Historisch Archief 1877-1940
No. 2684
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 10 NOVEMBER 1928
SCHILDERKUNST
door A. Plasschaert
Bij K l «? ,y kamp. Don Haag.
A. DE MIRANDA. Elke voordracht is goed, mits
achter die voordracht de stuwende kracht eener ont
voering erkend wordt of de bevangenis zelfs van een
drift; mits de ..uiterlijke schijn" als de huid is,
waarachter we het groote lichaam vai een
bewogenmen.3cherkeiin.en of vermoeden. Dat is wat langzaam
aan de ervaring leert, die de eenige geschiedenis dei1
kunst is. De vraag is dus bij de Miranda, die in een
niet meer te wijzigen lijn lijf en wezen van het beest,
van. het dier. wil neerschrijven, waardoor, en daar
door niet alleen, hij op Oosterscho kunstenaars lijkt,
of hij daarin die ontroering kan binden, of daaruit
ons die gevangen en gebonden ontroering weer terug
keerend verkwikt, verbaast of doet bewonderen;
met andere woorden, of een psychische macht in
hem onze psychische macht op gelijkgestemde wijs,
of ongeveer, in beweging kan brengen. Ik zou aarze
len te ontkennen, dat de vorm der dieren door de
Miranda niet met een bestudeerde rapheid zou zijn
geformuleerd. Deze vorm is inderdaad zóó neer
geschreven. Maar deze vorm is te zelden de vorm,
door een ontroering naar buiten gestuwd. Ge kunt
niet zeggen, dat het werk banaal is in den simpelen
zin van dat woord; een enkle teekening van. een aa.p
of van een. springende kangeroe zijn zelfs te loven,
maar in het algemeen laat het werk, niettegenstaan
de de waardeering eener rappe zekerheid ons koel
en doet het te grooter onze bewondering groeien
voor de Oosterlingen, die even gewis en st ellig als de
Miranda dat doet in weinig penseelstreken zooveel
ontroering' tot zoo gesimplifieerde schoonheid kon
den herleiden.
II. WKNDEI.A BOKKKI,. Het schilderwerk van deze
schilderes, ten minste- wanneer hun oordeel enkel
berust op wat hier is te zien. werd ongetwijfeld dooi
de m-?eüte:i overschat. Op een p:v,r schilderijtjes nn.
de kleinste, die tentoongesteld werden, is dit
vrouwewci'k geen werk om buitensporige woorden over
te gebruiken of buitensporige verwachtingen van te
koesteren. Het lijkt soms, of tic' beoordeelaars (komt
het doordat het weer zoo lang zoel blijft y) buien
hebben, dat ze1 op hol S!;VMI. of liever nog. d f.t ze de
hoogte in willen springen van iets. ch't zwiepend
breekt onder den divmg der voeten. Il; t werk is
werk van een fatsoenlijke dame. die iets kan. maar
die alleen, iets wvzentlijks is in enkle haver etsen,
maar ook dan moet ge nog niet vergelen, dat deze
etsen Engelsche. en andere eigenschappen bezitten,
die niet alleen het eigendom zijn van Wendela.
Boreel. De etsen stellen figuren voor; de stads
gezichten zijn. uit Londen, etc., gestoffeerd met
figuren. De, schilderijen zijn dikwijls eenigszins
luininistisch, de etsen vertoonen een fijn. toch open
spel van de etsnaald en karaktorisoeren de voor
gestelde figuren wel.
Til. BONNET wil naar Bali. Ik ben benieuwd wat
hij vandaar zal meebrengen en wa,t hij van de figu
ren daar voor groote teekeningen zal maken. Want.
hij is de teekenaar in 't groot van groote; figuren
bovenal. Bij Kleykamp zijn een aantal menschen uit
Italië, etc. van hem te zien. en ik zou niet gaarne
zeggen, dat hij met de muts er naar gesmeten heeft.
Het zon onjuist zijn. Er is zeker iets forsch en don
kers in deze serie werk van hem. Maai-. ... ik heb
n groot bezwaar tegen al dit werk; het is te uiter
lijk. En dat. h"t dat is, erkent ge ook a.-<-n de ..over
dreven" uitdrukking der koppen. Bonnet is nog
iemand, die omdat hij de juiste' uitdrukking, die
beantwoordt aan de maat van zijn ontroering (zij
is nog niet groot) niet kan vinden, haar door over
drijving oen looze kracht geeft, die- de meest en
te overrompelen, schijnt (komt dat ook al door de
zoelheid van het getij;*). TCn daarom, om dat loos
a.!arm van zijn uitdrukking, ben ik benieuwd na.!1 r
wat hij op Brli zal m»ken. w;v>v de schoonheid, als
altijd mild. o:»k een \\';!').vdigh"id vertoont, een
terughouding. Ilij zM zich dar.r. meer dan tot nu toe.
op het ,,vergv:'S' e l ij k e n." zoo n.Is Tool op d;'t noemde.
op het psychisch element dus hebben toe- te legger,
zc'ic'i hij dat kr>n. en hij zul bij minder overdrijving
sterker moeten worden, in werkelijkheid
sterkeivan een overdreven gebaar blijven weinigen slechts
lang do geloovig.-n.
Wat de' ..kleur" aangaat van zijn ge-kleurde
teekoningen. deze- is tot nu toe de minste in dit werk.
De regeering en de autobusdiensten
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
De Zaaier
ri'ij uuur M il// i j
To Groningru in I'ictura : 'A. W. Kort on
<lo l»col<lhouwoi* W. J. Valk
He'.t is telkens ee'n nieuw genoegen te zien, dat de
teekenaar van bloemen en van het dveittsche land
schap Kort, die' in den laatst en tijd ook de? figuur
begint weer te go ven (twee naakten vindt ge hier)
in een stad als Groningen. die>. ten opzichte? vo.n de
kunstbewegingeri, toch c'xce'ntrise'h is, zijn span
ning niet verliest. Dat is he>t gevaar voor de schil
ders en de teekenaars buiten de centra: te gaan
indutten ! Maar bij Kort is dat niet het geval.
Wanneer ge hem, zooals ik, persoonlijk ke>nf. weet
ge dat zoet inslapen bij een karakter als he-t zijne-.
is onmogelijk. Ilij is toch een die-r xtillr licilii/<'ii.
die, steeds bewogen, steeels hun ontroering niet
schroom verbergen, soms niet uit nederigheid.
maar uit zelfbewustheid. De teekeningen van ele
Aiitnriums. de fe'lle bloem door hem fel bezien.
van de? prikkelige e-ac tussen, niet de phallische
vormen, ele? teekciiingeii van het dreiitsche
ianelsclu'p e-n \';ML ele? zonnebloc'me'ii /e zijn bij Kort
nooit dooi!. m;'ar a-ltijd gespannen in de lijn. fel in
de- kleur, en in eie zwart- e-n \\itteekening. /.ooals
de zotmenbhtenien uit den lai'tMeii tijtl. somher.
zoo;t'ls een tee-kening v<->n Su/.e IJobertson (hoe
c-de'l zijn daarin el i k\\ i j b- ele ..wit t c-n !" 1. Suy.e \\ ol'ei!
son, ik sc'hrijf den n;p:fni liier niet loe\; ig neer. is
inderdaeel een dc-r ;MI."
nic't \'oorbij kimt zien
gischen zin. liet tra.gis
lueht igc-r. /.eker t ot nn t oe. en ;' l 11 liM K i «ft . t o t t: ;i.
gri jpe-lijke-n voorkenr; dan een reeks ca.ctiisseii: ei n
zonnebloem uit I!)2S (somber en groot gehouden).
De teekcning van het l lertshoorn ; een boom. een
naakt. en. de .Boerderij (No. l, 5, 7, 8, 'l, 12. M.
21. 2.">. 2li. 32, 'M). Knkele der laatste gekleurde
teekeningen van bloemen zijn (bij uitzondering:')
wat minder somber, maar toch fel van kleur. . . .
De jonge beeldhouwer 11'. J. l'u/A', uit
Ke-ldevWolde bij Groningen., laat een aantal portretten
zien: drie kleine bron/.cn dieren, en eengrootenkop
in sylniet van. den blinden zanger, /onder twijfel
zijn de portretten, de beeltenissen van menscheri,
ftff incest beliiraid. Het portret van ..den jongen
architect", als van een a.ristokratisch
Knge'lschnian. met den namveti, toch sterk
gcmodelleerilen kop, is een belofte. Hier zon /onder twijfel
een psychologisch gerichte beeldhouwer kunnen
groeien, mits, zooals ik elders zei. Groningen dezen.
jongen beeldhouwer werk te doen geeft, waardoor
bij al doende zich zon kunnen en /ou moeten
ontwikkeie 11.
.\nturiums. de bic
BRANDBLUSSCHER
^HOLLANDIA'
SPANJAARD*C2
FABRIEK ESPANA
UTRECHT