De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 8 december pagina 1

8 december 1928 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Sinds meer dan vijftig jaar aan de apits der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Niet te overtreffen OPGERICHT IN 1877 No. 2688 ZATERDAG 8 DECEMBER 1928 R. N. ROLAND HOLST Geboren 4 December 1868 door Prof. Dr. J. Huizinga f p OEN de jonge Roland Holst, wiens talent l vroeg ontplooid was, omstreeks 1892 zich in. bewuste geestdrift afwendde van het impressio nisme, bracht hij een offer, 7,00 groot als een mensch en kunstenaar brengen kan. Wie zijn landschapstudies en geteekende portretten kent, ?de eerste enkel uit de vroegste jaren, het laatste .genre af en toe onder toevallige impulsen nog eens beoefend: het portret van zijn vrouw uit, meen ik, 1920, werd in reproductie eenigermat e bekend , die weet, dat hij ook op deze beide gebieden gemakkelijk <:en der allereersten had kunnen zijn. Hij bracht dit alles ten offer. Kn hij moest het doen, want het was een nieuw geopenbaarde god die het vroeg. Het was de groote, jonge bezieling van een heel tijdperk, die in hem kristalliseerde, zoo strak (ai vast als zij het enkel doet in de edelste stof, de bezieling, die voortaan zijn leven en zijn werk formeeren zou, zoover als geest van buiten dat vermag. Want het was zijn eigen diepste wezen, dat hem tot. voorwerp van die bezieling bestemde. hem oplegde, om door dien geest te worden ge grepen en gekneed. Roland Holst bezat, zeldzaam in dien tijd. zei.1zamer in ons volk. dat elementair gevoel voor en. begrip van den Vorm, waaruit alle groote kunst geleefd heeft. In hem rustte ook de diepe eerbied voor het albeheerschende, albepalende leven, dat meer en grootev is dan kunst en. kunstenaar beide, waarvan de kunstenaar slechts het willig instru ment en de kunst de schoone bloei is. dat naar zijn vaste wetten van maat en orde gevormdheden eiseht, dat ..belijders" verlangt, geen ..meeningverkondigers'1. ..De naar de nheid gerichte kunstenaar vraagt zich af: Tot wat zal deze opgave mij brengen, hoe zal ik het schoon verband vinden tusschen datgene wat reeds bestaat, e7i dat wat nog moet worden toegevoegd?" 1) .Bondiger en stui tender is de wereldbeschouwing, die hier ten grond slag ligt. niet uit te drukken. Hij haakt, niet hartstocht en overgave, naar dat verband van de kunst en het leven, dat hij in de .grootste tijdperken van kimstschepping erkent. Hij werd als onweerstaanbaar gedreven naar kunst in dienst, in echten, waren dienst der architectuur. Een lange ontwikkeling moest hem wel brengen. schijnt het ons nu. juist tot die glasschilderkunst'. waaraan hij zijn rijpe jaren van nog onverflauwde kracht en verdiepte bezinning wijdt, liet glas. bestemd om in de omknelling van beton en staal te blijven heerschen. waar hout en steen hun functie schijnen te verliezen, het glas. in zijn transparentie het materiaal bij uitnemendheid om het aldoordringende gevoel van eeuwige afhan kelijkheid aller dingen te geleiden. Doch dit besef van den samenhang van kunst en leven was bij Roland Holst 7iimmer \ aii louter bespiegelonden of kosnüschen aard. Ken sterk levend mensch. wien elke voorkeur tot een harte lijke genegenheid wordt, en ook elke tegen'/in tot haast vijandigen afkeer, zag en zocht hij te allen tijde het leven en het ideaal in de menscheii. Die hevige belangstelling in meiischen stelde veel jaren lang zijn kracht in dienst van het socialisme, keerde, naarmate hij ouder werd, meer naar binnen en naar den enkele, en hield steeds in hem levend een talent (men kan het niet anders noemen) voor vriendschap, dat voor tal van ouderen en jongeren een verblijding en verrijking werd en blijft. Het gemoedselement van levende vooringe nomenheid spreekt ook mee in zijn conceptie van het wezen en den gang der kunst. Wanneer de schrijver van deze regels met Holand Holst over die dingen komt te spreken, dan twisten zij. zooals men enkel twisten kan, als men den diepsten grond gemeen heeft. Uw kunsthistorie zeg ik hem dan wellicht , met den boozen demon Renaissance, die het menschdom een tweeden zondenval bereidt, is een mythe, met al de inconse quenties on onsluitendheden, die den mythe eigen zijn ! Maar hebben wij niet allen, tenzij wij ons behelpea met principe'x, een mythus iioodig. om mee te leven:' Dat wil zeggen een beeldvorm, die onze diepste overtuigingen als een wezenlijk ge schied drama in het verleden projecteert!' Het is moeilijk, de verlokking te weerstaan, om de figuur van Koland Holst, ongewoon in onze Xederlandsche samenleving, 1 en voeten uit te teekenen. Maai' men zou den kunstenaar en den mensch meer moeten doen ineensinelteïi. dan in een openbaar artikel over een levend tijdgenoot past. Te laten y.ieii. hoede bewonderaar vanl'uvis de ('Irivannes dezelfde is als de pionier van het Xederlandsche cricket, de volmaakte ga.st heer en volmaakte gast, die ..de distinctie niet in de laatste mode" zoekt, dezelfde als de man van Nedei land's grootste dichteres ??het zou de stol' zijn vooi' een heel essay. Evenwel, ecnige opmerkingen moet ik mij toch nog gunnen, /.onder een woord over den sc-hrijvei' en over den directeur der Academie zou deze schets al te onvolledig zijn. Koland Holst heeft Nfijl. ook waal' hij dien niet bewust zoekt in het. monumentale. Kr is stijl in zijn oude landschappen, stijl in zijn port ret studies, stijl in elke bladzijde, die hij schrijft. De, vereeniging van klaarheid en bondigheid met bezieling en diepte, d schenen door geest en verbeelding, is enkel mogelijk bij een alles beheerschend vorm- en stijlgevoel. Mij ge bruikt steeds veel beelden en veel schilderende trekken. Maar het is nooit enkel (/('beelden, altijd rrrbeelden. Klke verlevendiging van zijn betoog door iets direct geziens berust op een onbewuste harmonische compositie. ..Ten tijde dat Mozarl's muziek nog gespeeld werd bijbel licht van kaarsen. en de rozen die in de perken te bloeien stonden nog romant ische na,men droegen.... ..Ken Weinig vermoeid na de lezing, daar ik de overstelpende massa cursiva alle <?<"? had willen bewijzen, hetgeen niet minder na-divunl dan liet berijden van een paard dat gaat in. te lioogen dra.f." De volkomen waurdeering van zinnetjes als deze eischt iets meer ta.;il- en stijlgevoel, datv waarop onze hfldcndaagsche letterkunde veelal berekend is. In Koland Holst's geschriften treft telkens een die]> besef van de onmiddellijke wijsheid van den primitieven, geest n warm gevoel voor hel innig gewichtige van kinderleven, een vorm van nat uur; liefde, die mij alle samen het meest herinneren aan de beste bladzijden va,n llawthoriie (dien hij. naar ik meen, nooit gelezen heeft). II ij is een van hen. die men niet geheel kent, als m.-n hun hond niet kent. Ik spreek van den Bra.mon/oeker. Neigend naar stille, oude wijsheid, besloten iu een leveiiskring. dien hij zelf niet wijd meel' wenschte. bezonken DE GROENE AMSTERDAMMER P r ij s per jaargang ?10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentiën ?0.75 per regel. Postgiro 72880, Gem.-Giro Q 1000. INHOUD: 1. Prof. Dr. J. Huizinga, R. N. Roland Holst. 2. Mr. J. Kappeijne van de Coppello, Watersnood. 3, Joh. Braakensiek, Het vonnis van den moor denaar van Nardini ~ Aanteekeningen. 4. Mr. H. G. Koster, Onst en West Otto van Tussenbroek, Toegepaste Kunst. 5. A. Plasschaert, De valsche Van Cogrt's L. J. Jordaan, Kunstgeschiedenis. 6. Constant van Wessem en H. Scholte, Muziek en Tooneet l. Dr. Jac. P. Thijsse, Spechten Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Voor Vrouwen, redactrice Eiis. M Rogge. 10. A Defresne, Nieuwe verzen H. Middendorp, Nieuwe uitgaven 11. Woningprijsvraag. 12. L. J. Jordaan, Bioscopy. 13. H. G. Cannegieter, Vakbond van Letterkundigen. 15. C. A. Klaasse, Productie en t-lfficiency. 17. K. Aragnenz, Over den Knoflook A.Piasschaert, Schilderkunst. 18. A. G. en L. Straus, Grammofoon en radio Melis Stoke, Rijm. Melis Stoke, Sinter/daas in de Tweede Kamer Alida Zevenboom's Croquante Croquetjes. Ce! 2. Telefoon Charivaria. 19. 20. Omslag: Spelprohlemen. Bijvoegsel: Joh Braakensiek, Het Waterstaalsdebat in de Tweede Kamer. D<z beschaafde stnaak Vraq^jb Bonbons RINGERS Let op den naam genietend in zijn werk en in het verkeer met de velen, die hem lief waren, zag hij zich nogmaals geplaatst voor een grooten keer in zijn leven, voor het afwijzen of aanvaarden van een zeker eervolle. maar nog stelliger zware en dwingende taak: l maar ook ditmaal zou het' een zijn. dat zijn le\ slechts rijkeren schooiier maakte. De Brainenzi ke.r. met de zestig a,l niet meer veraf, werd t leider van meiischeii en bestuurder van dingen. < wegwijzer, een bezieler, een aanvnurder. Wat hij als zoodanig beteekent en lot stand brengt, mogen anderen getuigen, liet geslacht, dat nog de toekomst be/it. weet liet beter dan ik. l December l !IL_'S. I) /,'. .V. Itolni/l llnl.il. Oei'/- l\ininl t-ii Kiinxte,iintri'X. ,\i<'iui't' l)tnt<l('l. . l nt.ilfr'tlitn(. M ('ItlctlifOl i, 1!)2S, hl-. Ili. Zij, die de kosten van hun abonnement De Groene Amsterdammer" 1929 per postgiro of op andere wijze wenschen toe te zenden, worden verzocht dit te doen voor 1 Januari a.s. Het abon nementsgeld is f 10. Postgiro 72880 Gemeentegiro G. 1000

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl