Historisch Archief 1877-1940
?M
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 FEBRUARI 1929
No. 2696
No. 2696
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 FEBRUARI 1929
S ;
f
"?1
l
\ .
t
. .,
?.'i'
,..
iMUZIEK
door Constant van Wessem
? l
y en zijn
RITIM tien jaar is Claxtde Debussy nu dood.'llij
heeft zyn roem niet overleefd, integendeel.
?/ijn roem begint pask Hij is de grootste muzikale
meester gebleken, die Frankrijk sinds Berlioz
heeft voortgebracht. Dit is werkelijk niet te boud
gesproken, wanneer ik toelicht, dat ik speciaal op
het oog heb de beteekenis, die deze figuren voor de
.muziek ook buiten Frankrijk hebben gehad,
Berlioz voor de vernieuwing dei' instrumentale
techniek. Debussy voor het muzikale gevoel.
Debussy heette, bij do indeelings-manie van zijn
tijd, een impressionist. Dat was ten slotto maar een
etiket, waarmede men zijn wijze van dichten in
tonen" wilde aangeven. Xiet zijn impressionisme
maakt hem tot een groot ineester, maar het feit,
dat hij de ware dichter onder de impressionisten
was, hij die zijn subtiele droomen tot een suggestie
ve realiteit wist om t* scheppen. Noch sommige
eigenschappen van zijn harmonieën noch de
verfijnde kleur" van zijn instrumentatie maakten
hem tot die bijzondere figuur, die de andere im
pressionisten zou overleven; want de grondslag
van zijn muziek was de muziek,' d.i. de sonoriteit.
De bewuste heele tonen-gamma, die men als de
grondslag van zijn harmonie wilde zien, geldt alleen
' voor den aard van sommige zijner melodieën
waarin de onderlinge afstand der tonen een heele
tonen-opeenvolging laat vaststellen en de leer
boeken ons vertellen, dat dit de, grondslag der
harmonie is. Met evenveel bewijskracht kan men
aantoonen, dat de heele tonen-gainma van Debussy
geen echte heele tonen zijn. Ondanks de koppige
ontkenning der hedendaagsche componisten, die
dit als een vicieusen cirkel willen beschouwen,
waaraan zij meenen, dat het ,.fijnere (lees: ner
veuzere) gehoor" zou kunnen ontkomen, blijft alles
in de muziek nog altijd onafwendbaar rondom
tonica en dominant draaien. Debussy, te instinctief
groot musicus, heeft zich daarmede dan ook niet
opgehouden. Hij schreef het muzikale gedicht van
zijn gemoed, de vrije muzikale fantasie van zijn
gemoedsleven, omdat de muziek spontaan als
muziek'in hem leefde en hij geen bijzondere wegen
behoefde te gaan. daar hij den gewonen weg ging.
De subtiliteit b.v. van Debussy is een voor
stelling, die door een nauwkeurig bezien van zijn
muziek wordt gelogenstraft: zijn muziek, die in
zijn intieme werk teeder als de kleun n van een
Japansche prent is. vertoont in zijn orkestwerken.
zooals het ..Fétes" van de ..Nocturnes", in sommige
gedeelten van La'nier'', in ..Iberia" een uitbun
dige, hoewel steeds lenige en nergens plomp-harde
kracht, die ni ts van ..b'.eekziuht" heelt, en ook
zeer vaste structuur.
Alleen, bezien in het licht van wat in zijn tijd
door de anderen werd gecomponeerd, kunnen wij
zeggen, dat zijn muziek zich daarvan onderscheidde
doorda,t zij weer muziek was. dat wil zeggen een
kunst van charme en betoovering. «en geen
philosophisch of .psychologisch spelletje in. noten, zwaar
geladen; met een ..bedoeling". Daarom, de eenige
vernieuwende muzikale beteekenis had Debussy
alleen bezien naast dezen ontaardingsvorm van het
muzikaal gevoel en kon doen zeggen, dat Debussy
met n n'terne gevoel tegenover de Wereld der
muziek ftond. zooals zijn tijd haar nier meer kende.
Edoch, de vrijheid, die een geniaal schepper als
Debussy zich kon veroorloven, gebonden aan het
, scheppend evenwicht konden zijn volgelingen zich
niet veroorloven;, hun werk verwaterde in
vonulof.'sheid. ';,.',
.V '..#"???? ?
Men kort zich van dit alles nog eens bewust
worden als men het nog niet was op het
concert, dat onder leiding van Monteux Werd ge
geventen bate van het monument voor Debussy in
zijn geboorteplaats St. Germain en Laye.
Er was een keuze uit zijn vroeger en later werk
gedaan, en er was daarmede een zeer goed en
afwisselend programma samengesteld. Van do
beide vertolksters der .sopranen en alt-partijen
was vooral Jo van IJzer-Vineent een ver
rassing met haar mooi geluid en haar teeder en
bekorend-een voudig zingen. Het doet ons genoegen,
deze jonge zangeres, die nog sedert kort optreedt,
ook langzamerhand op de plaats te zien komen.
die zij om haaf zangtalent verdient. Ook in haar
ariai uit dat andere jeugdweik L'Enfant prodigue"
' verwierf Mevr. van IJzer' terecht-een
algemeen»bewondering. ,
Na Debussy's reeds klassiek geworden meester
werk, de ,,Prelude a l'apresmidi d'un faune".
speelde tot slot Maroelle Meyer de Fantasie voor
piano en orkest, een werk, eveneens uit Debussy's
l'rix do Home-periode en waarin hij zich wel
duidelijk hoorbaar in een vorm geeft, die hem niet
spontaan ligt, de z.g. concerteerende vorm van een
pianoconcert. Hier zijn compositorische leegten,
die"floor den onwennigen vorm ontstaan, iety wat
bij zijn geheel eigen werk nooit voorkomt, waar
ieder noot en iedre passage levend, origineel en
eigen is. In de finale alleen, als een aardig
Cakewalkthema inzet, begint er in de muziek iets te leven.
dat den toekomstigen componist van ..Fêtes"
verraadt. Het was ook merkwaardig, dat hier
zoowel dirigent, orkest als soliste, als het ware
met nieuw cntrain begonnen te spelen en zij zelfs
het vuur niet meer verloren in het weer
onwennigweinig eclatante slot, waarin Debussy opnieuw zich
zelf voor de eischen van den voorgeschreven vorm
kwijtraakt.
SCHILDERKUNST
Cdraflach werk van James Enaor, bij
Schcltema en Holkema's boekhandel
Karel van de Woestijne, die Ensor blijkbaar
goed kent, heeft in Elseyiers Maandschrift, van
Februari 1928 een artikel James Ersoraspecten"
geschreven, dat ieder die deze tentoonstelling
bezoeken en waardeeren wil, vooraf moest lezen.
Het begint met een beschrijving van het
zwartouderwetsche winkeltje waar de meer dan zestig
jarige woont, van het atelier dat eenvoudig een
kamer is, maar een kamer om den burgers bij
valavond schrik aan te jagen" want er hangt een
brons-bruin reusachtig Japansch masker naast
het fromboosrose, langneuzige mombakkes van
een Vlaamsen karnavalbelijder". De man die daar
leeft zit 's winters in Brussel banketten voor en
eet er met ministers. Maar in Brussel wimperen
zijn oogen en in de koffiehuizen stoot hij alle
'stoelen aan." In Ostende hoeven zijn oogen niet te
wimperen, daar is hij rustig deze?eens blauw
zwarte Spanjool van Engelschen bloede, die in
Belgiëkwam, geboren worden."
Het is iets waar men bij Ensor altijd aan her- ?'
innerd wordt:, zijn driedubbel internationale
herkomst. Zijn vader was een Engelschman, zijn
moeder een Vlaamsche, maar een Vlaamsche wier
bloed vol was van Spaansche smetten. Dat woelt
in Knsor. Hij is hautain en zwierig als een Spanjaard.
schuchter ironisch en teruggetrokken als een
Engelschman, grotesk, weelderig en ook teeder
als een Vlaming. Hij is een eenzame, een
onbegrepene, een zonderling. In den omgang was hij
in zijn jonge jaren moeilijk en achterdochtig.
vreemd en driest was hij alleen in zijn schilderijen
en etsen. En toch sprak hij zich ook daarin om
zichtig uit. verlegen, en hoogmoedig.
NV ij kennen weinig va,n zijn schilderijen, meer in
den laatsten tijd van zijn etsen. Hij etst van alles:
landschappen m bijbelsohe tafereelen. diableriëii
en mascarades, portretten en earicaturen. Hij
vertoont zich graag in zijn etsen omringd door
duivelen en demonen. Hij is de man ..die gestadig
van buiten uit verwittigingen krijgt, die hum
genoegzaam sarrend dat hij luisteren zou." Hij is
ee-i> eeuwig-onrustige. Hij strijdt, ook in zijn etsen.
aanhoudend togen wat hém' van binnen en van
buiten bestookt, de menschen en zich .zelf. Maar
hij uit zich als een die schuw is om zijn strijd en
zich zelf te bekennen.
Hij is altijd beschaafd, zachtzinnig en ingetogen
ook als hij zich een air geeft van brutaliteit en
schaamteloosheid. Men kan zonder schroom ge
nieten van zijn zeven hoofdzonden" een reeks
kleine etsen, die er allesbehalve onschuldig uitzien.
Zyn phantaisie ontzegt zich niets en een
blaadjeals la lucure" zou obsceen zijn als het niet een
wonder was van teerheid. De vlugge teekening. de
luchtige en delicale factorenTtle bevalligheid en d
strakheid van lijn adelt de voorstelling. Wie hem
. goed wil loeren kennen zal goed doen met zijn
?landschappen te beginnen. Hij is elders misschien
nog grooter en origineeler, maar hij is ook in zijn
landschappen, en stadsgezichten .vol phantaisie.
Altijd geeft hij een visie. Zijn groote gezicht op
Mariakerkc is désynthese van alles wat, het duin
landschap bekoorlijk maakt, maar ook van een
huis in Brussel, een straatje in Ostende of een
brandende straatlantaren hebben hem tot de
fijnste, meest aethcrische, delicaatste
meth'.morphoses geïnspireerd. Men raakt nooit op hem uit
gekeken, omdat hij altijd verrast, altijd schroom
vallig is, altrjd iets verbergt n altijd het
verN.V. J. S. MEUWSEN'S
Grootste k e u z ? . . . . 8TCTSONS
borgene onthult. Wie in de etakunst belang stelt
verzuime deze unieke en tamelijk volledige ten
toonstelling niet.
Mej. >f. van Resteren Altena. bij lluffa
Niet zijn zuiverheid is de meest sprekende
karaktertrek van het werk van Mejuffrouw van
Regteren Altena, maar zijn stilte, zijn
voornamebescheidenheid, zijn gelijkmatigheid. Men kan
niet zeggen dat de stillevens die zij schildert iets
bovenaax-dsch hebben, hetzij door de keuze dei
sujetten, hetzij door het hoogere plan waarop
de visie der schilderes ze stelt, maar het is toch
alsof haar trekpotten, haar boekjes, haar
naaimandjes, haar theeblaadjes, al die attributen
waaruit zij telkens weer' een stilleven formeert,
los zijn geworden van de smetten dezer werelds
om, gezuiverd van de aanraking der
menschenhanden, in het koele licht dat ze omhult, onge
stoord en waardig te blijven bestaan.
Zonder hartstocht wordt men geen kunstenare*
en zonder hartstocht schildert men niet onver-,
stoorbaar dezelfde kleine aan vrouwen dierbar^
benoodigdheden des dagelijkschen' levens. Maai
bij Mej. van Regteren Altena 'is die hartstocht
bezonken en verstild tot een zachten en
onweeistaanbaren drang die haar steeds weer doet
zoeken en doet vinden, hetzelfde geluk in het
weergeven derzelfde zaken.
Het gebeurt weinig dat deze schilderes niet
bereikt wat zij zoekt. Er is een zeldzame over
eenstemming tusschen. haar gaven en haar ver
langens. Geen andere van haar kunstzusters is
met zoo weinig tevreden en vindt in dat weinige
zoo telkens genoeg om er een
schoonheidsontroering uit over te houden. Een tentoonstelling
van schilderijen van mejuffrouw van Regtereu
Altena zou bij uitstek vervelend kunnen zijn. Het
is haar korstbaarste geheim, dat zij dat nooit wordt.
Elk van haar stukken is de uiting van een
geest»-sgesteldheid en men zou van hae.r kunnen zeggen.
dat zij geen stillevens schildert, maar dat zij
telkens langs kopjes en schoteltjes en boeken eu
andere zaken een volkomen evenwichtige e!»
volkomen vredige geriioedssteniminu uitzegt.
De wijze waarop zij dat doet. is. dit- eener schil
deres in engeren zin; de kleur en de toon zijn meer
dan de vorm haar domein. Als zij goed op dre»-i
is stemt zij een groote verscheidenheid' van teere
en heldere kleuren af naar dien fijngrijzen grond-.
toon. die als het symbool is van'haar ijemoedsruKt.
Du gelen, blauwen en groenen van »le omslagen
der fransche boekjes, waarvoor zij een voorliefde
heeft rijen zich harmonisch aaneen. i<e.balanceerd
door het diepe bruin van een paar wonderbaarlijk
plastisch weergegeven photo's. Met zulk een flegma
en zulk een bedachtzaamheid verdeelt zij de
' veelheid harer cnloristische factoren, dat ge. van
de plotselinge levendigheid waarmee een fluschje
' vernis geschilderd is, bijna schrikt. De smaak
eener Franc.aise schijnt gevaren iii de ziel eem-r
Engelsche.
Hiermede heb ik het wellicht beste en meest
typische stilleven van Mej. v»n Regteren Altena
gekenschetst. Niet alle zijn zoo gelukkig van
samenstelling. Er zijn er waarop de veelheid
deiat tributen minder volkomen tot een eenheid
vereenigd is, al blijft er dan nog minstens een helft
over. die haar beste eigenschappen niet -verwon-'
derlijk geluk in zich vereenigt (het gezicht in het
atelier); soms ook, zooals in het voortreffelijke
stilleven met de artisjokken bleef de ruimte om
de voorwerpen wat leeg. Aan den anderen kant
bewijst het stilleven met het paté-rotje en waV
fransch aardewerk, hoezeer zij zich ook in ge
vaarlijker, lichter en gedurfder klem-tegenstellingen
op haar oog, haar intuitie en.de leiding van haar
onwankelbaar gesternte kan verlaten.
Nederlandsche Munt
Holland'* beate 10 ceati tigaar
SGHOPENHAUER
IV. Het gelaat
"'tUelaat geeft 's nu-iischen geest ei zijn karakter weer;
Dr woorden zeggen iets de trekken zeggen meer.
Vandaar dat hot publiek zoo graag een foto ziot
Van jeder, die, op onverschillig welk gebied,
Door kennis, kunst of rang, door daden, goed of kwaad,
Ziv\i onderscheiden heeft en boven andren staat.
Een dwaas heeft eens gezegd, ik weet niet wie het was,
Dat ziel tot lichaam staat als lijf tot overjas.
Neen. Elks gelaat verdient, dat men 't zijn aandacht schenkt:
Het is een monogram van wat hij voelt en denkt.
Het woord uit 's menechcn wil < belang van korten duur !
Het aangezicht is de gedachte/ der Natuur.
En dus is ieder waard dat men hem gadeslaat,
Maar laiift niet iedereen dat iemand met hem praat.
..(lij zijt zooals g'er uitziet." heet het. En terecht.
^5oo is het inderdaad volkomen juist gezegd.
'Het komt er maar op aan. dat men zich niet vergist:
Cïoed kijken is een gaaf, die menig burger mist!
't Is heel wat lastiger dan 't oppervlakkig lijkt:
Vooreerst is 't noodig dat men objectief bekijkt:
Bestaat er maar een zweem van afkeer, gunst of grieft
Van voorkeur, vrees of hoop, dan kijkt men subjectief.
Zoo hoort gij van een taal den juisten klank en maat
Alleen als gij den zin der woorden niet verstaat.
En 't is slechts d'eerste blik, die u dp waarheid leert:
Als gij met iemand spreekt, bekijkt gij hem verkeerd.
Snuif nmaal een odeur, dan is uw oordeel raak.
En 't eerste slokje wijn geeft u den waren smaak.
Wanneer gij dus een aanstaand metgezel ontmoet.
Beschouw hem snel en scherp. Onthoud uw indruk goed.
Want. wijzigt zich uw oordeel op den duur misschien.
Ten slot t e zegt gij toch: toen heb ik goed gezien.
Want ieder tracht zich op zijn gunstigst voor te doen,
Naar vaste regelen van sociaal futsoen.
Dan toont zijn aangezicht zijn waren aard' niet meer.
Kn wat gij eens gezien hebt. ziet gij nimmer Weer.
..Bij nader kennismaking valt haast ieder mee."
Dat is. /.ooals gij weet. een populair idee. ?
Maar ik zeg. met een kleine wijziging van slot.
,,Bij nader kennismaking word je 't best bedot."
Kn ik geloof helaas, dat ik me niet -vergis.
Als 'k /.eg. dat d' eerste indruk meestal droevig is.
Ken'goed en trouw gezicht? Op een doxijn lliet «V-u.
De meerderheid is onbenullig of geineen.
't Komt zelden voor. dat een gelaat geen weerzin wekt.
Soms toont het zoo'n bestiaal gemis aan intellect,
Dat men zich bij den aanblik in verbazing vraagt,
Waarom de eigenaar op straat geen masker draagt.
Kiehier een man, wiens tronie u gewaarschuwd heeft.
Nu gaat gij met hem om. (jij vindt hem zeer beleefd,
Beschaafd, goedhartig zelfs, en allen eerbied waard.
De reden is, hij toont niet .meer zijn eigen aard,
Maar wat hij heeft geleerd, hoe hij is opgevoed;
Drie kwart van wat hij /.egt is buit. gestolen goed,
Zoodat gij er zoowaar temet versteld van staat,
Hoe zeldzaam menschlijk soms een minotaurus praat.
Een schoone knaap werd eens 'bij Socrates gebracht.
Men vroeg den meester wat hij van den jongen dacht.
De laatste was bedeesd, en zweeg een tel of tien.
Toen zei de wijsgeer: spreek, dat ik u moge zien."
Dat was wel weer iets pittiys en iets ongeineens,
Maar 'k ben het toch niet nu-t den diepen denker eens;
Als ik gemerkt had dat de knaap iets zegifen wou.
Had ik geboden: zwijg, opdat ik u beschouw." A
De physionomiek is van het grootste nut.
Het is een kunst waaruit yij nwischenkennis put.
Die kennis wordt versterkt, verbreed, verdiept, verrijkt.
Zoo dikwijls gij met zorg een nieuw gezicht bekijkt.
Hebt g' u tot observatie van een mensch gezet.
Beschouw hem. als hij meent dat niemand op hem let.
Bijvoorbeeld als hij peinst, of. ingespannen leest.
Want dan is zijn gelaat de spiegel van zijn geest.
Verstand spreekt duidlijker dan inborst uit 't gezicht:
Dat komt doordat gevoel aannu-rklijk dieper ligt.
En men 't verstand graag toont, 't karakter graag verbergt.
/oodat dit grooter vaardigheid van vorsching vergt.
Het intellekt blijkt zelfs uit houding en gebaar,
En uit de verte wordt nu'n 't dikwijls al gt-waar.
Een zot vertoont zijn kwaal niet slecht?} in zijn1 gesprek:
Een ^ek zit, staat en loopt, ja zwijirt zelfs als een gek.
Als ik op straat de ruggen van drie nu-nschen zie.
Dan wijs ik u den nul. den dwaas en lu-t genie..
Maar 't best is toch. dat iji,j h»-t aan^'zicht bespiedt.
Kn bovenal het ooi:, want dat bedrieirt u ni»"t.
Ik meen. ten slot t e. dat ^ij zeker zeggen kunt.
Als u een blik op iemands aanschijn wordt venrund.
Dat uit /,ijn brein ge>-n irrootsch»- seli.-ppini: zal ontstaan.
Maar niet. dat hij p'.-n zware misdaad /.;*! bega-in.
Ik ben intus;«fhen blij - v ij. If/t-r. ook misschien
-Dat Schopcnhaufr ons ni.-t m<-rr luWt kiuuu-n zi.-n.
CHAHIVAHlfS
Bij Scheren
gén Pijn en naschrijnen of stukgaan
der huid, indien men vóór het inzeepen
de baardoppervlakte inwrijft met
Doos 30, Tube 80 et. P U ROL
TOEGEPASTE KUNST
door Otto van Tussenbroek
Aunpluk-btljrttcn der Lomlon uiul Xorth
. Eau 11-r n Ituilwuy C'ompnny
Over deze uitgaven zou ik zeker niet schrijven
vare het nio.t dat onder de ontwerpers, wier
tekeningen ter afdruk werden verkozen, zich ook
een Nederlander bevindt met name A.-van Anrooi/
die echter, het zij hier onmiddellijk aan toegevoegd,
in vergelijking met hetgeen verscheidene
Engelsrhen. en ook, een Franschman ten beste gaven,
helaas geon al te goed figuur maakt.
Van Anrooy's plaat met den hoofdingang van
het Stadion te Amsterdam is niet alleen weinig
decoratief van opvatting in de teekening maar ook
de kleur is flets en zwak. Het is daardoor een zoet
en liefelijk ding geworden hetgeen des te i eerder
verwondering wekt waar tóch zeker van het
.bouwwerk van den architect \Vils iets hél modems
en sprekends te geven ware geweest. Men zou zóó
zeggen: het vraagt, neen: het schreeuwt er om !....
Een ander bezwaar is dat de belettering geen
VAM HELLES
TABAK
onverbrekelijk onderdeel van het biljet vormt.
trouwens aan ditzelfde euvel gaan alle Kngelsch ?
ontwerpers mank. die voor bovengemelde maat
schappij ter aansporing vun een bezoek a-m Holland
zich inspireerden op de bollenvelden. de
kleederdrachten, of ook de schilderachtige stadsgezichten
(do Markt te Middelburg of een haven van <«oes).
Hunne platen vertoonen een. min of meer vlot
geteekend onderwerp, gelijkend op de "reproductie
van een aquarel of dekverf-teokeiüng en daarom
heen is dan eene breede witte marge vrij gelaten
waarop ecu ander, een vak-lithograaf, de steeds
karakterlooze en met den "teekentrant van het
geheel geen verband houdende letters zijn gesteld.
Onder hen nu is Frank AYirboifW de sterkste
(hoewel als men zijn werk met dat van Ctiavicrti
vergelijkt een gebrek aan stijl opvalt) Frc'l T< ylor
de kleurigste; A\isi\n Coopcr de gevoeligste en
Fn'nilf ?/. M(i8on de beschaafdste, maar het is alles
mér werk van geboren gentlemen daix van gebaren
kunstenaars ! De biljetten zijn door divorst»
lithografische inrichtingen in Engeland verzorgd waar
onder de Danyci;field Printitïfj C;/. De naam zegt
het: óp 't terrein der artistieke reclame dreigt
gevaar: er liggen voetangels' en klemmen ei ik
geef dan ook al dit liefelijke werk der Engelschen
' voor het ne, geweldig ' kranige, krachtige en
kunstzinnige .ontwerp van den (reeds meermalen.
door mij geprezen) Franschen fantast Cdssóndrc
die in gröotsten eenvoud, niet gebruikmaking van
enkele vlakken en cirkels de idee: stoomboot en
spoortrein swgrjereert in eé'n bijzonder fraai en
ongemeen biljet waarop de teekening
diagonaalsgewijze is ingedeeld. %
Bovenaan ziet men de breede gele pijp van een
.der booten der Maatschappij met een band van
rood, wit en blauw on een gedeelte van den scheeps
romp, waarop als een wit hekwerk in van links naar
rechts zich steeds vergrootende letters staat aan
gegeven: The Continent". In het ondervlak doemt
uit het duister van den nacht een locomotief
front op, zwart en grijs met oen blbedrooden
vóórbalk en twee zware bufferschijven. .
fcHAKEL
Overhemden naar maat
Bij ons verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN
' Als basis dient een grijs vlak waarop in scherpe.
geheel ii; den aard der teekening yan boot en
locomotief samenvallende letters (deels in zwart
'opgedrukt, deels in wiV uitgespaard), de woorden
staan te lezen: ..Via Hancich?Ddif a>id Yiff
Deze plaat is in twee verschillende formaten
,verspivicl t.w. l nieter hoog1 bij 0.tC> M. breed en. . . .
driemaal :o» ijroot bestemd voor den
ondergrondsi'hen spoorweg te London (drie nieter hoog dus !)
De lust bekruipt mij om eens even daarheen te
vliegen om in ..the tnbo"' wegduikend te zien hoe
deze ivclame op groote ftvhaal het wol doet.
Maar ook zonder dat ben ik er welhaast zeker
van: ultra-modern in den allerbesten zin.
liet is moeilijk met zekerheid uit te maken wat
het resultaat is eener dergelijke, grootscli opgezette
reclame-campagne "inaar het zou wel eens kxumeti
zijn dat er hél wat meer ' Engelschen uit hun
,,splendid isolatión" los kwamen om Holland te
zien door deze ne plaat * van den Franschman
dan door de vijf ontworpen door hun landgenooten
ontworpen ! Wat dan tevens de les zou inhouden
dat men mér bereikt met oorspronkelijkheid van
uiting dan door de napraters aan het woord te
laten ! .