Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 SEPTEMBER 1928
No.
en behoeven er geen handelsobject van te maken.
Aldus blies de Rijkskanselier hoog van den toren
en vrijwel geheel Duitschland juichte hem toe.
De onderhandelingen kwamen daar echter niet
veel verder mee, zoodat Muller, terwille van de
goede zaak, maar zwichtte voor de Fransche
argumenten, die hierop gebaseerd waren, dat de
Franschen volgens de verdragsbepalingen pas in
1930 uit de zgn. tweede en vijf jaar later uit de
derde zone zouden verdwijnen.
Men gaat derhalve over de vervroegde ontruiming
onderhandelen, men zal een commissie van des
kundigen, door de zes" (Frankrijk, Engeland,
Itaië, Japan, Belgiëen Duitschland) in te stellen,
aan het werk zetten om een volledige en defini
tieve regeling in zake de herstelbetalingen te ont
werpen en, ten derde, zal men zich bezig houden
met onderhandelingen over de samenstelling,
bevoegdheid, werkwijze en duur eener zgn.
constateerings- en verzoeningscommissie, die zich n.l.
alle mogelijke geschillen omtrent het
gedemilitariseerde Rijngebied wel moeten aantrekken.
Met dat al bestaat er gegronde kans op een uit
eindelijke solutie, die de internationale verhou
dingen in Europa weer wat zal verbeteren.
Vandaar, dat een dergelijke regeling voor de
Wesfcarps en dergelijke elementen in Duitschland,
die alleen nog maar wat te verwachten hebben
van Fransch-Duitsche wrijving en wrevel, een
ware tegenslag zou zijn. De Duitsch-nationalen
gingen derhalve eerst geweldig te keer.
Het is te verwachten, dat Muller en zijn vrienden
zich door het geschreeuw uit dien hoek niet in de
war zullen laten brengen. Zelfs al had Muller in
beginsel groot gelijk, zijn land en de wereld zijn er
beter mee gediend, dat hij tenslotte 't principe
maar liet varen, nu Parijs onvermurwbaar bleek.
Onderwijl zullen de Franschen toch zeker wel zoo
verstandig zijn van hun kant loyaal mee te werken
aan hetgeen men wil gaan ondernemen.
Dramatische Kroniek
door Top Naeff
BOEKBESPREKING
.4. M. de Jong, Merijntje Gijzens jeugd,
In de draaikolk. E m. Querido's Uitij. Mij,
Amsterdam 1928.
Als men De Jong verwijt, dat in dit vierde deel
der Merijntjes zoo weinig rust en eenheid is, zal hij
antwoorden: Heb ik het niet gezeid? 't Ts de Draai
kolk ! Het kleine beekske met zijn vrije, grillige
spronkskes en kronkelinkskes is gegrepen en wordt
meegeslingerd in het groote, breede vaarwater, in
d.e massa, waarin het verdwijnt. Velen z l!en spijt
hebben, dat het nu uit is met do Merijntjes,
/.ouden nog graag weten, of ze mekaar krijgen.
Merijntje en dat Jodenmeisje. Anderen hadden uit
het logisch denkertje met een zoo sterk sprekende
persoonlijkheid misschien wel graag een grooten
geestelijken heerscher zien groeien. Maar De Jong
geeft niet meer dan hij beloofd heeft, Merijntjes
Jeugd.
Dit slotdeel is wel handig bedacht, al /.al het
sommigen maar matig bevredigen. Bedacht? Als
in Woutertje Pieterse en Kleinen Johannes, zoo
zullen er ook in Merijntje heel wat persoonlijke
jeugdherinneringen en -ervaringen verwerkt zijn.
De verhuizing uit het Brabantsch dorp naar
Rotterdam is heel goed gedaan; de trotsehe vreugde.
en grootsche verwachtingen eerst bij Merijntje.
dan de vage smart van het scheiden, de aanvan
kelijke teleurstelling, de angst voor de vreemde.
overdonderende wereld, het geleidelijk groeien
in de nieuwe omgeving. Kn. ook hier bereikt De
Jong zijn geweldige, aangrijpende groteske effecten.
die hij zoo handig weet aan te brengen, hier o.a.
in Merijntjes bemoeiingen in de huiselijke twisten
zijner buren, den bootwerker en /.i.jn vrouw. Ook
hier leeft zijn krachtige, gezonde humor, al is hij
soms van een wat grove natuur.
Als Merijntje. een andere ridderlijke Wouter.
zich geroepen voelt te strijden voor d» verdrukte
buurvrouw en deze aan zijn kracht twijfelt :
,,Da' witte nie. zei Merijntje gepikeerd. Ken ik kan
goed vechte !" ..Stik. lieffie !" riep <!<? papegaai
uit zijn hoek. en toen schoten ze allebei zenuwach
tig in een lachbui waargeeiieindaan wou komen."
Uitermate handig aangebracht, zoo'n enkele
veeg. 't Is kostelijk, hij doet liet prachtig iu den
toon. Toch stempelen zulke lumd'gheidies het
>verk niet tot superieure kunst.
J. PKi.NSKX .].!./,.
Itotterdainsrh Hofstadtoom-rl: ..lipt
proces Mary Uugan".
MARY's naam op aller lippen. . . . en bij
dezen driedubbel fortuinlijken inzet van
het tooneelseizoen mogen we dan nog de gelukkige
omstandigheid voe 'en. dat dit stuk aan decors
niet meer vereischt dan eenige tafels en stoelen.
welke de koffiekamer van den minsten schouwburg
of herberg verschaffen k 11. /oodat er naar
menschelijke berekening aan het einde van dezen winter.
die ons voor de premières-lawine der laatste jaren
belooft, te behoeden, geen gehucht in Nederland zal
overblijven dat niet zijn ..onschuldig" over Mary's
hoofd heeft uitgesproken. Kr zijn er. die nu al
drie processen achter de knooperi hebben en de
hoop herleeft, dat ons publiek, ns/.\st de Jurispru
dentie, eindelijk ook iets zal leeren van de eerste
voorwaarde, die de toeschouwer zich in den
schouwburg heeft te stellen, dat hij n.l. zal leeren
door een gegeven vertooning heen te zien en, ver
gelijkend, peilen gaat wat het persoonlijk talent
van regisseur en tooneelspeler uit een stuk haalt.
wat het er. uit eigen middelen scheppend, inlegt.
Een stap tot den vrede, waarvoor we dit eenvoudig
tiensatie-stuk dan erkentelijk mogen zijn.
is het louter een serisatiestuk? Naar de bedoeling
ongetwijfeld, maar de dingen, waarvan ons hier een
levendige indruk wordt bijgebracht voor oen
deel natuurgetrouw, voor een deel, om het effect.
fantastisch uitgebuit zijn aangrijpend voor ieders
verbeelding, zij toonen ons. op den drempel van
den dood, den mensch in zijn menschelijksten.
alleen nog maar op zijn diepste instincten, op zijn
instinct tot zelfbehoud, levenden staat. Al dadelijk
bij het begin van de zitting, dat Italiaansehe
meisje. We weten niet meer van haar dan dat zij
haar minnaar heeft vermoord en haar optreden
duurt geen vijf minuten. Maar we vereenzelvigen
haar Pauline Agguerro. Mien Landhee -Tels
met al haar lotgenoot?, en de gruwel van dit lot
neemt daar plotseling vóór onze oogeii gestalte aan.
Uit de abstractie van het krantenbericht maak
zich dit wezen van vleesch en bloed los. een mensch.
een medemensch. een jonge vrouw. . . . (irootc (iod,
dat zooiets gebeurt. . . . dat iemand, die zich rechter
noemt, over een ander iemand, wier schuld alleen
in het feit vaststaat, iri koelen bloede d i< brengen
kan ! liet doodvonnis, den electrischen stoel. . . .
Hebben we het ooit zóó gerealiseerd als toen we daar
dat rampzalig schepsel zagen -- Mieii
l,a,tidheerTels. we zullen haar niet vergeten met den. blik
van een geslacht beest en den stompen goedigen
lach van een verlorene, die zich irv haar doodsangst
klampt aan den laatsteri mensch - zij het de beul
in persoon -??van wicu zij op deze aarde nog iets
menschelijks te verwachten heeft. Pauline Agguerro
verstaat de taal van den rechter niet. zij blijft
vriendelijk, schier vleiend glimlachen. . . . Dan
herhaalt een tolk het vonnis in de Italiaansehe taal.
Kn een schreeuw, die niets menschelijks meer
heeft;, dringt ons door merg en been. ? ? .
Shakespeare bouwde zijn drama's op geen andere
sensat es dan «leze. Kr is geen aanleiding tot nadere
vergelijking, maar ik zou in liet werk van. den
Amerikaan Baya.rd Veiller juist dit element, het.
zoogezegil sensatioiieele. dat het onmiddellijk
contact tusschen mensch en mensch inschakelt.
niet gaarne te laag aanslaan. De kroniek van een
menscheiileven. culmineerend in de laatste
sei-oiideri tussclieii zijn en niet-/ijn. iu dal ij/ingwekkend
voorportaal met zijn ijzeren lillies, is geweldig, of
het nu go.:i.t om het hoofd van Mary DULC-III of
Marie Aiitoinette. om Heatrice ('eiiei. om Danton
o!' om Pauline Agguerrn. Deze kroniek spreekt tot
hart en gewe.ten in een taal. die nog in zijn nuch
terst.e waarachtigheid diehterlaa,! nabij komt.
omdat /.ij de verbeelding st uw! naar de onoplosbare.
huiveringwekkende problemen van recht en on
recht, van schuld en boete, van het twijfelachtig
meiischeü.jk beschikkingsrechl over leven, en
dood.
Muiten dit aureool onzer verbeelding en haar
a.sso iaties, is ..liet Proces Mary Dugiin" niet
anders dan een uiterst knap en behendig geschre
ven draak, die speliuogelijkhedeii biedt, waarnaar
men op zichzelf al gerechtigd is te verlanuen wan
neer er tooneelspelers bij op den voorgrond treden,.
die i -derdaad ma.chtig blijken tot vervullingen
<>\:dit gebied.
Op het talent van Fientje de la Mar als
tooiin-1speelster bleef menig oog vele verloren jaren la.nu
gericht. . . . Haar debuut als ..Pygmalion" was.
gegeven de bepaalde eisch. dien de Kngelseïte
comedie stelt, voor dit talent niet zeer voordeeliu.
Thans, als Mary Dugan. slaat zij haar slag. In
woorden is de rol betrekkelijk klein, nochtans is /ij
de spil. En die weinige uit de keel gewrongen
woorden komen er geducht op aan. De toomal
luistert hier zoo nauw als noten-treffen bij een
muziek-examen. In de doodelijk gespannen stilte
hoeft de verdachte te antwoorden, vaak maai- met
een enkel ..ja" of ..neen". Kei loos. glaszuiver (rot
Fientje de la Mar. in de telkens gewijzigde situatie.
met dat enkele woord, dat, altijd woer anders Y;I'I
klank, van draagwijdte, haar onafgebroken levend
stil-spel lucht verschafte. Tot den rand gevuld
\vadat woord met de tegenstrijdige gevoelens en ge
waarwordingen, door de martelende procedure in
haar opgewoeld. diep uit de ga.ve zekerheid en
tegelijkertijd bange vertwijfeling, uit de fierheid en
de vernedering van haar vrouwelijk hart.
Jan van Ees. in. de rol van haar broer Jimmy. die
zich als haar advocaat opwerpt, steunde ha.at
daarbij krachtig. Xijn hartstochtelijk indringend
..vragen" bereidde de atmosfeer voor haar replie
ken, en dreef de spanning op de spits. Ik zag tot
dusver alleen de vertooning van het Hott.
Hofstadtooneel en kan dus niet vergelijken. Ik zou mij
intusschen kunnen voorstellen, dat de schrijver
terwille van de romantiek zich dit broertje jeug
diger nog. cti meer op het blind gevoel gespeeld
zou wenschen. Maar ik betwijfel of een argeloo/.ei
Jimmy bij deze zoo ver mogelijk van het melo
drama en de film-bekoringen afgeleide ve.rtoonin.i..
Jan van Ees in de schaduw zou stellen, die
met de vuist tegen het voorhoofd aldoor deed
verstaan hoeveel scherpzinnigheid van den advo
caat er. bij alle goede trouw van den
lirfhebbenderi broeder, aan te pas moest komen c.rn
deze hachelijke zaak te redden.
Dit zijn de twee rollen, waar liet welslagen \an
het proces aan hangt. Daarnaast moet in de eerste
plaats Anton Roemer als de Officier van Justitie
worden geprezen, /^ijii eigenaardige persoonlijkheid
van quasi gemoedelijk, dom tendentieus magis
traat paste in den opzet dezer voorstelling, wivivl.ij
alles was vermeden wat naar (tooneel (-ceremonieel
zweemt. De rechtszaal geleek een vóórstad-1
ribunaal. Worden in het democratisch Amerika, der
gelijke processen zoo huiselijk behandeld? In liet
programma kunnen wij lezen omtrent den voun.
die juridisch sterk afwijkt van een geding ten
onzent. Omtrent de op zichzelf weinig indruk
wekkende sfeer, waarvan op den duur
noehtaristerke beklemming uitging, ion men zich t.i
plaatse moeten overtuigen.
Muit.en dit. in on/e oogen pro\ in< iaalseh milten
vielen Louise K o ima.n. als de weduwe van den
vermoorden heer Uyce. en Lud er l'.ring,!.
.ioorspronkelijke advocaat van Mary, die met \ e. l
uiterlijke distinctie een schijn vavi oiiaanta-tba;u
fatsoen ophielden, elk vermoeden tartten. . . . K'i
dit vond ik, w;).-u- het nu eetim;t']l om een
seii.--.it;>.sluk te doen wa.s en het knal-eft'ect van hel -lot
aldus zuinig bewaard bleef, juist aardig. Met
genoegen zou ik thans om deze niemve
h"":<lpersonen Het proc: s hebben zien heropenen: :
gladde, scherpe ..advecaat der verdachte" il' ? ??'
bijzonder zou liet waard zijn.
Nieuwe Uitgaven
II. (l. ('AXXKC-IKTKK. Zrmi l;«lti'it <>/( lul "'.'._
(Serie Dilettanten-t onneel onder redactie \.-.',
(J. Nolst Trenité. no. XXXVII). Haarlem. II. f >.
Tjeenk Willink \ Xooii.
P. ,}. KKKDINAXT. l>i /ti^iiK'/.ax/. l>r r<T/,>>
-,iiijeiit. ]>r Aci'iilxilcn. ( Duet tanten-toiMf ? I
onder redactie van (i. N'olst Trenité. no. X X X V l l i )
Haarlem. 11. D. Tjeenk Willink .V /oon.