De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 29 december pagina 4

29 december 1928 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 DECEMBER 1928 No. 269 r Dramatische Kroniek door Top Naeff Hubert la Roche (18«4?1928) ril ELKENS, wanneer er een afvalt, treft het ons L sterker: hoe weinig groote tooneelspelers bezit Nederland nog maar. Men kan er het kleine land geen verwijt van maken. ,,Un grand comédien, eet homme est rare", zei Diderot. Maar in een vorige periode stonden er toch stellig meer op den voorgrond die, vergeleken met de prominenten" uit het buitenland, zonder aarzelen ,,groot" moch ten worden genoemd, omdat de persoonlijkheid en het kunnen in schier elke rol het tooneel vulden en bezielden, het ,,beleven" voor den toeschouwer tot een lichte vreugde maakten. Het leek hen haast vanzelf af te gaan. Over de gezelschappen verspreid, telt onze tijd naast nog enkele grooten, een aantal zeer verdienstelijke spelers, die bij een middelmatig ensemble de aandacht boeien, die men gaarne wil loven om dit of om dat, des te liever omdat we door hen geen moment mochten vergeten hoe moeilijk deze kunst is. Maar-zij, die ons als met een hand omdraai in een andere wereld werpen, volledig onttrekken aan onszelf, en niets in ons nalaten dan een gevoel van erkentelijkheid voor het soulaas van enkele uren. ... ze zijn wel zeldzaam geworden. Hubert la Roche geen Nederlander van ge boorte maar niettemin een der onzen was zulk een groot tooneelspeler, doch het laatste woord moet dan niet minder nadruk ontvangen dan het eerste. 'Hij was geen kunstenaar, die zocht of ge dreven ; werd naar de regionen der intellectueele transpositie, geen kunstenaar, die een rol boven het zintuigelijke uithief, geen tooneelleider, al re gisseerde hij wel eens. l'"en romantisch realist met een enorme fantasie voor het détail binnen deze perken, een in zichzelf voldragen talent, dat sterk in de aarde wortelde. Wat daarbuiten lag, wat hem innerlijk niet raakte, misschien ook zijn landaard vreemd bleef, faalde soms, geheel of gedeeltelijk. Dan verloor hij zichzelf en verviel in den nood tot het melo-dramatische, dat hem van huis uit hef naast lag. En daartegen verzette zich dan nog lang zijn stoere wil, als hij voelde hoe het hooger gelijk aan den kant van zijn regisseur was. Ken wonder van aanpassingsvermogen is in dit verband zijn Mephisto" geweest, een rol, waarvoor hij noch de l'-n'ge gestalte, noch het verbeten geluid bezat, en die niettemin zulk een machtigen indruk maakte men herinnere zich den prachtigen inzet (Prolog im Himmel)?dat hij een groot deel b droeg tot de verheven stemming van de, juist in deze dialogen, zoo treffende opvoering. Zijn ,,Sir Toby" (Driekoningenavond) was geen jonker, zijn ,.Kalstat'f" bleef te uiterlijk, voor Shakespeare miste hij den adel, maar altijd was het weer de kernige persoonlijkheid die redde, de vurige kracht van zijn temperament, die dwong tot concessies waar hij niet geheel overtuigde, en de sterke plastiek van zijn welluidende dictie. Ken enkele maal hebben we de grenzen van dit talent ge. oeld als een beletsel voor den kunstenaar: ,,Danton", een rol, waarvoor hij het postuur en den historischen stieremiek" meebracht, werd wegens innerlijke ontoereikendheid een verloren slag. Dit beelden naar den geest van een modern dichter als Büclmer. gecompliceerd en gebiedend, leek hem te midden der historische verplichtingen te verwar en, de rol brokkelde onder hem weg. Wat tegenover deze luttele mislukking staat. is even gaaf als groot in zijn soort. Men behoeft maar de namen te noemen om de gestalten vóór te roepen, ten voeten, uit, en onverflauwd. Over weinig tooneelspelers kon m -*i zoo gemakkelijk schrijven als over la Koche. Hij had het, al spelend. als het ware al voor ons gedaan, we behoefden het maar over te schrijven. Niets vervluchtigde, in tegendeel, de afstand drong het beeld des te scher pers aan ons op. Zijn .,'.'\ra-n >" opende de ri;. Hoe heeft hij zich kunnen doen gelden en gehand haafd naast dien geheel anderen held van Coqueliii ! Isidore T.echat (Zaken zijn Zaken) de geniale schoft, die bon-enfant bleet', uit hartstocht voor de kunst van het zakendoen tot een beid werd. en nog kans zag ons hart te vermurwen voor zijn. vadersmart toen hij, van alles beroofd, naar hef lijk van zijn zoon wankelde, als liep hij met z ju ijzeren kop dwars door den muur. De groote reeder, vol verteedering in ,,Het Huis .Bonardoii". De wellust van zijn Tartuffe". La Koche had nauwelijks oogen op het tooneel. glinsterende spleetjes, maar een blik, die altijd schitterde, van zinnelijkheid of van tranen, en nooit losliet. Heimelijk het liefst is mij, hoe weinig klassiek ook, zijn ,,Gustave de Ridder" geweest (De Winkeldochter) de weelderigen ,,Bels" met zijn dierbare Leopoldsorde. . Ken haast onbewust genadelooze persiflage op den middenstand, en daarbij zoo gul, zoo charmant, in zijn malle zelfverheerlijking. Uit den overvloed van zijn gaven schudde la Roche al deze rollen, als uit zijn mouw. Monumentaal staan ze voor ons geestesoog op de planken in zijn beide vaderlanden. Hubert La Roche is een sieraad en een steunpi laar voor vele gezelschappen geweest. Van 1911 af dateert zijn grootste roem, toen hij aan ,,IIet Tooneel" onder directie van Hoyaards veelzijdige!1, en op een meer litterair plan uitkwam dan tot dusver. Van 1919 tot 1922 vond hij bij het Kotl.Hofstadtooneel eveneens gelegenheid tot enkele groote nieuwe creaties. Daarna ging hij naar Koyaards terug en speelde bij de ,,K. V. Het Nederlandsch Tooneel" o. a. de Duivel in ..Ikdieii". tot het gezelschap in 1921 den Stadsschouwburgmoest verlaten. Ken reis naai1 Indiëknakte zijn oogenschijnlijk zoo stoere gezondheid. Kn plotseling, zonder gerucht, is hij uit het bonte en harde leven van den ..Comédien" heengegaan. Ken stilte om den dood, die des te dieper trof, waar het gold den Vlaamschen Cadet de Gascogne, onvervaard, braveerend, verbluffend van vitaliteit. . . . Niets kennen wij van een mensch, al werd zijn beeld ons vertrouwd, en al gedenken wij dankbaar wat we hem in het leven van den schijn verschuldigd blijven. I'rantisek Tooneel. Voorstad, door PHKR1PHKH1K", zwakke en verwarde na bloei van de groote Kussen, is eigenlijk a na5; JL bloei van e groote Kussen, is eigenlijK al verouderd; het lot van alle tooneelkunst, wanneer daaraan de ,,idee" belijdenis en overtuiging ontbreekt. Overwegend milieu-schildering, met in de litteratuur niet onbekende menschelijke ge moedsaandoeningen doorweven de oude, zich aan zijn. goedkoop idealisme bedrinkende ,, Hechter" is een voorbeeld van dit litterair .,vieux-je i" wer,l dit st ik verstandelijk samengesteld terwille van de lokale kleur: gelijk de schrijver met naïeve eerlijkheid in zijn programma-inleiding belijdt. Gelukkig was hij daarbij een jonge man. die meteen warm loopt, zoodra er maai' van een in breker met een geweten, een brave prostituee, de gangbare idealen van een tijdperk, en het. treurig lot van ..de menschheid" sprake is. Kn. daaraan danken we dan ook de bewogenheid en een zekere bezieling. de charme, die van deze afgesleten dialogen uitgaat. Voorliet overige moet de mise-en-scène het doen. Sinds de dramaturg zich aan den. vorm niets meer gelegen behoeft te laten liggen, is het schrijven van tooïioel.slukken niet zoo moeilijk meer. Bevrijd v;m de vermoeienissen der cour»-.'tralie, plaatst men ?/.ijn invallen, naast elkaar, breekt af waai bet va-stloopt, begint opnieuw, en wanneer de oplossing bezwaren ontmoet. draait nu-n er. gelijk ook Langer deed. een ander sint a:1 n. zonder daarmee de conceptie - die er niet is - te schaden, l )e feitelijke compositie komt dan op den decorateur aan. die moet zorgen dat het- loopt en zooveel pittoresk relief krijgt, da-t hel publiek \voidt afgeleid zoodra de verveling intreedt. Met twaalf ..t i', fereelen" brengt men het een heel eind ' Niemand minder dan. prof. Sfrnad. de grootmeester del' tegenwoor dige tooiieelarchitectuur. had voor de oorspron kelijke opvoering va.n ..l'heri herie" deze taak op zich genomen, en daarvan hebben, wij thans in Nederland een afgietsel mogen bewonderen. Kon het werk van Langer prof. Strnad uitteraard niet irispireeren tot de grootscbe grepen, waarmee hij bij de opvoering' van Büclmer's .. I >a.nlon's dood' hier zijn eersten, onvergetelijke!! indruk heeft gemankt, dat voor ..Voorstad" een op zijn gebied geniaal kunstenaar aan het werk was geweest bleek uit de geheele vindingrijke en fijngevoelige schik king der korte (a.t'ereelen, waarvan enkele hem tot voor het stuk bijna verpletterende \izioeiien van ..publieke werken" huizen in aanbouw, viaduct en. rommel, waarvan Breitner ons d,, schoonheid leerde zien de gelegenheid hebben geboden. He inhoud va.n het stuk mag. na h"t \el:wat e- over g< sclir -\ en is. bekend worden verondersteld. Het scliiild-cn-hoete lijdenswegje van den danseur ..Kranzi". een dichterlijke domme jongen, die half uit 1)1 il', halt' uit ..instinct" recht duidelijk wordt het ons niet niet rusten ka.ii vóór Ifij. ontsnapt a.a.n het gerecht na. een bij ongeluk gepleegden moord, de gerechtigheid aa.n ziel en lijf heeft gevoeld. Die smacht t en leste na.ar de handboeien, als een vrouw naar braceletten.. ze als klokjes hoort klingelen in de verte. En ten. einde raad niemand wil aan zijn moord geloovcn en aan hetprotokol valt niet meer te tornen, 't zou wat moois worden, meent de Commissaris, als ieder zich op die manier maar in de ..Verzekerde bewa ring" kon begeven als in een hotel ! ten einde raad in zijn droomen in staat is tot een tweeden moord. . Aan zijn eerste ? slacht off ei', een cliënt van Anna, zijn ,,Madel", op wien hij in een onbewaakt oogenblik haar ,,métier" wilde wreken was niets verbeurd". Diens weduwe schonk Franzi zelfs de kleeren van haar overleden man, om radicaal van hem af te zijn, en daaraan dankt Franzi zijn fabel achtig geluk, want er was ook een rok onder, h vurige- begeerde, voor een danseur onmisban attribuut van den roem. Het dierbare rokje word! hem tot Nessuskleed. . . Maar waar nu een tweede : slachtoffer vandaan. Ie halen zóó geschikt om t< worden vermoord als het eerstel Kr is telkens een aanloop naar de satyre in dit jonge werk, waartoe de rechtspraak op deze wereld gereedelijk aanleiding geeft', maai' meestal vi-izandde ze in niet meer dan galgenhumor. Kn zooaK liet fantastisch element hier het drama ontwrichtte. zoo verwaterde de te gemoedelijke ironie den ernst. en daarmee de spanning van liet innerlijk proce^. Realisme, hoe strenger hoe beter, lijkt mij noi; altijd aangewezen voor moord- en detectivestukken, in het geloof van het publiek tot in d< minste? détails het is zeer gewikst op dit gebied ! ligt het succes. In het oorspronkelijk stuk wordt ten sloii. Anna de hoofdpersoon, /ij verlost den zwakken Franzi, bezwijkend onder den last van zijn ver langen naar gerechtigheid, door haar hals als het ware onder zijn krampachtig in de lucht grijpende vingers te leggen. Haar ellendig leven vond zijl; eenige waarde in de liefde voor dezen jongen. \\ a.t blijft, haar. wanneer hij zijn doel bereikt heeft ei; achter slot en grendel boet ? ..Horch. du weiszt nicht wie es ist. wei m > ii; Wcib Vmanden gern hat. Das keimt ihr Maimei nicht-." Dit tamelijk logisch slot is vervallen. Het stuk eindigt thans met. een gefingeerde rechtspraak. waarbij de oude Hechter zoogenaamd rechtspreekt om Franzi van z'jn obeessie te verlossen. Kr is h: dit tooneel n goede, schoon al evenmin nieuw. gedachte: de vreugde van den verdwaasden idea list eindelijk een mensch te vinden, die de gerech tigheid niet- ontwijkt, die naar haar hunkert. aK naar een geliefde. Voor de rest is dit laatste bedriit bomba.sl. Mevrouw Ha.nucci. de regisseuse va.n dit wcri.. dl't alle moeite niet liMillt. zal zeil' uel lui. ben iiiL;'e'/.ien. dat een deru'elijke re^ie-ope;a\ * boven baar bereik ligt. NV e moeten ei- na;:r raden wat ei van. ..l'heriplierie" terecht kan komen ondei krachtige leiding, welke de heterogene bestanddeelell in de hand weet te houden en aan de eigelia.ardiuv sfeer, waarin liet stuk speelt, siiggcstii verleent. Hier pakte hel niet. /.eer sturend werkt. daarbij de overbodige ..Verteller" (Dirk Verbeek zoowel wat de kinderachtige opvatting dezei recila-t ie ven betreft. als wegens de pat het srhe vooi dracht. Sympathie wekten Ver;' Bonclam (.\nna en ('ees Laseiir. Al miste de laatste te veel van hei zigeunerblocd en de mystiek van Kranzi's vei-wj'id, exlazcn om doorloopend te boeien, vooral uit hè' begin van zijn rol blijft veel gevoeligs bij. Voor Ver.: Bondam was het jammer, dat men het oorspron kelijke slot niet gehandhaafd had. de liefde-v rou\v in baan1 was het- sterkste. Dan kreeg ook haar sten, den natuurlijken gloed, waarmee /.ij ons nverigi h-, in ha. u- métier, niet overtuigen kon. In de kleine rollen muntten uit: h'rits van Dijk. zijn ..Toni" zou in een eerst en-r,: IILVS \ oorst eilmu hebben voldaan, en Mol) Ger.i.erds. een uitnemend' ..< 'ommissaris". Op een lager plan : Kaart, die echte ? weinig tot de eenheid bijdroeg. Van Dalsiim wa..de Hechter". Hij deed een krampachtige poging om uit de banaliteit te komen en sfeer te scheppen. daarbij, als altijd bij pathologische gevallen, /.ijn doel ver voorhijschietend. Toch viel deze poging, m de ^'e^even decors, te waardeeren, de ^eweldiL;spelonk va.n het laatste bedrijf zou een bescheiden Diogenes finaal hebben opgeslokt. NV e kunnen ons een opvoering va.n .,1'lieripherie" denken. waarin zijn figuur, die ontegenzeggelijk ..gradeiir" had. beter zou hebben gepast. Maar met dit al zoi, ik ook wat het decor betreft aan eenvoud . i: innigheid, t a^end bij ..de bierltt . de voorkei,?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl