De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 13 oktober pagina 1

13 oktober 1928 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Pte Groene <fc>c_y\VcekbI voor Nederland Sinds meer dan vijftig jaar aan de spits der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN G, W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 3 3 3 Uit.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C. Soliditeit ongeëvenaard OPGERICHT IN 1877 No. 2680 ZATERDAG 13 OCTOBER 1928 Tollenmisère door Mr. N. J. G. M. Kappeijne van de Coppello Met l November a. s. zal onze medewerker L. J. JORDAAN tot de redactie van dit weekblad toe treden. I. INDEEDAAD: het is met de tollen een groote misère. Ieder, die een min of meer veelvuldig gebruik van het Nederlandsche wegennet maakt, moppert over de extra-belasting, die hem regel matig bij kleine beetjes uit den zak geklopt wordt. IMaar, daar vele kleintjes een groote maken, raakt men vooral, wanneer men in een tollengebied woont. jaarlijks een aardig sommetje aan de tollen kwijt. En dat nog wel, ofschoon de oveïheid den te pas seeren weg meestentijds als ..openbaar" aankon digt. Is het wonder, dat het publiek het tolgeld als «en extra-belasting voelt? Jarenlang heeft deze en gene wellicht gemopperd. maar tot ageeren, tot daden van protest kwam het niet. Nu daarin onlangs verandering is gekomen en de vrijwel onhoudbare toestand op den voornaamsten verkeersweg van de hoofdstad naar het Gooi .aanleiding werd tot een waren toloorlog, waarin honderden automobilisten en andere weggebruikers werden betrokken, de onuitputtelijke welsprekend heid van do voornaamste tolbestormers door de beheerders van den tol en den geduldigen gaarder moest worden aangehoord en de aangevoerde argumenten zoo mogelijk weerlegd, allerhand straf bare handelingen werden geconstateerd, waarin tenslotte de president der rechtbank, binnen wier gebied' de tol gelegen is, ja zelfs de Landsregeeriug werd gemoeid, nu is het zeker tijd geworden om zich af te vragen, of de tollenmis ere niet reeds lang ge noeg heeft geduurd en de. tolboomen niet dienen te worden gerooid. Dit klemt te meer. omdat de actie zich niet tot den blijkbaar meest hinderlijker! tol beperkte, maar naar allerlei andere plaatsen is overgeslagen, zoodat langzamerhand mag worden geconstateerd, dat de publieke opinie zich tegen het tollensysteem gaat keeren. Er zijn dan ook reeds op het eerste gezicht zoo groote bezwaren tegen deze extra-belasting, die ter plaatse wordt geïnd, dat niet anders dan met ver wondering kan worden waargenomen, hoe zwak zwak althans in verhouding tot de op feiten ge baseerde bedenkingen de pogingen van de over heid tot nu toe zijn geweest, om aan den ongewensch ten toestand een einde te maken. Daarnaast is het U'vens merkwaardig te memoreeren, dat. terwijl ei' in de vorige eeuw regelmatig tollenruzies door den rechter moesten worden beslecht en het aantal dezer krakeelen wel zijn hoogtepunt vond in de negentiger jaren, de lust om oneenigheden van meergenoemden aard aan des rechters oordeel te onderwerpen sinds den aanvang dezer eeuw aan merkelijk schijnt te zijn bekoeld, zoodat, afgezien van den strijd om den Bijlmer Tol, die met groote hardnekkigheid werd uitgestreden, geen belangrijke procedures op dit stuk sindsdien meer zijn gevoerd. Twee onoverkomelijke bezwaren tegen langere instandhouding der tollen doen zich op het eerste gezicht voor. Het eerste betreft het oponthoud door het innen van liet tolgeld veroorzaakt. Ziellier de oorzaak van de ongeregeldheden te Muiden. Bij een verkeer van niet veel langer dan een eeuw geleden en voordien, brengt het tollensysteem slechts pecuniaire inconveniëiiten mede. .Met het paard als snelste vervoermiddel doet het er slechts in uitzonderlijke gevallen toe, of de tol een reisonder breking van enkele momenten noodig maakt; hoe anders is het hedendaagsch verkeer, dat zich door toepassing van allerhand verfijnde middelen be ijvert, de waarde van elke minuut, ja soms van enkele seconden tot haar recht te' laten komen. Trein en automobiel leveren een ongehoorde tijds besparing op, de snelheidsmogelijkheden worden nog steeds vergroot en al het denkbare wordt uit gedacht en in werking gesteld, om den tijd, voor het verplaatsen van den mensch benoodigd, tot een minimum te beperken. Speciale diensten zijn in de steden in het leven geroepen om verkeersop stoppingen te voorkomen en. indien niettemin aan wezig, zoo spoedig mogelijk uit den weg te ruimen; op sommige bruggen van den Kijkswaterstaat, om eens een verkeersdetail te noemen, worden de afsluithekkeii uit de plaats, waar de brugwachter de brug open- en dichtdraait, bediend. .Kortom: verkeersaccomodatie is aan de orde van den dag. Wat daartegenover te denken van een een\ oudigen sluitboom, die op n der meest gebruikte wegen des larids bij, voor dien weg niet abnormaal ver keer, dengene, die zijn doel spoedig wenscht te bereiken, een tiental minuten of zelfs een kwartier ophoudt? Of liever nog een ander beeld van tollendispleizier. Gij rijdt op een weg. waarop niet veel verkeer is, totdat gij op een tolboom .stuit. Geen nienschelijk wezen is in de nabijheid te bekennen. Hoe nu uw weg te vervolgen? Door den tolboom zelf op zijde te zetten? Daartoe zij t gij niet gerech tigd, '/juo gij automobilist /ijt, zal een luid getoeter het eenige middel blijken te zijn. om de aandacht van den tolbaas te wekken. Xa herhaaldelijk lawaai te hebben gemaakt, komt de gaarde v opdagen. Gij wilt betalen, doch nu blijkt, dat gij het vereischte bedrag niet gepast kunt afdragen. De tolbaas ver dwijnt dan wederom in zijn woning om het beiioodigde wisselgeld bijeen te zoeken, blijft eenigen tijd weg en dan is eindelijk het moment aangebro ken, waarop gij uw tocht kunt voortzetten. Maar zoo gij haast hebt. of op uw gemak reizend, niet in een wachtlustige stemming verkeert, zal uw humeur er door de opgedane tolervaring niet beter op zijn geworden. De het verkeer belemmerende werking. welke van het tolwezen uitgaat, en het ongerief. dat er uit voortvloeit, vormen een te schrille tegen stelling met de steeds toenemende, bovengenoemde. verkeersaccomodaties. dan dat deze nog langer behoeven, ja zelfs kunnen worden getolereerd. Het tweede bezwaar, dat zich bij een slechts oppervlakkige beschouwing van het tolvra-agsUik reeds voordoet, bestaat in de omstandigheid, dat d<extra-belasting op den n veel zwaarder drukt dan op den ander. Wij leven in een tijd. waarin de ethische mogelijkheden, die het rechtsbewust/.ijn der menscheii oplevert, zich in verschillende rich tingen baan breken. Ken dier richtingen is de even redigheid. Evenredigheid in principe evengoed in den invloed, welken elke staatsburger op den gang van zaken in den Staat kan uitoefenen, als waar het betreft het aangeven van de draagkracht in de lasten, welke de Staat zijn burgers gemeenschappe lijk oplegt. Ook met dat beginsel strijdt hel ,-\>teem der tollen, liet tolgeld wordt ten aanzien van een ieder gelijkelijk geheven, ook al /.al de een het ge\ orderde bedrag veel beter kunnen missen dan de ander. Men zal mij wellicht willen tegenwerpen, dat de tol moet dienen om de voor aanleg en onderhoud der wegen gemaakte kosten te bestrijden en het ge bruik, dat de armere van den weg maakt, de kosten DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ?10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentiên ?0.75 per regel. Postgiro 72880, Oem.-Giro O 1000. INHOUD: 1. Mr. N. J. C. M. Kappeyne van de Coppello. Tollenmisère, I. 2. A. Hallema, De K. M. A. te Breda. o. Aanteekeningen Braakensiek. 4. H. G. Cannegicter, Achter den Afsluitdijk Otto van Tussenbroek, Boekbespreking. 5. Mr. A. W. Quint, Internationale ontwapening en controle Jordaan. G. Constant van Wessem, Puccini en ~ijn opera's. 7. Dr. P. van Olst, Romantiek en Werkelijkheid Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9 Voor Vrouwen, redactrice Elis. M. Rogge. 10. Top i\aeff, Dramatische Kroniek. 11. L. J. Jordaan, Bioscopy Melis Stoke, Kijm Prijsvraag. 12. H. Scholte, Tnoneel. 13. W van Itallie van Ernbden, H. Vingers. 15. Pau! Sabel, Moeilijkheden bij de K'>penhaa«sclie Privaatbank Beursspiegel. 17. Melis Stoke, Eén aynnd jurvlid. 18. Cel 2, Telefoontje. 19. Uil het Kladschrift van Janije Alida Zevenboom's Croquante Croqueljes. 2U. Cliariraria Herman Middendorp, -iek'h'spreking Prijsvraag. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek Hel altreden van \\.'<üra\'c Boisscvain als Kamerlid. De beschaafde smaak Vraagt Bonbons R/NGERS Let op den naam van onderhoud even/.eer doet vermeerderen als /.ulks ten aanzien vau dm rijkere het geval is. zoo dat. mede gezien dr !>ij/.ondciv situatie, progressi viteit in (olhelasting onjuist zou zijn. Al moge dit worden toegeg -\ en. dan neemt zulks nog niet weg. t en eerste, da.t aan- en omwonenden meestal ge noodzaakt zullen zij/i een veelvuldig gebruik va.n den tol te maken en op hen dus een extra-belasting drukt, die geenszins gelijk andere zoodanige be lastingen gerechtvaardigd wordt, doordat deze hen, die weelde genieten, treffen en ten tweede. dat de ecii, die in de nabijheid van een tol aan den openbaren weg woont zich achter ziet gesteld bij zijn medemenscli, die in gelijke finanticele omstan digheden als hijzelf verkeercnde, het geluk beeft niet dagelijks door den toldruk te worden gekweld. Zoo wil het ons dus voorkomen, dat de- vele be zwaren, welke tegen het instituut der tollen worden geopperd, een onderzoek naar zijn rechtstoestand aannemelijk maken. Wij hopen in de gelegenheid te zijn deze enquête een volgende maal te doen aanvangen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl