Historisch Archief 1877-1940
t
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 FEBRUARI 1929
No. 2699
BOEKBESPREKING
door Prof. Dr. J. Prinsen J.Lz.
De
Klisabcth Zernikc, Het eerste licht,
Klyne Librye te Edatn, sconder jaar.
W. van Ravesteyn, Herman Gorter, de
dichter van Pan Tl". L. en J. Brusse's
Uitg. Mij. Rotterdam 1028.
Kees van Bruggen, De verlaten man, C. A.
van Dishoeck, Busaum 1028.
Het boekje van Elisabeth Zernicke is niet het
oonige dat bewijst, hoe het sentimenteele en de
wereldsinart ook in onzen tijd in bleeken
affodillenbloei voortleven. Trouwens ze zyn als al het
menscbelijke van alle tijden, bij een hernieuwden
bloei telkens vorm en kleur van hun eigen tijd aan
nemend. En onze tijd van ontreddering, van ruste
loos zoeken biedt hun eon prachtige.welige teelaarde.
Dit Eerste Licht staat dichter bij de romans van
Feith dan men op het eerste gezicht vermoeden zou.
Ook hier vinden we eon eenzamen jongeling, dio
al maar verdwaasd star togon hot leven aan zit to
turen, in zijn, verlatenheid tobt en zanikt over
allerlei mysteries, zcuit over een vrouwenportret,
dat hem bij zijn leeraar trof. over een nichtje,
over zyn tante, over zijn ma, en maar steeds niet
weet wat hij wil of moet aanpakken: Overal
kwam hij met open handen: geef me wat mijn
leven zal zijn. .Maar de menschen zagen het niet,
on daardoor moest hij aldoor bij hen terugkomen.
Alleen wist tante Jeanno het, misschien: zo gaf
hem een glimlach, dat was hem niet genoeg
of was het hem to veel ? or morsten nog andere
dingen zijn."
Ja, dat is misschien nog zoo'n gek idee niet
van. onzen vrind. Maar tante doet meer dau
glimlachen: ze zegt heni wol eens iets iu een goede
richting. .Jlenri, '/ei ze, als riep 'zo hom. Het is
iets in ons hart. de werkelijkheid; als we aandachtig
kijken» dan zien we ons eigen leven, en ons lot,
dat vooral, en als we willen, loeren we ons levenslot
aanvaarden. Jonge menschen zijn aan het dwalen,
omdat zo nog nooit duidelijk hebben gezien.'V
Aan het eind van dit niet zeer spannend verhaal
vinden we TTonri zittend aan de zei; ergens, op
een rotsblok men ziet de oude requibieten van
Feith ontbreken niet on bij krijgt op oons een
bevlieging oiu al dat gedroom er dan in-iar aan l o
geven en het bij de werkelijkheid te zoeken: ..Als
we den droom verloren geven, komt. het eerst»;
licht van de werkelijkheid.'De droom is. als eon.
masker, waarachter wo ons zelf verbergen, niaar
zonder masker zullen vrc misschien onzon o'gon
weg zien. Hot leven ia wijd on ontzaggelijk als
dit landschap. Als onzo weg uiet in ons zelf ligt,
hoc zullen we hom ooit vinden?" lloo hij tot dat
nieuwe ..levonsinzicht" kwam, werd.mij uiot duide
lijk en of het hem helpen zal op don duur blijft
twijfelachtig. ,
Wie aandachtig de enkele citaten, die ik geof,
las. zal gemerk thebbeu. dat hier materie aanwezig
is tot -idu-uli/eevt'ii. Laten we do barmhartigheid
betrachten. '
Nadat' Herman (iortei- tot hel socialisme was
overgegaan, hooft hij in een uitvoerige studio zijn
kritiek gegeven op do litteraire beweging van '80;
hij richt zijn scherpe aanvallen togon do individua
listische kunst van Kloos on Verwey in hot bij
zonder ou bouwt tfgolijkertijd de theorieën op,
volgens wolko naar zijn mconing de kunst der
to komst behoort te worden geconstrueerd on do
basis van dit nieuwe inzicht is: Groote.'kunst.
?kan zonder socialisme niet moor bestaan."
Xu i$ inderdaad hot socialisme een macht ge
worden in den staat on aangezien omgeving en
levensomstandigheden .'«eer stellig van grooten
invloed zijn .op den kunstenaar, spreekt het van
zelf, dat het socialisme zijn stom in du kunst
laat hooren. En daaraan danken we roods groote
schoonheid.
Smalfilm Amateur-Kinematografic onder
Klno-technisoho leiding van Jori» Ivenc
FOTO-, PROJECTIE- EN KINO-HANDEL"
C A P i
115 K A LVERSTR AAT AMSTERDAM
Importeur» tn vertegenwoordigers van
BUCAPI v«kfcun<Hge raad en
voorlichtingMaar b ij'don kunste
naar vooral blijft do
peisoo iiykheid toch
hoofdzaak, de natuur
lijke drang, de innerlijke
aanleg. Wat ons ook
nog wacht in de toe
komst, er zullen zijn en
bly ven genieën en groote
talenten, die van nature
zich geheel geven aan
de gemeenschap, zich
met die gemeenschap
n voelen, zich geheel
in dienst stellen van die
gemeenschap en niets
hoogers kennen dan haar
verheerlijking en ver
heffing in schoonheid
on wijsheid, en andoren,
die eveneens van nature
de oenziamluil en de
afzondering zoeken en
daar beluisteren de stem
van de natuur en van
hun eigen hart, droornen
hun eigen droomen van
toere schoonheid, zeggen
hun eigen sensaties in
puren persoonlijken
vorm. slechts door wei
nigen1 verstaan.
Dit is hot best aan
Gorter zelf bewezen.
Geen enkel theoreticus
heeft aan don kunste
naar voor to schrijven,
hoe hij werken moet;
zelfs do theoreticus
(Jortor heeft den dichter
Oortor n iot dan tot
diens eigen schade uit
zijn natuurlijke sfeer ?
kunnen sleuren. Xa ccn
zoer uitvoerige en grondige beschouwing komt
ook Van Bavesteyn tot do conclusie, dat Pan
slechts schemeringen bevat van het 'groote,
vr;ie kunnen uit de vroegere periode van Gorter's
dichterschap. Mot onverbiddelijke strengheid en
onpartijdigheid hooft hij zijn oordeel over Pan
voltrokken on hij heeft zich daarbij gehouden
aan den billijken eisch Pan niet enkel te
beoovdeelen naar wat Gorter in zijn eerste periode aan
groote,schoonheid had bereikt; hij heeft het werk
getoetst aan do theorieën die Gorter zelf had vast
gesteld in zijn kritiek". Hij komt tot de conclusie,
dat het don dichter aan scheppingskracht heeft
ontbroken om van Pan een zuiver, schoon,' har
monisch geheel te maken.
Aan het eind van zijn beschouwingen komt
Van Ravostoijn tot cén vergelijking van P&n en
do Divi'i» Comedia en hij vat het resultaat van
dozo beschouwingen samen in de stelling: Zij 't
bewust, zij 't ten dooie onbewust, Pan is in 's dich
ters geest naar bet voorbeeld van déDivina Come
dia gemoduleerd." Het is hem niet gelukt mij
hiervan te overtuigen. Binnen kort verschijnt
een dissertatie over don invloed van Dantc in
Nederland, wjuirin ook dit punt nader zal worden
onderzocht.
Koos van Bniggon poseert in eon Vooraf"
niiu of wicer of hij een nieuwo soort van roman
schrijven heeft uitgevonden. Dat lijkt meer dan
het is. Hij zoekt het vooral in 't gebruik van het
prebem, wil alles voor onzo oogen laten gebeuren:
Radio, loudspeaker, film, gramofoori, sprekende
film. of wat voor machinerie ge denken wilt, is
doende om'.hom (den lezer) du aanwezigheid te
buggeroeron van lovende, sprekende, handelende,
minnende, zich verbindende, scheidende menschen.
Geen schrijver, geen explicateur, geen gids dringt
zich met zijn praatje tusschen hen en hem. Ook
geen dierbaar leoringpuurder uit onzes naastens
ongemak. De krukas draait zóó gaat het schip."
Ik zie in wezen niet zoo veel verschil met werk
van anderen. Het breede, .rustige verdwijnt pp elk
gebied in het moderne leven, 't Ligt dus wel voor
de hand, dat ook do verteller weglaat wat men
thans als onnoodige rompslomp voelt, dingen
waar men zich in vroeger jaren met welgevallen
in neervlijde. Maar dezelfde fantasie werkt en
zet het gebeuren in een zelfde wereld van ver
beelding. ' *J ?
En het is alweer van de huyvehjks-misère. Jaap,
de kunstzinnige Jaap, in de betouzaak de firmant,
dio de wetenschappelijke en artistieke leiding heeft
Boegineesche visscher
Tekst en teekening door J. G. Sinia
Het is bekend, dal men tot vrij groote diepte onder den waterspiegel kan zien,
wanneer men zich fot op zekere hoogte daarboven bevindt, een optisch verschijnsel,
waarvan men o.a. gedurende den grooten oorlog gebruik maakte om duikbooten
door vliegtuigen te doen opsporen en vernietigen, terwijl deze laatste, naar ik meen,
ook al reeds in dienst der visscherij sijn gesteld om na te gaan in welke richting
haring scholen zich bewogen. Van dit verschijnsel nu maakt de Boeginees al sinds
onheugelijke jaren bij zijn vischvangst gebruik en op verschillende plaatsen langs
de kitst treft men de hooge bamboe stellages aan, waarop de visscher geduldig het
wateroppervlak afspeurt en rustig wacht tot het Baroena, den god der zee, behaagt
ccn school visch over sijn. kruisnet te sturen.
en daardoor met typisten in aanraking komt,
Jaap is gescheiden van Philine, maar contact
blijft het heele boek door bestaan. Terwijl Philine
de w«reld rondzwerft met verschillende vrienden,
blijft ze bezorgd voor Jaap's wintergoed. Zul je
oppassen met de naderende kou? Je bent zoo
vatbaar. Wij hebben hier, rozig van den auto
tocht, al het baardje moeten aansteken, 't Was erg
gezellig, maar we hielden het niet lang uit, gingen
vroeg naar bod." En Jaap correspondeert met vrij
gevochten jonge dames, die hem verklaren: Het
is maar verouderde romantiek te meenen, dat
trouw of ontrouw wat men dan zoo noemt
ists te maken hebben met den wezenlijken inhoud
van ons leven."
Och, dat boekje van Kees van Bruggen is wel
een vermakelijk spel met het leven, gemoedelijk
sceptisch en cynisch, met eenigen lichten humor,
met petillante paradoxen over doodgewone zaken
als adultèr; en divorcc, met flitsende ironie en
smakelijke etaleering van de , vrouwen-psyche
vooral. Er is in dit boek vrouwelijke onredelijkheid
in velerlei variaties; er is een moppentappend;
flirtend kamerlid, een typiste-met-niks-aan, een
collectionneur van vrouwenharten, enz.
Er zijn kernachtige sententies als: Als vrouwen
vervullen wilden, wat zij van haar hopen! Enkel
maar willen, enkel beproeven !" en Geloof jij,
dat voor n man n vrouw geschapen zou zijn?"
en Wat ziet een vrouw in zoo iets onverhevens
als een man?" enz., enz.
n ten slotte trouwt Jaap, als de andere voor
hem weggeloopen is, toch nog het nieuwe
aspiranttypistetje, dat zich daarna aanbiedt'. Ten
minste, dat lijkt wel zoo: Zij heeft Philine's oogen
en. den handdruk van haar moeder.... In gods
naam l"
Heele erge kunst om van om te vallen is dit boek
natuurlijk niet, maar het is toch een vlot, frisch
geschreven uiterst genoegeljjk verhaal. Gek is dat
dwaze Germanisme overhopren, dat meermalen
voorkomt: ;,Hij overhoort alles wat hem niet
gelegen komt." Of is dit een opzettelijk
aanstellerijtje? Van Bruggen voelt anders zijn Hollandsen
zoo goed,
POLROGER&C^
LE CHAMPAGNE ENVOGUE
JAGER GERLINGS HAARLEM
No. 2699
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 FEBRUARI 1929
De documentaire film
De Italla"-exp«dltie De
Kraswln"expedltle Blmba"
D;E documentaire film verkeert eigenlijk in
'eea benijdenswaardige positie. Zij is noch
aan den wisselvalliger! persoonlijken smaak onder
worpen noch aan de onzekere resultaten
vanartistieke bekvechterij. Zij kan zelfbewust en po
sitief zijn, waar de kunst"-film uitteraard slechts
aarzelend en onzeker vermag te wezen. Zij is
stellig en ,,belehren'd" en kan zonder de minste
lampenfieber iedere première tegemoet Kien. Is
het daarom wellicht,'dat zij mij persoonlijk niet
boven alles sympathiek is? Is het, omdat het
schuchter tastende artistieke experiment, dat,
wanneer het slaagt toch altijd nog oneindig hooger
waarden realiseert dan de knapste en volmaaktste
cultuurfilm, mij in den grond veel liever is? Of
ligt de ooi-zaak misschien hierin, dat de documen
taire film de min of meer verdachte genegenheid
van alle filmbestrijdcrs heeft? Want het is een
opmerkelijk verschijnsel, dat bijna iedere
Mij-zie-jenooit-weer-in-een-bioscoop !"-man een warme sym
pathie koestert voor do wetenschappelijke cinema
tografie een effectief middel, blijkbaar, om
Danton door Robespierre ten val te brengen.
Hoe dit zij het is zoöwat regel geworden, dat
de documentair", hors critique" is een mcening
die ik zoo vrij ben niet te deelen.
* *
Het moderne principe, dat de essentieele
beteekenis van een lilm afhankelijk stelt van het
wondermiddel der montage" hetgeen wil zeg
gen, dat de keuze, de opeenvolging in plastische
en rhythrnische afwisseling, de film maakt"
leidt vanzelf tot de gevolgtrekking, dat ook de
documentair" niet alleen naar accuratesse en
wetenschappelijke belangrijkheid mag worden
beoordeeld. Men moet in désnij-kamer," in het
laboratorium alzoo, van den cineast geweest zijn,
om door deze waarheid diep getroffen te worden.
Stel u voor: kisten met filmstrookcn tafels en
rekken met op allerlei formaat geknipte i
agroenten.y. beelden, beelden en nog eens beelden
een zinnclooze chaos, waaruit het scheppende,
componeerende talent van den filmmaker, het
geordende^ geheel te voorschijn mout roepen.
Temidden van deze verbijsterende hoeveelheid
materiaal verdrinkt het.' imposantste en aangrij
pendste ,,spcl" te midden van dezen
wriemelenden warwinkel van beelden, waarin het doode
voorwerp navranter kan werken, dan de levende
mensch, wordt het eerst recht duidelijk, hoezeer
het bedrijf der spelenden secundair is, aan dat
van den cineast en daarmede, hoe belachelijk het
oordeel klinkt van den vérdwaalden
tooneelrecensent, die over een goed go ensceneerde"'
en goed gespeelde" film schrijft. Wat zoo ongeveer
neer zou komen op een orthografisch
goed-gespeld gedicht! .
Terugkomende op de documentair", behoeft
het geen nader betoog, dat de filmmaker (let op
de absurditeit van het woord regisseur" in deze*
bc teeken is !) voor precies dezelfde problemen staat,
als zijn collega van de kunst"-f Urn. Zonder twijfel
is hy minder vrij geweest in het bepalen van zijn
sujetten, want veel meer van het toeval afhankelijk
maar aan don anderen kan,t is zijn beeldmate
riaal reeds opzichzelf aantrekkelijker en
interes'santer dan dat van den artistieken cineast.'In
ieder geval bestaat ook voor hem de mogelijkheid,
met precies dezelfde stock" belichte film, een
droog en onbenullig geheel te maken of een boeiend
en ielfs kunstzinnig werk. Het brillante voorbeeld
van de Chang"-fünv is daaiy als overtuigend
bewijs, hoe oen kunstzinnig gecomponeerde do
cumentair" niet alleen vermag te boeien, doch
GENERAAL AGENTEN VOOR.
AMATEÜR-KINO-CITRUSTrXG
FOTO-SCHAAP & Co.
SPUI 8 AMSTERDAM
* " ? . *
zelfs te ontroeren. Ik stel daarbij nodrukkkelijk
vast, dat hier niet gezinspeeld wordt op de ge
spoelde" Jeitmotive, die de ei neust voor do.eenheid
van het werk noodzakelijk jw;htto. Het groote
drtwna was: het conflict mensch -^-wildurnis en
dut werd niet ter plaatse opgenomen" maar uit
de onbeschrijfelijke kisten collulojd-knip*el te
voorschijn getooverd, door den magister artium."
Uit het bovenstaande blijkt, dat de voor ver
tooning in het publiek gemaakte cultuur-film
(natuurlijk wo! te onderscheiden van de, uit
sluitend voor de wetenschap vervaardigde tech
nische film !) een soort grensgebied in het leven
hooft geroepen -?een overgang tusschen het auto
matisch opgenomen en hot gecomponeerde product,
waarbij de vraag: hoe werd de voorhanden stof
verwerkt? even primair is, als bij de kwetsbaarste
,,speel"film.
En hiermede doet de onvermijdelijke critiek
haar intrede bij de projectie van de documentair."
* * *
Interessanter studie-materiaal dan de expe
ditie-films van de Italia" on de Krassin",
laat zich voor de appreciatie van de documentair"
wel moeilijk denken. Zij behandelen beide hetzelfde
ondorwerp zijn beide onder nagenoeg dezelfde
omstandigheden, aan boord van een
expeditieschip opgenomen, met denzclfden materieelcn
steun: die hunner regeeringen. 'Theoretisch zou
men dus vrijwel denzelfden indruk van de beide
films moeten meenemen practisch verschillen
zij hemelsbreed ! Het relaas van de Italiaansche
film is droog, verward en ondanks de voordracht
van van Dongen op 't kantje van vervelend.
Maar bovenal krijgt men den indruk van groote
hiaten, van lapwerk ten gevolge van onvolledig
heid. De stilstaande foto's bij het projecteeren
van de Hoode Tent" gebruikt, wijzen nadrukke
lijk op' verlegenheidsyulling en storen bovendien
de vloeiende continuiteit (die nimmer opgemerkte
en toch zoo belangrijke factor!) op hinderlijke
wijze. Vergelijk daarmee de Krassin"-film. Zij
gebruikt bijna letterlijk denzelfden beeld voorraad,
zelfs de stilstaande foto's. 'Maar deze laatste
zijn bij korte flitsen toegepast en bovendien met
oen bewegend objectief geprojecteerd, waardoor
bijna de illusie van continuiteit wordt verkregen.
Hot blijft een palliatief natuurlijk maar de
fatale verstarring is daardoor vrijwel vermeden.
Men onderschatte deze schijnbare kleinigheid niet:
zij is het meest directe bewijs voor een juiste filmi
sche intuitie. Nemen wij een ander voorbeeld:
het vertrek van do expeditievaartuigen. In de
Italiaansche film blijft het bij een nuchter ge
llustreerd gemengd bericht. ..De Citta di Milano",
of de Italia" vertrekt" en inderdaad zij
vprtrekt wezenlijk en waarachtig. Maar daarmee
is ook alles gezegd Wij vertrekken zeer zeker
niet mee ! liet geVal gaat buiten ons om on alleen
door een bewuste associatie met, onze feitenkennis,
wordt ons het grootsche van dit historisch moment
voelbaar. Xu het vertrek van de Krassin".
Daar is in de eerste plaats de voortreffelijke en
suggestieve plaatsing der titels. In dezer voege.
Titel: ,,De Vo ksconimissaris krijt/t opdracht- de
expeditie voor te bereiden."-.Opname van draaiende
machines*?rennend personeel.?een marconist.
Titel: En reeds den volgenden dag.... Beeld:
Werkend zeevolk ? stuk droogdok officier
op de commandobrug. Titel: ..'. :-isde Krassin" "
....Beeld: Opname''achtersteven. Krassin"
opname midscheeps mast met takelage en vlag
van onderen opgenomen. Titel: ....gereed voor
het vertrek.'' Beeld: met langzaam auf blenden
vei«chijnt de indrukwekkende silhouet van den
ijsbreker. Op; deze wijze is, door het afbreken vart.
den titel-zin de belangstelling van den toeschou
wer vastgehouden en opgevoerd tot het resultaat:
de . plastische weergave van een technische over
winning. :,
Bij het uitvaren is dezelfde methode toe
gepast: in korte, rake tekstfragmenten worden
wij omtrent den aard der bew.eging ingelicht en'
een lenig, alomtegenwoordig apparaat omringt
ons letterlijk met het roerige scheepsléven. Het
doel is bereikt: de Krassin'' vaart uit en wij gaan
mee ! Mag men nu bij een dergelijk, in den grond
zuiver zakelijk relaas van kunst" spreken?
Wie zal het zeggen? Wie zal precies uitmaken.
waar, bij een in forsche, suggestieve taal gesteld
verslag, het zakelijke element ophoudt n het artis
tieke begint ? In ieder geval is aldus een boeiend
reisverhaal aangevangen, dat in der zelfden geest
doorgaat tot het einde. Met dezelfde
beeldenvqorraod werkend: ijs zee de barre rkusten der
poolstreken een tegen, den storm vechtend
schip vliegtuigen ontstond uit d»-n arbeid
der Italianen een gebrekkig verslag, dat meer
het ontbreken van .materiaal deed gevoelen, dan
een behoorlijk/» documantatio terwijl d»- HUS-HIMI
met niets mér de illusie w.eten te geven van een
sluitend, in hoog» mate boeiend en zelfs hier uu
daar imposant reisverhaal. Het gaat hierbij niet
dit houde men wel in het oog l om de empiri
sche, feitelijke gegevens'. Het gaat hier om een
zoosterk mogelijkon indruk te geven aan een publiek
van oen heroïsche onderneming, al dan niet
metchauvinistische-bedoeling. Welnu, door de verge
lijking dezer gelijksoortig»* films, een ^lectenheid,
die zich wel zoer zelden zoo gunstig zal voordoen.
treedt do invloed van de boteekenis eener sterke
filmische weergave, ook bij de documentair**
film" op overtuigende- wijze naar voren.
* * *
In aansluiting hiermee nog een enkel woou
over de film Simba", do Afrika-film. dio ia
Mille-Colonnes voor pers en genoodigden draaide.
Do groote verdienste van dezo film schijnt te zijn,
haar absolute natuurgetrouwheid: ..Not a itaged
movie.... os natura] as God mode it!" Het bo'woi
tdunkt mij. noch tot de bevoegdheid, noch
tot de taak dor filmkritiek, daarover uitbun
dige lofredenen te schrijven. Welke andere garantie
hebben wij per slot van rekening voor de echt
heid" dor opnamen, dan do heilige verzekeringen
der.... belanghebbenden? Wat voor zin heeft
het voor ons, om deze ijselijke echtheid, waarvan
wij geen steek meer weten dan het overige publiek,
met deftige en wijze woorden te beklemtoonen?
Hot heeft mij verwonderd, de persverslagen lezend,
dat over de wetenschappelijke beteekenis dezer
film geschreven is, met een stelligheid, als bestond
do halve Nederlandsche journalistiek uit
natuur) istörici en beroeps-Afrikareizigers. l^aten wij
ons toch bepalen tot het beoordeelen van
dedocumentaire film als?. film. Het is al
erggenoeg, dat tooneel- on muziekrecensenten o ver
film moeten schrijven laat nu niet in vredes
naam ook nog de filmrecensènt zich h<^ hoof J.
moeten breken over Afrika!
Wat nu de filmkwaliteiten van dez«-
Amkaanscho documentair betreft zij lijken niet
overweldigend. Aangonomun, dat hier Inderdaad
frappant natuur-historisch materiaal verkregen is
aangenomen, dat de authenticiteit der beelden
uit do Afrikaansche wildernis onaantastbaar is '?
dan krijgt men toch wel zeer 'sterk den indruk*
dat van deze stof lang niet is gemaakt, wat er
van te maken viel. Ik doe maar een ijreêp: Ken
neushoorn valt den operateur aan en zijn vrouw
houdt het dier met een karabijn op een afstand.
Een spannend gegeven, dat in de film ah* publiek
. vertooningsproduct van onschatbare waarde is.
Welnu, daar is - als psychologische wtimulaus,.
niets van terecht gekomen. Het inay: dan zonder
verfraaiing en volkomen natuurgetrouw zijn
weergegeven het is, als dramatische en dyna
mische factor, zoo dood als een pier. De neushoorn'
loopt in rare cirkeltjes rond en de dame met de
karabijn, staat er een boetjo onzeker bij en kijkt
telkens mot eon coquet glimlachje, dat in deze
omstandigheden allerzonderlingst aandoet, om
naar het apparaat. Zoo zijn er trouwen* meer
momenten, waarin do strenge eenvoud eener weten
schappelijke opname in pijnlijken strijd komt,
met het drukke, speclgedoe van een (overigen*
alleszins respectabel!) vrouwtje. Deze stuntelige
pogingen om aan do film wat dramatische
kleuite verleenen, maken daar aldus tot een twee
slachtig product: t<; droofe voor een visueel bewogen
natuurdrama -?te gekunsteld voor een zuivel'
wetenschappelijk document, Wat het had willen
worden: een filmische compositie niet wetenschap
pelijke waarde, werd het zeer zeker niet. Men
heeft indertijd .niet verontwaardiging geconsta
teerd, jdat Chang" niet in iederen meter
authenthiek was het is mogelijk, maar Chang" was
vóór alles film, krachtig, boeiend, schoon !
I-Aten wij ons daarbij houden.....
N.V. J S. MEUWSEN'S
Q ro o t ? t e keus». ... S T E T S O N