Historisch Archief 1877-1940
No. 2694
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 JANUARI 1929
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 JANUARI 1929
No. 2694
Fascistisch Jaarboek
door Dr. J. F. Otten
H
ET Fascisme is een nationale beweging en heeft
als zoodanig natuurlijk in de eerste plaats
voor Italiëbeteekenis; het Fascisme is echter
tevens een leer. Een gedeelte der door het Fascisme
verkondigde denkbeelden heeft waarde voor de
geheele wereld. Vestigen wij slechts de aandacht
op de overwegende beteekenis die het Fascisme aan
de Executieve Macht wenscht toe te kennen, speci
aal ten opzichte van het Parlement, dat nog slechts
als toetssteen voor de Kegeeringsactie een beschei
den plaats zal mogen innemen. Maar bovenal is de
houding van het Fascisme ten opzichte der moderne
representatieve democratie zeer belangrijk. Het
Fascisme dan verwerpt de moderne, op individueel
kiesrecht gebaseerde ..atomistische" democratie,
zooals wij die in vele landen van Europa kennen.
Het democratische liberalisme is in fascistsche
oogen schuld aan heel veel kwaad. Het is hier niet
de plaats alle bcv/waren van het Fascisme tegeni
de moderne democratie te bespreken. Elders heb
ben wij getracht deze in extenso nader te be
schouwen 1) Vermelden wij slechts dat het Fas
cisme tegenover het in zijn oogen verwerpelijke
nivelleerende demi>crat:sch liberale systeem een
naar beroepsstanden georganiseerde, corporatieve,
hiërarchische democratie stelt. Tegenover den
Liberalen Staat, waarin het individu primaire
beteekenis heeft, stelt het de fascistische staats
idee, die aan de staatsgemeenschap primaire, aan
het individu slechts secondaire waarde toekent.
In zijn kritiek op het hedendaagsche
parlenumtamme.heeft het Fascisme dus naar men zal begrijpen
meer dan uitsluitend Italiaansche beteekenis. Dit te
hebben ingezien is de groote verdienste van schrij
vers als James ^trachey Barnes 2), Prof. M. J.
Bonn 3) en anderen. Het is ook de verdienste van
Prof. H. de Vries van Heekelingen, den oprichter
van het Centre International d'Études sur Ie Fascis
me, te Lausanne gevestigd. Wat is dit Centre
d'Ëtudes (Cinef);1 Het is een organisatie, die,geheel
onafhankelijk van de Fascistische regeering, finan
cieel gesteund door belangstellenden in verschillen
de landen, studeerenden een. zoo groot mogelijke,
objectieve documentatie over het Fascisme tracht
te verschaffen. Zijn taak is in de eerste plaats
biblioKraphisch; van deze taak kwijt het zich, tegen een
zeer geringe vergoeding, op buitengemeen kundige
wijze. Een geheel systeem van bibliographische
fiches staat den studeerende van het fascistisch"
phenbmeen ten dienste. Doch niet slechts op vvsw
wijze werkt het Centje: het geeft desgewenscht de
uitvoerigste inlichtingen op elk gebied, waar de
moderne Italiaansche natie ..actief" is (sociologie,
politiek, economie, wetgeving, demographic, enz.).
Eens pei' jaar geeft het een jaarboek uit liet eevste
Annuaire ligt voor mij 4). Prof. de Vries van
Heekelingen k-idt het in en reeds dadelijk Wordt het duide
lijk- wolk een brcede beteekenis hij aan fascisme"
toekent: Om het Fascisme goed te kunnen
bestudeeren moet men zich volgen* hem rekenschap geven
!van drie feiten:
1. Le fascisme restau re les principes sociaux
«?t politiques qui régissaient Ie monde civiliséavant
Ie triomphe de,rindividua.lisme, issu de la
Kenaissance.
2. Ces principes qui peuvent tre appïiqués
universellement, recoivent des raodalités différente»
suivant les circohstances dans lesquelles on les
applique. lis nd déterminent donc 'pas la forme de
gouvernement la plus opportune". .' "
3. L'application de ces principes en Italiëh'a
pas térendue possible par'une action parlemen
taire, mats grace a une rëvolution. 11 est donc
nécessaire de distinguer les vénements qui se
sont produits accidentelletnent de ceux qui ont
téune conséquence logique du système fasciste".
Prof. de.Vries van Heekelïngen ziet dus ,in het
Italiaansche fascisme n concretiseering van de
VATf HELLES
? TABAK»
IS KWALITEIT
door hem aangegeven beginselen. Het groote ge
vaar van een dergelijke zienswijze is ons inziens
dat zij het woord ,,fascisme" te zeer doet vervagen
en van alle originaliteit ontbloot. Wij geven er
daarom de voorkeur aan ,,fascisme" tot Italiëte
beperken, zonder de aJgemeene strekking van enkele
fascistische beginselen te loochenen. Nu wij op
zeker vervagen van den naam fascisme" hebben
gewezen, willen wij nog even de aandacht vestigen
op een in deze materie veel voorkomend, analoog
verschijnsel, in casu het toekennen van het
adjectivum ,,fascistisch" aan staatkundige verschijnselen
die met het oorspronkelijke Fascisme hoogstens
eenige uiterlijke gelijkenis vertoonen. Zoo moet
men dan voorzichtig zijn en .niet te snel van
Poolsch,.Spaansch,Honpraarsch of ander ,,fascisme"
spreken. Dit geschiedt bijvoorbeeld in het voor ons
liggende Annuaire in het overigens zeer goede
artikel van Walter fcjtarkie over het Nieuwe Ier
land. Hier bespreekt genoemde schrijver den op
bouw van den nieuwen lerschen staat zonder dat
het ons ook maar eenigszins helder wordt, waar
om de term fascisme" boven zijn bijdrage prijkt.
Hetzelfde bezwaar kan gelden tegen het opstel van
den heer von Binzer over ,,Les courants d'opinion
fascist es en Allemagne", waarin Duitsch nationa
lisme met fascisme wordt vereenzelvigd.
Maar komen wij tot de bijdragen die het Fascisme
in eigenlijken zin betreffen. Allereerst valt dan het
zeer belangrijke artikel van den historicus Prof.
Gioacchino Volpe Comment Ie fascisme naquit
et s'imposa en I-talie" te signaleeren. De ontwikke
lingsgeschiedenis van het Fascisme wordt hier in
korte trekken geschetst. Ook het opstel van Luigi
Villari La guerre civile en Italiëde 1919 a 1922"
is in historisch opzicht belangrijk. Het toont ons
den strijd tegen en de overwinning op de socialis
tische en communistische na-oorlogsche ..invasie".
Dit wat betreft de geschiedenis.
De bijdrage van J. S. Barnes La réfcrme de
l'État sous Ie regime fasciste" geeft ons enkele
voorbeelden van het constructieve werk van het
Fascisme. Allereerst worden de wetten van 24 De
cember 1925 en 31 Januari 1920, die de versterking
der Kegeer i ngsmacht ten opzichte van het Parle
ment beoogen, besproken. Zoo keert men terug tot
het systeem der koninklijke kabinetten en geeft den
eerstenMinister een positie van uitzonderlijkemacht.
Van primus inter pares wordt hij chef. Het Parlement
wordt in allerlei opzichten aan banden gelegd. Ook
bespreekt Barnes in korte trekken de hoogst be
langrijke Wet op de Vakvereenigingeii van H April
1920. Deze goeft hot eerste plan v&n den
Fascistischen ('orporatieven Staat, waarin de in gescheiden
corporaties georganiseerde werkgevers en werk*
nemers als gelijkwaardige solidaire producenten
tegenover elkaar staan. Staking en uitsluiting' zijn
onder sanctie van zeer zware straffen verboden.
Arbeidsgeschillen tusschen de beroepsgroepen moe
ten door middel van centrale, gemengde
verbindingsorgancn in der minne worden bijgelegd. Ge
lukt dat niet, dan doet een aparte
arboidsmagistratuur met dwingende kracht uitspraak. Het Fas- .'
cisme erkent wel in princHpe solidariteit van Kapi
taal en Arbeid, maar neemt aan dat in de practijk
geschillen kunnen ontstaan, geschillen die dan in
overeenstemming ?'met het belang dor Nationale
Productie zullen moeten, worden opgelost. Aan het
belang der Nationale Productie is alles onder
worpen.
De heer Olivetti schrijft in een goed artikel over
de hervorming van het Parlement, waarvaji de
Tweede Kamer op grond van organisch kiesrecht
zal moeten worden «samengesteld. Tegenover het
atomistische kiesrecht plaatst het Fascisme n.l.
het organische beroepskiesrecht. Dit organische
beroepskiesrecht heeft de Wet van Mei 1928 reeds
verwezenlijkt. De dertien groote Beroepsgroepen
(Confederaties) die Italiëmomenteel kent, zullen
de candidaten voor de Corporatieve Kamer van
Afgevaardigden mogen aanwijzen. Voor den Se
naat blijft de koninklijke .benoeming behouden.
Olivetti bespreekt de genoemde wet in extenso.
Op zijn bijdrage volgt die van Augusto Turati,
momenteel Secretaris-Generaal der Fascistisch»;
Partij. Hij bespreekt in korte woorden het .Charter
Van den Arbeid ^ de Grondwet van den Arbeid
(Cnrtn del Lavoro), in April 1927 officieel afgekon
digd- ' '
,I)an volgen artikelen van Ednrumdo Hosson
«ver. het fascistische syndicalisme en van Odon
Por over de plaats der coöperatie in de fascistische
corporatiefrechtelijke organisatie.
Besluiten wij onze bespreking concludeerende:'
het eerste Annuaire van het Centre International
d'Ëtudesi sur Ie Fascisme is een voorbeeld van
De begrootingsdiscussies
door Dr. L H. J. Vos
(Slot van pag. l)
Niettemin is er van een meedoogenloozcn,
destructie ven tegenstand geen sprake geweest.
Men heeft verondersteld, dat eenige van de ge
matigde elementen onder de sociaal-democraten.
in die richting hadden gestuurd, maar de verkla
ring zal men toch wel in hoofdzaak elders moeten
zoeken. Vooral de wensch van de meerderheid
deiS.D. fractie, om met twee leden in het DagelijkscK
Bestuur der gemeente zitting te nemen, zy h
etdan ook onder zekere waarborgen -. is de oorzaak
gevonden van de verzwakte oppositie. Vooral toen.
de Federatie op eclatante wijze het realiseeren van,
dien wensch had verhinderd, bleef er niet veeE
grond meer over voor de aangekondigde bestrijding.
Daarvoor heeft een politieke fractie den steun en,
het onverzwakt vertrouwen noodig van de partij.
die ze heeft afgevaardigd en dat ontbrak hier ten.
eenenmale.
Die Geister, die man aufgerufen hat, Komnit
man nicht wieder los. Ten vorigeii jare was het
uit en te na betoogd, dat de beteekenis der
sociaaldemocratie 'niet gedoogde met minder dan drie
zetels in het College van B. en W. zitting te nemen.
De massa is niet zoo dom, om zich zonder gegronde
motieven heen en weer te laten slingeren.
Ook overigens is de positie der S.D. niet
behagelijk. In de groote steden zijn ze over de periode
van uitsluitend crjtiseeren heen en hebben ze hun.
kiezers aan een constructieve politiek gewend. Het
is niet gemakkelijk, dan weer het roer in andere
richting te wenden. Vooral niet, omdat de sociaal
democraten niet geneigd zijn, de leiding ook
niet in de oppositie van den heer Wijnkoop ol'
een der andere communisten te aanvaarden. Zij
willen zelf leiding geven, maar dat is in de gegeven
omstandigheden niet altijd even gemakkelijk.
Hun tactiek is erop gericht, het huidig gemeente
bestuur zooveel mogelijk kleine checjes te be
zorgen en de z.g. burgerlijke meerderheid uiteen
te dringen.
Enkele malen is dat wel gelukt. Wanneer de
oppositie evenwel al te doorzichtig wordt of niet
voldoende gefundeerd, worden de
niet-socialistische groepen op een hoop gedreven. En dat is
althans gezien va"n het standpunt eener syste
matisch werkende oppositie te dikwijls geschied.
* *
Al met al is de politieke toestand in Amsterdam:
niet gezond. De S.D.A.P. behoort in het college van
B. en W. te zijn vertegenwoordigd. En zij zal er
vermoedelijk ook spoedig in terugkeeren. Wij
betwijfelen evenwel, of dat nog vóór het einde der
thans loopende periode zal geschieden.
VAN DER HELST SIGAREN
GOEDE SIGAREN IN EEN BESCHAAFDE VERPAKKING.
deskundige voorlichting op' een hier nog vrijwel '
onbekend gebied.
1) Zie^ Dr. J: F. (Men, Het Fa>tci»inc.
2) Zie:- b.v. J. S. Barnes, The univerml aspei-tfi
o/ Fascism. Williams and Norgate. London, 1928.
3) M. J. flonn, Die Krisis der europtïischch
Demokratie, Münchcn 1Q25.
4) Centre Jnternational d1 Etudes sur l?. Vnttf'u
Annuaire 192.8. ?
BERGT UWEN INBOEDEL
BIJ VOORGENOMEN VESTIGING IN
DEN HAAG OF IN HET BUITENLAND
BIJ DB FIRMA BATENBURG & FOLMER
TE 'S-.GRAVENHAGE,HmJGEN8PABK22
TELE F O O N l 1030
EIQBN GEBOUWEN. Bespreking kosteloos
BPEC. BlNNKNL. EN INTEBN. TBANSPOBTBN
SCHILDERKUNST
Atelier G. H. G raus**
De schilder O. H. Grauss heeft de gewoonte aan
een expositie van werk zijner leerlingen een kleine
tentoonstelling van eigen werk te verbinden.
Beide exposities betreffen, de eene indirect de
ander direct, den heer Grauss en de eene is voor de
kennis van zijn persoon en zijn kunst niet minder
belangwekkend dan do andere. Het werk der
leerlingen merkt en eert den meester. Het is
verscheiden en binnen zekere grenzen persoonlijk
en getuigt duidelijk van des schilders bedoeling om
het métier te onderwijzen en al het andere zooveel
mogelijk aan de prudentie der leerlingen over te
laten. Er steekt in dezen schilder waarschijnlijk
een voortreffelijk docent. Zijn eigen werk is veel
zijdig. HU schildert portrettenen figuur,stillevens,
landschappen en interieurs. Zijn persoonlijkheid is
misschien niet sterk genoeg om op elk dezer vari
teiten het stempel te drukken van een 'zelfden
geest. Een gezicht op Constantinopel zou n om
de visie n om de schildering, van een ander kunnen
zijn dan het groote circus-evenement dat een
sieraad was van de olympiade-tentoonstelling en
waarvan de goede eigenschappen in het atelier
nog beter tot hun recht komen. Die eigenschappen
spreken meer van den schilder dan van tien mensch.
De kleur is meer gekeurd dan doorleefd, meer
genoten dan doorvoeld. Men denkt soms bij
het zien hoe een circuspaard of een neger, ge
schilderd zijn. aan Breitner. Die onwillekeurige
remiscens doet den heer Grauss eer aan; tegelijker
tijd geeft zij een sleutel tot de waardeering van zijn
talent: Bij Bieitner is de kleur tragisch en harts
tochtelijk; bij den schilder Grauss in zijn beste
momenten verleidel jk, vol en harmonisch. In geen
stuk komt dat zoo sterk uit als in het rijke en met
welbehagen geschilderde dubbelportret der twee
zigeunervrouwen. Het is eigenlijk geen portret.
Het is een feest van bonte en sterke kleuren waarin
«Ie gezichten der moeder en dochter, bruin en geel,
een menschelijke kleur.ioot zijn tusschen de kleuren
der doeken en lappen waarin zij zijn gehuld. Voor
den schilder Grauss lijkt dit fraaie stuk mij typee
rend. Maatschappelijk en cultureel staat hij van
deze sujetten mijlenver af. Maar n ding heeft fcij
toch met hen gemeen. Op kleur en op kleurigheid
zijn beiden even verzot; zij om het te dragen, hij
?om het te schilderen. De vaardigheid en de wijsheid
die de heer Grauss daarin bereikt heeft zijn even
opmerkelijk als zijn goede smaak en zijn harmo
nische zin. Doch daarnaast voelt men in dit doek
zeer sterk den terugslag van het genot van het
schilderen. En misschien is dat voor een schilder
een gevaar: zich te veel over te geven aan de wellust
van het yak.
HENNUS
A r mant. I» l j Kl«>.vkump. I>rn HUUR
Het is best te begrijpen, dat in den Haag. en.
tentoongesteld bij Kleykamp. het werk van
Armani goed Verkoopt. Het hoeft toch alle ele
menten om in zekere kringen daar te slagen.
Het' is werk voor het salon van welgestelde toe
risten, voor lieden die per eigen wagen reizen.
de schilderijen en teekeningen nk*t te lang bezien,
<>f aanziend erkennen. De teekeningen van
Armani, met hoe s^eer verbluffende vaardigheid
yjjn zij niet gemaakt ! Hun vlotheid is zoo groot,
dat ik haast zou zeggen: voordat de schilder begon,
was hij al klaar. Maar ? hij is verstandig en heeft
zijn liefhebbers dit gespaard. En niet alleen
de vlotheid is. groot, hoe wel koos dezo kenner
van toeristen zijn ?onderwerpen, of eenvoudiger.
zijn onderwerp. Het onderwerp stadsgezicht na
stadsgezicht, haast zoudt ge moeten schrijven:
architectuurteekeninfj met een lichtrs ivsièerover;
het stadsgezicht van den droom van den reiziger.
d ie'niet te veel tijd heeft om alles te bezien, die
ajp maatschappelijke verplichting de streken der
Fatsoenlijken door-reist, en daar-na bij uiterst
delicaat discours, versterkt door', wat sportieve
termen*' zyn reisherinnering lucht en aan zijn
medemakkers voordraagt.
TUYNENBURG MUVS
De vlucht van Aman Oellah
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
De moderne uitvinding dient den modernen koning
Deze luisteren niet te nauwkeurig, zij weten
toch wat hij weet maar zij gunnen elkander
deze' opluchtingen, wel-levenderwijs. En deze
toeristen in groote wagens hebben het gevoel der
groote vlotafgelegde afstanden; aan hun gevoel
voor grootheid voldeed eveneens Armani. Tegen
over de kil-stijgende gevels der paleizen verkleinde
hij de figuren; eindeloos worden daardoor de
voorgevels; groot er de nympheh der fonteinen.
wier metalen huid. door vele stralen van 't oiiop- ,
houdelijk water de beroemde schakeering ver
kregen, die hoort bij de schatten van 's lands
oudheden. En ? meen niet, dat ik Armani's
vaardigheid onderschat, in Holland hebben wij
niemand die zoo iets kan: zie bijv. hoe subtiel
een gephotographeerde . duivenvlucht bij Armani
aandoet, en hoe hij door wit laten een suggestief
dwarrelen verkregen heef f. als strooide iemand
papiertjes uit. die went el Aid in de trage klare
lucht, steeds d*: gedachtenassociaties van vogels
b ij-brengen. '
In Holland hebben wij niemand zóó. en die bij ons.
buiten de kunst altijd, omgaan niet verf. zooals
Willy Sluyter en dergelijke?!, vinden hier in
yaardigheid hun meester, in oppervlakkigheid hun
gelijke. Want. dat is liet eenige,'wat wij tegen deze
behendigheid met verf kunnen aanvoeren: het
werk is ondiep als een plasje op een straat: in twee
minuten vergeten wij wat er op staat, en weten wij
a!ien, ook door wat weivl uitgespaard, dat het
oigenlijk niets is dan papier;.dat de architectuur
is papier, dat de nymphen zijn papier en dat de
duiven zijn papier. Het is dus niét andere woorden:
werk voor een tijd met sne"verkeer, liet kost
inderdaad geen tijd het tédoorgronden, en hot'
belet'u door niets dien dag verder te trekken,
en Umbriëte gaan bezoeken of het wreed werk der
Etrusken. Integendeel bij, de jazzmuziek zet ge
het: op uw knieën en ervaart het. Het w;erk
verdraagt' geen enkele Ware langzaamheid.
' Frunsehe lioiljOM. Mllhouctten <van
ItVlly Itodcnlu'lm
Mij bereikte van dit werk allén deel' I, en ik kan
u alleen hierover mijn bevinding mededeelen.
Het is dus een partieelc bevinding, en ik sta
voor deel 11 niet in. Maar dit deel I is dan zeker
«en aardige uitgave op papier, waarin ge het water
merk de Haasbeek vindt. Deze uitgave is een
genummerde uitgave, en ge begrijpt . dé'voor
zichtigheid van de uitgevers de Spieghel", er'is
een risque aan zulk goed uitgegeven boek. De
inhoud dan (van 1500-^lSOO) bestaat uit Pranschc
liedjes, niet soms de zangstem. erbij. De liedjes
zijn goed, tee^er en wreed soms te saam< en met
oen eind (een couplet of een vers) dat een waarheid, ?
.VERPAKTE
lIjCERIJEN
?jEZtalcn als in ouden tijd
is. die door geen tijd werd aangetast. De versie
ringen van Nelly Bodenheim, in den vorm van
silhouetten hebben eer iets achttiend'eeuwsch
dan van de vijftiende eeuw. Ze zijn niet in streng
verband met den gedrukt en'text. maar ik heb
nooit iets gehad en' zal nooit iets hebben, tegen
speelschheden. die vrijheden zijn tegenover
dogniata. Zij zijn aardig in hun speelschheid.'luchtig.
nu en dan ironisch, zooals de verzen ook dikwijls
zijn;-ze zijn vroolijk en verwant aan haar vroegeiv
teekeningen: ik zeg niet dat ze dieper van wezeii
zijn. maar er is mér lucht in en meer gratie.
Ze zijn niet op een Kngelsche manier geïllustreerd.
die tot een manier geworden is: er is geen
versletenheid in va 11 de aandacht tegenover de
illusstvatie. Daardoor is dit album (Deel I) voor mij
een genoeglijk be/.it: Ie omdat ik het soort dei
versjes en. der liedereu waardeer, die leeren.
dat ge zelfs bedroefd kunt zijn zonder zwaarte.
en («olijk zonder zwaarwichtigheid en 2e omdat
Nelly Bodenheim met een eenigszins haar nieuwe
gratievolle lenigheid illustreerde.
l'LASSCHAEKT
LIEVER
MEUBEL