De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 23 februari pagina 4

23 februari 1929 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

. DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 FEBRUARI 1929 No. 2699 oc, .' DRAMATISCHE KRONIEK door Top Naeff meer zouden realiteit, en Het nieuwe \4MlfrlundM-lt Toonccl: Andere leider*», door A. l>t*fr«»Miu> WANNKKK ons hiud in dezen tijd een toonoelschrijver bezit, dan is dit goed-gezocht de heer A. Defivsne. In elk geval is hij de eenige 'diefde kunst van tooneelsrhrijven als een ernstig vak beoefent, die wat talent en vaardigheid betreft min of meer gelijk-op met de buitonlnndsche tooheelauteurs in vele richtingen te vele misschien naar vormgeving tracht, en wiens werk, bij een en ander wat ons er minder geslaagd in voorkomt, toch altijd genoeg overtuigend» bevat om de hoop des vaderlands op zijn persoon en dramatische bestemming te rechtvaardigen. Andere leiders" ligt als greep eenigszins be zijden de bizarre wegen die zyn fantasie tot dusver gaarne bewandelde, dit werk lijkt meer ..gewoon", men zou het voor realisme kunnen houden. Intusschen is het moderne romantiek. Ken pro cédé, waarbij feiten en waarheden van den dag in zoover tot abstracties worden, dat wij ze niet weiwchen te toetsen aan eenige dit ook niet ongestraft zouden kunnen doen. Aangezien er dau voor ons gevoel en verstand ongeveer niets meer steek" zou houden. Heijermans' Op hoop van zegen" was al een ?meesterstuk in deze richting, doch de doorslaande tendetiz. waarvoor Defresne zich heeft gewacht, maakte dat in n dit werk in dien op naturalisme" gespitsten tijd, voor louter nabootsing der werke lijkheid aanzag, t n pas veel later nadat de gewraakte misstanden als zoodanig minder aan vechtbaar waren geworden het wei k als dichterdroom ftls lied van de zee op zijn onvergan kelijke waarde begon te schatten. Uit den latere'n tijd is Jules Konwm's -?Dictator" nóg een goed voorbeeld van de/e. moderne roman tiek, die op het terrein der sociale en politieke ver houdingen de dichterlijke vrijheid niet.-meel-aan banden legt. Men kan daarover meer of minder enthousiast zijn. n voorwaarde zou men, meen ik, moeten stellen, mul. de qualificatio ..fantas tisch''1 op het programma vóór ..tooneelspel". dat andei's te klemmende verwachtingen wekt. Wanneer ..Andere leiders" geschreven werd. laat zich niet gissen. Dat hetgeen daarin tenden tieus zou kunnen schijnen, een kwart eeuw geleden ..nieuw" was. en thans velen h "e weinig* r essen tieel ook in de wereld veranderde al reeds vieux-jeii" moet voorkomen, dunkt mij een. v ooi-deel voor het -wurk. Wat vijfentwintig jaar geleden phrase" was. is thans nog phrase. en voor menigeen duidelijker phrase (..lucht" zegt de oude knecht in dit stuk), dan onder do eerste begoocheling. ' Eerlijk en overzichtelijk legde de schrijver den chaos bloot, die van al deze phrasen naar links en rechts het gevolg is. de ontwrichting, door niets dan evenwichtsverstoring aangericht, d« desor ganisatie, de hopelooze wanorde in bedrijf en maatschappij, voltrokken, even duister, even on wrikbaar als een natuurwet. Wie er maar aan raakt, zegt. Defrt sne. met de beste of niet de «leen.1, s > bedoelingen, ontketent een geweld van oorzaak n gevolg, dat met geen menschenmacht meer. te stuiten zal blijken, en waarvan d'e consequenties in dit groote raderwerk altijd even onberekenbaar zullen zijn.... 1 i : Robert van Stiel is directeur van. het cons^rtium der Star-mijnen. De mijnen werden door vjjn voorvaderen ontdekt en ontgonnen, en bleven grootendeels familiebezit. Hij is. een loyaal man, zich dé'tekortkomingen in leiding en bedrijf, naat de eisenen van den modernen tijd, wel bewust, déleider der uiterst linksche partij komt het hem in de hoogdravende taal van den leek ten overvloede nog eens vertellen r?zonder dat hij zoo dadelijk gat ziet de zeer ingrijpende ver beteringen tot stand te brengen. Hij is de verant woordelijke persoon, geplaatst tusschen de ar beiders en de aandeelhouders, honderden gezinnen hangen van de exploitatie af, en hij weet dat is het voornaamste dat de eischen van den mijnwerkersbond geenszins ui.t humanisme voort vloeien, maar allet-n het wapen zijn, waarmee zekere .personen- zich het leiderschap, en de macht brachten te veroveren; zoodat het slechts gevaarlijk kan /ijn uan hun lusten en bedreigingen toe te geven. Op dit oogenblik kan hij niet anders dan hard tegen hard laten gaan. al zou zijn weigering de revolutie ontketenen, al weet hij de kans hachelijk ....want hier is organisatie, en Kusland betaalt. Wat revolutie bctoekont kan niemand zich voor stellen vóór do werkelijkheid daar is. Kn waaneer het bloedbad is geëindigd de regeering kon tot op zekere hoogte nog ingrijpen en de stakers hebben het zoogezegd verloren" staat men opnieuw voor een onoplosbaar probleem, uitziende naar do persoonlijkheid, in staat het gederailleerde leven weer in het een of andere spoor te duwen. Defresne's romantiek wil. dat het juist de mijndirecteur.van Stiel zal zijn, van wien de regeering dit gezag, dat, gesteund door leger en vloot, in de gegeven om standigheden niet andere dan een dictatorschap kan zijn, venvacht. Van Stiel, wiens vrouw in den strijd viel, weigert aanvankelijk, doch geeft zich tenslotte gewonnen aan een taak, waartoe het leed, dat een mensch boven het persoonlijke uit heft, hem wellicht gerijpt heeft. Een eenigszius ? negatieve dictator dus, te ontgoocheld voor idealen en, men zou zeggen, ook voor initiatieven. Zijn tegenstanders door den schrijver te caricaturaal bezien voorspellen hem als alleenhecrscher geen lang leven, en dat doen wij. den man kennende. ook niet. Maar wat. zou 't?" zegt de minister. .. . dan beginnen we maar weer van voren af aan." Als een tragisch koor treden tusschen deze bedrijven, die zich op het kantoor of ten huize van Van Stiel afspelen, ? de ploegen my n werkers op, een lusteloos geschuif el langs den grauwen muur, morgen, middag en nacht. Ken paar mokkende woorden in den wind. een rauwe grap, dan: den kuil in. Zóó begint het werk; zóó eindigt het. Ken troostelooze kringloop voor hen. die bij dit harde lot met kleine verbeteringen te weinig gebaat worden, en over wier gebukte hoofden de trijd der macht hebbers heengaat. Trmwteloos ook voor wie het aanschouwen, en weten dat het niet .? nders kan. dat men de kolen nu oenmaa,! niet uit de 'greppel schept." Dit sloffen der zwarte koren ook decoratief was de muur suggestief --- is -het eigenlijke stuk. Wanneer wij de niet meer dan ..effectvolle" gesprek ken, die uitteraard niets bevatten.'wat ons dooi de jaren heen uit bladen en brochures niet gemeen zaam werd, lang vergeten zijn. dan zal ons deze stille klaagzang heugen, want hiermee» heeft de schrijver ons hart geraakt. Toch. ook in de figuur van Van Stiel, monschelijk en onpartijdig bezien, heeft Defresne ditmaal moer van binncn-uit gegeven dan wij tot dusver van hem gewend waren, en Saalbom is ev in ge slaagd aan die figuur, met zijn hooge schouders en gekromden rug.' een bijzonder relief van een voudige eu oprechte monscholijkhoid te verleenen. .De rol van Mevrouw van Stiel, waarvan iets gedistinguèerds te maken zou zijn geweest: de intelligente vrouw, kameraad van den belasten man, is vrij wol mislukt, en daarmee mislukte het golïeelo huiselijke drama, dat do schrijver er in hoeft willen leggen. Ken molo-drama werd het. Magda Jan- sens is dan bovendien niet de ac trice die, waar de gelegenheid tot pathetiek zoo gul wordt geboden, terwille. van het werk zich reserves oplegt, maar de rhetorische woorden /ouden hier toch onoverkomelijk zijn geweest. De rol van den ouden knecht, die mij bij lezing van hot stuk onuitstaanbaar van gewilde grappig heid voorkwam, werd . daarentegen dóór Kreeft eeiiigermate gered. Gobau, als de revolutionaire leider, voorzitter van den mijnwerkérsbond. was in de beste conditie, hij kon ongestraft de phrasen laten rollen, en deed dit ook, met emphase en nadrukkelijkheid. Eenmaal de cari a'urale, op zichzelf niet ver werpelijke, maar te banale visie op de bijfiguren aanvaard, waren er onder alle partijen verdienste lijke vertolkers van die kleine rollen. Tourniai.re en Van Praag, respectievelijk Minister en Jlijkspresident, bleven; naar verhouding van hun im portantie (in he.t stuk) te veel marionetten. Joh. Fiolct. opperbevelhebber van Land en Zeemacht. leek' te solliciteeren naar de rol van Fortinbras. Meer belangwekkend dan aangrijpend maar wat zou het tooneel moeten pracsteeren om met A. Defresne dit sceptisch onderwerp te schokken naar behooren! draagt dit werk het stempel van onzen tijd, die het meer in de breedte dan in do diepte zoekt, en verdient het, goed geregisseerd en gemonteerd, als zoodanig zijn plaats oxi het repertoire. Tentoonstelling van Gogh J let is oen goode gedachte geweest van het "Provinciaal Genootschap van Kunsten en Weten schappen in Noord-Urabant. deze tentoonstelling van werken over Vincent 'te openen. Ofschoon men zou kunnen diseussiooren over het nut van een dergelijke expositie van boeken en tijdschriften over een nchilder. wiens wezen hot sterkst tot uit drukking komt in zijn eigon werk, ieder zal moeten toegeven, dat hier op b'ibliographisch gebied een prestatie valt te notooron die waardeering ver dient. Men vindt op deze t .-ntoonstelling naast oudere oen aantal «Ier nieuwste nationale en in ternationale publicaties over Van Gogh: zoo ligt hier onder meer de voorlaatste aflevering van Gand Artistique. waarin oen belangwekkende; bij drage van Georges C'habot. het nieuwste boek van Floront Fels. ..La Folie de Vincent van Gogh" door Doiteau en Leroy, voorts Kunst und K hstUnvan Januari 1JJ29 niet' oon artikel van G laser Die van Gogh Affare". Geheel volledig is do tentoonstelling uitteraard niet: ik miste onder meer do, afleveringen vanDo Groen- Amsterdammer, d.d. 14 en 21 April 1912 houdende het interessante relaas van Vincent's leerling" .\. Kerssemakers, de eerste druk van het boekje (Persoonlijke herinneringen) van 's kunstenaars zuster K. H. Du Quesne van Go.^h, alsook de Duitscho en de Engelsche vertaling daarvan, het mapje van Hans Tietze, het aardige artikel van Jan Engelman in de Nieuwe Eeuw van 7 October 192(1 en voor wat be treft mijn eigen publicaties o.a. Kunst und Kunstler, April 1927. mijn bijdrage in den slptbundel deireeks Karakter?Kennis?Kunst (Noordhoff), mijn bijdrage in Gand Artistique van Januari 1929. Intusschen is het verheugend dat deze ernstige. verzameling op objectief-wetenschappelijke wijze de aandacht vestigt op Vincent, wiens naam juist in' deze dagen zweeft op de lippen van zoovelen. Dr. BENNO J. STOKVIS % BRANDBLUSSCHER ^ HOLLANDIA" gP' SPANJAARD&C? j W ^ FABRIEK ESPANA l UTRECHT Ato. 2699 GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 FEBRUARI 1929 XXe Nederlandsche Jaarbeurs door W, Graadt v. Roggen DE twee Kruizen, welkt* de Voorjaarsbeurs1029 te Utrecht als XXe Nederlandsche Jaar beurs in haar wapen voert, nood en gelijk zulks bij Kroon-jaren gebruikelijk is?tot een terugblik. Nog niet zoo heel veel jaren geleden KOU een iicintiymte Nederlandsche Jaarbeurs op de monu mentenlijst der luchtkasteelen zijn geplaatst. Toen Prinses Juliana op 2;'» Februari 11)20 den eersten steen van het Jaarbeursgebouw metselde. sprak de volks-ironie van een ..grafsteen", die een jeugdig ontslapene illusie voor eeuwig zou bedekken en anderhalf jaar later, bij den aanvang der VI Ie beurs (September '22 j had eeu der groote dagbladen een daarbij passend opschrift gevonden: Sic transit.. .." Het vertrouwen in het voort bestaan van de Jaarbeurs te Ttrecht is in dien crisis-tijd gróót ge\yeest bij weinigen, maar zeer gering bij velen. In deze neerdrukkende stemming is gedurende de laatste jaren kentering gekomen; bij de twintigste Nederlamlsche Jaarbeurs moge aan dien aanvankelijken twijfel aan het permanente karakter van het Jaarbeursinstituut te Utrecht een kort ,,in memoriam" worden gewijd. Na het glorieus dageraden der eerste twee beurzen is het Jaarbeurs-instituut.in ons land niet op rozen gegaan; daar waren nu eenmaal de tijden niet naar. De Jaarbeurs ' kamrad, dat door handel en nijverheid in beweging wordt gebracht volgde liet tempo van beide takken van volks welvaart: in oorlogstijd snelle omwentelingen, na het oorlogseinde oen plotselinge en hevige ver traging, gevolgd door een langzaam en voorzichtig weer-op-gang-komcn. Zij. die zich in die bewogen dügen op het temin va i h«-t maatschappelijk leven aan voorspellingen waagden, hadden (of meenden althans het te hebben) ten opzichte van tal van andere economische verschijningen, hout aan het verleden: de goldhandol. de scheep aart, het bankwezen, het 'verzekeringsbedrijf, de overzeesehe handel, alle hadden verschillende oorlogen meegemaakt en de reacties van vroegere oorlogen en oorlogstoestanden op de 'maatschap pelijke verschijnselen .werden met min of meer gelukkige intuïtie of intelligentie op den tijd. dien men na den wereldoorlog zelf meemaakte, gotransponeerd. Ten opzichte van de, toekomst van be staande industrieoio; conünercieele en finantieele ondernemingen waren de. vóór den oorlog ge kweekte reserves, het vóór den oorlog gevoerde beheer en andere controleerbare factoren, aan wijzingen, waarop men zich hij het prognotiseeren beroepen kon. Maar de Jaarbeurs had geen vóóroorlogsche reserves, geen vóör-oorlogsche'antece denten,' over 't algemeen gén voor-oorlogsch bestaan, Avaaraan nien iiv de sombere tijden van inzinking en afbrokkeling zijn optimisme kon vastklampen. De oude jaarmarkten in 'herfsttij der middeleeuwen laat-blooiendo doch in later eeuwen verschrompeld of tot kermissen onher kenbaar misvormd - konden als object van vergelijking ten opzichte van de moderne jaar beurzen geen actieven dienst doen; de Leipziger 'Messe nam te zeer een eigon. met zeer bizondere historische en plaatselijke omstandigheden vereen zelvigde plaats in het handelsverkeer in, dan dat zij een economische orienteertafel had kunnen zijn voor de naar I-yonsch voorbeeld gevormde jaar beurzen in andere landen ? en zeker niet in een zoo klein land als het onze,. Hier wrong ten opzichte van het Jaarbeurswezen in het algemeen de schoen: juist dat gemis aan een verleden heeft voor het Jaarbeurswezen, óók in andere landen, waar het wortel trachtte te schieten, den strijd om bij bewolkte lucht naar een plaatsje in de 'zon to streven, uitermate bemoeilijkt. Niets heeft het Nederlandsche Jaarbeursinstituut zwaarder last 'te dragen gegeven dan zijn Odium originis: Oorlogs kindje". Zeker, de wereldoorlog w aan de geboorte van' de Nederlandsche Jaarbeiu-s debet geweest: zónder het ontredderd handelsverkeer, zonder de geslotenh 3id onzer grenzen en de daarmede gepaard gaande binnenlandschc omwenteling op industrieel gebied zou een Jaarbeurs in ons land niet althans niet op dat oogenblik ??-. in het leven gekomen zijn. Het vaderschap van Mars zal nimmer te loochenen zijn. Maar de qualificatie ,,Oorlogskindje" (de ver kleiningsuitgang hield het midden tusschen me delijden en kleineering) had de vooropgezette bedoeling den vader ook medezeggenschap te geven over den levens duur van het Jaarbeurs instituut. Men dacht bij die benaming bij voor keur aan het stervensuur der instelling mér dan aan het moment harer geboorte. Ue theorie, die door deze simpele be titeling in gang werd gezet en in breed e krin gen gretige aanhangers vond, kwam hierop neer: alleen onder 001logs-omstandigheden en den nasleep daarvan had een Jaarbeurs in Neder land reden van bestaan; onder wat men met moedeloos verlangen noemde normale" economische omstandig heden was er voor een dergelijk instituut op Neerland's bodem geen plaats. *** Nu Utrecht beter gezegd: nu Nederland voor de iicinti'jsie maai jaarbeurst en gebleken is. dat de beurzen, onder normale" omstandig heden gehouden, beter gofunctionneerd heb ben, dan die im Schat ten dos Titanische" plaats hebben gehad, nu rijst do vraag, waarin zij, die zoo vast in den ondergang van het Jaar beursinstituut geloof den, zich hebben vergist. Aan oppervlakkigheid mag de vergissing geens zins worden toegeschre ven: zij, die haar be gingen, stonden daar voor, lietzij als Weten schappelijke onderzoo- = kers, hetzij als bekwame mannen van de praktijk. Ie hoog. Aan onwolwillendheid jegens het Jaarbeursinstituut evenmin: daarvoor behoorden tot de twijfelaars te veel zakehmenschen, die aan de eerste jaarbeurzen in oorlogstijd uitbundige lof niet hadden'onthouden.. De dwaling lag meer in de omstandigheid, ,dat te diep onder den weligen tooi van den papaver de eenzame graankorrel verborgen lag. Men. zag en wilde bij \ooi-keur i i» n - i:i ht-t Jaarbeursinstituut uitsluite'nd een propagandamiddel voor het miskend en destijds in eigen land n-bekend Nederlandsch fabrikaat. De eerste beurzen zijn inderdaad, deels door de tijdsomstandigheden deels door onjuist inzicht der deelnemers in hetgeen een jaarbeurs beoogde te zijn, een zoodanig propaganda middel geweest en de waarde als dusdanig in oorlogstijd is niet ontkend noch onderschat. Maar deze appreciatie bleek blind voor het essentieele, dat jaarbeurzen onderscheidt van tentoonstellingen\ ? blind óók voor het nieuwe element, dat het Jaar beurswezen bevatte. De onwezenlijke toestand, waarin tijdens de eerste Jaarbeurs-jaren handel en nijverheid verkeerden, onttrok de kern van het Jaarbeurswezen aan. het oog. De economische inzinking, die op het sluiten van den vrede volgde, heeft de Jaarbeurs ontbolsterd: het tentoon stellingskarakter, dat uiterlijk de Jaarbeurs-actie beheerechte, verdween; de zakelijke kern werd allengs duidelijk zichtbaar. De twijfel ^an het permanent Voortbestaan der Jaarbeurs had het omhulsel gegolden; toen' hét zakelijk element naar voren trad en dat element een nieuwe economische waarde bleek te bezitten, werd het -.vertrouwen geboren. Miss Deutschland op het Internationaal Armoede Concours » ? Teekening voor de Groene Amsterdammer"door L.j.jordaan A. TH IMG- OF- PGVEBTy-IS-APQOFJT-FD&EVEB * * * Behalve tot'èen terugblik noodt het getal XX De Jury (Commissie van Herstel): Zou dat nou allemaal echt zijn .... ?" tot oen blik vooruit. Hot eerste Jaarbeursgebouw. dftt vóór hot onder onder de kap stond reeds als voor zijn oorspronkelijk doel verloren werd be schouwd, zal nog in'den loop van dit jaar met "een hieuwen vleugel oen ttcccde Jaarbeursgebouw worden, uitgebreid. De beschikbare expositie ruimte zal dan verdubbeld zijn en ruimte bieden voor die expansie, welke het Jaarbeursinstituut iM)odig heeft om ook internationaal de aandacht te trekken. De deze week geopende beurs mag aïs de voorbode beschouwd worden, die een nieuwe ontwikkelingsfaze van hot Nederlandsche Jaarbeursinstituut aankondigt, liet eerste gebouw was dat van den Twijfel, het tweede kal dat van het Vertrouwen zijn. Handel en industrie hebben de , Jaarbeurs, na strenge keuring en onderzoek aan den lijve in de achter ons liggende crisis-jaren, als bruikbaar en doeltreffend intermediair geaccepteerd en de plannen, welke er bestaan (en die in kringen van belanghebbenden ook* met sympathie zijn begroet) om de werkingssfeer van het Jaarbeurs instituut niet alleen tot de industrie tébeperken doch haar ook uit te breiden tot den landbouw een afzonderlijke Landbouwwerktuigenbeurs openen voor de jaarbeurzen met hooger rangnummers dan XX hoopvolle perspectieven. Waarbij chter n onvoorwaardelijke cisch óp den voor grond zal moeten blijven staan: dat .de jaar beurzen, hoe ook hun verdere ontwikkelingjmoge zijn, trouw zullen blijven' aan datgene, wat hunne onvervreemdbare eigenschap is: heti essentieele. zakelijke Jaarbeurs-karakter, dat bij de geboorte van het Jaarbeursinstituut aan het oog der wereld onttrokken was maar dat het levenssap blijft, dat aan het Jaarbeurswezen een^permanent bestaan kan waarborgen. . * ?? i*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl