De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 12 januari pagina 10

12 januari 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 JANUARI 1929 No. 2693 7 t. SCHOPENHAUER //. Zelfmoord Men weet, dat de beladers van 't eengodendom, De sekten dus. gesproten uit het Judendom, Den zelfmoord laken als een goddelooze daad. Maa- aango-/ie:i er niets van in den bijbel staat, Hoeft men er maar zoo wat op los gefantaseerd : Zelfmoord is /o'ide, zwakheid, waan/.in, wordt geleerd. Maar niemand heeft afdoend de stelling wederlegd: De mensch heeft óp zijn eigen lijf en leven recht. In Engeland, het rijk van dogmatiek behoud, Wordt poging tot die daad als strafbaar feit beschouwd, Alwie die poging doét, en niet volkomen slaagt, Wórdt als gewone boef voor 't hooge hof gedaagd. Zoo stelt men straf, o toppunt van stupiditeit, Niet op een booze daad, maar op onhandigheid. Nu denk u een geval, en raadpleeg uw gevoel, Dat is uw eigen innerlijke rechterstoel. Tw vriend werd moedeloos, en maakte zich van kant; Kreeg afkeer of verdriet bij u de overhand? "Was 'c weel zin, als van wie iets schandlijks had verricht, Alsof hij had vervalscht, gestolen, brand gesticht? Welneen. Uij voelde medelijden en verdriet, Zelfs sympathie misschien; maar weerzin zeker niet. Hij wraakt het vonnis, dat de wreedo wereld velt, En noemt het laster, als men hem voor zondaar scheldt. Kijk in des levens spiegel. Ga naar het tooneel. Wordt daar de zelfmoord afgekeurd? Integendeel. Daar wordt de dader meestal gunstig voorgesteld. Precies zooals 't publiek het voelt. Hij is de held. Othello? Men beklaagt hein om zijn ongeluk,' , Maar niemand.ziet in hem den booswicht van het stuk. De ouden vonden dit des levens grootste goed, Dat men 't verlaten kan, wanneer men meent: het moet. Op Ceos was het dus geregeld bij' de wet: W-ie met gedegen gronden had uiteengezet, Dj,b lij onnioogl.k anders handlen kon, dan zoo, Mocht doen wat hij verkoos, en kreeg 't vergif cadeau. 't Verbod is slecht en dwaas; dit laatste nog het meest, Want welke straf heeft kracht voor wie den dood niet vreest? De Stoïcijnen prezen zelfmoord vurig aan, Ook Heneca is deze meening toegedaan. Bekend !s, dat Hindoe zelfmoord heilig acht, Warmeer het offe.- door een weeuwtjo w.»rdt gebracht; Ki dat e*m nuvi v.iuh voegt naai- 's alle:hoojste i wil, AU hij zich tip laat,t-teu doi r eeu krokodil. Maar ik heb rfi/ bezwaar. De zelfmoord is in strijd Met 's levens hoogste doel, de onafhanklijkheid, 't Verloouhnen van den wil, 't verlangen, te bestaan; Dit doet men nimmer door vrijwillig dood te g£an. Wie zelfmoord pleegt, bewijst integendeel zijn wensch Te leven niet in smart, maar als gelukkig mensch. De zelfmoord wordt gewoonlijk dan alleen.gepleegd. Als d' angst voor 't leven zwaarder dan de doods-angst weegt; Maar meestal is de kracht van deze vrees te groot Die staat als wachter voor den ingang van den dood. Als zelfmoord enkel was het staken van 't bestaan. Had menigeen allang die droeve daad gedaan; Maar daar gebeurt iets meer het lichaam wordt vernield; Dat is het, wat den weiflaar dikwijls tegenhield; Het wonderschoone werk, waar hemelsch licht van straalt, Wordt door n schot of slok tot vullis voor de vealt. Maar bovenal die angst: is dit het eind, of niet? (Jeen mensch kan weten wat er na den dood geschiedt. Hoor, wat Prins Hamlet, die aan 't leven niet meer hecht, In zijn beroemden monoloog van zelfmoord zegt: ..Bestaan, of niet bestaan -?ziedaar de groote vraag. Ook hij, wien 't leven geen geluk is, maar een plaag. Deinst van de daad terug, door zijn onzekerheid, The dread of somethinfj ajter death beslist zijn strijd. Heen reiziger keert weer van 't onontdekte Land, En zegt mij wat hij zag. De vi'ees verlamt mijn hand. Wij dragen liever al het leed van ons bestaan, Dan ongeweten smarten tegemoet te gaan." Als in een bangen droom het gruwlijkste verschijnt, Ontwaken wij,op slag, en 't schriklijk spook verdwijnt. Het leven is een droom, en wie den doodsprong waagt, Ziet op dat oogenblik het schrikbeeld weggevaagd. Wie. naar dit middel grijpt, moet weten wat hij doet, , Ons past geen oordeel, of het zondig is of goed. Maar logisch is het niet. Het is een vraag in nood: Is daar onsterflijkheid, een leven na den dood? Gij vraagt het antwoord aan het opperste gericht, En stopt ter zelfder tijd uw beide ooren dicht. Voordat gij dus tot deze drieste daad besluit, Denk nog eens rustig na, en stel 't een weekje uit. CHARIVARIUS S c h i l d e r k u n s t door A. Plasschaert Stihuhmacher in ..De Bron", Den Haag Misschien is er hier n schilderij, dat de mildheid vertoont in Schu'imactfer, de mildheid die ik toch in : hem. vermoed, niettegenstaande alle vroegere felheid, .Schuh'macher was dikwijls het best in een bitse weergave van een felle figuur; hij kon zeer klaar zijn, smetteloos, in een teekening in O.I. inkt van een landschap, waar de witten" het belangrijkst deel der teekening waren. Ik herinner mij daarvan een zeer goed .voorbeeld van de tentoonstelling.' met Kelder, te Rotterdam. Maar ge woudt soms verlangen in deze welbewuste teekeningen en in deze scherp-voltooide schilderijen naar de fleurigheid van het gevoel, of ouderwetscher, naar de fleurigheid des geinoeds. En deze is te vinden in het Landschap met boom uit 1928, het best-geböuwde schilderij Van allen. Allicht vlaagt door het landschap uit Corsica,, met de bergen tot den eenzamen top toe, een grootscher licht, maar dit schilderij, vol détails en toch stijgend, op de schelpachtige manier geschilderd (het binnenst van een schelp glanst zóó!) .Scïiühmacher ei en, mist voor mij links boven aan een kracht die het in. STAANDE LAMPEN EN LAMPJES 1 II H ^ ^1M EU BEL, s= FABRIEK MESKËR DEN HAAGl evenwicht brengt; het voorgestelde trekt" daar door wat. Het landschap met boom, een dorps straat feitelijk, is niet alleen in evenwicht, het heeft in de kleur een zekere ontspanning, een zich meer geven ! Een derde schilderij, dat ik noemen moet, is de vrouw in het wit met de voeten bloot, op een steenen helling. Ook hier is iets, dat Schuhmacher niet altijd bezit: een" bepaalde, fijne uit straling, die al het levende heeft; een ontdooien na veel starheid. Eén opmerking is ten sjotte te maken: het lichaam" der dingen is nog niet geheel-en-al .in Schuhnacher's werk; het volle volumen; do klomp steenen die een berg is, de massa, die zich opwaarts heft. Van de teekeningen zijn te noemen het stadje alle belle torre" San Gigmig 'iïtio, en een liggende vrouw (No. 7 uit 1927) van de litho's: de Chide man, met den feilen kop.... Zonder twijfel is deze tentoonstelling in deBron" van Schumacher's werk een der beste, die ik van zijn werk.ken; en zij laat zien wat wy wisten, dat in hem was, naast wat wij vermoedden, dat zou kunnen komen: een klaarte me.t meer weligheid, en uit het gevoel komende. : .Iran n c Ilicruma OoHting, Hotate? JUccIman, Amsterdam Op deze tentoonstelling vindt go geen enkel teéken meer van den invloed van Willem. van Konijnenburg"1 op Ooptifig. Dat is bi^" zulke impres sionistische (= het dadelijke1 leven zoekende) , talenten een winst. Konijnenburg kan zulken misschien tot studie der vormen aanzetten* en dat is altijd goed, zijn invloed mag niet te vinden zijn in het werk; hij vernielt dan toch de persoon lijke uitdrukking, de .persoonlijkheid; hij vernielt, en voor een' schema!, het leven dat zij bezitten, en wat uit te drukken hun eindelijk doel is. Zijn daar geen voorbeelden van te over?.... Wat Oosting wil en moet, haar'heele wezen wijst het uit, is het levende, hot levendige;, in haar werk moet zij dat uiten. Zij doet dat dan ook hier, en zelden toonde zij.dat zuiverder dan hier in het l'iministische, soms fijn-grijze werk, waar nu en dan een enkel kleur-acëent haar hevigheid verraadt. Deze tentoonstelling, dit tentoonstellinkje, bevat enkele' schilderijen, die haar op haar best doen zien. Daartoe behooren het licht" te Veere, met een woelend water erachter; de haven met het lan dingshoofd, het zelfportret (luministisch) met den gelen sweater, een portret met witten achtergrond, . een stilleven Van bloemen en meloen. Daér-in ziet ge een verfijning, die voor haar doen eer zeldzaam is, en die toch 'haar van te groote bruuskhéid aesthetisch alleen kan redden. . En kle andere werken in ? dezen kunsthandel kunnen hier nóg verder worden vermeld. Twee van 'Dongen's: een ijle, transparante uit hot Zuiden,,. een ruiker roode bloemen, een dorpsgézicht van Vlaminck, van Kdelmann een meisje in stoel, van Kuapil een stilleven, niet rooden en gelen. . . ' . . liillili No. 2693 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 JANUARI 1929 Radio en Grammofoon Televisie-demonstraties In Amsterdam DB N.V. Philips Radio heeft in hare Demonstratiezalen te Amsterdam sinds 22 December een telovisieinrichting opgesteld met een tweeledig doel, en wel in de eerste plaats om te laten zien, dat de N.V. Philips zich wel degelijk voor televisie interesseert en.op dat gebied geheel bij" is, ja zelfs een zeer goede speciale photoelectrische cel, een Neonlamp, ervoor construeerde, terwijl verder de bedoe ling is te bewijzen, dat televisie vol gens do thans gevolgde methoden practisch nooit goede resultaten zal opleveren. De eerste demonstratie gehouden voor een aantal genoodigde persvakmenschen, werd geopend door den heer franken der N.V. Philips, die het doel van deze demonstraties uit eenzette en daarna het woord gaf aan dr. M. J. Druijvesteijn» den construc teur van de aanwezige demonstratie apparaten. Deze vertelde op welke wijze hier de draadlooze overdracht plaats had. * * * In het'kort komt dat hierop neer: Het over te seinen voorwerp of beeld wordt zeer sterk verlicht en via een lens geprojecteerd op de z.g. Nipkowsche schijf, die dit beeld ontleed" in een zeer groot aantal punten van verschillende lichtinten siteit. Deze lichtintensiteiten worden nu in déphoto-electrische cel omgezet in electrische stroompjes, waarvan de grootte beïnvloed wordt door de grootte der lichtintensiteiten. Er ontstaan dus als het wara olectrische trillingen»- die na versterkt tj zijn, worden toegevoegd aan een miniatuur zendertje met raamantenne, dat de electrische trillingen omzet in aethertrillingen. , Fig. l geeft een idee van de instal latie tot en met den versterker. |^ Geheel links de lichtbron. Aan het eerste statief zijn bevestigd een condenöorlens om de lichtstralen te concentreeren. en verder het over te seinen beeld (hier een lantaarnplaatje). Aan het volgende statief bevindt zich de leus, achter het plankje met gat is de Nipkowsche schijf, zichtbaar, die bevestigd is op de as van een motor, die 1000 omwentelingen per minuut maakt. Tenslotte zien we nog de metalen kast, die de photo:electrische cel en de versterker bevat. De Nipkowsche schijf heeft 48 kleine gaatjes, die in een spiraallijn zijn gehouden. De stand der gaten is zoodanig, dat de afstand hart-schijf tot onder kant Ie gat gelijk is aan de i afstand hart-schijf tot den bovenkant v^n ht t 2de gat enz. Wanneer deze schijf nu draait, komt telkens een ander deel van het beeld (ongeveer £ m.M2.) voor de opening en wordt het geheelo beeld aldus ver deeld in ongeveer 2000 punten van verschillende lichtintensiteit.' Pig. 2 geeft een overzicht van de ontvanginstallatie. Op den voorgrond geheel rechts een versterker (de ont vanger zelf is niet zichtbaar) dan eenige stroombro men en ten slotte een motor, die synchroon loopt met den motor van den zender. Aan den motor van het ontvangsttoestel is wederom eea Nipkowsche schijf verbonden, geheel gelijk aan die in den. zender. Voor de schijf boven in het midden is de speciale Neon lamp geplaatst, die de stroomvariaties verder moet omzetten in licht variaties. Deze Neonlamp, is zoo geconstru eerd, dat zij, wanneer zij op een zoo danige gelijkspanning is aangesloten, dat de lamp juist doorslaat", zeer gevoelig is voor kleine en snelle stroom veranderingen, die in de lamp weder lichtschommelingen veroorzaken. DéNipkowsche schijf, die nu vóór deze lamp geheel synchroon met de schijf in den zender draait, recon strueert het beeld weder. Telkens toch, komt een ander gaatje voor de Neon lamp en zal dus meer of minder licht doorlaten, geheel .op de wijze als. in den zender geschiedt. Het overge brachte beeld is dan zichtbaar, doch bestaat natuurlijk uit een aantal licht punten van verschillende intensiteit. Op deze wijze kregen we tézien een foto van primes Juliana, di$ door sommigen herkend werd; wist men eenmaal wie het was. dan scheen het duidelijk te herkennen. Fig. 2. De ontvanger Als tweede demonstratie werd in den zender op een plaatje een woord geschreven/ In den ontvanger was duidelijk te zien, hoe de pen het plaatje naderde en daar de letters vormde. We hebben dus werkelijk v rgezien en wel echt draadloos (bij de demonstraties in Berlijn en Londen, gehouden tijdens de radio-tentoon stellingen, werd gebruik gemaakt van, een directe draadverbinding), maar wat we gezien hebben heeft ons ook werkelijk de overtuiging gegeven, dat de ingeslagen weg verkeerd is. Herkennen van een beeld of persoon is vrijwel onmogelijk en wel voorna melijk daardoor, dat het raster" (de punten) te grof is. Het is practisch en, technisch zeer wel mogelijk het raster fijner te ma ken, en dus een grooter aantal punten over te brengen, maar daaraan is een zeer groot bezwaar verbonden en wel het bezwaar, dat de aether dan door. enkele zenders geheel,en al in beslag zou worden genomen. Wanneer we bijvoorbeeld een beeld zouden~willen verzenden, dat even scherp was als de foto's in onze dagbladen, dan zou daarvoor een golflengteband van 150?300 M. in beslag worden genomen. Hieruit blijkt dus wel dat televisie op de bovenbeschreven en thans vrij wel overal gevolgde wijze, practisch niet tot eenige volmaking kan worden N.V. J S. NIEUWS EN'S Grootste keure. . . . S T ET SONS Fig. i. De zender gebracht. Er^zal dus n h«?»>l"nieuwe richting moeten worden gezocht. D. E. H. De nieuwe toonkamer* der X.H.F, téAmsterdam Voor de Nederlandsen e Seintoestellen Fabriek te Hilversum heeft Ir, E. Kalff eenige toonkamers inge richt in een daartoe verbouwd winkel pand aan de Kalverstraat te Amster dam. Zijn klaarblijkelijk verlangen daarbij, in kleur- en materialenkeuze, tot een beschaafd en rustig geheel te komen, met wanden welke een stillen achtergrond vormen voor de in de expositie-ruimten,uit te stallen radio toestellen, deed hem als wandbekleeding het grijs als hoofdtoon .bezigen: in het ? vöorvertrek bevestigde hij tegen de muren platen die met muisgrijs pluche overtrokken zijn, terwijl in het achtervertrek grijs gebeitste triplex-vierkanten (met eene regel matige omzetting van het vlammende houtnerf-motief een speelsch vlak vormend) zichtbaar genageld zijn. Jammer is het feit dat de heer Kalff dat grijs niet. . in donkerder kleur, ook voor de thans bruin ge kleurd eiken betimmering (lambris. kasten enz..) heeft gebezigd want hierdoor is de eenheid verbroken en iets tweeslachtigs gegeven. Goed vooral is de oplossing"" der kunstverlichting . in metalen licht bakken met melkglas en origineel is ook het plaatsen op eenigeir afstand van .het plafond in het achtervertrek van een groot, vrij hangend, metalen kader waarin ronde glazen buizen zoodanig tegen elkander aangeschoven liggen dat er een gesloten vlek ge vormd wordt waardoor het schijnsel dor verdekt opgestelde lampen vloei end wordt gefiltreerd.' Samenvattend dus eene poging om tot iets beters te komen dan meii gewoonlijk ziet, met bewust terzijde stelling van het pompeuse en dat alleen reeds is reden tot waardeering. OTTO VAN-'TUSSENBROEK , Een Gooi-fflm Door Kleinman's Filmfabrikatie te Amsterdam, welke o.a. de films Droomkoninkje" en Óp Hoop van Zegen" vervaardigde, wordt thans een film samengesteld betreffende hot Gooi. Van deze" fijm, welke in dd 80 z.g. Ufatheaters in Nederland zal worden vertoond, wordt behalve aan het natuurschoon, o.a. ook een ge deelte aan de groote Gooische in dustrie, de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (Radio N.S.F.) te Hilversum, gewijd. f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl