Historisch Archief 1877-1940
l
i^ ,Jv ? ^_ ^f? -^^ ?- ^? ' ? ~^r mm ^^~ MI ? ?? ?m?.^~,^m*^mi. - ?
eekblad voor* Nederfari
?Sinds meer dan vijftig
/aar aan do «pits der
-weekbladen . . . ,"
ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr, A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN
TOP NAEFF. ? Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
? KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM ? C. ?
Dun, tóch ijzersterk
OPGERICHT IN 1877
No. 2695
Dr. GORNELIS LELY
door H. A. van Ysselsteyn
Oud-Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
fllOEN op het eind van Augustus 1SÜ1. na langt»
JL barerisweën (zooala zulks in Nederland
geihruikelijk is) het Kabinet van Tienhoven?Tak
van Poortvliefr tot stand gekomen was. wekte de
benoeming van den U7 jarigen Lely tot Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid alom
verbazing: Deze was toch in het land volkomen
onbekend. Echter niet bij hen die een Delftsche
opleiding genoten hadden ! De studiegenooten uit
de Prinsenstad vertelden elkaar gaarne staaltjes
van de groote bekwaamheid van Lely.die op
twintigjarigen leeftijd het ingenieursdiploma verworven
had. na gedurende zijn korten studententijd het
?"orpslevcn met Volle teugen genoten te hebben.
Maar aan den anderen kant gold Lely tot dien.
? >ok als liet voorbeeld van een veelbelovende!»
afgestudeerde, die n,iet «eslaagd was. Immers, uien
mocht hem na zijn promotie tot ciyiel-ingenieur
vinderscheiden, o.a. door hem reeds, ii jaar nadien
?waardig te keuren de iugenieursexameu.s at' te
nemen, of door hem te laten medewerken aan het
groote standaardwerk over waterbouwkunde van
tal van Delftsche hoogleerareii: dit nam niet weu.
dat, ook toen heiii deze opdrachten tr beurt vielen.
hij zich moest tevreden stellen met het /eer be
scheiden, hoogst karig bezoldigde baantje van
[buitengewoon opzicht.-!1 bij 's Rijkswaterstaat.
Hij was in die hoedanigheid de wiskunstige
rech.ie.r'hand van den hoofdingenieur voor de groot.'
rtviér.m .T. van den Toorn.
Reeds geruimen tijd had hè-1 Tweede Kamerlid
A. Buma. propaganda gemaakt voor het droog
maken der Zuiderzee. Niet tevreden niet de talrijke
plannen, die in den loop der jaren waren geopperd
om dit water gedeeltelijk droog te leggen, had
Buma zijn hart verpand aan i«en algeheele inpol
dering, dus met inbegrip der Wadden. Hij slaagde
er in een vereeniging op te rjeliten. die onder
v.ijn praesidium een technisch en finantieel ónder-'
zoek zou instellen, omtrent de afsluiting der geheele
Zuiderzee, mede ter voorbereiding van een. latere
geleidelijke drooglegging van dit water, de
Wadden en de Lauwerzce.
Deze vereeniging bracht'inderdaad de noodige
Xiddmiddelen bij elkander om de plannen te
maken. Hoofdingenieur van het onderzoek werd
J. v. d. Toorn: ingenieur <\ Lely.
Deze wijdde zich niet groote voort varendheid
aan de.ze taak; talrijke nota'.s werden gepubliceerd.'
die op echt wetenschappelijke wijze het vraagstuk
met groote nauwgezetheid' behandelden en daarop
een gpheel nieuw licht deden vallen.
Van den Toorn keerde betrekkelijk, spoedig
in den Rijkswaterstaat terug; Lely heeft dan ook
feitelijk het geheele onderzoek, en alles wat daaraan
vast zat, geleid.
Toen deze. in het bijzonder op Tak van
Poortvliet 's aanbeveling, in het Kabinet van Tienhoven
trad, was het geheele plan tot afsluiting en
drooginaking der Zuiderzee gereed. Dit week belangrijk
«f van hét indertijd door ,den inmiddels overleden
Buma gepropageerde denkbeeld. Het muntte uit
door groote oorspronkelijkheid en wordt thans met
betrekkelijk onbelangrijke wijzigingen uitgevoerd..
Minister I^ely stelde spoedig een staatscommissie
in om te onderzoeken, of het plan der Zuiderzee'
vereeniging, zooals dit door hem ontworpen was, in
* *
*
ZATERDAG 26 JANUARI 1929
's land* belang behoorde te worden ondernomen en
zoo ja. hoe dit diende te worden uitgevoerd.
Enkele dagen voor het aftreden van het Kabinet
van Tienhoven bracht de staatscommissie een
rapport uit. waarin de groote meerderheid de
uitvoering van het plan voor staatsrekening aan
beval. Het is wel kentcekenend voor den wensen
naar groote objectiviteit, die Lely bij dit onderzoek
bezielde, dat lu'j. ofschoon voorzitter dezer staats
commissie, .alleen de eerste en dt? laatste ver
gadering geleid heeft.
Het eerste Ministerschap van Lely heeft slechts
2.V jaar geduurd: uit den aard der zaak kou weinig
«?orden tot stand gebracht, (u-heel anders was dit
in de periode van IS!)7?U»Ol toen hij als Minister
van Waterstaat. Nijverheid en Handel in het
Kabinet i'ierson tipt rad. Nu kon liij zich in het
bizonder ook wijden aan de sociale taak van dit
Departement. Hij toonde zich defervaren parle
m» ntariër, die op het nu-est uiteenloopénd gebied
voortdurend bereikte, wat hij wenschte. De zwaar
ste taak viel hem ten deel bij het behandelen der
Ongevallenwet. Na hevigeii strijd aangenomen
?in.de Tweede Kamer. doch.verworpen inde Kerst e
Kamer, heeft liij den zeldzamen moed gehad een
.herzien, wetsontwerp in te dienen, dat. omdat het
de risico-overdracht mogelijk maakte, op'de mede
werking van den Senaat kon'rekenen. Ken krachtige
wil. geschraagd door evn hoog plichtsgevoel was
daartoe noodig. Immers de departementale amb
tenaren, die het eerste ontwerp hadden gemaakt.
gingen niet dan onder pressie tot deze herziening
over; enkele Kanverled'-n, die hem in politices
zeer na stonden, vervreemde hij van zich. .1. D.
Veegeus vond o.a. aanleiding, zijn. stem aan de
gewijzigde wet te. onthouden.
De overtuiging, dat. deeil hij deze concessie.
niet. de arbeiders nog gedurende een onafzienbnren
tijd de slachtoffers zouden zijn. deden'hem'over
dt'ze bezwaren heenstappen..
Ken ander monument heeft Lely zich gedurende
zijn 2e Ministerschap gesticht door de wet. waarbij,
de aanleg der stnatsmijnen in Limburg bevolen
werd. Indien thans het Staatsmijnbedrijf zulk een
belangrijke plaats inneemt in ons industrieel leven.
dan is dit te danken aan Lely. <lie daarbij krachtig
gesteund werd'door Dr. Nolens.
«iedurende deze ininisterieele periode is ook de
subsidieering der intercommunale tramlijnen stel
selmatig doorgezet. De aanleg, dezer lijnen heeft
een geheelen ommekeer in het leven ten platte
lande gebracht. Wel is waar worden, nu de auto
bussen allerwege burgerrecht verkrijgen, de tram
lijnen niet meer gewaardeerd., maar vóór Lely's
.subsidiebeleid, toen het auto verkeer nog nauwelijks
bestond, was de isolatie van het platteland vol
komen.
Na de zoo vruchtbare werkzaamheid in het
Kabinet Pierson stelden het gouverneurschap van
Suriname, gevolgd doot het wethouderschap van
's <j ravenhage. weder geheel andere eischeii aan
Lely's werkzamen geesi.
Dr. C. Lely
N. was daarvan in lüo.' losgemaakt. Toch moest
hij ook nog in l Si 11 zijn krachten aan de arbeiders
verzekering wijden, toen. na het aftreden van
T. reu b als Minister van Landbouw. Nijverheid
en Handel, dit. veoial to»m zoo belangrijk onder
deel van dit departement tijdelijk bij .Waterstaat
werd i imlerüebracht.
Vervolg op pag. 4.
)/7*<ycfat sfeects Bonbons*
oya c/e/7 naam
Eindelijk deed in 1.013 C'ort van der Linden een
beroep op zijn medewerking door hem de porte
feuille van Waterstaat aan te bieden. Het sociale
deel van het vroegere Departement van W. H. en
DE GROENE AMSTERDAMMER
P r IJ s peY Jaargang ? 10.? bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. ? Advertentiën ?0.75 per regel.
Postgiro 72880, Qem.-Giro O 1000.
INHOUD:
-1. H. A. van Vsselsteyn, Dr.CarnclisLely.
2. Jan Romein, De tragedie van een volk.
3. Johan Braakensiek, De strijd om de
kwaliteitszetels ? Spreek:aal.
Top Naeff, Dram. Kroniek.
L. J. Jordaan.Liebermann-t'AlBlon ? Constant
Wessem( Muziek.
oV-,?la,sschaert en Qtto van Tussenbroek,
Schilderkunst.
Dr. jac. P. Thijsse, Wolfsklauw ? Mr. Frans
Coenen, Kroniek
Anth Thiry, Het licht uit het Noorden ?
Recepten.
10?11. Mr. Jan den Texen Architect C. J. Biaauw
Het Museumterretn, met teekeningendoor A Hooft
Otto van Tussenbroek, Marionetten.
L. J. Jordaan, Bioscopy.
C A Klaasse, Koper én Beursspiegel ' ?
Charivarius, Schopenhauer ? Melis Stoke
Huiselijke oneenigheid. '.
Radio en Grammofoon.
John Kooy, Annelie ? Melis Stoke, Kalender.
A.lid£s£?i}uante Croquetjes ? J. O. Slnla, Indië.
Cel 2. Telefoon ? Charivaria.
4.
5.'.
6.
7.
9.
12.
13.
15.
16.
17.
18.
«9.
Omslag': Spelprobümen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek. Het vraagstuk der
schulden*
Stille
reliot
;teld.
. Z-lf
nden
r dat
. zal
UCtïe
?ordt
A XX