De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 22 december pagina 21

22 december 1928 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

door Alie van Wijhe Smeding LS Else liep, fluisterden zelfs haar voetstappen nht. Ineens kon ze bij de tafel staan of aan het venster nie mand had haar hooren aankomen. Nooit zei ze waarom ze zoo zacht liep: want dat was enkel om de sluimerende pijn-in-zich niet wakker te maken. De laatste jaren had ze altijd pijn Else en de dokters konden haar niet genezen. Haar stem was ook zoo zacht geworden, ze praatte of er vlak-bij iemand was die sliep, een die niet wakker mocht worden. Maar de klachten die in haar waren, haar bekommeringen en angsten, daar sprak ze het meest over, als ze alleen was. En naar haar ritselende woorden luisterde de stilte eerbiedig. . . . Dikwijls heeft Else gezegd: ,,Ik hou zoo van je, Hans, je zult nooit weten hoeveel.... Ik hou zoo van jullie, m'n lieve kinderen. Eerst als jullie zelf Moeder zult zijn, zal je weten hoeveel.... En als ik wegga, ga ik niet werkelijk bij jullie vandaan, geloof mij, 't beste van me dat blijft...." God en de stilte weten daarvan.... Zij heeft ook vaak bij het vroolijke blokken-vuur gestaan in de kleine voorkamer van de Pastorie: uit dat blokken-vuur kwamen enkel-maar mooie herinneringen. En dan zuchtte Else: ,,Is dat nu werkelijk voorbij....? moet ik heusch weg?" Maar ze onderbrak zichzelf: Dat ik weg moet, dat is niet 't ergste, maar dat /.e mij zonen vergeten En snel snel, in een bange vreemde haast, liep ze langs de portretten-van-haar-liefstcn. . . . En ze keek naar het vriendelijke jonge gezicht van Hans, haar man, en naar de dierbare gezichten van haar beide dochtertjes, en met een stem die denken deed aan het suizen-van-avondwind, smeekte ze: ,,Zullen jullie mij niét vergeten? zullen jullie mij hensch nooit vergeten?" Maar soms heeft het opgeschrikte huis ook geluisterd n;1.ar vluch tende voetstappen. Dan wou lust- haar eigen pijn ontloopen, en dat kon ze niet, dat kon ze immers niet? Ergens in het donker heeft dod haar menigmaal gevonden - gevonden en getroost.. .. Teekeningen door Karel van Seben Ze buigt haar teer-smal gezicht wat voorover en kijkt met bewaasde oogen. De groote bloembladen van het vloerkleed lijken beverig te bewegen en de bleeke bloemknoppen op den zoom van haar winterjapon lijken open te bloeien. Maar zij verwondert zich daar niet over, ze ziet het ook niet duidelijk, eigenlijk ziet ze niets duidelijk. Werktuigehjk strijkt ze over het warm-roode pluche- van een raamgordijn, en als liefkoo/end neemt ze den kleinen bloemgieter op, en geeft haar planten water, eerst komen de cactussen aan de beurt, daarna de welige varens en de dikke bcgoniaatjes, dan de azalea's. . . . Zorgvuldig doet Else alles en /.onder te morsen, maar haar gedachten heeft ze daar niet bij. Haar gedachten zijn ver weg en rusten nergvnsuit. Herinneringen hebben haar meegenomen.... Beschroomd staat ze voor den spiegel in haar jonge-meisjeskamcr en ze glimlacht verwonderd. Ze is al heelemaal volwassen eu het lijkt wel of ze nog niet goed wist, hoe ze er eigenlijk uitzag.... Sterke witte tanden heeft ze en heel mooi haar en lieve vriendelijke oogen. lui het is of ze inuriet, als ze prevelt: Hen ik zoo? ben ik zo-». . . . .' Er is iets geheimzinnigs in haar leven gekomen. Ze gaat een bepaald huis in het dorp voorbij - en haar hart bonst.... Ze staat in den tuin van haar vader, bij het rozenperk, en t-r nadert een slap op den straatweg, die stap aarzelt in het voorbijgaan. Maar zij kijkt niet op: haar wangen worden bloedrood. Onrustig en trotsch denkt ze: Ik zal nooit lattn blijken.... watik voel voor hem, nooit." Meteen plukt ze de witte fijne blaadjes van een margriet, een voor een trekt /ij ze af. En als ze het laatste blaadjein haar handen houdt, ontspant haar gezicht: ..'t Is altijd: ja." Dan komt er ren nieuwe aarde, een hemel midden tiisschen dr meiischeii in, een jubelende l .ente-z.onder-eindc. . . . Was het maanlicht vóór die tijd kwam ook zoo blank en stralend....? Hebben de bloemen eerder zoo geger. rd -1 Zongen voorheen de witte sterren ook ? glimlachten de hoornen vroeger"? en kon er toen ook een vrooh|k geluid in een plasregi u wezen r' Hei lijkt wel of ze heel haar le\ en blind en doof ge\»e>sl is, el! nu eerst xi'-t en hoort .... Ken fonkelen.Ie dag staat voor haai" --til, een dag onwezenhik van geluk. Kerkmuziek is vlakbij en klinkt uit de verte, een bruidsMaar dezen middag-vóór-Kerstmis loopt K!s ? zachter dan ooit. en haar kleine voeten, die zoo nvu- kunnen zijn, en zoo'n pijn kunnen doen, bewegen luchtig, als op de maat van een lieve langzame melodie, een ncuriënden droom.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl