De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 15 december pagina 5

15 december 1928 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 15 DECEMBER 1928 SCHILDERKUNST Mussolini's oorlogsspeech bij de Parlements-ontbinding door A. Plasschaert Teekening voor De Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Breitner, Mesdag-Museum, I)en Haag. Ben tentoonstelling van lireitner heeft altijd een reden van bestaan, maar zij had nu toch een dubbel nut; zij verlevendigde onze kennis van den grootsten Hagenaar" uit de negentiende eeuw, en zij kwam van pas (wij kunnen dat angzamerhand gaan zeggen). Nu de schilders, ik bedoel daarmee de zoogehoeten modernen," bewezen hebben hoezeer hollandsch 7,ij zijn van wezen; in hen zoowel als in Breitner erkennen wij de schilderende, blijvende, hoedanigheden van ons eigen ras; na een tijd van noodzakelijke wijzigingen en proefnemingen onweerstaanbaa. gekomen naar boven. Laat ik dat wat uitvoeriger duidelijk maken. dit alles. Ik schreef, dat Breitner een Hagenaar" was; ik bedoel daarmee een schilder van de Haiagsche School. Hij is dat. hoewel t' Rotterdam geboren, in Amsterdam een grootmeester ge worden, wat ook oude, achtergebleven of door ons achter gelaten heeren daartegen mogen beweren. Zulke bewering bewijst alleen een on kunde, meer niet. Want een ,,school" wordt toch bepaald en is gekarakteriseerd door de voordracht van den inhoud. De voordracht der Hagenaars was een opene" te noemen, eene van een modelleerende i toets, tegenover bijv. de i geslotene der Allebéers. Do Hagenaars" wilden hoelang zij ook aan een schilderij werkten, het leven onmiddellijk doen gevoelen; ge zoudt kunne i zeggen: zij wilden het leven versrh opdroijeti. Zij gaven de natuur" niet architectonisch gebouwd, maar uit hun werk kwam de ademhaling van het levende, van het landschap vooral, u tegen, als uit een levend wezen. Dat was de inhoud, en die werd schilderkunstig voorgedragen door een levende', openbare ?, modelleevende toets. Deze toets verried het bewogen en bewegend gevoel; als een muzikale bries zijn de Haagsche" schilde rijen, die soms den rijkdom verkregen van d ? muziek van een orgel. De hevigste der Hagenaars werd de Rotterdammer Breitner in Amsterdam. Meer dan het landschap werd Breitners onderwerp in Amsterdam het stadsgezicht, verlevendigd of gespannen door de daden van het verkeer, en ver rijkt door meer expressieve figuren der meiischen. Bij Breitner wordt de figuur belangrijk; in portretten, maar ook in de figuren, met een stadsgezicht er achter. Het grootste portret, dat wij kennen uit zijn p riode, is het /loi-tret ra», Mevrouw Manu?Kouicnieexier. Dit is een schilderij waar Breitner's hartstocht, die, altijd edel van. klank was, (Breitner is n onzer grootste ooloristen !) een rijkdom bereikte, die zeker toen, in ons land niét, werd overtroffen, en dit portret is een schilderij, dat vele werken uit liet buitenland van dezelfde periode gemakkelijk weerstaat. Het is een schilderij dat de grootheid van ons land in de schilderkunst door d'eeuwen zal h ::idhaven. en waar de dramatische gang van de ontroeringweidscher is dan bij n der voorgaande Hage naars. Hetzelfde vindt ge, niet zoo geschakeerdflonkerend, in ejn paar der schilderingen van de vrouwen vóór de sneeuw, in eeii zelfportret. laatdunkend en hooghartig, waar Biviturr even eens kwam tot de psychologie van een m nsch. In sommige der naakten, vindt ge, 'ui ke zelfde onafwijsbare stoutheid der penseelvoering en de donkre kracht van. dezen schilder, die zelden pralender was dan in het beroemde paard uit Montmartre. Ureitner was «en realist, zooals /.eer velen der llollaiidsche schilders steeds waren, hij was dat. op dramatische wijs. want hel leven van een we zenlijk groote stad, Amsterdam, i.s gegeven in deze schilderkunst. Witsen. ik h'-b het meer ge schreven, was de schilder va.i hel zich h ?i'innereiid Amsterdam, Breitner was de schilder va.n liet doende Amsterdam. Hij was in zulk stadsgezicht, ik behoef u slechts te wijzen op zijn straat bij .>,vo ui en op zijn plein met do tramwagens bij n vond, vervuld en vol van een grootschheid, zooals wij zelden, ook daarna, ervoeren, im»r toch, hij was door die dramatische grootheid ook een voorbe -ld. voor de lateren, wier waardeering voor hem, ik merkte dat ongetwijfeld, toeneemt il) grootte. Maar deze dramatische grootheid kon zich verzachten tot een wijde stemming. Ken paar stadsgezichten met sneeuw bewijzen dat. (ie Houdt dez-e de groote melodie dei- sneeuwkleurcii Rust in vrede voorloopig /" kunnen noemen: zij zijn liet lied der kleur meide sneeuw. Deze uitingen, tegaer, zijn de grootste Mieifner. Daarnaast i.s e een geestigere een puntigere nu en dan. De puntigheid van den schilder vindt ge in de kleinere schilderijen van de be.-pannen art llerie. Hier is Breit ner verwant niet franschen. die schilders der heldere voorstelling, zooals hij andermaal verwant is met .larob Maris. Maar ;t!s actie - zijn -i zo kleiner dan de pa.:irdeii. omgaand bij de heistellingen : als verwant, in liet grooter-zoudt ge bij deze puntiger voorstellingen kunnen voegen het groot*' bekende hei-werk. Kt' is nou' een Breit Her. die der bloemen ((hVn-van aïkomt Cuba Kitsen i-i ): er is nog een andere, die niet <Ie openbare ,.1-ooden," waar hij zijn kleuren den klank van een ..nieuwe" kleur toevoegt - maar toch. de grootste is ? !<? Breilner, die ik u voor de/e a.and uidde. li ij is daar voor a!leu tijd een rijke winst, een onweei i-taai.bere zekerheid. ICij !»<? Hoi-, Haarlem lle Kilsema's. Coba Kitsema zoowel »\s haaibroer, zijn tnttntii'hjk't' rol/inxti'ti. Kn. ue weet. h"t natuurlijke h -eft altijd de bekoring van iets, da.1 als vrij aandoet, omdat het de richting van. het eigenlijke gaat. liet doet. dat noodzakelijke geen geweld a.an : bet verstopt nooit een der bronnen der persoonlijkh -i<l : het doet daardoor den be sehouwer a.ls leven<l en als a:1 n°;ena:im a'üi. /óo y.ijii de Ititsema's eoloristen. Ma:;r ze zijn vetschillend, en ze zij n hier beiden niet op hun a,l lel best 1e zien. Hitsema wa.s belangrijker in een gezicht, op huisjes, dut. in de verte, deed denken aan den l K-lftseli'-n Verm'vr (het schilderijtje was ns op Culchii). Col»1. Kitsema, was zold/.".am groot., en l.-'.t-'iit. in haar moeder's portret, maar toch zijn beiden bij de lïois te waardoeren. Ya'i Hitsema is er een holle weg. en ge Zoll.lt /.eggen: de klelll-ell 11."lei i en st ij ge n met ]|i.( d alen en st i j ge ii der aarde: van Cobül til sein;!, die de grootst c is van deze twee. is er een bloemstuk ni'-t rooile bloi men. waarvan ile u'ulie kleur een ^'enoe^eu i s te bey.ieii. en wa.ar de vlot-gegeven Vol'IU Voldoende i.s. Vooral in /.lllk bloemstuk, dat nat uurlijk is ontstaan (in h"t ao-(hetische) a.ls een bloem buiten in (Ie natuur, erkent, ge de sponta:i"ïteit. de colorist isclie ypontaneitcit. die eeii k"iimerkeii'l deel is van Coba. Kitsema.' wezen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl