De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 2 februari pagina 2

2 februari 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

f \\ ?? i 1 i roene eekbl ? [? voor- Nederland Sinds meer dan vijftig /aar aan de apita der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Alom verkrijgbaar OPGERICHT IN 1877 No. 2696 ZATERDAG 2 FEBRUARI 1929 Doelmatige wetgeving VAN oudsher heeft de menschheid zich afgepeinsd; de meest doeltreffende wij ze te vinden, waarop het overheidsgezag zou kunnen worden siitgeoefend. Reeds in de dialogen van Plato ont moet men de argumenten, waarmede Mussolini den fasciatischen staat vei-dedigt, treft men in kiem lu»t beroep aan op de volkssoevereiniteit, waarmede het algemeen kiesrecht en de stichting der Duitsche ivpubliek werden gemotiveerd en is de oorsprong &?* vinden van tle aloude argumenten, waaraan de 'weinige monarchieën, die thans nog over zijn, den iri'imdslag van haar gezag ontleenon. Djch van alle functies, welke de overheid ver richt, is er geeu enkele, die zoo moeilijk op doel treffende wijze wordt georganiseerd, als de functie van den wetgever. Da ivi:hter. die met don wetgever het geldende recht .schept, heeft telkens slechts recht te spreken in eéu concivot geval, waarvan alle omstandig heden hom hekend gemaakt worden. Hij vindt voorlichting in de ulgeiueene regelen, die de wet-ït-vèr voor hem heeft opgesteld, in de jurisprudentie tt»n aanzien van soortgelijke gevallen en voor zijn rechterstoel worden de twee zijden van lu-t geschil punt, waarovei hij uitspraak heeft te doen. helder. /.ij het ook misschien niet geheel objectief, belicht. Ken gewichtige uits])raak is eerst definitief, nadat ? in drie instanties een beslissing is genomen, l [.et is bovendien aannemelijk, dat ook inde raadkamer ?Ie verschillende argumenten nogmaals tegenover "Ik.'inder worden afgewogen. De wetgever daarentegen moet jaren te voren .algt-moene regelen opstellen, zonder .dat hij de .bijzondere omstandigheden v«n elk geval, waarv; mr de regelen zullen gelden, kent. De publieke :»pinie dringt hem in een bepaalde richting, zonder dat het veelal mogelijk is n.i te gaan, of het een st.-1'k ageerende minderheid, dan wel een meerder heid is, die hem voortdrijft. K n zul f s. wanneer dat 3a--itste vaststaat, m iet hij zich nog in geweten afvragen, of de belangen van, .wat misschien een minderheid is. die zwijgt. niet worden geschonden door het inwilligen van de cischen van de mcerdorh««id, die luidruchtig op wetgevende maatregelen ;iindringt.;. Tout saVoir c'est tuut pardonnor. Wie zich reken-, ?i.'hap gjtw'ft van dé.moeilijke taak, waarvoor de w.'tgever wordt gesteld, heeft de verontschuldigin gen bij de hand. wanneer blijkt, dat een wet niet a-i n de verwachtingen van degenen, die haar hebben aanbevolen of helpen tot stand brengen, beant woordt. . ?? ? ??'?*.*. ? Het is de verdienste van I) r. F . E . Pos tu m a ons do moeilijkheden van dat vraagstuk dat elke generatie zich opnieuw stelt en dat elke generatie op haar manier heeft op te lossen, mét vermijding van de fouten van de Voorafgaande gene ratie, doch met de zekerheid, dat zij weder andere. nieuwe fouten zal maken in don tegenwoordigen tijd ónder een nieuwe naam weder duidelijk voor .«.?ogen te hebben gesteld. DO heer Posthunia was daartoe wel in de ?.-eirate plaats geroepen. In de,n crisistijd heeft de overheid onder zijn verantwoordelijkheid op een tot dusverre ongekende wijze in het maatschappe lijk leven ingegrepen. Zelden is een Minister in de kringen van landbouw, nijverheid en handel zoo ^.maat geweest als deze, Minister van landbouw. nijverheid on handel. ' ' , 'Punch heef t eens den haat. dien men indertijd in ' Kngoland koesterde tegen Lloyd Géorge, toen deze .staatsman, de groote sociale hervormingsmaatvoorbereidde, waardoor hij vóór den oorlog bekend is geworden, in een geestige anecdote ge karakteriseerd. De vraag werd gesteld: ,.wat zoudt gij doen, wanneer gij een man in het water zoudt zien spartelen, op het punt om te verdrinken!'" Het antwoord luidde: hem eerst omkeeren, om te zien, of het niet Lloyd Ueorge is en in dat geval. pogen hem te ledden." Men had de verontwaardiging, die de ingrijper.de maatregelen van Minister Posthuma in crisis tijd in het bijzonder in de kringen van nijverheid, landbouw en handel hebben gewekt, met een soortgelijke anecdote kunnen karakteriseer th. Doch de publieke opinie wisselt snel. wanneer de omstandigheden veranderen. Weinige jaren na zijn aftreden was de heer Posthuma voorzitter van den Algemeenen Nederlandschen Zuivelbond (F.N.Z.). een der grootste, zoo niet de groot ste organisatie van boeren, en voorzitter van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, de oudste organisatie van belanghebben den en belangstellenden in de Nederlandsche nijver heid en hamfe'l. Krachtens zijn verleden on krach tens zijn functies was Dr. Posthuma dus 'wel de ? eerst geroepene, om de klr.chten over ondooltreffen-' de wetgeving, welke in de kringen van onze onder nemers leven, te vertolken en te pogen de middelen aan te geven, om ze te ondervangen. Op instigatie van Dr. Posthuma heeft de Xederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel in l()2öeen studiecommissie ingesteld, ten einde rapport uit te brengen < uitrent hét vraag stuk, dat men sindsdien, naar den titel' van dat rapport, mot den naam van doelmatige overheids bemoeiing" hoef t aangeduid. Nog in datzelfde jaar werd het rapport der studiecommissie gepubliceerd. Het werd op het in 192(3 gehouden jaarlijksch con gres van genoemde maatschappij besproken en verleden jaar in Maart werd dat onderwerp nog eens op een speciaal voor dat doel belegd congres aan de orde gesteld. Dat rapport was voor den Vrijzinnig-Democratischeii Bond aanleiding een soortgelijke studioc >mmissiüin te stellen, die in den zomer van 1028 haar rapport uitbracht. ..Dat rapport werd jiv het najaar Van 102S door don Vrijzinnig-Doniocratischen Hond op zijn algomoene vergadering be sproken on aanvaard. Het Vrijzinnig-Democrati sche rapport stemt in hoofdzaak mot het rapport der nijverhoidscommissie overeen. .?*'*.' ":&?.Wat is nu het middel, dat in boide genoemde rap.porten wordt aanbevolen, om de werkwijze der ?wetgevende machine ik bepaal mij in dit artikel .tot dat deel der overheidsbemoeiing, dat met de wetgeving samenhangt te verbeteren? Het voornaamste middel is: bij de-.voorbereiding en bij de uitvoering van wetgevende maatregelen de organisaties van degenen, die belang hebben bij die wetgevende maatregelen, en de beste dep- ; kundigen op dat gebied te betrekken en er zich rekenschap van te geven, dat met wet gevende maatregelen; alleen en niet uitvoering uitsluitend door ambtenaren, niet steeds de beste organisatie wórdt verkregen. ' ? . Dat middel is niet nieuw. Het .vindt reeds toe passing door de instelling van tal van staats commissies, door don Hoogen .Raad van Arbeid, den Nijverheidsraad, den Middenstandsraad en door de commissies van voorbereiding in de Tweede ' Kanier, waarin de op een bijzonder, gebied meest deskundige afgevaardigden in contact komen niet alleen met den Minister, doch ook met de ambte naren en deskundigen, die den Minister in zijn wetgevenden arbeid hebben bijgestaan, liet laatste DE GROENE AMSTERDAMMER P r Ij s per Jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentlën ?0.75 per regel. Postgiro 72880, Oem.-GIro G 1000. INHOUD: l. Mr A. C. Jo«ephus Jitla, Doelmatige weigering. 2. Dr. Jan Romein, Nansen en Armenië. 3. Johan Braakenslek, Bij den dood \an WilUm Royaards. A. Top Natlf W il km. Royaards. . ft. Mr. Jan den Tex, De ' groote opera L. J. Jordaan, De verloren zoon. 6. Barbarossa. Willèm Royaards' en zijn brieven. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Litdc Natuut?. Mr. f rans Coencn, Kroniek 9. L Aletrino. Gcmccnschops;tn Ro Keezer, Gemaskerde Bals Rtctpten. 10. Willem Rnyaards. 11. Dr. J F. M.Sterck, D( \'c.ndel-tcnt<-.ensteltinsifn. 12. Top Naeff. Vvndct en tut Tonnccl. 13. L. J. Jordaan, Bioscopy. 15. C. A Klaasse, Thee en'Bcursspitgcl. 16. C y Wessem, Muziek Mr. M. F. Hennus, Schilderkunst 17. Charivarius, Schopcnhauer O. v. Tussen broek, Toegepaste Kunit 18. Melis Stoke,.On;e schnonheidskoningin en Rijm. 19. Attda's Crnquantc Crnquctjes. 20 Cel 2. Telefoon-?Chanvaria. Omslag: Spelpioblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakenslek Feest in Donrn. beschaafde smaak Vrag^jt Bonbons QINGEÜS Let op den naam ontwerp eener nic-üwe Ziektewet, dat vermoedelijk in de volgende maand in déTweede Kamer in behandeling komt. is de viucht van een dergelijk oyerleg. in de eerste plaat s tusscheii de organis.atits van belanghebbenden in den Hoogen Raad van Arbeid en in de t woede plaats in de commissie van voorbereiding van de Tweede Kamer .'Het < iitworp \» gebouwd op do gedr.chte. dat de uitvoering der ? ziektever ker.ing bij voorkeur mVt door ambtelijke (-rganen meet geschieden. Urch dt or Vodrijfsvereenigingen g«stiilit d< or de organisaties v. n i ondernemers, .en a-beidois. Wanneer dat wets ontwerp in openbare behandeling ktitllt. hoop ik hier ter plaatse de gelegenheid te vinden, uiteen te zetten, hoe de gevolgde wijze v&n vooibereiden in dit goval tot een gelukkig resultaat heeft geleid. Het is misi-chion niot overbodig thans reeds de opmerking te maken, dat men van de toepassing van deze methode geen overdreven verwachting-en moet koesteren. Hoezeer ik ook van de waarde van de aanbevolen methode overtuigd ben, ik ben mij bewust, dat daarmede niet de oplossing is aan gegeven, doch slechts den weg om tot verbeteringen te geraken. , ' ' ' Mét vallen en opstaan zal men ook in deze rich ting .slechts langzaam en tastend het goede spoor kunnen vinden. Bij de zoo uiterst moeilijke taak, als het scheppen van recht voor de huidige en de toekomstige1 generaties, dient echter elk middel, hoe gering ook, dat tot verbetering bij kan dragen, dankbaar te worden aanvaard, zonder dat men .zich omtrent de te bereiken resultaten al te groote, illusies meet maken. . A. C. JOSEPHUS JITTA 1 ' «. i * . . V

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl