Historisch Archief 1877-1940
«ti
«t*
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 FEBRUARI 1929
No. 2697
No. 2697
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 FEBRUARI 1929
m
j.
De aanneming van het Kellogg-Verdrag
door Dr. E. van Kaalte
MET 85 tegen l heeft de Senaat te Washington
haar goedkeuring verleend tot ratificatie
van het Kollogg-verdrag. Aldus do blijde mare,
die ons kort geleden uit de Vereenigde Staten
bereikte en waarmee de wereld in kennis werd
gesteld van een gebeurtenis, welke
ontegenzeggelyk voor de verdere ontwikkeling der internatio
nale samenleving van het allergrootste belang is.
Het mocht wat! zoo weet onmiddellijk deze
of gene scherpziende criticaster te vertellen.
Maak u niet blij met een doode musch, want
ten slotte is de beslissing der heeren senatoren,
op den keper beschouwd, niets waard. Dat zij
met op een na algemeen c stemmen tot stand kwam,
wijst reeds op de geringe waarde van het besluit,
waartegen nl. geen oppositie meer noodig werd
geacht, nadat de voorzitter der commissie voor
buitenlandsche zaken, senator Borah, tegemoet
was gekomen aan de bezwaren der tegenstanders,
die nu onmiddellijk vrij baan hebben gekregen
om hun ideaal, de versterking der Amerikaansche
vloot, verwezenlijkt te krijgen. Hetzelfde college,
dat zoo juist plechtiglijk zijn zegen heeft geschon
ken aan een verdrag, waarin oorlog als instrument
van nationale politiek wordt uitgesloten, zal
aanstonds een maatregel treffen, die Uiicle Sam
in een oorlog sterker dan ooit zal doen staan!
En mocht verwijzing naar dezen gang van zaken
nog niet voldoende zijn om aan te toonen, dat er
voor juichen over het tot stand komen van het
Kellogg-tractaat geen enkele reden is, dan zij er
ten overvloede aan herinnerd, dat de heele over
eenkomst rijk is aan onvolledigheid. Zij verbiedt
den oorlog, schept echter geen bindende verplich
tingen omtrent de wijze waarop dan wel beslechting
van internationale geschillen dient plaats tb vinden,
noch ten aanzien van wat er tégenover schenners
van het tractaat zou moeten geschieden; en boven
dien blijft de zelfverdediging, dus oorlog, tegen een
eventueelen aanvaller toegelaten.
* *
*
Dat klinkt allemaal heel zwaarwichtig en toch
is er reden te over om do aanneming van het
Kellogg-verdrag niets meer of niinder dan een
mijlpaal in de geschiedenis en in de ontwikkeling
der Volkenrechtelijke gemeenschap te noemen.
Wat de concessie van Borah betreft, deze had
werkelijk niets om. het lijf en bestond alloen hierin.
dat in het begeleidende rapport, bij de behandeling
van het verdrag in den Senaat ter tafel gebracht,
een zinsnede is opgenomen, waarin staat, dat het
tractaat de Monroeleer ongerept laat. Ziet, dat
was zoo iets als een fopspeen voor lastige,
dwingerige kinderen. Niemand had deze stelling betwist;
'en,het hoele rapport heeft alleen voor intern ge
bruik, doch geenszins internationaal eenige waarde.
Door die opmerking over de Monroeleer, welke
in de oogen van verstandige Yankees een waarheid
als een koe was, mogen sommige op dit punt over
gevoelige senatoren tot bedaren gebracht zijn.
de staten, welke het verdrag van Parijs
onderteekenen, kunnen het gelieele rapportode bewuste
zinsnede .incluis, aan hun respectievelijke laarzen
lappen. Dat ware natuurlijk-niet het geval geweest
zuo.de Senaat reserves uan hot tractant had toe
gevoegd of .indien de '.Rcgoerinp te'Washington
zich in een nadere nota tot de andere Kop-erm^en
gewend had met de bedoeling om alsnog een of
andere reserve te stipuleeron. Doch C'oolidge,
Kellogg en Borah hebben 'gedaan weten, te krijgen,
dat de omlertcckening doov.de Vereenigde Staten'
zonder meer de sonatorialo goedkeuring Verwierf;
Kn nu de plannen tot, uitbreiding der vloot.
Aanvankelijk werd er' hiervoor aangestuurd op
een credii-t van 740 niillioeii dollar en daarvan is
thans 'nog .,slechts" 1/tt overgebleven, dank'? zij
den krachtigen'druk-der-publieke opinie, die het
al zoover .heeft weten te brengen* dat de aanhangers
van do ylootvórsterking hooi wat water in hun wijn
hebben mooton doen. De hoolo, opzet van het plan
is, om langd dezen weg gedaan t's .krijgen,, dat mon
een ook voor Washington aanvaardbare oplossing ???
OOKT FRED : J.ROESKE
ZANDBLAD - SIC ABEN 8 enIO ets.
in zake een schema voor internationale verminde
ring van bewapening zal kunnen bereiken. Fraai
is deze methode zeer Xeker niet en zy bergt na
tuurlijk ook ge varen'hs zich, die echter, dat heeft
men wel te bedenken, jbist in zoo belangrijke mate
verminderd zyn door.... de aanneming van het
Kellogg-verdrag.
* *
*
Dat verdrag is onvolledig. Toegegeven, doch het
brengt ons toch op eenmaal een geweldigen stap
vooruit, want niet langer zal een staat-misdadig*, r
alleen met de sancties van art. 1(1 van Het Volken
bondshandvest te doen krijgen; voortaan zal hij
daarnaast ook vanzelf het buiten den Volkenbond
staande .Amerika tegen zich in het harnas jagen.
Dat hoeft niet te leideip tot een gewapend optreden
van den kant der Velfeenigde Staten, maar deza
zullen toch zeker tegenover een land, dat in fctrijd
met het verdrag van; Parijs een oorlog begint,
een verre van welwillende houding aannemen
en alles doen om zulte een misdadiger tot inkeer
te brengen. In den verftolge is er naast den Volken
bond een grootere, r^jjmere gemeenschap, waar
tegen de tot oorlog ife plaats van tot arbitrage
zijn toevlucht nemendfe staat zjch zou vergrypen.
De beteekenis hiervarifkan men niet hoog genoeg
schatten. £ ?
Het is bovendien vanzelf sprekend, dat het feit,
dat oorlog als normaal middel tot beslechting
van geschillen verboden is, automatisch tot verdere
ontwikkeling van arbitrage en rechtspraak zal
leiden. Ja, de kans opHoetreding van Amerika tot
het Statuxit van het Internationaal Gerechtshof
is met dezen stap weer* belangrijk toegenomen. ^
En als nu toch een land, maling hebbende aan wat
het geteekend heeft, d« wapenp tegen een ander
opneemt, dan vindt er wel degelijk oorlog plaats,
aangezien die ander immers het recht tot zelf
verdediging behouden heeft. Volkomen waar,
doch tegen den internationalen misdadiger zal
men niet langer de afweer op den ouden voet
van nationaal georganiseerde en nationaal
gelocaliseerde strijdmachten moeten organiseeren,
maar internationaal, onder leiding van onpar
tijdige internationale organen. Gelijk Prof. v.
Vollenhoven in een hoogst belangwekkend artik* l
in het tijdschrift De Volkenbond", (derde
jaargang, no. 10) betoogd heeft, is juist door
het tot stand komen van het Kellogg-verdrag
eisch van logische consequentie geworden, dat
de volkeren in die richting voort zullen bouwen
op de grondslagen, die thans gelegd zijn. Dan zal
zich niet meer het gevaar voordoen, dat onder
het mom van afweer als van quds toch nationale
oorlogspolitiek verwezenlijkt zou kunnen worden.
Het gaat er om, aldus zijn conclusie, ,,het woord
tot daad te helpen maken." En terecht heeft de
Leidsche hoogleeraar als verweer tegen lieden,
die zouden beweren, dat zoo iets toch nooit te
bereiken ware, herinnerd aan het feit, dat op de
beide Haagsehe vredesconferenties, dus npg geen
dertig jaar geledon, niemand de mogelijkheid
voorzag van wat nu werkelijkheid is-'geworden:
eeri volkenrecht zonder oorlog.
? * * ; '
t ... ?
In 1899, in 1907 mocht men gaarne pleidooien
vour de arbitrage-gedachte willen voeren, het
recht'tot den oorlog Wenschte men niet te schrap
pen en. wel degelijk bleef oorlog' golden als eon
volkomen geoorloofd ? middel om internationale
geschillen uit-do wereld te holpen, zoo"ander-e, mid
delen gefaald hadden of oniian'gowend-bleven.
Vandaag.' aan den dag -geldt zulks niet meer.
Het recht tot den oorlog in dcirhier aangegeven
zin is geschrapt crt dat'woK niot omdat een aantal
staatslieden het op evn goed on ? morgen in 'hun.
hoofd,.krcgon' ói«n daarop gerichte overeenkomst
te sluiten, maar omdart de inlcrnaliomUc .publieke
opinie hiertoe nooptq. Dat is wel dégroot sta
boteekonis van ..het- Kollogg-verdriip: h«>t mag
ongetwijfeld beschouwd worden als vrucht van
don wil dor volken. ?? Erj is tonslotlo iets
veranderd in de m<»ntaliloit> d'ér- inenschhoid.
waardoor oorlog als -normaal roohtsinst.ituut niet
tuoor houdbaar is. Van do verdere ontwikkeling
«lor internationale publieke opinio ? on 'van. de
kracht, die van ham- uitgaat ?/.«,! hot bovenal
afhangen, wanneer on hoe'do tiaiivullingon die liet
woord van hot tractaat van Pal-ijs behoeven om
to.t daad te worden, baar intree zullen doen..
N.V. J. S.
O ro o t ? t e k e u z
K U WSEN'S
. . . 8TCTSON&
KRONIEK
Vondel-herdenktnic
IJ hebben nu weer Vondels sterfdag
herdacht, die 250 jaar van ons af ligt, en wij.
zijn bij die gelegenheid wederom in
veelzijdigengeestdrift ontstoken vanwege 's dichters grootheid
in kunst en leven. Dat is gewis in orde. Een volk
dient zijn groote mannen te eeren als de hoogste
uitingen van zijn geest, de beste stalen van het ras..
en de vaklieden, litteraturen en tooneelspelers,
behooren daarbij vóór te gaan. Dat maakt dan den
indruk alsof gansche scharen, nagenoeg het geheelc
volk, hen volgen met blijden zin. en schallend
feestgezang, waarvan de pers den sterken weergalm.
schijnt te geven. Een verheffend schouwspel inder
daad Maar het is natuurlijk fictie. Een natie,.
als geheel, is maar heel weinig ontwikkeld en de
Nederlanders die Vondel genieten,
subsidiairbegrijpen, subsidiair zelfs maar lezen, zijn be
trekkelijk zeer weinigen. De overigen, voor een
niet onaanzienlijk deel vrijwel an-alphabeten
gelijk de examens voor de hoofdacte telken jarc
uitwijzen hebben het van hooren-zeggen. Kn
daar is eigenlijk niets betreurenswaardigs in. Van
geleerden en wijsge'ercn moeten wij ook de groot
heid meestal op gezag van anderen aannemen, en
het is enkel malligheid te meenen, dat kunst en
letteren niet evenzeer een speciaal gebied zouden
vormen als bijv. de natuurkunde, waarin toch ook
veel en verdienstelijk gedilettanteerd wordt.
Vandaar dat het een beetje kriebelig maakt, ate
ons, in een hooggestemd artikel over Vondel, de^
gewetensvraag gesteld wordt: ..wat beteekent
voor u het werk van den groot sten dichter, dien uw -.
land ooit kende, wat weerklinkt in een van
dredelste stemmen, die ooit in uw taal sprak?"
Wel vriend, zoo goed als niemendal, zullen de
meeste landgenooteri in de heimelijkheid van hun
binnenste binnen antwoorden. Zij herinneren zich
eenig, min of meer verplicht, enthousiasme
opsch'bol, vanwege wat Vondel-verzen en een. drama,
dat wel lang en wóordenrijk scheen. En van
lateieen bar vervelende Gijsbrecht-opvoering, die
alleen terwille van Kloris en Roosje en den
Nieuwjaarswensch te verdragen was. En verder niets....
dan een aantal boekdeelen in een kast met den.
naam Vondel er. op. Of soms hit prospectus van een
nieuwe Vondeluitgaaf.
Op diezelfde wijze kennen zij Shakespeare.
Corneille, Racine, Schiller en Goethe.... en 't
ishun niet kwalijk te nemen, wan t'zij houden niet
bar van Poe/Je en van het Drama heelemaal niet.
En voor wie daar wel van houden, is het dan nog
do vraag of Vondels per slot eenzijdige geest, hun
svmpathiek is. Het gaat hier niet enkel om poëzie.
maar ook en vooral om wereldbeschouwing, en het
zou kunnen zijn, dat wie in Vondel (?égrootsche^
struciuui' 'en de worstelende ziiilijkheid bewon
dert, toch liever in Shakespeare de bevrediging va. i
?zijn hart on verstand beide zoekt. .
' : : ' - ? V F. (V
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER "& Ca
«*
»??*?* DEN HAAG *»
AMSTERDAM ~ ARNHEM
Bewaarplaatsen voor Inboedels
Pfister contra Freud
inzake de religie
door Mr. H. Giltay
Dr. Oskar Pfister: Die Illusion einer
Zukunft. Eine jreundschaftliche
Auseinanderaeteung mit I*rof. Dr. Sigm. Freud
(?Imago" XIV. Band, 1928, Hejt 2/3)
Ik had eerst kortweg: Pfister contra Freud"
willen schrijven, maar dat zou misleidend geweest
zyn. Het zou den indruk gewekt hebben, dat
Pfister Freud's psychoanalyse ontrouw was ge
worden. Terwijl niets minder waar is. Pfister is
nog altijd de geestdriftige kampioen, die hij al voor
twintig jaar was. In zijn inlcidenden brief aan
Freud zegt hij dan ook: Und so möchte ich denn
nicht gegen, sondern für Sie schreiben, denn wer
für die Psychoanalyse in die Schranken tritt,
kampft für 8ie."
Alp de plaatsruimte het toeliet, zou ik dezen
brief gaarne in zijn geheel overnemen, omdat hij
zulk een helder beeld geeft van Pfister's karakter
en denkwijze. Ik kan niet nalaten, althans n
passage eruit weer te geven. Pfister herinnert
Freud aan Jezus' gelijkenis van de twee zonen,
wien door hun vader bevolen werd, in zijn wijn
gaard te gaan. De eerste beloofde te gaan, maar
hield geen woord. De tweede weigerde aanvan
kelijk, maar kreeg berouw en' ging toch.
Herinnert Gij U," zoo vraagt Pfister, hoe Jezus
den tweede boven den eerste prijst, omdat hij
tenslotte den wil zijns vaders volbracht? Duidt
Ge het mij dan ten kwade, dat ik 1T, die zóó heerlijke
stralen van het eeuwige licht opvingt en Uzelf in
den strijd voor waarheid en liefde verteerdet,
dat ik U, beeldend gesproken, ondanks l'w zoo
genaamd ongeloof dichter bij den troon Gods zie
dan menigen gebeden-murmelenden, ceremoni
nverrichtenden geloóvige", wiens hart nimmer
gloeide voor kennis en nienschengeluk? En be
grijpt Ge, omdat voor den aan het Evangelie
georiënteerden 'Christen alles aankomt op het doen
van den Goddelijken wil en niet op het Heere!
Heere !" roepen, begrijpt Ge, dat ik u zelfs zou
kunnen benijden?"
Maar dit neemt niet weg, .dat Pfister zich tegen
Freud's ideeën over den godsdienst met alle be
slistheid verzet. Ten eerste tegen Freud's
qualificatic van de religie als de algemeen-men
schelijke dwangneurose." Met betrekking' tot de pri
mitieve gödsdienstvormén en de verschillende
orthodoxieën is dit zeker veelszins juist. Maar
Pfister ontkent, dat het dwangkarakter tot het
wezen van de religie zou behooren. Zou het niet
veeleer zóó zijn, vraagt hij, dat deze neurotische
symptomen normale groeivei'schijnselen zijn,
phasen, die doorloopen moeten worden om tot hoogere
vormen te komen,', zooals kikkervischjes hun
staartje verliezen om als echt*; kikvorschón des te
vrijer door de wereld te kunnen springen?
.Dat de godsdienst op onderdrukking' van
primaire driften berust, is ongetwijfeld juist.
Maar is dit niet met alle cultuur het geval? Wie
zich op een laag niveau volkomen uitleeft, houdt
voor hoogere cultuurprestatios geen. enorgio over.
Toch mogen we deze 'onderdrukking'-geen-',.onna
tuurlijk" verschijnsel ' achten. Xooii, wij moeten
aannemen, dat de monschelijke natuur van-huisr
uit op hot 'hoogere, d.w.z. op subliniooi-mg is
aangelegd. .
Vervolgens zot Pfislor uiteen, hoo liet echte
'Christendom, dat is Jo./.us' liefde-evangelie, wel
verre van dwang-nourotiscli, t»; zijn, integendeel
den., dwang opheft! Tegenover hot wotsgeloof dot
'(Uiden» tegenover hun lettoi-kiiochtofij en
voi-mondionst stolt Jezus'zijn gebod: heb God lief bovon
alles 011 l'w naaste als uzelf. Maar toch woor een
>/fftorf?.zal niou vragen.? Ja Maar oen, gebod.' dat
geen nieuwe knechtschap 'brengt., dat niet
ya'nbuiton-af den mensch, wordt ópgologd, maar eoii
gebod, dat de uitdrukking is van l u -t _ hoogst o
verlangou dor numseliolijko x.iol zolvo. Hot is wel
heel jammer, zegt Pfister, dat Freud juist de
POL ROGER&C^
LE CHAMPAGNE ENVOGUE
JAGER GERLINGS HAARLEM
De strijd in Afghanistan
Teekening voor »de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Wie aan de touwtjes trekken
, hoogste uitingen van den godsdienst buiten be
schouwing laat. .
Met betrekking tot Freud's stelling, dat de
religie een ,,Wunsch-phantasie" zou zijn, erkent
l'fistcr, dat de voorstellingen van een dod en een
hiernamaals dikwijls met kleuren van een
..vrenschpalet" zijn geschilderd. Zoo b.v. wanneer de
Eskimo's gelooven aan een hiernamaals, waar het
wemelt van walvisschen. Maar wat bewijst dat ?
Dat er in de godsdienstige voorstellingen talrijke
kinderlijke, onhoudbare elementen schuilen. (Zoo'
geloofde Luther, dat er in het Jenseits"' ook
allerlei dieren zouden zijn. o.a. honden met een
huid van goud en met haren van odelgesteento.
En óók prachtige mieren en wantsen, terwijl ook
de dieren, die hier het allersmerigst zijn en af
schuwelijk stinken, daar. eitel Lust" zullen zijn en
,,aufs Beste riechen." Het staat te lezen .in Luther's
Tischreden'V Heclam, P- 30Üen 307).
Maar bewijst dit, dat alle godsdienstige 'voor;
stollingen «waan zouden zijn? Het is waar, dat onze
'gelpofsvoo'rstellingen' met onze wénschcn overeen
stemmen. Maar behoeft iets. wat wij wénschen.
nu per se onwaar te zijn? Neen. Met het aanwijzen
van. hét woiisch karakter Van een voorstelling is
omtrent haat' juistheid of onjuistheid nog niets
.beslist. Daartoe zijn andere maatstaven veivisch't'
'en:'andere1 grondun. "Kn er zijn wel degelijk goede
gronden vivor het geloof in het bestaan van een.
(iod, dftt is in'het, .bestaan van een oppersten
\\Yjvldwil; die liefde is. Koods het enkele feit, (lat
wij in <tnszo.lf. de liefde als hoogste tendens erkennen.
leidt ons tot hof aannemen van een Wezen, dat
deze tendens in ons hart gelegd heeft eu dus zelf
liefde moet zijn.
Freud's bewering, dat do religie deiikfeindlieli"
zou zijn, acht- Pfister ten ronoiinialo onhoudbaar.'
Hij noemt een aantal nanum van groote mannen,
dio tevens gcloovig waren, o.a.: l^otze,' Wilhelm
\Vundt, Newton, Faraday, Liebij-r, Ttohcrt Mayer,
Pascal, Pasteur, ("JaussVen vraagt of dezen mis
schien Intelligonzdefektc" vertoond.hebben? Of
inoent men, dat 7,0 nóg.moer zouden gepresteerd
hebben, als zij atheïst waren geweest?
Hiermee is het eorsto deel van Vfistor's op,stol
ton eihde en hiermee, zal ook ik eindigen. Misschien
kom ik in een volgend artikel nog te spreken over
het tweede deel. waarin Pfister kritiek oefent op
Freud's illusie van een religieloóze.
..nur-wisseiischaftliehe*' toekomst. Maar ik hoop eigenlijk.
dat Ijet niet noodig zal zijn. d.w.z. dat men iti'het
bovenstaande aanleiding zal vinden om het.num
mer van ..Imago" te bestellen en Pfister's opstel
in zijn geheel te lezen. Wie dieper in Pfister's
roligieiis-philosophische'. opvattingen wil door
dringen, leze zijn pas verschenen boek ..Psycho
analyse .umi Weltanschauung", waaraan het hier
besproken opstel ook als ..Anhang" is toegevoegd.
I'itgavo van den Internationalen
Psychoanaly?tischon Verla'g te Weenen. Prijs in linnen M.7.?-.
A
DIHHERPROdF
7 "B
HET WO N D ER TE E K EN
DAT DEVLEKKENOP
UW MEUBELEN VOORKOMT