De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 29 december pagina 11

29 december 1928 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

ivo. zoyt DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 DECEMBER 1928 Prijsvraag voor Woninginrichting Afdeeling C. (origineel) van Antoni Waterloo. 3de houten zijpaneel: origineel etsje van Da,niel Chodowiecki. 4de houten zijpaneel: houtsnede van Weiland voorstelling: visie op Schiedam. Groote wand: in 't midden boven roode vlak: Die Familie", olieverf, paneel van Fritz Burmann, expressionistisch. Links: geoliede iriktteekening van Hans Halin .,De dood van Carnaval" Rechts: Portretets ..Nietzsche" van Hans Olde. Geheel rechts, naast staande boekenkast: teekening ^vaii Kubens. Op deur: Kopergravure van Goltzius ,,De aanbidding van Ceres" 1598. Op eerste kastdeur: Zwarte kunstprent Gene raal Daendels" van Hodger 1708. Op tweede kastdeur: Zwarte kunstprent, portret van een admiraal, van Vaillant. Op kasten, tafels enz. beeldjes van Richters, Bieling, Mendes da Costa, Prof. Hartmann (van de Wiener Werkstfttte) Agterberg e.a. Pullen en glaswerk van onze bekende kunstnij vereren. Motto: Three Castles" Een studeerend echtpaar wenscht modern te wonen, doch het eenig voor hen financieel bereik bare, blijkt te zijn het benedenhuis van een onbe holpen origineel scheeve iniddenstandswoning met zeer beperkte ruimte. De ruimteverdeeling wordt u in een schema weergegeven. Zooveel mogelijk is de ruimte naar eigen smaak ingericht, deuren worden verwijderd uit kasten (eetkamer), de suite aan de straat wordt opengehouden. Langs de wanden komen boekenplanken van zwart gebeitst vurenhout. Een leelijke schoorsteen wordt in de boe kenkast opgenomen, dient tevens als stut hiervan. Het fond van kasten en schoor steen wordt rood gesausd-De hoofdkleuren vormen de zwart- en roodgebeitste meu belen, de paarse tint van behang en divan, de roodpaarse dito van de overgordijnen. J|Een oude schoorsteen wordt boven het j bureau tot schemerlamp om gewerkt. Ons behaagt nog 't meest de kleurenrijkdom, helaas komt deze niet op kieken uit ! De vloeren zijn bedekt met eenvoudige effen matten en handgeweven kleedjes (koehaar en jute). De b jnepen ruimte bracht veel hoofd breken. De sla^pkanu r was te klein om er nog ee i W3,schg ;legenheid in te formeeren of een linnenkast te herbergen, dies werd in een klein overgeschoteti kamertje (het laatste van de vier) boven een zitbad een lage douche aangebracht + een vaste waschtafel, tevens kon de linnenkast hier nog een plaats vinden. Euphtmistisch werd dit vertrek ,,de Vlasmolen" door ons gedoopt. Een van de vele scheeve hoeken, waaraan het huis zeer rijk is, werd benut om er een hangkast te formeeren.De plaatsing en de schikAfdeeling C. Motto Heer Alleen' Afdeeling C. Motto Heer Alleen" doen. Motto Three Castles'* king van de meubelen, het ontwerp van linnenen boekenkast gebeurde geheel naar onze ondes kundige inzichten. Veel beitsten en schilderden we zelf. NIEUWE UITGAVEN ?facob Wasserman». Het o/>r<> r omJonker Ernst. \'ert. d. J. J c/c. Tftommtit. Utrecht 192S. Krven J. Bijlevdd. Het woord ..boeiend" is op zichzelf voor een boek een tamelijk zinloos predicaat. Immers, wat den een boeit, kan den ander onverschillig laten, ook zonder dat men hierbij verschil van vermogen tot waardebepaling op den voorgrond hoeft te stellen. Het woord ,.boeiend" wordt in onzen tijd ter qualificatie van een roman of novelle zelfs min of meer gevaarlijk. Wij hebben de ken tering mee-beleefd. die tot resultaat had. dat men over 't algemeen aan den inhoud van een boek.. aan de intrige, aan het verhaal op zichzelf weel meer waarde begon te hechten, en het woord ..boeiend" houdt voor menigeen in. dat die gebeurlijkheden den prikkel hebben van het inte ressante, terwijl het boek, scherper belicht, wel een minderwaardig product kan zijn. l>ie scherpere belichting kan het werk van' Wassermariu velen, en daarnaast komt het, in lageren zin boeiende, ook tot zijn recht. Deze kleine roman is er een nieuw voorbeeld van. Het verhaal heeft een diepere beteekc.ni.s. een ideëelen. achtergrond. De prijzende volzin op het omslag: ..De strijd tusschen den iiituïtief-levendeii mensch en het verstard verstandelijk geloof, tu.sscheii den Geest van het lacht en den (ieest der Duisternis wordt hier symbolisch op meesterlijke wijze weer gegeven.", is meer dan convent ioneele reclameclaque. Het wezen van het werk wordt in deze woorden inderdaad aan gegeven. Inmiddels moet genoteerd worden, dat ..de Geest der Duisternis'' hier scherper uitkomt dan de lichtende tegenfactor. Typen als de bisschop van Wür/.burg en pater Gropp zijn van een fas-'.eineerende on-meiischelijkheid.'in hun (naar onze begrippen) aan het waanzinnige grenzend fanatisme. Daai' tegenover staat de figuur van de levensblije, naïeve, door geen vooroordeel aan. getaste jonker Ernst, die vastraakt in den greep van het bigotte bijgeloof en verlost wordt door een kiuderoproer, Heel mooi voor een. sprookje, maar do duistere, wreede coiitrageest is heelemaa) niet sprookjesachtig. De zuivere rea'iteit zou, dunkt mij, beter gediend zijn. al>. Jonker Ernst werkelijk als offer gevallen was. al zou het zonde geweest /.ijn om den lieven jongen. Ik weet niet, of ecu historische gebeurtenis aan het verhaal ten grondslag ligt; voor den roman, als kunstwerk, zou dit er trouwens niets toe HEKMAN MIDDEN DO KI'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl