Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN w NOVEMBER 1928
No. 2684.
Achter den afsluitdijk
Brieven van een voortvarend reporter uit het drooggekgde gebied.
Bij voorbaat gepubliceerd
door H. G. Gannegieter
Een vermomde Jupiter,
een boerenzoon en een
kapitalistenknecht
Telegraphisch draadloos bericht uit den
Olympus.
(Opgevangen door Mr. M. W. F. TreuV).
XII. (Slot). »e Zondvloed
f NDERDAAD, hetgeen tijdons
menschenheugeJ-nis niet was geschied, gebeurde: het dijkleger
Werd opgeroepen. De dijkgravin had het sein tot
mobilisatie gegeven, en dat het ditmaal niet louter
een oefeningsmanoeuvre gold, bleek uit de ont
hutste gezichten der te wapen gesnelden. Het was,
alsof heel de. Zuiderzee-sovjet plotseling in een
mierennest was veranderd.
Overal in de lucht stegen de aëro's op, kruisend
elkaar en tegen elkaar aanbotsend, maar op het
neerstorten van de slachtoffers dezer zenuwachtige
haast had niemand tijd om te letten.
Toen ik in het luchtschip mijner compagnie
ingestegen was en wij koers zetten naar het nc orden,
zag ik beneden me in de straten een gewrieniel van
angstige menschen, die zich op hun rolschaatsen
voortspoedden naar hunne woningen, om via het
dak hun vliegtuigen nog intijds te bereiken. De
fabrieken liepen leeg; auto's snorden in woeste
vaart langs de wegen en men kon aan de vreemde
koersslingering de nervositeit bespeuren van de
chauffeurs, welke uit hun garage de wagens draad
loos bestuurden.
Reeds voordat wij een minuut in de lucht waren,
bespeurden wij het tooneel van de ramp. Met kracht
gutste het bruisende water den polder binnen. Een
donderende waterval stortte zich naar beneden,
heele bazaltweringen meesleurend. Er was niet
n breuk, er waren er dozijnen.
Onze commandant wierp hot roer om en zond ons
schip naar het zuiden, om met de overige officieren
der luchtvloot overleg te gaan plegen. Ook in den
zuidoostpolder en in den zuidwestpolder stroomde
het zeewater door gapende dijkwonden over den
bodem. Overal menschen in wilde vlucht; voor den
brug bij Harderwijk belette een panische opstop
ping het verkeer.
Hier bleek elke tegenweer hopeloos; het eenige
middel was de vlucht. Geen dijk was bestand tegen
de algemeene ondermijning, welke het
milliardenleger der bizamratteii als met meiischelijk overleg
op n bepaald oogenblik tot stand had gebracht.
In stilte hadden ze weken en maanden, misschien
jaren lang voortgeknaagd, onzichtbaar onder den
waterspiegel en door de verstolenheid van hun
arbeid tegen elk ingrijpen beschermd. Hun
ondergrondsche holen en blinde gangen waren allengs
tot een onafzienbaar labyrinth aangegroeid, waarin
ze zich vermenigvuldigd hadden tot billiarden en
quadrillarden.
Wederom zwaaide ons luchtschip, om nogmaals
op onderzoek uit te gaan. Als een compacte zwerm
vlogen de vliegtuigen ons voorbij, allen koersende
naar het algemeene toevluchtsoord: het /uiden.
Wij boorden ons met ons schip door die dichte mas
sa; af en toe maakte een der zenuwachtige passagiers
een verkeerde manoeuvre en kletterend stootte zijn
aërootje te pletter tegen de stalen flanken van ons
machtige schip. We zagen machine en stuurman
nederplompen in het beweeglijke nat, waaruit de
daken der tuinen en de schoorstecnen der fabrieken
hulpeloos omhoog staken.
We koersten tusschen Staveren eu Ifindeloopen,
toen we het draadloos bovel van den opperbevel
hebber ontvingen, om den strijd op te. geven en
redding te zoeken in de vlucht naar de Veluwe. In
een ondeelbaar oogenblik hadden we 't roer ge
wend en pijlsnel schoten wij op het vasteland aan.
BERGT UWEN INBOEDEL
BIJ VOORGENOMEN VESTIGING IN
DEN HAAG OF IN HET BUITENLAND
BIJ DB FIBMA BATENBURG & FOLMER
TB 'S-GRAVENHAGE,HuiJGEN8PABK22
TELEF O O N l 1030
EIGEN GEBOUWEN. Bespreking kosteloos
SPEC. BlNNENL. EN INTEBN. TRANSPOSTEN
Een zucht van verlichting ontsnapte ons, toen we
het schip verlieten en op het landingsterrein van
Nunspeet ons in veiligheid wisten.
Nu eerst drong de vraag tot me door, hoe het
met Dorothy afgeloopeii zou zijn. Wat was er ge
worden van 't arme kind ? Natuurlijk zou ze zich
zelf hebben trachten te redden; onze moderne vrou
wen zijn niet meer hulpelooze doetjes zooals haar
be'overgrootmoeders, die uitsluitend hun heil
zochten in de sterke armen van den man. Maar,
in den tuin der gelieven had ze haar utensiliè'n moe
ten afgeven en van de hulpmiddelen onzer
electrotechniek is men daar volslagen verstoken. Zou ze in
de algemeene paniek haar aërootje nog op tijd heb
ben bereikt ?
Ik gevoelde me verplicht, op onderzoek uit te
gaan. Zonder gewetensbezwaar stapte ik in de
eerste de beste machine, welke door haar bestuur
der in een opwelling van vreugde over de redding
in den steek was gelaten. luimen weinige seconden
had ik Schokland bereikt, dat als een eenzame heu
vel boven het watervlak uitstak.
In den tuin der gelieven, die thans verlaten lag,
trof ik op de mosbank, waarop wij tezamen hadden
gezeten, toen het. noodlottig sein ons bereikte, een
ouderwetsch briefje, waarop Dorothy meedeelde,
dat ik me niet ongerust behoefde te maken. Zoodra
7.0 het contact met de buitenwereld hervonden had,
zou ze me draadloos haar verblijf opgeven. Ze zou
haar best doen, een vliegtuig te vinden, dat haar
meenam naar Wight.
Mijn ongeruslheid was met dit bericht volledig
geweken: ik vertrouwde, dat het wakkere en dappere
meisje haar weg wel zou hebben gevonden.
Ik besloot, nu ik toch boven de Zuiderzee was
teruggekeerd, ook l'rk nog even aan te doen,
nieuwsgierig als ik was, hoe de toestand daar na de
catastrofe zou zijn. Met moeite vond ik een lan
dingsplaats op het dak van het historisch museum.
Maar nauwelijks was ik aan mijn vliegtuig ont
stegen, of een vreemd verschijnsel deed mijn hart
krimpen van schrik. Hetlicht ging uit. en een vreemd
soortig schijnsel hulde de wereld in schemering.
Ook kwam er een vreemde siddering door de at
mosfeer, en de temperatuur koelde plotseling zoo
af, dat ik in mijn v.liegkolder rilde van kou. Dikke
droppels besmeurden mijn bril.
Ik begreep, wat geschied was. De electrische cen
trales waren door het binnenst Toornende water
aangetast; het contact was verbroken en noch de
hoogt ezonneii. noch de electro-a,ualysator verricht
ten langer hun werk.
Mijn hemel, hoe geraakte ik ooit uit dit sinistere
gebied ! Want voordat ik er op bedacht kon zijn,
had de zondvloed ook mijn elegante aëro
omstuwd, haar doen kapseizen en in de spoelende gol
ven doen onderdompelen. Straks zou het mijn beurt
zijn.
Reeds voelde ik het water mijn voeten
omspatten. toen ik eensklaps van de aarde omhoog werd
gellescheii. Mijn borst klemde tezamen, als werd
van achteren mijn kolder ineengesnoerd door den
greep van een machtige hand. Even duizelde ik en
verloor ik 't bewustzijn.
Zoodra ik bijkwam, bevond ik me aan boord van
een schip. Ik herkende het vaartuig: 't was de oude,
zeveumaal opgekalefaterde botter uit het
historirisch museum. Over mij boog zich een man. en
ook hém herkende ik onmiddellijk. De oude l'rker
goot mij een teug uit een flesch met een brandend
vocht in den mond. ,,Oude Klare" lazen mijn ver
bijsterde oogen op 't etiket.
Jij moet me helpen !", zei hij. ,,Ik ben blij, dat
ik je heb opgepikt. Mijn vroegere knecht is dood.
Maar je zult het goed bij me hebben."
Zoowaar, hij had al het vischtuig uit het museum
in der haast bij elkaar gegrist en meegenomen.
,,We zullen een goeien dag hebben," zei hij. ,,Iïr
is wel in geen honderd jaar hiergevischt".
En, terwijl de aanwakkerende bries in zijn zeilen
speelde en de regen ons in den nek gutste, nam de
oude Urker uit zijn voorhistorische tabaksdoos een
voorhistorischen pruim en zette zich aan het roer.
JUl'lTER 'heeft zich dezer dagen naar de aarde
laten afzakken voor een bezoek aan de Indische
wateren van de Dage Landen aan de Noordzee.
Daar aangekomen, heeft hij zich ditmaal ver
momd niet in. een zwaan om Leda te benaderen,
noch in een stier die: zijn liefde aan Europa betuigen
wou. Dezen keer had hij maling aan Kuropaeu aan
de daarin gelegen nauwlijks te vinden Lage Lau
den. Van liefdesdiïft was trouwens geen sprake.
Jupiter was in toorn en vermomde zich ter kas
tijding zijner stoute kinderen in een grommende!)
snoek.
De god-visch liet aanstonds van zijn komst
blijken door zesmaal met zijn staart zoo vervaarlijk
in de bruine wateren te slaan, dat een; brave boeren
zoon, het puikje van de dorpelingen, die rustig aau
den rand van. een kali oftewel sloot aan het hengelen.
was en bijna een groote,... commissie aan den
haak geslagen had, er van schrik zijn evenwicht
door verloor en in het water plofte.
Het woedende dier reet hem toen fluks de klecren
van het lijf en vertoonde hem in al zijn. naaktheid
aan du verbouwereerde dorpelingen. Zelfs 's mans
ingewanden werden opengereten. Toon de grommen
de snoek zijn fanden in de ziel van den
ongelukkigezette, bleek hef dat deze wel vol zat. mei bruine
uiterlijkheden,maar dat ze van de psyche vanden
bruinen broeder geen kaas had gegeten eii niet lang
genoeg bij vader Abraham in den kost wa* geweest.
Gelukkig zette de god-visch den arme na die
operatie weer in. elkaar. Maai' toen deze zich ver
stoutte hem te vragen of hij alevel in den Olympus
zijn vaderlundschc psyche had t huis gelaten, kreeg
de ongepaste vrager geen bescheid : a.lleen meende
hij een geluid te kunnen opvangen, dal eeiiige
overeenkomst had met de Ncderlandsche
krachtuit <lrnkkm»-. stik.'
Nog erger verging het een knecht va,n (ie suiker
en kolTieboen-n. die zich onYoor/.iclit ig in het hem
weinig bekende bruine wal ei- ha.d gvwa.a.gd. waarin
de gotl-visch zich schuil hielil. Toen de/e hem ge
waar werd, ontstak het «lier in zulk een oosterschen
toorn, dat hi.! hem met zijn veni.jnigen bek den kop
spleet, bij welke behandeling 's mans hersens in de
modder kwamen Ie vallen. Deze bleken toen va.n
zulk een minne kwu.liteit te zijn. dat de gri mimende
snoek (M' van wa.lgde en ijlings na.ar den Olympus
terngkeerde, zich om den toestand van zijn \
erminkt slachtoffer niet bekommerend.
De bi'oodheeren van den ongelukkige, die meen
den dat hij na wat te zijn opgelapt, toch voor hen
nog wel bruikbaar zou zijn. hebben t oen zijn hersens
uit de modder ge v ise h t en weer in zijn kop gestoken.
dien zij vervolgens weer a.a.n elkander hebben
gepla.kt. De hersens waren onder de bedrijven wel wat
modderig geworden, maai' de suiker- en kol'l'ieboeren
zijn niet kieskeurig en meenden, dat de
modderigheid aan het \\vrk, dat hun ext reinistische propagan
dist om zijn broodje voor hen doen moet. eerdei
ten goede komen clan schaden zou.
* #
*
Toen moeder Juno van lief aardse hc be/oek
hoorde, dal haar een beet je zonderling voorkwam.
beet zij haar goddeli.jken gemaal nijdig in het oor:
..Als je toch naar de aarde moest gaan. wa,a,rom
ben je dan niet naar de communistische Liga
gegeri Kolonial l 'nterdi-ückung umi
Ii:i|>eria.lismus in Herlijn gegaan, waar je je. volgens je
eigen woorden, meer thnis vo-4t dan bij de
Nederlandsche suiker- en. kofl'ieboeren, en waarom
ben. je er niet gebleven:'"