De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 26 januari pagina 7

26 januari 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

'l ?.. n l PLAN-BAUER HET MUSEUM-TERREIN Teekeningen voor ?De Groene Amsterdammer" TE AMSTERDAM door Architect A. Hooft PLAN-STAAL > * , De kunstenaar Bauer heeft de gedachte gqhad, het Museumplein in hoofdzaak onbebouwd te laten. Deze gedachte heeft terstond de sympathie gewonnen van een groote hoeveelheid Amsterdammers, ook onder hen, die aanvankelijk veel voor een groot opgezet Museum-theater voelden. Deze sympathie werd zóó groot, dat het (iemeentebestuur, dat van den aanvang af zijn voorliefde voor het' plan-Staal niet onder stoelen of banken had gestoken, zich door een Baadsvotum genoodzaakt zag, beide plannen-aan een vergelijkende be schouwing te onderwerpen en den Heer Bauer in de gelegenheid te stellen, pok van een oplossing .in zijn geest een maquette te ontwerpen. Dit voorstel, ingegeven door den wensch, deze idee te helpen verwezenlijken, heeft in dit opzicht bijna hét tegendeel bereikt van hetgeen er mee bedoeld werd, omdat het aanleiding gaf tot vergelijkingen, die in hooge mate onbillijk zijn. Immers, het plan-Staal was de vrucht van een prijsvraag Van De Wagnervereeniging, die den ontwerper en' zijn mededingers in staat gesteld had zich gedurende vele maanden aan de studie van dit uiterst moeilijke stedebouwkundige pro bleem te wijden en één gebouw te teekenen, dat aan een nauwkeurig omschreven bestemming moest voldoen. BaUer had dezen tijd-van voorbereiding niet en niemand had hem een economische opdracht gegeven, zoodat hu in enkele weken een uitgewerkte schets moest maken, uitsluitend ingegeven door aesthetische overwegingen. Dit vitium originis heeft zich in het plan-Bauer, waarvan de maquette op 13, 14 en 15 December ?.1. in de militiezaal was tentoongesteld, op duidelijke wijze gewroken»-hetgeen nog sterker uitkwam door de geheel verschillende maquettes. Deze laatste fout is hierboven vermeden, doordat de maquette-Staal ten grondslag gelegd is aan de teckening ook van het plan* Bauer, maar de andere is blijven bestaan; zij is zóó begrijpelijk, dat het wat kinderachtig lijkt, dat B. en W. in'de toelichting tot de voordracht hun kruit verschieten om het plan nog nader af te breken. De reden, dat niettemin beide teekeningen nog eens naast elkander in vogelvlucht worden gereproduceerd, is om nog eens goed te doen uitkomen: , a. het verschil in uitgebreidheid, maar vooral ook in hoogte van de beide ontworpen gebouwen, waardoor Rijks- en Stedelijk Museum, en zelfs het zooverachte Concertgebouw, hun monumentale beteekenis behouden, waaróphun innerlijke waarde hun recht geeft; 6 de groote ruimte, die in het plan-Bauer aan groen en bloemen, het laatste volgens de ideeën van de Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde, besteed kan worden. Dit en niet anders is de .bedoeling van onzen grooten etser geweest, welkenatuurlijk nog, op geheel andere wijze dan in deze teekenïng, verwezenlijkt kan worden; ik herinner slechts aan het plan van den Heer Van Putten, dat hier indertijd afgebeeld en besproken isj Om tot een plan te komen, dat tegen over het in menig opzicht uitnemende van den Heer Staal geplaatst kan worden, zou men aan een of meer deskundigen dezelfde voorwaarden van tijd en geld moeten bieden, die hem gegund zijn geweest, met als hoofdtaak: oplossing: van. het probleem van het Scheeve Plein en, als secundaire opdracht hét ont werpen van een afsluiting aan de,Z.lW.-zijde, bestaande hetzij in een gebouw met welomschreven functie (restaurant? zomeisocieteit? stadsonty'angzaal? tentoonstellingsgebouw?) hetzjj in een verbetering en uitbreiding van den gevel van het Concertgebouw. \Mr.JANDENTEX ons om te beginnen dit duidelijk vaststellen: er is slechts één plan voor de herschepping van het Museumterrein en dat is het plan van den architect Staal voor het Museumtheater. De andere plannen zijn slechts te beschouwen als de ilmstratie's vah verschillende soorten van tegenkanting van het 'plan Staal, dat op geordende wy ze tot stand kwam, resultaat van maandenlangen ingespannen arbeid. Zoo is-het plan van den schilder Bauer illustratie van de meening, dat het Museumterréin niet bebouwd, doch een tuin moet worden. In tegenspraak met deze meening is de Heer Bauer van zijn eerste ?Tuilerieëntuin" gekomen tot een plantsoen met'één lage bebouwing aan de van Baerlestraat. Schrijver dezes acht het eerste plan-Bauer als illustratie van de gedachte ?monumentale tuinaanleg met antieke bouwfragmenten," ofschoon even ver werpelijk» toch zuiverder dan het tweede plan Bauer, waarvan een maquette vervaardigd werd en dat een slordig plantsoen vertoont met een daaraan toe gevoegde bebouwing, een slap compromis met de ideeën, door het plan-Staal gewekt. Dat in het algemeen plantsoenplannen veel, overigens in dit geval volkomen ongemotiveerde, steun verwerven, is verklaarbaar, uit de sterke liefde van den stedeling voor iets, dat hij eigenlijk missen moet nml.: de natuur. De stedeling moet zich tevreden stellen met de illusie van natuur, zooals bijv. het Vondelpark die geeft. Bij de 300 Meter breedte van het Vondelpark is de natuurillusie daar reeds vrij mager en kijkt zelfs des zomers de stad overal door het groen. Dat het Museumterrein met zijn breedte van 120 M. ondanks alle boomen géén park kan "worden is duidelijk. ? Men moet hier de oplossing dus zoeken met een tuinaanleg, die echter harmo nische aansluiting met de omringende architectuur vereischt.' De Parijsche ..Jardins des Tuileries" zijn vooi-bi-eldig in dit opzic-ht: architectonische vi-ivioeiirig van gebouw tot géordtmiU» natuur. , Het Museumterréin ontbreken in y.ijii tegenwoordigen toestartd ten éenenmalö de architectonische gegevt-ns voor de harmonische aansluiting van een stedelijkeh tuinaanleg en ml is het juist de verdienste van het plan-Staal, dat daarin de mogelijkheid voor een harmonischen tuinaanleg geschapen is. ., Het Müseumthëater vereenigt in /ich de drie verschillende, richtingen van het Rijksmuseum, hét Sted. Mus. en.het Concertgebouw en het doet dit zoo samengetrokken, dat tusscheii het theatercomple* en elk der genoemde ge bouwen groote ruimten van architectonischen .regehnaat, ontstaan, i-uimt^n. die voor harmonischen tuinaanleg geschikt zijn. Het is daarom eigenlijk wel een beetje dwaas om het plan-Bauer dat geen plan is, doch alleen een gedachte inhoudt (de tuinaanleg) te stellen tegenover. het plan-Staal, dat deze gedachte architectonischen achtergnond, geeft. Dit temeer, waar Staal dit heeft weten te doen door niet meer dan 1/7 deel van h,t't chaotische terrein in beslag te nemen om daarvoor driemaal meer terug te geven in, harmonie van architectuur en ruimte. , Dat het Museumterrein een chaos is geworden, is veroorzaakt door dé ver keerde plaatsing van de omringende gebouwen, een architectonische fout, die vóór men aan bètuining kan denken, eerst door architectuur verholpen moet worden^ Staal kon dit doen, pmdat hij een sterke factor bij dit heelingsproces in het geding kon brengen: het Museumtheatercomplex. ' ' C?. J. BLAAUW, Arch.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl