De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 24 november pagina 4

24 november 1928 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 24 NOVEMBER 1928 No. 2686. arijsche Notities ,,Morïturi , . ." IN den Porte-St. Martin" sneuvelt de laatste der Bonaparte's dagelijks op Zon- en Feest dagen zelfs tweemaal. ... en Parijs laat hem, na het eerste ietwat scandaleuse spectakel, kalm crépeeren. In het hart van Frankrijk zieltoogt- een jonge, ernstige kunst en de Ville Lumière" glim lacht eens om cette dróle d'avant-garde" en be stormt Paramount".... Ik zit tegenover Madame Germaine Dulac en wij praten over de Fransche film. Nietwaar" zegt zij een groot land als Frankrijk, met een groote traditie en een groote internationale eerzucht kan het niet zonder een eigen productie stellen. Welnu onze Arlette Marchal is om te stelen.... onze Jaque Catelain is adorabel ! Men heeft de zinkende Fran sche film willen stabiliseoren, als de Fransche frank M. Edouard Herriot en andere belangrijke en knappe menschen hebben veel en gewichtig gepourparleerd met het buitenland, speciaal met Amerika et voila onze studio's werken weer!" Et. . . . Ie/i/m?" vraag ik bescheiden, maar niet zonder nadruk. Le Film ! aha. . . . c'est autre chose ! Le Film, voyez-vous, ce n'est pas une affaire mondiale, comme Ie cinéma c'est une affaire nationale. In de Film geven wij onzen eigen geest, onzen volks aard maar dat begrijpt het geïnternationaliseerde Frankrijk niet meer. Wij metteurs-en-scene maken du cinéma'' om van te leven?van de overgespaarde duiten of met den particulieren steun van een of ande ren fantast, maken wij Film. WTater van die produc ten wordt is nooit vooruit te zeggen. Wij zijn nou niet bepaald uitgeslapen onderhandelaars. . . . meestal gaan zij van de eene hand in de andere. Er zijn altijd wel lieden, slimmer en habieler dan wij, die er wat uit weten te slaan soms op de zonder lingste wijze. Wanneer men zich rechtstreeks tot ons wendt om onze films te vertoonen of aan te 'koopen, weten wij zelf dikwijls niet waar ze ergens zitten noch wie er de momenteele eigenaar van is. Gij hebt het gezien met La coquille et Ie clergyman", dat uw Filmliga heeft uitgebracht. Wat echter onomstootelijk vaststaat en wat wij zeker weten, is, dat wij de kosten er nooit uithalen en dat ze nimmer populair zullen worden." En de kritiek?" Tja de kritiek. Kijk ziet u, wij hebben uit stekende en eerlijke critici: Vuillermoz, Moussinac, St. Cyr. . . . en zij doen voor ons, wat in hun ver mogen is. Maar de kritiek, de Kritiek. . . . vous me comprenez?" Parfaitement, madame !" Que voulez-vous? De film. . . . pardon, de cin nia-fabricage is een nationale industrie, die be schermd moet worden. Och, dat zijn toestanden. die men in landen, zonder eigen productie niet kent. In Holland is de pers overal en a.ltijd onbsinvloed, breed van blik, verheven boven cóteriegeest en particuliere gevoeligheidjes nietwaar?'' Oui, madame !" zeg ik ernstig. Welnu het is op landen als Holland, dat wij het oog gericht houden. Daar ligt onze hoop en ons vertrouwen. Daarvoor werken wij. daarvoor geven wij ons laatste beetje vrijen tijd on/c laatste sou "Avant-garde meurt, mais elle ne se rend pas !" "iten jaagt een kille Novemberwind regeiislierrotte bladeren over het ii»,t-glimmende as. !-t er niet vroolijk uit . . . . Itillaiirourt "'eiiso ruimte der ateliers van L--i clr-w van stellages. ' "en kleine, ,u )s een aarzelenRANDBLUSSCHER HOLLANDIA" SPANJAARD&C2 FABRIEK ESPANA UTRECHT de poging tot een interieur als in ontmoediging, halverwege gestaakt. Twee wanden staan overeind, in de armelijke illusie, dat zij een kamer omsluiten. Een ouderwetsche staartklok gravures in lijst een tafel met twee stoelen in het midden. Als ge schut, dat een vesting onder vuur neemt, allerwege .... rondom, linksch en rechtsch boven : lam pen. Vooraan, de lens naar het midden der kamer gericht: het apparaat. Aan de tafel zitten drie menschen in fluisterend, ernstig gesprek verdiept. Ken meisje in armelijke, ouderwetsche kleeder dracht een militair en een meneer met eendeukhoed. Watberamen zij daar, in zulk een doodelijken ernst? Het meisje beweegt een strijkijzer over een kleedingstuk langzaam, afgetrokken, met oogen. die ver weg schijnen te zien. De jonge militair' tracht haar blik te ontmoeten; in ootmoed en smeeking is zijn gelaat naar haar opgeheven, aarzelend vat hij de hand. die het strijkijzer omsluit. Het meisje draait haar verstild, innig masker naar hem toe. . . . langzaam, langzaam, als verhoogde het weer streven nog het genot dor overgave. Dan rusten haar oogen in de zijne en de wereld verzinkt rond om twee menschenkinderen .... Overigens is daar de heer met de deukhoed. die, de ellebogen op de tafel geleund, insolent-aandachtig het heele geval volgt. Het is ongelooflijk het is monsterachtig. ... in deze sfeer van uiter ste intimiteit zijn brutaal hoofd zich te zien dringen tusschen twee gelieven. Zijn felle oogen te zien gloeien in onverholen nieuwsgierigheid zijn blik het maagdelijke meisjesgelaat te zien bestudeeren, omvatten haar schuchtere weerstrevende ziel te zien ontkleeden tot een rillende naaktheid, stervend van schaamte. En bij dat alles die deuk hoed ! Die detonneerende, beleed igende, verschrik kelijke deukhoed . . . . ! Tournez la tète, madame !" zegt de bruut. ,,Dégagez la main !" Mijn God hij commandeert haar ! Waarom springt de jonge militair niet op, om hem de ,,feutre" van het onbeschofte hoofd te slaan? Waarom verroert niemand van de omstan ders een vinger, om het verhevenste oogenblik, dat twee menschenharten 'kunnen beleven, te doen. eerbiedigen? ,,Encore !" zegt de tyran. O, dat lieve, schoone meisjesgezicht o, dat ondeiworpen ge baar, waarmee zij de beweging herhaalt o, die serviele, laffe militair o, die vreeselijke. dwingen de deukhoed ! Ca y est. C'est tres bien, madame ! Permettez que je vous présente Monsieur Jordaan, journaliste hollandais. . . . Madame Dagovèr !'' Daar staan wij dan tegenover elkaar en glim lachen. Zij denkt zonder twijfel aan reclame mogelijkheden. . . . ik. aan de mterview-bètises, die men deze vrouw al heeft doen zeggen en die nu weer met eenige vermeerderd staan te worden. Iiitusschen wij kennen beiden ons métier en onze plicht: zij zet- zich interessant neder en ik haal een eerbiedig. ma:ir onverbiddelijk potlood voor don dag. Daar gaat-ie ! Of hef haar beviel in JJarijs? Ja. de menschen waren uiterst lief. Of zij van de film hield? Ja. natuurlijk - het geachte publiek zou het Zeer kwalijk nemen, als /.ij nee zei. Of zij Hollandsoho was? Nou, asjeblieft en met zoo zuinig, speciaal tegenover een I lollandscheii journalist. Of /.ij va,n Holland en de Hollanders een a,a,:igename herinnering luid? Knorin zie boven. Of zij de ..Groene" las? /ij verslond hot blad lei 1 erlijk, ofschoon /<? geen Hollandse!] kende. O t' zij.... l i l Dagover is een kna|>p> . intelligente VIMUXV. Niet zoo knap iii>.( uurlijk als op «Ie film. maar ook niel zoo on l >ed uid en d. als di> i nier views /.ouden doen geloovt'ii. l.igt het ;;,;IM de vele gro-.--pla.ns. a.;in de tallooze malen. d;i,( ik <lii ovale mask'-r in ander halve metir middeUIjn . >p hel doek heli ge/.ieii? Hoe dan ook liet doet mij ditmaal klein en on beduidend a-m: een bleek, vermoeid gey.iehl je. \va-i omvelijk en wat f.-uie on;|( \- de dikke laag sehminek. .Maar wel ..sympathiek", als ik di! afgrijselijk ..... dewooi'd tna-g gebruiken. /.ij heeft iets rusligs en verrassend eenvoudigs, dat \\ondcr\vel bij h;vuÉkalinen. ietwat tragen ooiopslag pa-st . Met heldere stem antwoordt zij in goed loopende /innen, op de vragei'. die ik ha.ar stel vragen, die zij honderdmaal heeft beantwoord en die mij eigenlijk niets kunnen schelen. Ik constateer gedurende het onderhoud, dat haar ijdelheid voor een star" ongelooflijk matig is. of dat zij schrander genoeg is. om zich niet, bloot, te geven. Wij praten over Amerika, over Fritz Lang, over haar eerste rol in Caligari" en het, is wonderlijk verstandig en bij lange na niet onscherp/.innig. Overigens niet zoo ijselijk belangrijk. Trompetten van Jerieho De klinkende film" is er ! Het is ietwat verbijsterend en ontstellend maar het valt niet te ontkennen: de film parlant". c.q. film sonore" is er. Nog verre van volmaakt ongetwijfeld. De stem van den heer Aubert, die als-. filmbeeld de film sonore" in een korte speech inleidt, komt zeer gedecideerd een meter onder zijn voeten vandaan, ter plaatse n.l. waar de loudspeakei is opgesteld. De violoncel, die op het, witte doek wordt bespeeld, heeft den beminnelijken neutralen. neusklank van de radiomicrofoou, en de dialoog tusschen Monsieur X. en Madame V. van de fomédie F'rancaise is volmaakt onverstaanbaar. Maar overigens is er een eenheid tusschen geluid en beeld, die niets te wenschen overlaat. Kn lichtelijk wanhopig maakt ! Want waar gaan wij heen in dezen razend on wedloop mot het mechanische wonder? Waar vinden wij ons zelf terug in den maalstroom van nii-mv, technische uitvindingen? Is het niet genoeg, dat il. .,stomme," film ons reeds dagelijks voor nieuw. problemen plaatst dat wij slechts mot de groot ste moeite de ijlende vaart volgen, waarin hot mysteriense bewegende beeld ons meevoert,? Theorieën -?zegt, men? Ja. zeker theorieën maar lie\ i hemel wij moeten ons toch af en toe bezinnen op d<richting, waarin wij voorthollen ! Wij moeten toch althans trachten den Meester te markeeren in dei r wanhopigen strijd tegen de Machine ! En nu dit ! Men zegge niet. dat het een onartistiek, onnatuurlijk procédéis. Dat de nieuwe vin ding door haar gebondenheid aan de taal nooit de vlucht der zwijgende film zal kunnen bijhouden. Dat wij rustig met onze gepeinzen over en ori/.i codificeering van de film" kunnen doorgaan. Want wie, die de dingen onder oogen wil zien, zal durven beweren, dat do techniek bij deze bescheiden pi-oet. zal halthouden. Wie, die leest hoe in Amerika niet koortsachtigen ijver aan de verbetering der toonfilm wordt gewerkt, zal gelooven. dat zij een curiosi teit zal blijven? Neen het allermerkwaardigst, filmbeeld van Kopenhagen, niet het geklikklak dei paardenhoeven op het natte asfalt met de aan zwellende muziek der Gardeparade wijst op nieuw. mogelijkheden welke, dat is nog niet uit te niaken. Maar komen zullen ze ! En wij, die hoog in het kaartenhuis van onze theorieën zijn geklommen. om althans iets van den weg te verkennen, welken wij worden opgedreven, kijken angstig naar hem-den. Want, daar staat de film sonore" opgesteld i-n zijn tronipettonen bedreigen, als wijlen de bazuinen van Jerieho. onze armelijke veste. ..l.a passioii de Jranne d'Aro" Film van <'arl Brcyer Goddank ! Hier is de mensch nog meester van ()? machine. Mier is in majostuousen eenvoud en \crheven gestrengheid verhaald, van wat- hoog bo\ i i ons miezerige, trieste leventje uitstraalt,: Geloof. Liefde, Lijden. Ach nee - natuurlijk niet in der, griffel-meerden of zalvende!! zin van het woord ik weet volstrekt niet of de/e film katholieke pi,, paganda, is. zoomin als het mij interesseert of i\, ..Moeder" Sovjet bacillen bevat. l >oze .learme d' \ r is even groot, even ellendig, even mensclielijk. ;;:liaranovskaja in l'udowkin's meesterwerk. Deze film is de triomf van het gros-plan. Ste! . \ oor een tragedie. wa.::rvan u1 i j hel verloop en h--' ,-inde pn-eies vooruit weet. wi::iiin van all, uit stalling en ! Meeringsglorii' al'.st.md is gedaan. ! Iel inilen wordt slechts door enkele détails a,:, rn^ed u';d : , -n gebeeldhouwde Zetel el! een t oog SUggere, ren di i-a-.i en een L.';I,!L ,-!k .-.-n Shake.-r a:i?r d,- koppen r>. t ig volgt ge »p ,!, / en een d ra,! n;.. . \ - , - loopt hef ove: : l!, ik geloof o\e, d, ren meisje ha.-! r 11';., ? a. dan neen. M;;-.i daaronder woedt de felle, ta.aie strijd \ an de . \-1.<-,legen het philist erdom. oud als de monsohheid ? ?eiiwig nieuw. Kn in adoinlooze spanninu' sta,:ir' i_re naar de/everschillende mensehengela.ten somzijn het duistere afgronden, soms klare spiegelmaar altijd boeien zij. steeds fasehicorcn zij. f "i hi t einde. Kn als hot voorbij is. dringt het eerst tot u do.,:'. dut gij dit alles hebt meegeleefd door do raadsel achtige grootheid der menschelijko expressie on door niets anders. Beneden in de hall hangen de portretten d.; spelers in hun dagelijkse!) leven. Het blijken dood gewone gezichten.... zie, dit is het wonder, h.-t Wonder van den Kunstenaar.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl