Historisch Archief 1877-1940
'l
l i
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 JANUARI 1929
No. 2695
ANNELIE
door John Kooy
KLEINE' schepen hebbon altijd
moeite om buitengaats en de.
bezwaren van de branding te boven
tükomen. Maar het was niet daarom,
dat de mannen van de Wilhehnina 11
zoo druk in de weer waren, aan touwen
'sjorden, aan de nog niet geheschen
zeilen prutsten, aan houten en stangen
rukten en niet gefronste brawven en
saamgeknepen lippen van achteren
naar voren liepen. De moeilijkheden
van de uitvaart toch kwamen geheel
voor rekening van de sleepboot, die.
langzaam zwoegend, maar hardnekkig
vorderend.' het kleine
visschersvaartuig zee-in bracht* Waarom dan dit
vertoon van bedrijvigheid;'
Den zeeman, die liet groot e water
tegemoet vaart, bevangt op dit be
slissend oogenblik een vreenul, op
windend gevoel, dat voor evenveel
deelen uit angst voor als uit.verlangen
naar de wachtende taak is samen
gesteld.
Maar dat niet alleen. In het bin
nenste van den uitvarenden zeeman
speelt zich een proces af. dat hem te
meer drukt, waar de werkelijke be-'
teekenis ervan hem onbewust blijft.
Straks zal de stalen tros. die het schip
met de sleepboot verbindt, worden
losgeworpen en. deze zal naar de haven
terugkeeren. Weer enkele uren later
zal het laatste streepje land achter den
horizon verdwenen zijn. En op een
maal zal de wijde wereld, die de
lamlrot zich nergens zoo wijd en
"weidschvoorstelt als midden op zee. wanneer
?/oo ver het oog reikt water en hemel
<»m den voorrang strijden, op eenmaal
zal die wereld ineenschrompelen tot
enkele vierkante meters vloer boven
een ruim en een trapje naar een lage.
donkere kajuit.
(??een wandeling in die wereld kan
rechtuit langer dan enkele nieters zijn.
Nooit kun je een hoek omslaan en
plotseling in een straat komen, waar
je nog nooit geweest bent. Nooit kun
je iemand tegenkomen, dien je nog
niet' eerder 'hebt ontmoet. Vit deze
wereld is.plotseling het onverwachte
weggenomen, dat ons in de wijde
wereld aan land de belangstelling
voor het volgend oogenblik doet
bewaren. Aan -boord van een kleine
schuit vloeit die belangstelling, die de
eigenlijke kern van ons leven is. lang
zaam weg. En niets komt er voor in
«ie plaats. Maar erger nog is. dat uit
die ineengeschrompelde wereld aan
boord de afstand is weggenomen:
nooit kun je een deur achter je dicht
slaan en hard wegloopen
Dat wét de uitvarende zeeman tot
in het merg van zijn beenderen. Hij
wpet, niet in* woorden en niet jin
gedachten, maar hij weet, en het is
hem een drukkende benauwenis.
dat waar afstand ontbreekt, geen1
zelfstandigheid en geen eigen persoon
lijkheid kunnen bestaan.'.En in de'
branding, de neutrale strook tusschen
land en zee,, denkt de zeeman met den
gierigen .ijver van een vrek. die zijn
goud telt en zich door onbescheiden
blikken omringd waant, zijn laatste
eigen gedachten straks, in volle
zee, zal hij nog slechts de gemeen
schappelijke gedachten van het schip
kunnen denken.
Vandaar de oogenschijnlijk niet
gemotiveerde bedrijvigheid op een
schip, dat naar buiten wordt gebracht.
Zooals de Wilhelmina II. Van den
kapitein, tofc.de jongens zat hun die
strakke , rimpel in f het voorhoofd., en
die harde blik in de oogen, die op hun
voornemen duidden hun persoonlijk
heid tot het laatst Ie verdedigen, liet
zou hun niet gelukken. Kr was geen
schaduw van gemeenzaamheid tus
schen de manschap. Nog niet. Eerder
schenen wanden van haat ieder met
zijn eigen denksels in te sluiten.
Alleen Dirk Bot loerde van de plaats
waar hij stond over het neergelaten
zeil en langs den mast naar het andere
einde van de Schuit, waar Klaas van
Til bezig was. Klaas loerde terug.
De schoft !"
De tanden op elkaar volhardden zij
in hun houding van bezige mannen,
elk de eigen gedachten, neen, do
gedachten van den ander in het hoofd
om en om wentelend. Die gedachten
bestonden, bij beiden, uit het. beeld
van een bloeiende jonge vrouw, van
de blozende Annelie, die op de kade
liet vertrekkende schip had nagewitifd.
Voor wie was Annelie op het laatste
oogenblik komen aandraven, terwijl
de trossen al losgeworpen waren?
Voor Dirk, die haar op een avond in
de luwte van een duin zijn liefde had
uitgelegd? Of voor Klaas, die haar
weinige avonden later in de schaduw
van den vuurtoren in vertrouwen had
genomen? Wie van hen had het uit
sluitend recht hier in de branding aan.
haar te denken, zich haar beeld te
herinneren, zooals zij daar in den even
speelschen wind. de witte tanden
lachend, een arm ten groet opgeheven.
stevig op de beenen geplant op de
kade had gestaan?
Dirk!
Klaas!
Opnieuw sprong in hun blik een
vlam van naijver op eikaars gedachten
tusschen de jonge kerels over. Een
.naijver, die hier, in de branding, met
aan boord de stemming van een
krampachtige?! zelfstundigheidsdrang.
tot een feil»; i haat opspatte, tot een
gevoel van haast physieke walging in
het vooruitzicht van de onverbidde
lijk dreigende gemeenzaamheid in
volle zee. Toen werd in beiden de wil
geboren het herinneringsbeeld- in den
ander uit te roeien. Nu dadelijk l
Maar de deining van het water werd
regelmatiger: de sleepboot had haar
plioht gedaan en keerde in wijden
boog terug hu-ar de haven. Aan boord
van tle Wilhelmina 11 werd de schijn
van arbeid door werkelijkheid ver
vangen. Kr moesten zeilen geheschen,
touwen vastgesjord worden ? en de
schipper \-loekte voor de guheele
manschap tegelijk de strakheid en het
gejaagde in zijn hersens weg. Klaas
plantte in het Voorbijgaan zijn zware
laars op Dirk's voet. Een Oogenblik
. stonden ze met gebalde vuisten en
steenharde oogen dicht tegenover
elkaar. Hun werk belette hun het toen.'
en daar uit te vechten,, Maar het
oögcnblik voor de. onmiddellijke daad
was ook voorbij. - I^ater op den dag,
.vlak voor het vallen van den avond
en met een'laatsteh veeg van het land
nog in zicht, knelde Dirk Klaas' hand
tusschen de reeling en een, touw, dat
hij aan trok.
..Ik zal je g...... !?"
Maar ook nu ontlaadde de spanning
zich niet. Er was een sluwe voorzich
tigheid in beide mannen gekonien, die
hen waarschuwde voor een openlijk
gevecht, waarin zij , ongetwijfeld > bei
den zouden verliezen, aan het eind.
Het ging tusschen hen om een werke
lijk bezit, niet om de voldoening den
ander in ieder geval daarvan te hebben
uitgesloten. In hun ziel was niets van
het ruig-heroische, dat soms tot
doodslag overgaat; bij- hun wezen en '
in deze omgeving paste alleen de
klef ^vrekkige moord, die mogelijk
Scheurkalenders
Het nieuwe jaar 'm, na de eerste
van goede wenschcn, fooien en I'. F.,
thans goed op gang, en elk heeft het besef
dat w' in het oude tempo verder slokken.
l\'nnt aan den wand vu n hulzen en kanton n
tcaar kabbelend het leven verder glijdt,
ziet men aan het kalenderblad den tijd
verntrijken. . . . net als ieder jaar tevoren.
't Maakt geen verschil of iclj de blikken wenden
op uchcurkalcnders van verscheiden soort,
met eiken dag ten prentte of een woord
om het verstand of het gemoed te «lichten.
Maar mtt mij eiken day' opnieuw doet denken,
als ik de. blaadjes van mijn ivand ka tenders scheur.
i* niet de datum, maar de rijke keur
ra n vrienden die ons die kalender* schenken.
A la ik ontwaak- dan lig ik eerst te kijken
naar data van een Stoomvaartmatitttchuppij,
en later, in mijn bad. bevestigt mij
dlc data een adres van icasch en strijken. . . .
. . . .die 'kiceer bij mijn ontbijt kan eerilieeren
op de kalender van een aittostal,
om die terstond op mijn kantoor op tal
van Scheurkalenders scherp te controleeren. . . .
Xccn. . . . neen. . J . ik heb waarachtig niet Ie klayen.
De slager, de verzeker ing maatschap pij,
de klokkenmaker, smid en drukkerij.
ze tellen allen naarstig mijne dagen.
Ze doen het artistiek of nuchter zakelijk. . . .
De lu.i-c-aitto-stal heeft mij veneend
met een wat onwaarschljnUjk-jcIlc prent.
en de poelier is eiken dag vermakelijk. ...
Wat kan ik in dit leven nog begecrcn,
aldus van dag tot dag door sorg omringd.
door 'thcir van mijn relaties, dat mij dwingt
ze eiken dag opnieuw te consullceren. ...'?'?
ltf S TOK K
onontdekt blijft, lïvde volgende dagen
traden zij elkaar dan ook niet openlijk
tegemoet; maar evenmin liepen zij
elkaar uit den weg. Dirk berekende,
dat bij het visch schoonmaken zijn
mes kon uitschieten over den pols
van den ander. Maar Klaas was erop
verdacht en wist het lemmet nog
juist te ontwijken. Zelf trachtte hij
zijn vijand te treffen met een zware
ijzeren katrol toen hij het kajuittrapje
opkwam. Maar als bij ingeving sprong
hij opzij, juist toen liet moordend
gewicht van de roef afkantelde.
* *' .
In vijf dagen putten zij alle moge
lijkheden van. het toeval in hun be
perkte wereld uit. Toen trokken aan
den h'emel zwarte wolken samen en in
weinige uren was de stevige wind aan
gewakkerd tot een loeienden orkaan.
die het loodgrijze water, tot dreigend
hotsende bergen van schuimend ge
vaar rondom het kleine schuitje op
stuwde. Weldra braken de golven
donderend over het dek. Druipend
in hun glimmend-zwarte oliejassen,
trachtten de mannen vast te sjorren
wat dreigde óver boord geslagen te
worden. Fluitend werd hun het zee
schuim van détoppen der golven in
de verweerde gezichten' geblazen.
Hun roodgerande oogen schenen in de
kleurlooze. vuilgrauwe atmosfeer meer
naar een vlekje licht, een schijn van
kleur, dan naar een vast punt in dezen
hysterisch krampenden ? chaos van
water te zoeken*.
Vooruit sloeg een luik los. Ieder aan
een zijde van het schip zich vast
klampend aan de reeling, trachtten
,twee mannen de plaats te bereiken,
oni zoo mogelijk de schade te her
stellen. Bijna gelijktijdig herkenden
ze elkaar in de vale schemering. Lang
zaam kropen zij vooruit, telkens even
met afgewend gezicht stilstaand als
een z»-e overkwam. Zij vordeid<-?i
haast met decimeters tegelijk teg«-:i
den wind en het water in, verbum).
door het vliegende schuim en met
bloedende handen.
Eindelijk hadden zij het luik be
reikt. Met inspanning van al hun
krachten sjorden zij het op zijn plaats
en verzekerden het met de bouten'..
Gelukt ! Strak keken de mannen
elkaar n seconde in de oogen. Toen
rees naast den boeg een nieters hooyt
watermassa op, terwijl het schip m^t
den neus in de diepte scheen te-zullen
verdwijnen. Een ondeelbaar oogen
blik. bleef de grauwe
waterpyramid*op haar basis wankelen ; toen brak
zij en stortte met bulderend geweld
op de schuit neer.
Dirk lag met het gezicht vóorov* i
e.n de armen om het luik geklemd, toen
het water Was weggespoeld'. Voor
zichtig hief hij het hoofd op en keek
om zich heen. Om zijn mond verscheen
een harde, pijnlijke glimlach, toen hij
naar zijn rechterhand keek, dje uit
een gapende snij wond dwars over den
rug. hevig bloedde. Langs de icelin;;
werkte een man aan een lang touw
zich naar de plaats, waar hij lag.
..Man over boord !" schreeuwde
'hij hem toe en het leek de juichkre«,-t
van een overwinnaar. .
Maar de, wind blies hem de woorden
voor den mond weg.
ffiutve
scfvtate
,^ fuud
T^ en springende lippen
PUROL
DdtM 30-60. Tebt 80 et. BQ ApotL ca Droglil.»
i
No. 2695
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 JANUARI 1929
Croquante
croquetjes
door Alida Zevenboom
OM de vuilnisbak. Nergens anders
oni. En daar maakt dat monseh
een lawaai om of ze haar der man
he.bben afgenomen. En dan zou je
nog grootsch zijn op zoo'n man!
Om de vuilnisbak. Omdat hij per
ongeluk voor haar deur heeft gestaan.
Maar ik hob het mijne ervan gezegd.
al moest ik er zoo mijn warme bed
voor uit. Ik had er een longontsteking
mee op kunnen loopen, maar dat
liet ik me niet zeggen. Kn dan moet
je zelf zooveel boter op je hoofd
hebben. Kr zijn wel oorlogen om
mindei dan een vuilnisbak aangeko
men, heb ik wel eens hooren zeggen.
maar zij zal nu haar mond voorloopig
wel houden. Ik ben er nog schor van.
maar dat komt van mijn zware ver
koudheid. En dan in zoo'n nette
straat als de onze. Hoe durf je !
Als je zoo op je bed ligt. denk jo
over alles na en zoo dacht ik tegelijk
aan een kalf soest ert je voor meneer
Stanislafski, waarvan hij zooveel
houdt en aan het Museum-theater.
Hoe die dingen bij elkaar konten.
weet ik niet, maai' een niensch kan
soms zoo raar 'de boel door elkaar
halen. En toe.ii dacht ik dat x.ij de
moeilijkheden met dien schouwburg
toch heel gemakkelijk konden op
lossen als zij de plannen van meneer.
Marius Bauer, die mij altijd zoo'vrien
delijk groet waarom weet ik niet
en mijn aangetrouwde zwager heeft
al eens geopperd, dat het zijn zal om
dat ik doe denken aan een of anderen
ouden Bedouin, maar met dien zwager
ben ik allang niet goed met de
plannen van meneer Staal combi
neerden. Waarom niet het park van
meneer Bauer en den schouwburg
van meneer Staal met' andere woorden
een openlücht-theater op het Museum
plein? En als wij er dan meteen een
kinderspeeltuin bijmaken. slaan wij
ook nog de vlieg van meneer Koop
man in n klap. die op het dak van
zijn sc.houwburg de kindertjes wil
laten wippen en schoppen.
Of nog ander/: laten de heereh
van den Hoya-ards-schnuwburg met
die van d^ Wagueryereeniging botje
bij botje doen en mono .«r Staal zijn
nieuwe gebouw in het Kleine-
Gartmanplants'jon zetten. Dan is ieder
een tevreden, zoowel de familie
Iloyaards, meneer Staal, meneer
Wibaut en meneer Bauer. En dan
kost het Amsterdam minder. ?
Ik heb. er met het acteurtje. van
liet Leidscheplein over gesproken.
maar. die is er vlak voor om den
Stadsschouwburg af te breken niet
alles wat er in en om en aan is; en hij
vertelde mij in vertrouwen dat
meneer Van Dalsüm nu ook al weggaat.
wat niet erg is, zoo liet hij ei; op
volgen, want nu gaat meneer Verbeek
d|> rollen van ? Van Dalsüm spelen en
LINGOLN
de meest volmaakte wagen
JAN LIMBACH- Haarlem
TJIETA (Z. W. CELEBES)
Tekst en teekening door J. G. Sinia
Van de vete patrouilleiochtcn, welke ik mankte gedurende het tweetal*jaren, dat ik in &oppeng-duorb.'<n:h'.
bewaar ik wel de aangenaamste herinneringen aan die. welke mij naar het landschap T.i Ma, een
vn:itl*t>i>ifivan Soppeng. voerde. Slet alleen vond ik daar te allen tijde ntft mijn patrouille een goed onderdak b(j <!>??
rcgeerendcn [ro/W. een der meent geschikte tg pc n onder de Soppcngwhc grollen, muur Int bergland w»« ilmir
lang zoo zicnar niet als in het overige deel wn.t liet land. Vun «'.'e-' i-euft-l. ii'ffnrop <l< nirxfflijke woning lm;. /??;.-/
men een schitterend uii:ief>t over di Lu'amkafn. liet «igm'lijke Soppemi en dikwijl." >»h !/. d'ntr <ie*titun. ixr-n-t
ei'er het mooie, golreiide landschap n naar din Boeloedoea {?Iweei'mghcrg. op «'? tctf-e>ting re>-hit., <>!??
ici'lks ro-1' o/»s hirak lag. ? ' '
vi zal zien dat het publiek het niet
eens zal -merken. Ik heb van die
dingen geen verstand n het kart me.
ook niet veel schelen als ik maar
mijn vrijbiljetje van tijd tot tijd krijg.
Maar van de week Was ik toch wel
het meest verrast toen daar in eens
meneer Marchant voor mijn bed
stond.
Ik heb de boven-voorsuite voor
meneer Liebermann kant en klaar.
zei ik. en nieuwe gordijnen en een
nieuw haardkleedje en een dekbed.
want meneer zal wel ' gewoon zijn
o'rider een dekbed te slapen.
Ik heb nog nooit iemand zot) droevig
zijn hoofd zien schudden.
Er zal niet veel van komen.
mevrouw, zei hij. en ik geloof dat'u
verstandig zal doen. niet op hem te
rekenen
Ik voelde dat mijn temperatuur in
eens weer naar boven ging. want een '
afspraak maken en iemand.op kosten
jagen en dan maar ijskoud te zeggen:
Het gaat niet door.... neen, daar
komt mevrouw Alida niét van in.
' , -?. Ja. zei hij. u begrijpt dat ik u
schadeloos zal stellen. Hij heeft een
ander pension op het oog, hoor ik,
dat gemakkelijker gelegen ie, dichter
bij het Gerechtshof en het is ook
goedköopér, want de arme man moet
tegenwoordig op dte kleintjes passen.
Maar een schadevergoeding krijgt u,
daar blijf ik u borg voor.... '
Hm,.zei ik. En al die, inillioenen
dan? Waar zijn die?
Daar weet ik niet van, zei
meneer Marchant. Ik verdedig hem
met. U begrijpt.... Ken aanstaand
minister der .Kroon kan zich toch
moeilijk inlaten met iemand als
Lieber...v.
Wat zegt u'r vroeg ik en ik ging
richt op zitten. Een minister van de
Kroon?. Van welke kroon, als ik
vragen mag?
Maar heeft meneer C'olijn u
dan nog niets ' gezegd ? Weet u dan
niet dat er' heel in het geheim onder
handelingen gevoerd worden tusschen
meneer Nolens en meneer C'olijn en
'mij over een nieuw soort coalitie? Nu
wij zoo met elkaar spreken, blijkt het
dat wij het eigenlijk altijd eens zijn
geweest en dat er maar een paar kleine
'verschillen op ondergeschikte punten
zijn. Het is net- als met sommige
menschen in de liefde. Jaren lang leven
zij naast elkaar, en op een inooien
dag ontdekken zij in eens, dat zij
altijd van elkaar hebben gehouden
en getrouwd zijn zij.
Net als die dame hiernaast
van dévuilnisbak, zei ik. Die moet
ook zoo getrouwd zijn en nu loopt zij
om de week met een blauw oog.,...
Maar met de schadevergoeding
van nlenuer Liebermann is het in
ordo.
Ik krijg mijn onkosten vergoed nog
vóórdat meneer Marchant minister
van de Kroon is!....
Tentoonstellingen
i i. ?
Museum voor Ouders en Opvoeders,
Rotterdam. Hygiëne-tentoonstelling.
Tot 30 Januari.
Kunst/aal d'Audretsch. Schilderijen
door ' 1}. ,. A.' van Daalhoff. .'Tot l
Februari.
Bufta en Zoitn. Amsterdam.
Schilclt-rijf a dot. r M. E. va i
Altena. Tut l F
.Stedelijk Museum. Auuteidam.
Württemhei-gsche Kunst eu Kunst
nijverheid. Tot l Februari.
Kunsthandel van l.i-i. Werk»/»
?looi l'harh-y Toorop. Tot - Februari.
Di- Bi'o.i. den Haag. W-rk-?.i door
G. van E-k. Tot 10 Februu-i.
Huizo van Hasselt. Rott.'fLirn. 'Wer
ken door M. C. Esscher. Eenme nieuwe
Werken ' door Jaap (.iiddinj;. Tot 11
Februari.
. llulkeina. Kokin T l-; "«>.
..Ensoi -..Tentoonstelling." 'Tot 10 Fe
bruari.
D. G. 'Santee I «andweer. Amsterdam.
?Hout sneden door Ignaz.' Kppei. Tot
l "i Februari. - ?
J. S. 'Ketter en ('o, 'Amsterdam.
Schilderijen en Aquarellen door He.nri
Housseau. Tot ? 1H Februari.
' 'Nationale Kunsthandel, Amster
dam.- Werken vn Gaston la Touche.'
T» .t 17 Februari:''
J. II. do, Bois. Schilderijen door
Visser. Tot 20 Februari.
Stedelijk Musem.
Eere-tentoonstelling. J. A. Zandleven. Tot l Maart.