De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 20 oktober pagina 11

20 oktober 1928 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2681 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 OCTOBER 1928 ii A. Colnot, In Kortenhoef Tentoonstelling Arti et Amicitiae" te Amsterdam W. Schuhmacher, Landschap Sisteron. SCHILDERKUNST KRONIEK door Mr. M. F. Hennus »e veiling Six bij Frederik Muller Als er een oud grachtje gedempt wordt, ook al is het een grachtje, waar hij nooit kwam. dan mag het een Amsterdammer te moede zijn als werd hem iets ontnomen waar hij recht op had. Ken analogo aandoening bekruipt hem bij het ver dwijnen van het iaatste gedeelte der collectie Six. Was er niet een prentje bij met een rand van <i cM. dat Rembrandt zelf aan den burgemeester Six vereerd had? Kn is er geen tijd g -wees', waarin op het programma van elk vorstelijk bezoek liet huis en de collectie Six bovenaan simden? Wat. door een relatie van eeuwen aan de stad verknocht scheen, is hanr in enkele jaren ontvallen. De heeren Frederik Muller hadden de vijftig schilderijen van zoo koninklijke herkomst luim en met gt'ooten tact geëxposeerd. Daaronder waren ev ten minste vijftien van den allereerst en rang. Onder die vijftien was er n. waarnaar de drang van uw onderbewustzijn u telkens terugbracht: Tentoonstelling Arti et Amicitiae" A. Hesselink, Aan het strand het oestereetstertje van Jan Steen, liet had de onnavolgbare kwaliteiten van tallooze Hollandsche genre-schilderijtjes, maar iets zier aparts daaren boven. Zelfs de grootste meesters van het genre hebben de figuur gezien als ee n stilleven, als een stofferring, als deel van een interieur. Steen y,ag haar altijd als een karakter. 11 ij had begrip v ooi en hij kon in zijn personen gevoelens vertolken van 7.00 fijnen en gia'.ieusen humor. 7.00 intiem en delicaat, dat men y,ich afvraagt of zijn tijd /.e wel heeft, weten te waardeeren. De blik van verstand houding in dit allerliefste kopje .scheen alle raad selen der vrouwelijke strategie te verbergen en te openbaren. Aan de delicaatheid van het sentiment waren de schildering, de mise-eti-scéne. het culoriet evenredig. Bij dit figuurtje hoorde een zoo delicieiis stilleven, het parelmoer der oesterschelpen, het goudgeel van den wijn. het fijne blauw van het kostbare kannetje. .Maar de glanzende schildering niet van al die kostelijke /.aken en ook de lichttinteling niet van het Ycrineer-achlige doorkijkje, konden de bekoring van het levende, guitige schepseltje waarom het begonnen was doen ver geten. In dit effectvolle stukje was geen enkele belustheLl c p effect. Toevallig of opzettelijk Weid het geflankeerd dool- den groot en en beroemden Nirolaas .Maas. Men kon zich geestelijk misschien geen gi-ooter tegenstelling denken. Alles wat >la;:\va7r/.elfsprekend was. werd hier berekening. A iet minder dan vier doorkijkjes, twee gelijkvloerse)!. n naar boven en n naai- beneden, moesten de belangstelling van d'.'ii toeschouwer bezig heiulen: een jonge vrouw verzocht met een (e nadrukkelijk» n blik en gebaa.r zijn aandacht voor het /.eket- niet overdreven interessante pr.ar dat beneden in de gang een vrijage op touw zette. Ken mantel v .-in het alweer- zeer speciale rood van dezen schilder besloot de reeks van markante factoren. Men be hoeft voor de enorme picturale hoedanigheden van dit doek niet blind te zijn om aan de hand er van te constanteeren welk een afstand naar de psyche den Dordtsrhen meester v:m den l.eidsehen scheidde. Burgerlijke en zwaarwichtige gra.ppigheid bij den een. ai istocrat ische en \ er.ichte spotternij bij d«-7i ander. De zeer bijzondere ..Yischbnnk" van Adriaan van Ostade. eenige jaren na Uembrandts dood geschilderd en van diens fascineerenden. invloed vrij. miste alles wat naar humor zweemde, rna^n- kwam .lan Steen nabij in eenvond van conceptie, zorgvuldige schilde] h'g en in de delicate behandeling van het stilleven Men kon overigens constateerc-n hoezeer de schilders van het interieur en die van het exterieur liet in hm'. opvatting van wat pittoresk mocht heel en eens waren. De blijkbaar zoo gewilde doorkijkjes v.-; n Tiet er de 'Iloogh, .lan Steen. Nieo!a.-!s Maas. voncM ge in de verschietjes van Ostade's Visehbank en voora! va,n het fijne landsehapje van l'a.ulu^ Vutter terug. Men zou geneigd zijn het e.-n bniteiiinterienr te noemen. Alleen de. doi'tigi- en hoog hartige Terborcli versmaadde zulk een hulpmiddel. /ij n briefschrijfster sprak voor zich /. -lf. Jlet blauwe strikje waaraan de oorbel b,--, .-sti^d was scheen het eenige offer zoowel aan vrouwelijke als aan scliilderlijke behaagzucht. Onder de landscliajipen. verdiende!-, nog het wintert je van lin\ sdael. liet st randj.-v.-n; Adriaan van de Velde met de misschien, niet h -eiema.al ge slaagde golfjes en de watermolen \ ai; flobbema de aandacht. Van Kverdingen was <.;, het tweede plan buitengewoon goed verleg>-nwoordigd. Saietux'dams Mai'ia-kerk en Jan van 'i'-!- ii--y<le s ..Oude Delft" wakren areliitecttnir-seliüti,'i-i;< n zooals ze Wel niet spoedig weer zullen \\ordi-n aa.ngeboden. In de \'isie kon men. behal\> > -n verschil in. persoonlijk temperament, een il. tijiJMirde duidelijk ondei-sclu-iilen. De primiti<-\,-. ^c(iucht<-ie kijk van den ouderen inees1<-r herinnt-;-':.- aan een vorige, de detailleeren.de en ttr< edsprauii' > \::M den jongeren aan een volgende eeuw. "; ?' *\ ?? l / - S * il' :,'! :?? ^ Tentoonstelling Arti et Amicitiae" Jan Sluyters, Mevr. Mann-Bo me meester

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl