De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 2 februari pagina 4

2 februari 1929 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 FEBRUARI 1929 No. 2696 l! I f c - } f i \ ? r ?i-t l Willem Roy aards door Top Naeff WILLEM Hoijaavds heeft zijn roem niet overleefd. Hij is teruggetreden toen het land te klein en te verdeeld, bleek voor het tooneel, dat zijn kunst enaarsoogen zagen, en van den totmeelleider een dagelijkseh compromis eischte boven zijn krachten, want krenkend de kunst van zijn hart in haar edelste hoedanigheden. En hij is gestorven vóór het aan den tijd en aan een grootsch initiatief Vergund is geweest dit onrecht te heistellen. Twee lange lijdensjaren, waarin zijn naam tot symbool werd, hebben hen» alleen nog doen 'weten., dat zijn werk niet vergeten is. dat menigeen, die hém'in. zijn zwaarste jaren niet begreep en doelloos"tegen werkte, tot andere gedachten is gekomen, en velen thans inzien hoe goed hij het heeft gemeend met het toom-el, hoeveel men hem verschuldigd blijft. ..De eerste plaatsen", heeft de schilder Manet gezegd. ..worden niet gegeven, ze worden, genomen." De eereplaats in 'de tooneelgeschiedenis van de laatste kwart eeuw zal Willem Ko'.'aards niet langer worden betwist. Aan een kort. maar in do herinnering onvergankelijk bloeitijdperk van ons tooneel op 3 JSept. j.l. was het twintig jaar geleden dat met ..Adam in Ballingschap" het programma, dat zulk een fiere overtuiging ert een zeldzaam brevet inhield, wevd ingezet hangt voortaan, voor vriend en vijand onloochenbaar, zijn naam. Wij -behoeven hier détaak der dagbladen niet na te volgen om op een ((ogenblik, waarop een groot n roerig leven ter ruste gaat, alles op te sommen waardoor dit leven rijk en vruchtdragend is geweest. Het zou. waar voortdrachtkunstenaar. tooneelspeler en regisseur beurtelings zooveel indrukken nalieten, r\ kort bestek ook niet mogelijk zijn. Ik heb op dezen post. waar mij de laatste vijftien jaren het overzicht gegeven was. naar ik hoop, niet veel nagelaten om de cultureele waarden van dit tooneêlwerk, aan te toonen en derechte:i van -den verantwoordelijken kunstenaar te ver dedigen tegen .de gemakkelijke kansen, van het dilettantisme en de sociale machten, welke de tooneelkunst óp wegen dreven, ver verwijderd van elk kunstenaars-ideaal. Het wa? daarbij niet moeilijk K o ;j aard s te" volgen op zijn weg, dien hij, vrij van ieder vooroordeel en wars van oanstellerijcn, vast en helder vóór zi^h. zag. Wie met hem konden gaan door dit land van zijn illusies, hadden .aan hem een gids, die het land kende als geen. ander, en voor wicn alle' verschieten zich openden, , ? " . Zoo gecompliceerd en wisselvallig als dit kun stenaarsleven leek, zoo eenvoudig en innerlijk onwrikbaar is het geweest. 'Van de Geboortklok" af, tot de laatste voorstellingen in grooten stijl toe, 1 kende het maar n doel-: het werk van den Dichter 'aller tijden tot een. nieuw leven te wekken, het tot zijn hoogst mogelijke voltooiing te brengen óp het tooneel. In zijn hart en hoofd' droeg hij den droom, het vizioen, van al die groote werken om; hij kende ze van buiten vóór hij eraan begon. Onwankelbaar in zijn oordeel, liet hij op deze breede basis nauwelijks voorkeur gelden voor dezen of genen schrijver, djen hij liefhad. De keuze kostte hem om wat er a in vast w s strijd. Hachelijk wist hij het een worp te wagen, gegeven de beperkte middelen, de tallooze verplichtingen, den jagenden tijd. Een gewetenszaak. waar hij diep onder gebukt ging. Tot hij den juisten speel-stijl het voor naamste er voor gevonden had. Moeilijk bepaalde hij zich tot het zwakke en het mindere, waar nog zooveel machtig» onvervuld lag. ,,lk zou het wel willen doen," zei hij dan. ..maar ik kan er mezelf zoo slecht op spannen." Ondernam hij het ein delijk- toch. dan verging het hem dikwijls juist andersom als hij verwacht had, dan hechtte hij zich door de buitengewone inspanning, die het hem gekost had om van zoo'n halverig stuk nog iets liefs of aardigs te maken, zoo hevig aan het product, dat hij bijna blind werd voor de oorspronkelijke gebreken en het een ander haast kwalijk nam als die het per slot nog geen meesterstuk kon vinden! Hoijaards geloofde in den schouwburg als een geloovige in de kerk.- en voor alles wat dien schouw burg betrof, hadden zijn handen een oneindige piëteit. In tegenstelling tot Reinhardt, die na de perste voorstellingen een stuk in een mindere bezetting pleegt te laten afspelen, begon voor hem het werk pas goed na de première, welke voor hemzelf een marteling was. Eerst bij de zooveelste begon het ernaar te lijken" en wanneer hij het dan eindelijk zoovor had gekregen als hem redelijkerwijs bereikbaar.scheen, dan vond hij .er zijn geluk in en kon tegen de honderdste; zich nauwelijks voor stellen, dat het heele land nk-t uitliep, om het drama, volgroeid, nog eenmaal in zijn. besten staat te aanschouwen. Gevoelig voor kritiek, interesseerde hem daarin, het bedrijfsbelang daargelaten, feitelijk alleen het inzicht in het werk en het streven: de vleiendste kritiek aan zijn persoon liet hem koud wanneer, zij tegelijkertijd, vaak onbewust hij las scherp tussehcn de regels en weinig inenschelijks bleef uan zijn helderen geest verborgen getuigde van oppervlakkigheid of wanbegrip omtrent den dichter. Wat Hoijaards in het nr.-ot gewild heeft. de muziek en de plastiek van het dichterwoord. de bevrijding der. door het naturalisme te ge bonden fantasie, de samensmel ing tier kunste.i tot een ore'u str.Ueku :s^,«*l"otzijn genegenheid vo >r h"t int icine tooneel geens/i MS uit .11 ij was, had hij zijn regisseur en zijn milieu gevonde i, nog liever tooneel speler dan regisseur geweest, oen taak. waartoe hij eigenlijk noodgedwongen kwam. Ken karakteiuitbeelden, zijn diepste gevoelens omzetten, een ,.mensch" scheppen, daarin zocht hij voor zich/elf zijn beste bevrediging, en een geplaagd joodje (?Welkom, vreemdeling") werd hem dan haast even lief als Aemstel's klassieke held. Het omuiddellijkst trof ons dikwijls x.ijn spel' zoolang de rol nog niet geheel in zijn bewustzijn was opgenomen. wanneer hij plotseling voor een ander acteur inviel of, zooals dikwijls gebeurde, een bijrol of een zwakke rol vervulde om het stuk te steunen.' zonde»* dat de rol hem na aan het hart lag. (?Hir George Oroft", het boert je in De duivel in de Vrouw" o.a.) Een gevaar dreigde xoodra hij van ? een rol te veel ging houden, dan'werd het betere soms de vijand v»n het goede. Tot ook dat stadium overwonnen was en de intuïtie van den speler zich. op het. tienmaal bereikt plan, weer vrij uit kon gaan leven? Dan werd het bijna volmaakt, zooals yoor mij zijn schoonste' rol: Fedja" w -geweest, zooals die wevvehvind van een ..Mercadet", zooals zijn als uit .brons gegoten, diép-bezonken Gijsbreght", of zooals de laatste sprankelende A'oordracht van Gorter'» Mei", waarin de zon niet de wolken speelde en het. elementaire- van Gorters meester stuk klassiek werd. 1 Blijheid, schoonheid en verheffing wilde Hoijaards van zijn kunst, het theater, naar Gpethe's w(óord: .'.een onvergelijkelijk feest." Niets is hem daarvoor te duur geweest. Zelfs zijn leven nietl En met ontroerde dankbaarheid 'inag men hem het pleit gewonnen geven, nu wij weten wat het hem heeft .gekopt. Gegund is het hem inderdaad geweest met een aantal, als een feest in het geheugen gegrifte vertooningen, een voorbeeld te stellen van wat in Nederland, met en ondanks .ppovere middelen en sloopende omstandigheden, van universeele boteekenis mocht zijn. Veel van wat hij in het belang , van onze schouwburgen met zijn bloed bevochten heeft, is noodig en nuttig gebleken voor hen die i »ij kon het zeggen zonder bitterheid in het' gespreide bed te stappen hebben gehad." Ook op VERPAKTE Ion als in oud«n dit punt heeft men zijn gelijk in den loop der jaren stilzwijgend moeten erkennen. Ware het hem, gegeven geweest in zijn oude kracht, meester op eigen terrein, het werk te hervatten, menige illusie y.ou. met meer hart en verstand gesteund dan voorheen, thans in vervulling kunnen gaan. Het heeft niet mógen zijn. Roijaards zelf wist het sinds jaren, al bleven daarin vleugen van hoop. Wie hem nastonden, wisten het. het publiek heeft het kunnen weten van zijn laatste optreden in Strindberg's Doodendans" af. Het oogenblik, waarop Kapitein Edgar" daar in den huiverigen kaarsenschijn, met de poes op den arm binnenkwam .... dat was iets; wat toen nog geen naam vond, maar in de schaduw van den dood, die zoo lang om dit sterfbed heeft gezweefd, zal heugen als een beklemming, ver weg van wat men tooneelspel" noemt. Het is twee jaar geleden; een door dit hartstochtelijk temperament met heldhaftig geduld gedragen lijden, werd met deze reprise, die wel een wonder van wilskracht is geweest, ingeluid. Hoijaards was een gesloten natuur, die veel tegemoetkoming behoefde, zich gauw bezeerd terugtrok, en slagboomen vallen liet, zoodra hij van een ontmoeting geen samentreffen verwachten kun. Weinigen hebben hem gekend, en dikwijls wekte hij een schijn van ongelijk, waar hij, naar.zijn maatstaf gemeten, gelijk had.. Een streng leer meester, die van den leerling, als van zichzelf, de volledige overgave, de uiterste inspanning vergde. Een mensen, snel en diep bewogen, opbruisend en licht-verteederd. Innerlijk zoo zacht-geaard en vergevingsgezind, dat l|f?t wel eens lastig was op den langen duur partij voor hem te trekken. Een vriend, die veel eisehte, en veel gaf; een trouw vriend. Willem Hoijaards heeft het leven lief gehad. ?/ooiang het dragelijk voor hem was. Een ver galde, of door hem zelf bedorven dag zat hem lang dwars, een goed uur genoot hij ,tot op den btjdi'tn. I lij beschouwde het als oen opgave om tot het hoogere bewustzijn der dingen te k'omen, tot verstandhouding en verdraagzaamheid.' Met de wereld in vrede te leven. De wereld heeft het hem niet gemakkelijk gemaakt. Tegen de kolken moe gestreden. ..." moest hij het vroeg opgeVen. Een groot kunstenaarsleven, doortrokken van poëzie, waarin de vlam van idealisme tot het laatst toe fel heeft gebrand, brak af, een vurig menschenhart vond rust. ......Den Dunk jür das was du gethan, (ieduldet, nimtn, d u Abycsehiedner an ! Der CSiite, icie-der Jiöse, inüht sich viel, f'nd beide bleiben weit von ihrem Ziel, Dir (jnb cïn CfotL in liolder, nieter Kraft, Xu deincr Kunèt die et» V/c Leidenachaft. t-aie'tcnr's. die dich sur bösen Zcit erhiell, Mit der du krank, als. wie ein Kind, uespielt. Die au f den bi,tancn Mund ein iMcheln rif j. In deren Arm dein müdes Ilaupt entschlicf. Ffst sfch' dein 'Sttry in wohlgeyö\mter Rnb, Mit tockrer Knie deckt ihn leise zu, , Utid itanjirr fita des Lcbens liège dann ' Atif dir den Cirabcs Hiiïde, guier Mann.'' . V . (Goetho) MEUBELEM < MET REPUTATIE ^jm MEUBEL= FABRI EK MESKER PARKSTRAAT DEN HAAG No. 2696 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 FEBRUARI 1929 De Groote Opera door Mr. Jan den Tex EEN ondeugend man heeft eens van de liberalen gbzegd, dat zij alle goede, dingen willen, maar: ,,niet nu en niet zóó". Zooals in allen laster is ook in dezen een element van waarheid, mits men erkent, dat do liberaal les qualités. de ses défauts" heeft en dat, wat hij tot stand heeft gebracht na het geduld der voorstanders op zwaren proef te hebben gesteld, veelal den toets der critiek beter heeft kunnen doorstaan, dan de enthousiaste op lossingen der radicalen of de afwijzende houding deiconservatieven. Daarom aanvaard ik het schimpwoord en wil onbekommerd ten aanzien van het Musnmitheater aan B. en W. een niet zóó" toeroepen het niet nu" volgt daar van zelf uit, omdat van de beide vraagstukken, dio hier bij betrokken zijn: dat v^n de Groote Opt-r.t en dat van hit SC'IO-.A'O Plein (de heer Blaauw merkte het verleden week terecht op) slechts n oplossing op dit oogenblik voorhanden is, die het laatste met de eerste wil vullen. Amsterdam heeft behoefte aan 'schouwburgruimte. Dat is al lang gebleken, en nimmer schrij nender dan toen in 1924 onze onvergetelijke Koyaards in de woestijn moest. Die ruimte moet gevonden worden en van verschillende zijden zijn pogingen daartoe aangewend. Wij hebben nu, als ik goed tel, een viertal plannen om in deze leemte te voorzien, in zér verschillenden staat van voor bereiding. Eerst was er het plan van een Koyaardsschouwburg op het Kleine-Gartmanplantsoen. Toen is de Wagnervereeniging gekomen met het idee-Museumplein, en ten slotte hebben wij den heer Koopman het oog zien slaan op het Weteringplantsoen en een ongenoemde op den'ingang van het Vondelpark. Daarnaast bestaat dan nog de mogelijkheid van een verbouwing van den Stads schouwburg, waartoe het zeker zal moot-t-n' komen, indien althans die plek als schouwburg in gebruik zal blijven. Van deze plannen wordt thans het duurste aan den Raad voorgelegd. Dat is op zich zelf geen bezwaar: een stad van d^ beteekenis van Amsterdam behoeft niet op een millioen meer of minder te zien, mits het geld dan ook goed besteed is en een afdoende oplossing verkregen wordt, die de andere plannen voor afzienbaren tijd overbodig maakt. En wat krijgen wij nu voor ons geld 'i Een Groote Opera. Er waren er wel onder de voor standers van den Museumschouwburg, die van het woord opera niet hooren wilden. Maar sedert de voordracht verschenen is weten wij allen,.dat de hoófdopzet wel degelijk en onverbloemd is: een operagebouw. Wel zal men niet een vaste operatroep aan het theater verbinden (onlangs was het weer Klemperer, die daartegen waarschuwde) maar een opera-seizpen van eenigc1 weken zal het hoofd moment van den schouwburg worden. Het komt : mij voor, dat de gedachte een gebouw te stichten met dit doel een typisch XlXe eemvsche en roman tische gedachte is, die wellicht in Duitschland no^ op zijn plaats is, maar die in een land, dat zijn. wortels naai1 drie richtingen heeft uitgeslagen, een anachronisme mag heeten. Wij 'moeten vooruit. in :de richting, die de jongeren ons wij/en, en. dit* zoowel in het gesproken als in het gezongen dramaoverwegend gaat in de richting van het intieme. Het groote publiek heeft thans voor-de oogen de bioscoop, voor de ooi-en de radio, straks de com binatie van beide in de sprekende film. I"it de» toelichting tot de voordracht "blijkt niet, datiB. en W. zichi van de ontwikkeling op dit gebied ook maar eenigermate rekenschap hebben gegeven. Dat een stad als Amsterdam een modernen gji'ooten schouwburg op den duur niet missen (kan)" wordt reeds in den aanhef als van zelf sprekend, aangenomen, en later wordt dit alleen toegelicht met het feit, dat er meer aanvragen voor den Stadsschouwburg inkomen dan het aantal be schikbare avonden bedraagt. Als men bedenkt, dat de Stadsschouwburg de eenige is die in het m'eest gewenschte deel der stad is gelegen, de eenige bovendien, waarvan de aankleeding en de tooneelruimte aan' redelijke eisenen voldoen, dan.is dit niet te verwonderen. pirnmtiiiiiniiiiiimimmiiiiiiiniiHiin fff nniiiiiiiiiiiuniiiniuiiiiimiinnnnnii J. B. BENNER ZOON PIANÖHANDEL sasiffiuS i DEN HAAG 97 NOOR DEI N DE uiuuiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiuiiiiiiuiuimmiHuiuiuuid Het al te moederlijk gebaar Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. jfordaan De verloren zoon: Nee, nee1.... ik wil niet. Ben ik daarvoor zeven en veertig jaar in den vreemde geweest?" Terecht waarschuwde Frans Mijnssen indertijd in de enquête van de Telegraaf over het Museum theater tegen hét thans nog bouwt-n van groote .schouwburgen, die. als het Grosse NehaiispielhaUs te Berlijn en het thatelet te l'arijs. er niet toe zullen bijdragen de artistieke standing der stad te vei uiogi-nToch zou wellicht' de tegenstr.nd tegen, dit plan niet zoo ernstig zijn. .indien het bleef bij een schouwburg, waarin men gedurende (J weken een opera, en verder buitenlandsehe danseressen en yolksstukken ook op z.g. ..hoogstaande revues"(!) is gerekend onderbracht. Maar de ontwerpers vreezen blijkbaar, dat deze luxe-schouwburg daar mede niet voldoende gevuld zal kunnen worden. Ik zeide reeds, dat dit ook mijne mecning is, en dat het theater dank zij de bezwarende regeling Van del 20 vrijplaatsen 4- 120 naastgelegen plaatsen buitengewoon moeilijk exploitabel zal blijken te zijn, (Eduard Verkade heeft hierover behartigen*»waar dige 'opmerkingen gemaakt). Mt-n wil daarom de inkomsten aanvullen door zaalverhuur. > En het isliier, dat de belangen van het Concert gebouw, die bij het vorige ook reeds zijdelings betrokken waren, zeer ernstig in het gedrang komen. Het Bestuur dier instelling, waarin de Wagnérvereeniging sterk vertegenwoordigd is, heeft tot heden toe gemeend een afwachtende houding te moeten aannemen; dtt mag voor hare vrienden geen reden zijn,, dit gedrag na te volgen. Van een groote opera als zoodanig heeft het Concertgebouw niets te vreezen. Indien als opera orkest, zooals de heer Wibaut heeft verzekerd, een ander orkest'wordt gebruikt dan dat-'van het Concertgebouw, dat nu tweemaal' per jaar een opvoering helpt tot stand brengen, zal de heer Mengelberg de eerste zijn om toe te geven, dat de ? prikkeling van. het Amsterdamsen muziekleven, die Zenuwstillend en Zenuwsterkcnd is de werking van Mijn ha r d t's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten van een. Opera het gevolg zou zijn. ook op het Concert gebouw-een gunstigen invloed zou'hebben.' Maar indien het vlak tegenover de deur op eeniyszins belangrijke schaal kwam tot zaalverhuur, zou de hoiifdbnïH ran inkonintcn van he.t Concertgebouw ?hollend H cht eruit gaan. B. en W, nieenen. dat hieromtrent geen voorspellingen zijn te doen, die ook maar eenigszins houvast bioden. Wellicht kan men zich aan die voorspellingen niet vasthouden, maar y.ijn hart kan men vasthouden er zal alle aanleiding voor zijn. 'Heeds heeft onze nationale trots zijn bekwamen administrateur naar de over zijde zien vertrekken komt daar nog het orkest (want de Waghervereeniging heeft daar, Wibaut ten spijt, toch wel vues op), komen daar nog de zaalhuurders bij. dan zal de tijd niet \eire zijn, dat de gróót<j Willem allén het podiium van het Concertgebouw 'beklimt .voor een'leege zaal en voor een leeg podium. Als hij niet vóór dien tijd voorgoed het vette land van Amerika gekozen heeft, waarop veel kans bestaat. Caveant cohsules ! ? V.F\OSSEM i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl