De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 16 februari pagina 4

16 februari 1929 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

,.\. i ' i 'l DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 FEBRUARI 1929 No. 2698 BOEKBESPREKING v Amxtfrdam, Schclten* (n Giltay. . De dichter Francois Pauwels is een kunstenaar van zeldzame begaafdheid. Als prozaïst il eed Pauwels zich in Boeven en Burgers" van een nieuwe zyde kennen. En duidelijker nog dan in dit laatste boek vindt men in zijn Ambtsgeheim" de zeer bizondere hoedanigheden terug die hem ook als prozaschrijver blijken te kenmerken. Was de poëet Pauwels een romanticus, wiens visie op de werkelijkheid geleek op de aanschouwing der wereld in een schponen of een afschuwelijken droom, die alles doet verschijnen in een vreemd en tooverachtig licht, de schrijver van Ambts geheim" is een realist, een fel en nuchter doóigronder FRANCOIS PAUWELS van de onwankelbare wezenlijkheden der realiteit. De realiteit, dat wonderlijke geheel van schijnbaar natuurlijke en logisch aaneeugeschakelde feiten en gebeurtenissen, de werkelijk heid met haar in schijn onomstootelijke waarheden en normen, doch waarvan nog niemand onomstootelijk de werkelijkheid heeft kunnen bewijzen, de werkelijkheid en in het bizonder dat onderdeel het welk omvat de boeven en de officieren van jus titie, de advocaten en de rechters, is het terrein dat Pauwels prozawerken bestrijken. Met de gtootsche allure van een kunstenaar die voor alles niet de onderdeden ziet, doch het geheel, schetst Pauwels dat trieste den zwakkeling traagmoordende monsterachtige organisme, dat inen de maatschappij" noemt, en waarin nog slechts n schoonheid bloeien kan, die van de wild' laaiende nbljschbare hartstochten. Zijn liefde heeft de echte misdadiger, de paria der samenleving: de misdadiger die niet anders kan zijn dan misdadiger omdat hij misdadig is, omdat de hoedanigheden en de vormen van zijn hersenmassa zijn gelijk zij zijn, omdat zijn onomkneedbaar ik niet uit kan treden buiten zijn wezen, de misdadiger die leeft in deze maatschappij die hem niet begrijpt, die hem uitstoot en terugdringt in de'sombere gelederen van de verlorenen, de misdadiger de felle en wreede vijand der rechtsorde. Hij teekent de misdadigers niet hun wilde begeerte naar avontuur en govaar., hun hunkerend verlangen naar vrijheid, wier levenskracht in de cel in eeii verfijnde marteling wordt vernietigd. En rond de misdadigers groepeert hij duidelijk en vast-omlijnd de figuren der rechters en advocaten en der offi cieren van justitie, die allen van hun verschillende standpunten hun oogen richten op het zweetende menschelijk wezen in de beklaagdenbank, dat in hun macht is overgeleverd. i In onze letterkunde is Pauwels, een van de zeldzame persoonlijkheden wier werk nevens zijn literaire waarde, een sociale importantie bezit. Hier worden niet uitgerafeld de onbelangwekkende sensatictjes en overpeinzinkjes van vroegwijze jongetjes of meisjes, hiei' ontmoet men niet de verfletste reminiscenties van vel'fletste wysgeeren en niet de ontstichtende subjectiviteiten eéner enge ik-verheerlijking. Een frissche adem gaat door dit werk, dat werd gestuwd door een sterken wil, door de tendentie onrecht te herstellen. Het gebaar van dezen schrijver is onhollandsch. Niets ontgaat .zijn scherpe observatie, en zijn waarne mingen worden vlot en geestig weergegeven. Mijn bezwaren tegen Ambtsgeheim" zijn van tweeërlei aard. Vooreerst betreur ik het dat Pau wels zijn figuren, ontleend aan de werkelijkheid dikwijls in hun eigenaardigheden zoo duidelijk doet leven, dat men nauwkeurig kan zeggen wie de schrijver met zijn wedergave heeft bedoeld. Het komt mij voor dat de mate waarin Pauwels deze personalia naar voren brengt do zuiver letter kundige waarde van zijn boek schaadt. Mijn tweede bezwaar is dat zijn voorstelling van de wijze waarop de rechterlijke macht hare taak vervult, hoogst eenzijdig en onbillijk want onjuist is. Da j waar de Wet tot onrecht dwingt, de rechter geen recht kan doen, is een eenvoudig axioma. Doch het streven van het meerendeel van onze.rech erlijke ambtenaren om objectief, volstrekt onbevooroor deeld, en onpartijdig de waarheid te zoeken, ver dient een andere waardeering''dan waarvan Pauwels blijk geeft. Mr. BENNO J. STOKVIS Dramatische Kroniek door Top Naeff D !N>(1erlunil<M>li-liitlIi4fh Toon oei. He* groote A. U. l'., «loor Marvel ragnol ? E Franschc titel: Monsieur Topaze" herinnerend aan den melkblanken half-edelsteen. die alle indrukken van zijn omgeving opvangt en uitstraalt in een hartstochtelijk kleurenspel, op gelegd aan zijn bescheiden aard is aardiger dan de Hollandsche vertaling: Het groote a.b.c.''; al valt het verband tusschen de ..klasse" en de leerschool van het menschelijke leven in deze niet te ontkennen. Groot" is er bovendien aan dit keiharde stuk niets» het gaat om louter minderwaardigheden. Maar de meedopgenlooze persiflage (?satyre" zou ? hoogere eischen stellen) op den zwendel en de corruptie van het tegenwoordige leven, die wij niet ontsteltenis als waarheidsgetrouw en nauwelijks overdreven gadeslaan, werd met zooveel geest geschreven, dat .het stuk daarbij toch eerbied afdwingt om de mannelijke beheersching van een stof, waarvoor men m nstens Molière zou moeten zijn om haar boven den tijd uit te tillen, in de dichterlijke regionen, waar weer de glimlach door mag breken. Marcel Pagnol nam te weinig afstand en| chargeerde de tragische figuur in zijn stuk, mijn heer Topaze, de i eenige'i mensch", al gedraagt hij zich als een sukkel. Door deze overdrijving, die heelemaal niet noodig zou zijn geweest, werd het werk, topzwaar. We zien een maatschappij Vrijwel d'après nature, waarin n mensch zóó caricaturaal werd opgezet, dat hij, die de eer van het menschdom had kunnen ophouden, en dit terwille van den dramatischen eisch en de dichterlijke kern van het werk, ook had moeten doen, van den aanvang af schaakmat stond. Hoeveel belangwekkender zou het stuk ge worden zijn. wanneer mijnheer Topaze eenvoudig een mensch was geweest een onderwijzer, zooals er dertien in een dozijn gaan een mensch binnen zijn eigen grenzen, welke niemand overschrijden kan zonder te falen, of, zooals we hier in het laatste bedrijf zien, gebeuren-r- tot de caricatuur te worden van zichzelf. Door echte r'Topaze van hot begin ai' aan tot een caricatuur te maken, sneed de schrijver zich den weg af om zijn held te doen stijgen tot dit plan der smartelijke en groteske omwenteling van alle menschelijke waarden. De overgang, van den rechtschapen schoolmeester in een eerste-klas zwendelaar, verklaarbaar uit het psychisch t: ega-' tief, komt pas tot haar tragische proporties wanneer ? het kinderlijke in dien schoolmeester onbezwaard blijft, zijn argeloosheid en vertrouwen geheel natuurlijk aandoen. Een. onbeschreven blad. Mijnheer Topaze's wereldje, wordt begrensd dooi de schoolwanden. Daarbinnen komen, gelijk in het uitmuntende eerste bedrijf wordt gedemonstreerd, al zijn eigenschappen tot hun beste recht, zelfs , ijn mannelijke moed, als het erop aankomt een lastigen leerling op hceterdaad te betrappen en rechtvaar dig te straffen. Buiten de school?hij zegt het zelf is hij niets. En wij erkennen: de meeste menschen, zoodra zij uit de hun vertrouwde sfeer, uit het milieu, dat hun een houding geeft, komen, zijn niet mér dan deze heer Topaze.... Het is het oorspronkelijke aan Pagnol's tooneel-figuur, dat de schrijver, door Topaze heen. laat zien hoe ? nagenoeg alles wat \vij voor ..karakter" houden, reacties zijn. Reacties, diéweliswaar nog wortelen in den ingeschapen aanleg van een mensch (in het tweede bedrijf zien we dat ook bij Topaze) maar daarbij zoo afhankelijk werden'van het milieu, en ' de invloeden en conventies van dat milieu,' dat de deugdzaamheid ternauwernood nog voor een deugd mag gelden,' en de tot dusver brave mensch, zoodra het leven hem blootstelt aan ongekende verlok kingen, dit hoogstens nog blijft bij instinct; d.w.z. dat zijn geweten nog spreekt", terwijl hij welbe wust bezwijkt. Het is' het bekorende van dit tweede bedrijf, dat mijnheer Topaze, een,vreemdeling in / de gemeene wereld, waar een onnoozel toeval: een leerling aan wien hij privaat-les geeft,, hem inbrengt, om e ? weldra als strooman en medeplichtige vaneen corrupt politicus zijn rol mede te spelen, zichzelf" niet dadelijk heelemaal verliest. Naar zijn aard en geweten blijft hij instinctief fatsoenlijk reageeren, (terwijl hij voor de knoeie ijen, diéhem zooveel voordeel aanbrengen, intus^che t toch best te vinden, ? is. De schrijver laat dit aardig uitkomen in een lintje", dat Topaze ten deel valt, een onderscheiding van hooger hand, waarvan zijn eenvoudige ziel de Cor Ruys in het derde bedrijf moreele waarde n zijn gevoel niet prijs kan geven, al weet hij, dank v ij zijn p iïle wereldwijshoid, al heel wel hoe het ook met de officiëele onderschei dingen op dit ondermaansche toegaat. Als voor bereiding tot zijn radikalen val en opgang in de schurke ij van het zakenleven, is dit slot van III een vondst; het,lintje, zichtbaar in zijn knoopsgatvolstrekt de metamorphose als met riddei-slag. Ik heb deze Topaze-rol, waaraan alle overige vollen in het stuk ondergeschikt blijven, van den Franschen vertolker nint gezien. Van Cor Ruys dunkt mij dezer zeer gecompliceerde rol een van de boeiendste uitbeeldingen, die wij van hem kennen. Een karakter uitbeelden mag al moeilijk zijn. dekarakterloosheid uitbeelden, zóó. dat het..zelfs bij den gecharge'erden dialoog een mensch wordt, met wien wij meeleVen, en maar zelden een sukkel om wien wij slechts kunnen lachen, is knap wei-k. Dat de rol toch hier en daar iets mats kreeg, lag waar schijnlijk daaraan, dat d»; tooneelspeler over den tekst \vnt heen wilde loópun. ('or Ruys maakt zich ? bovendien de illusie daar, waar hut »H>n Fransch' stuk betreft, de Nederlandsche taal te kunnen rhythmeeren en scandeeren als ware het Fransch. Deze cadans brengt in den aanvang voor het tempo en den geheelen lichten 8tijl ontegenzeg :elijk eenige voordeelen mee, maar dreigt voor onze ooren al gauw dreun te worden, en wanneer wij bij deze binnensmnndsclre litarteien iets niet'verstaan,'dan is dat in het Hollandsch irriteerend, omdat we daarbij den troost missen, dat het aan onze kennis van de Fransche taal haper-t. Intusschen'kreeg de figuur van Topaze'er toch wel iets f ij ns door. een verdroomdheid, die het verstandelijke we k ve ?zichtte. ? . ? In Lola ('ornero en Nico de Jong had Cor Jluys twee zeer goede partner» en ook de kleine rollen waren voldoende bezet. Operette en cabaret schijnen geneigd haar eerste vrouwelijke krachten aan het tooneel ftf te staan. We kunnen, ons daar tot dusver slechts in verheugen. Voor deze rol van mondaine specülante, maitresse van een man, die het met zijn handige corrupties van gemeente raadslid nóg wel eens t^ot minister zal brengen, kon ' men zich al geen beter figuurtje denken dan dit koele, fijne, Fransch-levendige vrouwtje. Ook Nico de Jong, als deze, in zijn soort bewonderenswaar dige ambtenaar, gaf aan zijn rol alle autoriteit, zoodat het geestige stuk, met déze drie hoofd personen, een van débeste vertooningen van het seizoen werd. :& BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA 'CS5 SPANJAARD&CS No. 2698 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 FEBRUARI 1929 What is in a name Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Geen coalitie meer, maar Snouck Henckemans Het driemanschap Nolens?de Visser?Heemskerk: Wat drommel! Zijn w> hier al niet eens mzer geweest? JL SCHILDERKUNST door A. flasschaert Tentoonstelling.1. A. Kandlevcn (1868-1923) in 't Htedclljk 31ut*eum te Amsterdam liet schijnt, dat Zandleven een mensch was van voortreffelijken omgang; hij genoot de zeldzame waardeering, die zijner vrieridén. Dat is hunmisschien, voldoende en jaagt hen zijn schilderijen te interpreteeren volgens deze gegevens; ten slotte heeft de kritikus der schilderkunst echter* te vragen: hoeveel van deze eigenschappen is tot schilderkunst geworden? Ik weet, dat de ethici dat niet zoozeer kan scholen', en dat een daaglijksche noblesse hun een hoop goed doet maar ik herhaal: bij een schilder, .en bij iemand die als zoodanig moet voort bestaan gaat het om de schilderkunst, en om wat deze schilderkunstig van den persoon als vorm gaf, de blijvenden vorm als kleur, als blijvende kleur. Wanneer ge zulke vraag niet stipt stelt, i aken de beschouwingen in het ongereede. en krijgt. u;o een hoop goede, menschen rond u te staan mamslechte ? schilders. J k heb liever een hoop goede schilders rond mij, die zóó menschelijk zijn. dat er wat op hen te zeggen valt, niaar die straf en sterk zijn Op het moment of op het uur der schilder kunst; die dus niet praten over rentmeesteren. maar doen wat wczentlijk past. hun past: schildnten. Het volgt uit den .toon van het voorafgaande. da.t ik Zandleven niet. ;zoo hoog fJchat als zijn vrienden. Ik vind ZandleVen geen figuur"; ik ben te zuinig niut zulk woord l Zandleven is een eerbaar mensch en. een eerbaar schilder. Deze bepaling duidt zijn fatsoen aan en zijn beperking. Hij is zeker hiet meer dan vatn den tweeden rang, hoewol hij, vooral technisch, een afzonderlijkheid was, in dien zin dat hij een ongewone, wat mozaiekacht ige voordracht kon hebben vun het gegeven. Hij is een schilder voor de ,.Brem^nerieten," dat begrijpt ge dadelijk, want hij was eend ..zeer verduldig schilder in hun zin; hij kon gcdüldig-wcg détail na détail pinnrniiiiiiiiiniim niiiiiuiimitiiiiin ntiinimiiintniiiiiiiiiiuitninictiiiiiin J. B» BENNER 6 ZOON | PIANOHANDEL DEN HAAG 97 NOORDEINDE 't algemeen zijn de landschappon - en botschgczichten dat zeker. Ei FABRIEK ESPANA UTRECHT Kunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam» Oostersche & Europeesche Antiquiteiten Qude en Moderne schilderijen en plastieken Negerkunst & Ethnographica ophoópen. M^ar het ware; en het zou Zandleven van mijne zijde onbillijk, te kort doen, als ik er niet onmiddelijk aan toevoegde, dat hij meer is dan de doorsnee-bremmbriet. Wat hij schilderde 'jvas stilleven, landschap, boschgezicht en paddestoelen (waar hij, voor 'Vliegen. In en de boom- en botschgczichten at zeer. i zi naast de als mozaiek-geformeorde bosch en boomgezichten enkele algomeener geschilderde land: schappen, die de bekoring hebben der eenvoudige oprechtheid. Er zijn naast de blokken muur, waar hij de steentjes registreerde, eon kerk, die organisch leeft en een wezen is in het landschap en een binnen huis dat van licht vervuld is evenals het stalinterieur; er is de Toren te Rhenen (101-4) .waar lucht, stadsdaken en rijzende rankte van het ' bouwsel, eenvoudig geschilderd, Zandleven doen waardeereu. Naast deze zouden nog enkele andere werken te noemen zijn, en dio tienvoudig bezien hem inaklijkcr te loven maken,, dan wanneer wij Zand leven te hoog stellen (dan valt hij tegen !) en vriendschap als pnnoodig opyulsel voegen bij schilderkunst als het om de alleene schilder gaat. hem, het grootst kon i ieur en architektuur, zoo stille en wilt nemen. H soonlijk,, zóó ge met datl pijn n vorm) inter<,S±lndtgr;:" VAN DER HELST SIGAREN Woord niet te hoog wilt GOEDE SIGAREN IN EEN BESCHAAFDE VERPAKKING.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl