Historisch Archief 1877-1940
D£ GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 FEBRUARI 1929
No, 2696
"
Slot \'an pag. n)
In ijdezon jjvorm werden de moeste
.uvdichten van Vondel voor het eerst
:,edrukt en tentoongohangen voor de
vamen der boekwinkels. Zulke
vlie?-rondo blaadjes zijn natuurlijk uiterst
zeldzaam.
Bij de handschriften verdienen
vooral onze. aandacht twee brieven,
die.':Vondels jongere broeder Willem
iu li»2Öuit Rome aan hun moeder
Sara Cranen. t o Amsterdam geschre
ven heeft. en die nog nooit op een
tentoonstelling zijn geweest. Interes
sant zijn ze om de vele bijzonderheden
ovev zijn reis door Frankrijk en Italië.
die zij bevatten. Van Vondels eigen
handschriften zijn verschillende exem
plaren uitgestald, liet laatst ontdekte
op den siihilder Herman Nachtleven.
is ook voor het eerst te zien, het is
een geestig grapje:
O p d'a f b o c l d i n g e v a n
'HEKMAN ZACHTLEYEN.
Wie wortuio hief in print gegeven''
Zuchttere n, die zoo zacht kan léven.
Kn waerdigh heuielhoogh verheven.
Hoor licht en schaduw heen komt
zweven
De kunst en 't leven stao.ii hier even.
Narcis, van eige min gedreven,
lu .eene bloem ons nagebleveu,
Zagh dus zich zolveu, en gesteven
Begon te branden en te beven,
Toen schijn en 't le.ven t'zameu ke
ven.
Kn wou door 't water heem-streven.
Als Herman, wort tot stof ge
wreven
Blijft dit in et-re by zyn neven. .
1Ü01 J. v. Vondel.
Keu brief van Tesselschade aan
prof. Barlaotis, ligt naast Hiiygens'
treffend gedicht op haar overlijden.
beide iu autograaf. Vondels leerlingen
VONDELIUS.
Antonides en Anslo zijn ook in hun
handschriften vertegenwoordigd, even
als Lieven Coppinol. de schrijfmeester.
pastoor Ban do musicus, en tal van
andoren uit Vondels omgeving.
Langs de wanden een mooie
ver?/.ameling gegraveerde- n geschilderde
portretten, waarbij Leoriardns Maiïus
in de oorspronkelijke schilderij van.
Moeyaort, en Augustinus Bloemaerfc
door Verspronck, in gravure een,
schitterend effect maken.
Van de gegraveerde portretten van.
Vondel zijn de beste aanwezig, o.a.
dat in h-wnergravure" door J. Lutma
hierbij gereproduceerd, hetwelk tofc
model zal dienen voor de groote
bronzen gedenkplaat, die in den
stadsschouwburg zal worden geplaatst
door het Vondelmuseum, ter her
innering- aan de herdenking van do
250ste verjaring van Vondel's over
lijden.
De Vondel-viering van 1867 bij
de onthulling van het Standbeeld
wordt in herinnering gebracht door
een mooie aquarel, die Ch. Rochussen
ervan heeft gemaakt, en hierbij is
gereproduceerd. Het is de uitvoering
van het Quintet te Muiden," in
de groote zaal van het Muiderslot,
door Cuypers in den ouden stijl ge
stoffeerd en gemeubeld.De zangeressen
waren Mevr. Cuypers?Alberdingk
Thijm als Tesselschade en Mevr. v.
Schaïk?Proschart als Francisca
Duarte. Hooft, Barlaeus en Huygens
werden voorgesteld door de zangers
Theunissen, Küster en Louis van
Erven Dorens, terwijl G. A. Heinze,
aan het klavier Dirck Sweelinck
vertegenwoordigde. '
. De portretten van Jacob van
Lennep, Louis Royer, J. A. Alber
dingk Thijm en W, J. Hofdijk
geven aan dit schilderij een histori
sche beteekenis.
Wijzen wij nog op het door Herman
Moerkerk krachtig geteekende re
clamebiljet, mot een mooien kop.
van Vondel, dan hebben we voorloopig
de aandacht gevestigd op deze leerzame,
Vondeltentoonstellingen, waarvan de
Nijmeegsche op O Februari wordt
geopend. Wij komen nog hierop terug.
Vondel en het Tooneel
1679?5 Fébr.?i929
door Top Naeff
HET vadorlandsch tooneel staat in den
stoet, die' zich opmaakt oin. Vondel's na
gedachtenis te eei-en. met beschaamde kaken.
T\yechonderd vijftig jaren zijn ' vci-Ioupen sinds
de grootste \reurspeldiehter, dien Nederland bezit,
gestorven is. eu een groot deel van zijn dramatische
nalatenschap ligt daai- nog, ongespeeld, ongfkend,
in de folianten begraven. G ecu onzer Nedurlandscho
gezelschappen zal op den 3en Februari uitkomen
niet een model-opvoering van een zijner schoonste
werken. De Stadsschouwburg vari Amsterdam
Vondel's Amsterdam zal op dezen avond voor
de harten -die naar Vondel uitgaan, gesloten zijn.
In het Communiquéder Vondelherdenking
lezen wij: .
Het plan om de opvoering van een treurspel
van Vondel mogelijk.te maken is Wel eenigszins
uitgesteld, maar wordt in geenen deele opgegeven.
De pogingen in deze richting worden met kracht
voortgezet."
Och».. arme!. r f. E u meent iemand In ernst»
dat do opvoering van. een treurspel van Vondel,
die als daad .van kunstzin en piet ei t ook maar
oenigszins wil beantwoorden aan 's dichters eigen
oisch: De hemclsche poëzij wil niet op de middel
trap, maaruioct iu'tbp staan," voor dégelegenheid
uit den dorren grond" van ons houdjngloos tooneel
te stampen.zou zijn? Dat ia een land, waar op zeer
en.kelo uitzonderingen na, do toonéclspelers niet
oèns meer wctcii wat zich uiten in versvorm is,
waar men per seizoen met een strjlloozcn
.,Gijsbrccht" aan onze nationale verplichtingen jegens
den dichtervorst officieel meent te hebben voldaan
.... dat daar plotseling, op een ooge-nblik dat de
eer van het land ermee gemoeid is, een keurcorps ?
zou zijn sauiqu te stellen, bekwaam orii onder een
Vondelregisseur van den eersten rang Vondel's
hoog-gcdragen cpick en verrukkelijke lyriek tot
haar recht te brengen?
Een land. dat, wanneer het er op aankomt te
toonen, wat het cultureel boteekent, nog met de
kaars moet gaan zoeken naar de kunstenaars, die
..eventueel" en ..misschien" daarbij iets zouden
kunnen praesteei'en, kan met de krachtigste
pogingen in dez.e richting" zijn schade niet
inhalen. Mede terwille van de geestelijke hoogte
punten in het allcdaagsche leven onderhoudt men
in andere landen een standaard-repertoire. Faust"
en Nathan der Weise" behoeven dan ter ecre
van Goethe on Lossing niet to worden uitgesteld."
De toonoelgeest in Nederland, meer dan het
tooneel zelf, moet voor deze schade aansprakelijk
worden gesteld. Het tooneel heeft nog gedaan wat
het vermocht. Naast tekort en verzuim, blijft aan
onzen tijd de voldoening de lang betwiste drama
tische speel waarde van Vondel's werken aan enkele
groote voorbeelden te hebben bewezen. Ze zijn
voor ons geheele volk, dat op zijn vervelende
school-herinnering voortdutte tot de
Geboortklok" het deed ontwaken, een openbaring geweest,
ze hebben, voor wio de weelde van het vers aan
den lijve ondergaan, schatten gedolven.
De naam, die ia dezo da^en van rouw op aller
lippen ligt, vraagt bij een Vondelherdenking niet
eens te worden genoemd, hij is daarvan nipt te
scholden.
Adam jn Ballingschap" mocht na ruim twee
eeuwen gewacht te hebben n ontdekking"
Worden. In hét seizoen 1900?1910kreeg,«Lucifer"
zijn grpoto kans. In den zomer van 1010 kwam
de Gijsbreghfc van'Aeaistel," verlost uit de sleur
van het verplicht gelegenheidsstuk, tot een waar
dige en schoono vertooning.
Met Jozef in Dothan," het'eenige van Vondel's
spelen, dat, door verschillende gezelschappen
opgevoerd, altijd gemakkelijk aansprak, en een
poging' van het Nieuwe Nederl. Tooneel met
..Jeftha," hebben we hiermede het
Vondel-reper, toiro genoemd. Een repertoire, dat thans alleen
nog in dankbare, herinnering voortleeft, en waar
aan o.a. bloven ontbreken: .,Noah", het -derde'
uit démet Adam in Ballingschap" ingezette
trits, het werk van 's dichters hópgen ouder
dom; twee deelen van de Jozef "-trilogie/,
Samson, Salomon, de twee tragedies om koning
David, de Gebroeders, de Maagden, en hoevele
nog.... Wat kunnen wij weten, van de waarde
dezer scheppingen, wanneer zij onvolschapen
blijven, wanneer ze niet worden opgevoerd tot
hun 'bestemming? Is dat niet juist het heerlijk
wonder van Vondel's bezonken lyriek, dat de
dramatische bewogenheid er zoo diep in verborgen
ligt, dat men haar nooit na genoeg, en altijd nog
nader komen kan, met hart en hoofd en alle zin
tuigen. Dat men de rijpe vruchten van dit innig
hart, dezen alzijdigen geest, wil proeven op de
tong om er de weelde van te kennen. Een versregel,
in -stilte gelezen, geeft het ons nog niet. Althans
niet in zijn Vervoerende volheid. Deze poëzie,
ons zoo eigen" die rijke, bron voor onze
Nederlandsche taal, ze kan altijd weer opnieuw ont
springen voor elk geslacht, aan een gemoed, dat
ervan doordrenkt vervuld en verlicht is.
Is dan niet de blaam gerechtvaardigd voor dit
land, met zrjn oppervlakkige tooneelbereddering
en zijn verwaarloozlng van Vondel op het tooneel?
In den schouwburg, die do zijtie moest heeten !
Naast de zorgvuldige uitgave van zijn oeuvre,
naapt het Museum, dat de herinnering ook aan
den edelen mensen levend houdt, heeft de jeugd
recht op den eeuwig, jongen, onsterfelijken klank
van zijn dicbterstem. Onze tijd, meer dan tot
dusver eenig' ander tijdperk, beschikt thans over
de middelen om Vondel's droomen en vizioenen
téverwezenlijken, geen moeilijkheid op aarde of
in den hemel kan meer gelden als excuus.?Wie
Vondel in déze dagen eeren wil, zal zijn idealen
niet af kunnen wenden van den eisch, dat zijn
werken in den schouwburg behooren te worden
gespeeld; ,
BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA
SPANJAARD&C2
FABRIEK ESPANA
UTRECHT
B I O S C O P Y
door L. J. Jordaan
Voorbeeld van Tooneel-grime
(Jannings in Vader' )
Russophobie en Russenbestrijding
He.t laattite commando" met Emll
JannlngH. Tuwchlnnky
E MOEDER" ia
gewroken!
Naast de tragische
Baranovskaja onder
de roode vlag,
overspat met slijk en
sneeuw rust thans
het welgedane ka
daver van Emil Jan
nings, behagelijk ge-bed in watten en zout, zijn
embonpoint opbellend onder den afgeschaf ten, maar
fatsoenlijk-lciitiemen keizerlijken standaard. Laat
ons juichen, wij, die de officieel gepermitteerde en
erkende filmkunst bewonderen een schrikbeeld,
een dwangvoorstelling is van ons afgenomen: wij
, hebben thans ook onzen grooten doode" !
Telkenmale als ,,De Moeder" neerstortte in den
modder en de roode vlag zich over haar uitbreidde,
sloop de consternatie ons hart binnen met de vraag,
hoe wij dit kunstwerk, door ons in een onbewaakt
oogenblik als zoodanig erkend, ooit weer zouden
kwijtraken. Als een machtig wolkgevaarte, onheil
spellend roodgekleurd door de rosse vlam der
revolutie, verheft het zich hoog boven onze hoofden
en dreigt den vreedzameu ..sterren"-heme] te
verduisteren. Want wat geeft het, of wij den
kunstenaar, die dit werk schiep, als staatsgevaarlijk
over de grenzen zetten ? Wat geeft het, of wij zijn
bezoek aan ons land nogeeren en het geluid, van
zijn stem verstikken onder den jubel, waarmee wij
' vaderlandsche revue-juffrouwen en buitenlandsche
oplichters inhalen? Wat geeft het, of wij zijn jongste
werk in onze pers bij voorbaat onmogelijk trachten
te maken? Ligt daar niet steeds het lijk van De
Moeder" onder de roode vlag, grootsch, verheven,
onvergetelijk ondanks de moeite, die wij ons
getroosten om het groote. meeninglooze publiek
naar Moulin-Rouge's jazz-zangers en andere
'narcotica te drijven....?
Maar goddank, eindelijk is het tegengift gevon
den ! Uit het onverdachte Amerika is het pendant
tot ons gekomen óók een revolutie, maar een
keiirig-nette. Een revolutie met bedaarde harts
tochten, namaak-Russen, sneouwsteppen ,van kalk
en zout en atelier-loopgravèn. Kn wij herademen,
want wij weten nu weer. dat het alles maar spel is
en geen ernst. Geen ernst met den hartstocht, geen
.ernst, met de revolutie en geen ernst met de film.
Het is alles maar spel en dies juichen wij den
..grooten speler" toe -?een beetje teleurgesteld
misschien', omdat hij niet onder de vlag vandaan
kruipt, vriendelijk buigend en dankend, als een
rechtgeaard acteur past....
Maar de Moeder" is gewroken !
? ' '? ' * * i
., *
F Moeten wij opnieuw onze bezwaren tégen reci
dives als. dit Laatste commando"', herhalen?,
Moeten wij, als bij The way óf all flesh" opnieuw
aantoonen, hoe het onbeweeglijk objectief, aan zijn
plaats vastgenageld om geduldig de gesticulaties
en de grimassen van een tooneelspeler te
registreeren, even ver afstaat va'n de film, als van het
tooneel? Dat het inderdaad bastaardkunst voort
brengt, wankelend tusschen töonéel en f ilni, parasi
teerend op beiden? Moeten wij opnieuw bewijzen,
dat de filmster zich niet kan vergelijken bij den
grooten acteur dat gene zich steeds bij iedere
creatie vernieuwt, omdat hij de drager is van het
woord, dat is de idee, 'terwijl deze, telkens weer
aangewezen op zijn. armelijk register van
individueele expressie, tenslotte onverdragelijk wordt?
Moeten wij het er opnieuw inhameren, dat de
fraaispelende acteur voor de film uit den booze is
uit den booze uit den booze? ! ! Zal men ooit
het ideaal van een Pudowkin begrijpen, die den
grooten speler" geheel uit zijn werk wil weren,
omdat deze tenslotte zelfs spiert, dasz er nicht
spielt"?
Het is en blijft pijnlijk een figuur, wiens naam
een eervolle traditie is geworden in de historie van
een kunstvorm, welke wij allen liefhebben, aldus
te moeten veroordeelen, Maar er blijft ons geen
keus: zie dit breedsprakige, ego-Centr,ische gedoe
zie die languitgesponnen, zwoegend gespeelde
scènes a faire, welke het tempo en de bewegelijk
heid van de film verlammen ja, die vloeken met
den aard van haar wezen. Zie dit oogen-gerol, dit
gewankel, dit ge-gesticuleer, die actie" kortom,
waarvan wij ieder onderdeeltje kennen, als de
opschriften van een verkeersbord. Zie al deze
gespeelde, geschilderde en geschminckte
tooneelrompslomp en erken, dat het hopeloos verouderd
is eu nog slechts verveelt en kriegel maakt in zijn
onverbeterlijke arrogantie.
Wij hebben het reeds eerder gezegd: deze kunst
is stervende ondanks haar pompeus en schitterend
uiterlijk het is inderdaad Jannings, de vorst
uit een ondergegaan ryk, welke ligt te zieltogen
onder het symbool eener vervlogen heerschappij !
» *
,* *
Men ontkomt bij dit alles niet aan den indruk.
dat de sensatie over deze Jannings-filra nog eens
extra en bewust wordt aangedikt, vanwege haar
anti-bolsjewistische tendenz dat de groote naam
en de populaire figuur van den Duitschen acteur
als pion vooruitgeschoven wordt tegenover de
domineerende en dwingende superioriteit der
Russen-films. Het is hiertegen, dat wij ten drin
gendste willen1 waarschuwen: nipt alleen, omdat
de zuiverheid van de artistieke appreciatie der
film wordt vertroebeld (en de hemel weet, hoe
moeilijk het reeds is, zich in deze materie zürecht
zu finden" !) maar ook omdat men zijn doel,
op deze wijze, volkomen voofbijschiet.
Wij houden als regel de i politiek angstvallig
buiten deze kolommen. Maar aangenomen, voor
een oogenblik, dat het Sövjetregiem (hetwelk wij
geenszins bewonderen !) inderdaad het dreigende
gevaar beteekent voor de overige wereld, waartegen
bevoegde peisonen waarschuwen aangenomen,
dat kunstwerken als ..Potjamkin". .,De Moeder" en
,,De laatste dagen van St, Petersburg" inderdaad
de geduchte bacilkmdragers zijn, die men er in wil
zien dan nóg is deze methode van bestrijding
averechtsch. Wanneer men de fatale suggestie
deiRussen wil annuleeren. dan bestrijde men hea
met hun eigen wapens,'d.w.z. met films van hoog
artistiek rjehalte ! Men grijpe niet terug naar grove,
verouderde effecten uit de dagen van Olim. Wie
tegenover een sterken vijand staat, doet wijs met
van hem te leeren welnu, de kracht der Russen
schuilt niet in kostbare monteering, niet in
goedkoope sentimentaliteit, nicl in persoonsvergoding....
zij' ligt in hun artistieke bezetenheid, in hun
"krachtige oorspronkelijkheid, in hun stoutmoedig
begaan van niéuwe wegen, maar vooral in hun
feilloos inzicht in het begrip film ! Al deze enorme
vöordeelen doet men geenszins te niet, door roof
bouw te plegen' op de populariteit Van een groot
acteur, die onherroepelijk een voorbije periode
toebehoort» door een kinderachtige imitatie' van
uiterlijke effecten (de vlag), door een bot *,Neen !"
te stellen tegenover hun Ja!". Men bestrijdt geen
tot de tanden gewapend man met een blikken
speelgoedsabel. ' ,
Neen wil men de Russen tegemoet treden als
gelijkwaardig tegenstander, dan zoefce men. in eigen
gelederen naar den kunstenaar-cineast, die opge
wassen is tegen een Eisengtein en een Pudowkin.
Mpn geve hem dezelfde artistieke vrijheid om n
filmisch kunstwerk te maken naar zijn souverein '
goedvinden, zonder hem te dwingen een massa
afgod met zijn camera achterna te loopenJ Men
vergunne hem dezelfde künstlerische eerlijkheid,
dezelfde gelegenheid, om nieuwe inzichten, nieuwe
methoden te benutten. Eerst dan zal men een
waarachtigen, schoenen strijd om de .idee,
Voorbeeld van levend Filmmaker
(Lenistjakow in De Moeder")
kunnen aanschouwen, gevoerd door twee equiva
lente tegenstanders in plaats van het dwaze
gescherm van een Hollywoodöch ambtenaar tegen
den Russischen dichter.
Wij zullen die anti-bolsjewistische film met
vreugde en geestdrift begroeten, zoo.al niet om haar
politieke beteekenis, dan toch zeker terwillo van
de filmkunst, welke zij aldus verrijkt.
.,De geheime koerier" met
Rembrundt
AT [wij vooral moeten
weten is dat in deze
film I van Mosjoukine
1 speelt en Lil Dagover
en zelfs een zekere
juffrouw Petersen. Om
trent de herkomst van
_ i het werk vernemen wij
cl niets .anders dan dat
het een
..Greenbaumfilm der Ufa" is, onge
twijfeld een interessante
mededeeling die
ons evenwel maar matig schokt, aangezien niet
vermeld wordt, of deze heer Greenbaum een
f inantieele sornmiteit is, dan wel slechts de regisseur
De commercieele klank van den naam doet
evenwel het ergste vermoeden.
Intusschen is een dergelijke wijze van annon
ceeren karakteristiek voor het stersysteem, datpde
auteur Van een film degradeert tot een soort
hoffotograaf, een anonymus, wien de groote eer i»
te beurt gevallen, dezen of genen ..Koning van het
Witte Doek" te mogen kieken. Hoe machtiger de
., Koning" des te onbeduidender fotograaf.
en film, gelijk wij in het geval-Jannings wel zeer
tot onze schade hebben moeten ervaren. Met
Mosjoukine nu, is het niet zoo erg gesteld. Dit mag
gedeeltelijk geweten worden aan don aard van den
hoofdspeler. Deze acteur, die eenmaal zelf een voor
treffelijke film. maakte (,,Brasier ardent") is nog
steeds zoo filmisch ingesteld, dct zijn spel het
snelle, flitsende en lenige karakter heeft behouden.
Bijna nergens vervalt hij in de tvaire. zelfgenoeg
zame speeltechniek van zijn Duitsche rivaal. Aan
den anderen kant echter, is do anonynu* vervaar
diger van dezen . Geheimen. Koerier" iemand die
zich blijkbaar niet heelemaal op zij laat dringen
ten faveure van de spelers. Er zitten in dit speel
werk een paar uitstekende stukken film, die het
doen betreuren dat de regisseur zoo beperkt
isgebleven in zijn vrijheid. De scène in het officieren
casino met het sterke accelerando in Mosjoukine's
dronkenschap en vooral het .bijna visionnaire
verglijden in den wegschietenden grond, de
voorbijduizelende boomeri en eindelijk den razenden rit.
van den koerier 'wijst op een cinegrafigch talent
van beteekenis. Ook de barricade-gevechten aan
het slot hebben daar waar de regiseur maling heeft
aan de indrukwekkende dames en heere^i sterren",
voortreffelijke momenten.
Wat Mosjoukine betreft -? zijn talenten schijnen.
zich steeds meer in postale richting te ontwikkelen.
Dit is nu al de ,tweede koerieosrol van hem, die
eenmaal in Kean" de blijde boodschap bracht
van de geboorte eener nieuwe kunst. .
«ENERAAL AGEXTEX VOOR
AMATEUR-KINO-UITRUSTING
FOTO-SCHiAAlP & Co.
SFUt'fS -- A'M STERDAM