De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 22 december pagina 50

22 december 1928 – pagina 50

Dit is een ingescande tekst.

KORTE HANDLEIDING TOT DEN LITERAIREN ROEM door K. Araguez Met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door Elco ten Harmsen van Beek IE durft er, nu sinds jaren de verzenbundels lederen herfst zoo talrijk op ons neclerdalen als ware de Muze maar een kwajongen die een steen in den kastanjeboom gooit en daar ploft het al om zijn ooren, nu de romans van de persen glijden, tienduizendvoudig, als kon iedere pen boven aan den Parnassus zulk een lawine doen beginnen wie durft er, zeg ik, nu ieder Nederlandsch literator eens per jaar een prijs krijgt en tweemaal per jaar in de krant staat afgebeeld, wie durft er te zeggen dat het moeilijk zou zijn om in Nederland beroemd te worden? Want niettegenstaande die overdadige pro ductie krijgt ieder zijn beurt, zij het niet in het groot, dan toch in het klein; en aan gezien de eenige wijze om zulk een overdaad te verminderen deze is: ze dusdanig te ver meerderen dat ze nog overdadiger wordt, en daardoor waardeloos, en zoodoende minder gewenscht, en deswege niet gezocht en dus allengs verminderend van aantal, schijnt het mij waarlijk Salomonisch het geheim van diergelijken roem den voJke prijs te geven en in de korte handleiding die ik u hierbij aan bied, te onthullen waar men de lauweren plukt, hoe men ze draagt, verzorgt, en tegen den mot verzekert. Kijk eens aan; al te laat in zijn leven moet men een literairen loopbaan niet beginnen, men heeft dan ook minder tijd be roemd te zijn en mist de eerste goede kans om de binnenwateren onzer literatuur te klieven met het schip van zijn generatie, dat \veUswaar af en toe een man over boord verliest, maar waarmede men het toch al een heel eind brengt. Kies u dus allereerst een jonge generatie, o jonge literator, en ik voorzeg u dat gij, indien gij een zweem talent, een goeden neus, een paar ellebogen, eenig doorzettings- en zoo mogelijk eenig financieel vermogen hebt, dat gij binnen de vier jaar binnen zij t, dat wil zeggen, dat uw naam genoemd wordt met dien zekeren schroom en eerbied, ver schuldigd aan degenen van wie men weet dat zij iets beteekenen, al weet men soms niet precies wat zij beteekenen, noch waarom maar dat doet er niet toe, dat is hun later bij te brengen. Zoo gij nu een jonge generatie gekozen hebt, kies u dan vervolgens een artistiek princicp, een tegenpartij, een stokpaard, een roode lap en een beschermheer. Neen, kies u nog geen wereldbeschouwing of godsdienst, dat levert later meer op, en brengt, te vroeg gekozen, licht uit de mode en in zorgen. De keuze van een artistiek principe is niet moeilijk. Blader eens in een literatuurge schiedenis, er zijn er veel goede; maar ge moet op n ding letten: kies het anders dan dat van de vorige jonge generatie die voor u beroemd werd, anders immers merkt men niet dat gij.... enfin, ge begrijpt mij. Daar ik het werkelijk goed met u meen, geef ik u een kostbaren tip: kies thans bijvoorbeeld de Ware Eenvoud en de Groote Nederlandsche Traditie; het kan niet anders of dit raakt weldra weer aan de orde, let op wat ik u zeg. Wie uw tegenpartij is doet er weinig toe, indien ze slechts befaamd genoeg is. Anders immers is er geen eer aan te behalen. Neem een zér beroemden romanschrijver, dien ieder leest; men leest u dan vanzelf, en de man antwoordt niet zoo ras, hij heeft een naam te verliezen en het is ook voorloopig beneden zijn waardigheid als tegenpartij te be schouwen; zoodat ge ongestoord n w vak leert. Uw stokpaard is van veel meer belang; er worden in Nederland te weinig stokpaarden gehouden. Onder stokpaard heb gij te ver staan een speciaal onderwerp, waarin gij u werkelijk terdege moet inwerken. Maak b.v. een studie van Egyptische literatuur, oude Paaschgebruiken, Amcrikaansche poëzie, Per zische miniaturen, poezen, pendules, pan toffels, parelen, penantkastjes, porselein of pruikenmakers ik kan u ook de klassieken aanraden, omdat ze toch uit de mode zijn maar zorg dat ge daar wezenlijk, wat ge ook kiest, meer van weet dan uw gemiddelde medeburger. Kies in ieder geval niet het tooneelmasker, het expressionisme, de com media del'artc,dc marionetten,de negerkunst, de jazz of de poésie pure, want die waren juist in de mode en zijn er dus uit. Over het afrijden van uw stokpaard spreek ik u nog nader. Uw roode lap: dat is een wissewasje, maar w el n u 11 i g. Raak in woede, zoodra men ti een bepaalden spijs of drank voor/et, over een b e p a a l d poëet spreekt of een bepaalde natie noemt. Het doet er iret toe wie, wat of welk; het onderscheidt u steeds van uw medemenschen, en kies het dus zoo dat het u eer aandoet. Ik zou n raden, bijvoor beeld: aardappels, Shakespeare.en a He uitzin nig modernisme. Van de aardappels en den Engelschman kunt ge terugkomen, het mo dernisme is over vier jaar uw vier jaar -- toch oudcrwetsch. Rest de keuze van een beschermheer. Zie eens uit wien ge hoogacht, laat het hem niet merken, en spiegel u aan hem. Het is onverstandig hem jong te kiezen ; men weet nooit hoe het dan met hem afloopt en hij is moeilijker te imiteeren. Want uubeschermheer zult gij imiteeren; het kan geen kwaad, geloof mij. dat men van u zegt: vrij naar die en die, als de die en die maar niet deze en gene is, en ge zult dat natuurlijk later wel afleeren. Hebt gij nu dit alles gekozen, wees er dan zuinig mee, en gebruik het. Kies een jong tijdschrift en val met uw principe uw tegen partij aan, maar flink, zoo dat men het merkt; lever critiek op de critiek van anderen, want er zijn altijd anderen die critiek op de critiek van anderen hebben, en die uw critiek dus décritiek zullen noemen; kies daarbij zoo mogelijk een criticus die naam heeft, opdat. . . . maar dat zeide ik u al. (k-batik hiervoor uw eerste twee jaren. Zadel onder wijl uw stokpaard, wacht uw kans af en ren dan het tournooiveld op en publiceer iets, in beperkte oplage, zoodat Nederland dagelijks te weten komt dat er een nieuw specialist aan den horizon is. (ia zoo voort, maar algcmeener, en besteed een goed deel van uw derde jaar aan het paradeeren van uw stokpaard, opdat men zegge en wcte: dat is de heer N, n weet wel, de schrijver over pantoffels, poe, ? /en, penantkastjes of wat dies zij. Ver toon u in dezen tijd ook geregeld in openbare gelegen heden, opdat men zttlks kan zeggen. Moei u niet om lie den te vinden die liet zullen zeggen. Zij zijn er; zij zijn er altijd, ge hoeft daarover geen zorg te koesteren. Onderwijl hebt ge natuurlijk eenig oorspronkelijk werk vervaardigd: bewaar dit in uw schrijftafellade, en geef er slechts weinig, en niet het beste van aan een tijd schrift dat gedegen, en dus tot opname van jongeren geneigd is. Bewaar de rest, en werk ze terdege over. Publiceer vooral in uw vierde jaar niets van dien aard: sla links en rechts om u heen, attaqueer, riposteer, zeg eenige fikschc domheden, maar laat ti hooren; men zal zeggen: neen, die X, dat wordt niets. (ia zoo voort tot ge zeker weet dat men dit /egt en publiceer dan uw beste werk; ik reken erop dat dit waarlijk, na al de vrijheid die ik u gaf, iets is dar er we/en mag. Men zal schrikken, en u, die negatief geschat werd, plotseling positief overschatten, hetgeen u

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl