Historisch Archief 1877-1940
Sinds meer dan vijftig
jaar aan de spits der
?weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G, W. KERNRAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uit.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C.
Onverslijtbaar
OPGERICHT IN 1877
No. 2681
ZATERDAG 20 OCTOBER 1928
Tollenmisère
door Mr. N. J. G. M. Kappeijne van de Coppello
Zij, die zich thans met ingang van
l Januari a.s. abonneeren ontvangen
de in November en December
verschijnende nummers, waaronder
ook het Kerstnummer, kosteloos.
ii
DE tolheffing in ons land is meer dan 2000 jaar
oud; zoodra van eenig belangrijk verkeer
sprake was en dientengevolge wegen moesten
worden aangelegd, is men begonnen van den
reiziger voor het passeeren eenig geld te eischen.
Dit geschiedde zoowel te water als to land. Men
schijnt daarbij van tweeërlei standpunt te zijn
uitgegaan: aan den eeiieii kant dienden de kosten
van aanleg en onderhoud van verkeerswegen
?(waarbij niet alleen aan landwegen moet worden
gedacht, maar waarin de kanalen zeer zeker ook
moeten worden begrepen) mede door tolheffing te
?worden bestreden, terwijl aan den anderen kant
speciaal bij de watertolleii de wenschelijkheid van
oen in- en uitvoerrecht heeft voorgezeten.
Oorspronkelijk bezat de vorst, in casu dus de
Duitsche keizer, alleen het recht om tollen in te
«tellen, Maar gelijk ook met andere zaken geschied
de, droeg de vorst het recht op zijn leenmannen
over. Vandaar, dat de Ilollandsehe graven zelf
standig nieuwe tollen konden instellen. De Graven
.maakten op hun beurt hunne leenmannen met de
overdracht van de, tohvchten gelukkig, zoodat het
aantal tollen in den loop der jaren gestadig kon
vermeerderen.
Het is begrijpelijk, dat al vroeg verzet, tegen de
veelheid der tollen rees. Toen dan ook den vorst.
door zijne onderdanen allerlei voorrechten werden
afgedwongen, kwam ook het tollenvraagstuk ter
sprake. Hier te lande geschiedde zulks, toen in
1177 Gravin Maria van Bonrgondie' werd ge
dwongen het Groot Privilege; te geven, waarvan
Art. 17 bepaalde: ..Geen nieuwe tol. wagt van tol,
noch beswaernis van deselven, mag voortaen
op«estelt worden, dan bij goetvinden der Staten".
Aan de ongebreidelde tollenvermeerdering werd
aldus paal en perk gesteld.
Dit bleek echter niet het eenige middel te zijn,
?«?aardoor het ,,beswaerde" gemoed der burgers
"kon worden verlicht. Bij wijze van privilege werd
aan verschillende categorieën van personen vrijdom
van tol toegestaan. Zoo komt het. dat allerlei
varianten dezer vrijstellingen nog heden, ten dage
n ons tolsysteem worden aangetroffen. De meest
rationeele is wel deze, dat de in- en. omwonenden,
de ingezetenen van de plaats, waar de tol is geves
tigd, den tol vrijelijk mogen passeeren. Een. meer
bijzondere en, gezien de hedendaagsche strubbe
lingen, tevens een zeer interessante variant is
vervat in de resolutie van de vroedschap te Muiden
d.d. 30 December 1681. welke burgemeesteren,
?schepenen en. verdere regeering der stad Amster
dam ton eeuwigen dage vrijstelde van de gabelle
op de brug te Muiden: ,.in consideratie van
diversche goede diensten, en vrintschappen, van
haar Kd. Gr. Achtb.. die van de Kegeeringe der
.Stadt Amsterdam on t fangen".
Maar ondanks de toegepaste verlichtingen schijnt
?de toldruk onzen voorvaders reeds te zwaar te zijn
geweest. Althans men ontzag zich somtijds niet
een poging te wagen, den tol te ontduiken. De
geschiedenis bewijst, dat de 18de-eeuwsche
tolgaarders ten aanzien van dergelijke laakbare
"handelingen niet dat schier onuitputtelijke geduld
hebben bezeten, als waarvan hun huidige
Muidensche collega thans blijk geeft. Ik doel in het bij
zonder op Reiume Frericks. die omstreeks 1710
tolmeester was aan 't Wijtwerder meer. Toen
zekere Dirck Halsema, hoewel toiplichtig, den tol
zocht te ontduiken, greep hij. overtuigd volgens
zijn instructie te handelen, den schuldige aan, smeet
hem onder den voet. en schopte hem voor 't hoofd.
Hierdoor haalde Frericks zich een condemnatoire
sententie van het gericht te Appingedam op den
hals, hem veroordeeletule tot de summa, van
20 daelder. Wij willen T de afloop van het drama
niet onthouden en vermelden dus volledigheids
halve, dat de boosaardige tolgaarder de boete niet
betaalde en toen deswege- beslag was gelegd, in
appèl kwam bij de Hootdmamu.-nkumer van Stad
en Lande, die hem ten aanzien van het beslag in
het gelijk stelde. (Xie de IJlécourt in hel Tijdschrift
voor Keehtsgeschied( nis. Deel VI, Aflevering -l.
blz. 413).
Het mag geen verwondering baren. d;i( onder de
omstandigheden, in het voorgaande gi schelst, een
systematische indeeling ten aanzien van het.
tolwezen ten eeneina.le ontbrak. De Hepnbliek met
haar verregaand gedecentraliseerde regelgeving
bracht daarin geen verbetering. Anders liet
Kransche regiem. Kapoleon. die zich tot taak stelde het
geheele rechtswezen in de uitgestrekte, in zijne
machtssfeer liggende gebieden, van oneffenheden
te zuiveren, na-m ook ile regeling van het tohve/.en
hier te lande ter hand. Aldus kwam het keizerlijke
decreet van 21 October ISlt tot stand. Het is.
mede met het oog op de g'-scKiedeiiis v;ui het l
olwe/.en in hel Xederland-idie Koninkrijk te belang
rijk, dan il at wij daara",n niet enkele regvl-, zouden
moeten wijden.
Aan de regeling van het tolwe/.eii verbindt het
decreet de classificatie dei' \\egen. gelijk ook ons
recht deze beide materies a Is aanverwant beschouwt.
Ons hedendaagse!! recht onderscheidt t.-n aanzien
van de tollen diegenen, welke door het .Kijk. de
provincies, de gemeenten, de waterschappen en
dool' particulieren worden geëxploiteerd. Kn waa.i
uit de classificatie der wegen voortvloeit, aan wie
der bovengenoemde!! de zorg voor den. weg wordt
overgelaten, zoo wordt ook dooi' die classeering het
karakter van den. op dien weg zich bevindenden
tol. bepaald.
Het decreet stempelt de vier hoofdwegen in den
lande lot: ..routes impériales''. De tollen op die
wegen bleven in stand, voorzoover ze niet aan het
Rijk toebehoorden. Maai- de toleigeiiaar moest
vóór 1. Januari 1812 de bewijsstukken, dat hij recht
had op do tolheffing, aan den prefect van zijn
departement doen toekomen. De prefect stuurde
de stukken vervolgens, voorzien, van zijn advies.
naai' Frankrijk n.l. naar den directeur-generaal
van de afdeeling Wegen en bruggen, terwijl de
keizer tenslotte zelf, nadat hem door den minister
vanbinneixlandsche zaken rapport was uitgebracht.
besliste. De liijkstolleii op de keizerlijke Wegen
werden, echter afgeschaft. Hef is dus aan Xapoleon
en zijn helpers te dankt n. dat de eerste streep door
het tollenstelsel werd gehaald.
Tegenover de keizerlijke wegen werden alle
anderen gesteld, die deels als departementaal.
deels als communaal werden, aangemerkt. Het
bovengesehetste, ingewikkelde proces, om van zijn.
recht te doen blijken. Werd ook op deze wegen toe
passelijk verklaard.
DE GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang ?10.?bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. Advertentiën ?0.75 per regel.
Postgiro 72880, Oern.-Oiro O 1000.
INHOUD:
3. Mr. N. J. C. M. Kappeyne van de Coppello,
Tollenmisère, II.
2, Dr. Jan Romein, Een nieuwe cniente.
3. Aanteekeningen Joh. Braakensiek. DL' actie
van de Duitse/ie communisten tegen den pantser
kruiser.
4. H. G. Cannegieter, Achter den Afsluitdijk
L. J. Jordaan, Een vraag.
5. A. N. J. Th. a Tli. van der Hoop, De Graf
Zeppelin" aangekomen.
*». Dr, R. Feenstra. Tikblaadjes.
7. Dr. Jac, F. Thijsse, Bcvkenwond Mr. Frans
Ccenen, Kroniek,
9 Voor Vrouwen, redactrice EI is. Al. Rogge.
Ui. Prof Dr. D Cohen en Herman .Middendorp,
Boekbespreking.
l l Mr. M. F Hennus, Veiling Fredcrik Muller.
1 2. Top Naeff, Dramatische Kroniek Spreektaal.
\?>. C. van Wcsstni, Muziek H. Scholtc en H.
v. d. V., 'i'ooneel.
5. C. A. Klasse, Credietbank en Orcrheid
Beursspiegel.
Iö. L. ,1. Jordaan, Bioxcnpy - Melis Slnke, Rij ir.,
'l 7. Alida Zevenboom's Croquante Crnquctjcs - J. G.
Sïuia, Indie.
18. W. F. van hreda en Sir Harry Lauder,
raittmafix'in en ttaiiio.
U>?Jantje's Kladschrift ??Melis Stoke, Lüii-Parlatus.
2i t. Vel 2. Telefoon --- Clturivaria.
Omslag: Spclproblemcn.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De .,Gra/ Zeppelin"
i t: Amerika aangekomen.
vr&ciqb steeds Bonbons
UINGERS
Let~ op den naam
liet decreet maakt overigens ook onderscheid
tussche.ii huid- en watevtolleii. \\~at de laatste
betreft, kon de eigeiia.ai' volstaan met den prefect
aan te tonnen, dat hij de rechtmatige bezitter van
het tolrecht «'as. 11 i,-r is liet proces dus lang niet
7.00 omslachtig, liet verschil te dien aanzien
tiwschen land- en wateiiollen. komt duidelijk uit
in een door .llu1. Six, heet van. Hillegom in het
laatst, der vorige eeuw gevoerde procedure, waarin
ons hoogste rechtscollege, teil. overvloede, gelegen
heid had als zijne nieening uit te spreken, dat. voor
het inslandblijveiL van een tolrecht op een vaart.
die tot bovengenoemde heerlijkheid behoorde, de
beslissing van. een hoogere autoriteit dan de prefect
destijds oimoodig is geweest.
Het decreet van 1S11 is ook nog voor ons huidig
tolwezeii van eminent belang. Aan de hand daarvan
toch zal meestal de vraag kunnen worden beant
woord, of oude, particuliere tolreehteii nog terecht
worden uitgeoefend.