN. OOK VAN BIJTEND VOCHT EN HEETE VOORWERPEN. GEEN ONDERHOUD MEER. BESTELT UW MEUBELEN IN DEZE DOOR ONS GEPATENTEERDE AFWERKING XHDEft

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl