De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 2 maart pagina 3

2 maart 1929 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

',in> oo U ; l DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 MAART 1929 Nu. 2700 Dramatische kroniek door Top Naeff Rotterdatusch Hof stad tooneel, Paul UB onder de Joden, dram. legende door Franx W er f el Ijl RAXZ Werf el, geboren te Prang in 1800, behoort met o.a. Hasenclever tot de groep dichterlijke intellectueelen, wier wezen en werk sterk door den oorlog beïnvloed werd. Hij is on getwijfeld een der besten. Een auteur, van wien men feitelijk niets dan goeds zou willen zeggen .... om dan tot de slotsom l e komen, dat men met al dit goede, toch nog niet dien graad van genegenheid en bewondering gehaald heeft, welke het genieten van een kunstwerk tot een licht geluk maakt. Ook Paulus onder de Joden", een drama van hooge bedoeling, voornaam van houding, ver verheven boven het repertoire van tien dag, boeiend, zoowel om de menschen" met hun overtuigingen op leven en dood, als om hetgeen de schrijver zelf noemt: de eeuwige draagkracht van het gebeuren," brengt ons niet geheel op temperatuur. Het is, of er bij dezen schrijver altijd nog n vonk in zou moeten vallen, terwijl er toch al zooveel vlam vlatte onder zijn pen. Ik vraag me bij lezing van dit werk ook telkens weer af: leent zich bijbelstof voor bewerking dooi den modernen geost, die alle stijlen adopteert en eigenlijk nooit weet wat hij wil? Wordt de oeroude overlevering er niet te gecompliceerd door, en mis zoo dicht nabij gebracht, dat we onrustig worden om hetgeen ons middelerwijl dat kan iüet anders toch nog ver blijft en ontsnapt 'i Vondel, de lyricus, kon zich de weelde van bijbelstof veroorloven, Grillparzer o.a. was al te modern. Ook bij Werfel vinden we te veel en te weinig verklaard"; uitspraken, op het eerste gezicht niet minder diepzinnig dan menige bijbelplaats, volgen elkaar op in een tempo, dat ons den t.ijd tot overpeinzen niet vergunt. Het was mede de kracht van hot Habimatheater, dat het grootste deel van het publiek den tekst niet verstond, zich eenvoudig liet gaan op den sonoren klank en het eigenaardig rhythme der vreemde stemmen en, weinig afgeleid, gemak kelijk door het ritueel werd geboeid. Daargelaten. dat de leden van het Habima-theater allen joden waren en zich tot deze missie jarenlang hadden gespecializeerd. Men mag dit uitzonderlijk optreden niet als maatstaf nemen, het zou onbegonnen werk zijn het te willen imiteeren. Wel echter zou men de toeschouwers, niet minder dan de ver tolkers, te voren moeten inleiden-tot de geloofssfeer van Werf el's legende, een taak die den joodschen letterkundige in het bijzonder toevertrouwd zou zijn. De vertooning kan niet tevens ..uitlegging'1 zijn; zij kan relief geven aan de diverse karakters". maar daar gaat het hier niet om, wij moeten ons kunnen inleven in een sfeer, waar het symbool voor allen en alles spreekt. Uit de geweldige bot-ing van geloof tegen geloof eenerzijds. wëreldsche belangen anderzijds. ontspringt de tragedie, die zoo oud is als de wereld en zich herhalen zal in alle eeuwigheid. De schrijver heeft getracht het oogenblik te grijpen, waarop zich het nieuwe geloof uit het oiide dogma losscheurt: de bevestiging van het christendom uit de ontkenning van den Christus. De wet is vervul.l en de liefde gekomen." Wie van deze wereldgebeurtenis iets wil onder gaan, kan niet zoomaar den schouwburg binnertloopen zonder zich vooraf in het werk verdiept te hebben, waarvan de vertaling door Eduard Veteiman bij den uitgever Paris te A'dam tijdig verschenen is. Het is al het minste wat men den 'directeur van het Rotterdamsch Hofstadtooneel verschuldigd is, .die de piëteit «n den moed had dit werk?een der nobelste tooncelstukken van onzen tijd, maar geen stuk dat loon naar werken kan brengen bereikbaar te maken voor het meer geletterd, schouwburgpubliek. 5DEINDE 162 ? [DEN I-IAAG IWONINGINRICHTINGEN Werfel vond voor de figuur van Saul, na zijn bekeering Paulus geheeten, een leidraad in de Handelingen der Apostelen (S en 22). Het spel opent tijdens diens reis naar Damascus, op welken weg den woesten christenvervolger het licht verschijnt en de stem, die hem-eenvoudig vraagt: ..Saul, Saul, wat vervolgt gij mij?" Hoe tragisch is die figuur van den bewust.geworden, ontmoe digen mensch, nadat hij als de uiterste tegenstel ling van zichzelf, als een afvallige voor hen, die eenmaal vurig in hem geloofden (de dwepende Chanan o.a.) onder de joden terugkeert en zich in zijn nieuwe overtuiging nauwelijks kenbaar weet te maken.... Welk een stralende genade moet in hem zijn om hem de krachten te verleenen tot alles wat hij terwille van die overtuiging zal hebben te doorlijden. Als van een ziekbed herrezen. staat hij, gesteund door den goeden Barnabas, vóór de Apostelen Jacobus en Simon Petrus, later voor zijn ouden leermeester, den Patriarch Galamiei .... Diens leerlingen velen hem als hun geslagen vijand, slechts de milde menschelijkheid van den boven alle verdeeldheid uitgegroeiden grijzen Rabboeni biedt hem een toevlucht. Men tracht nog ,, verzachten de omstandigheden" voor hem te vinden, hum als het ware ontoerekenbaar" te doen verklaren; immers Saul is ziek, de be zweerder moet komen om den booze (de ziekte) uit te drijven. Totdat elke poging tot verzoening op den weergtand van y.ijn. overtuiging is £ejtuit, en ineen machtig mooi gesprek het gaat hier om louter idiëeie dingen Paulus zijn geloof in den Christus. den zoon van G od, moet stellen boven den, door Ga lamielzoo gaarne erkenden heiligen man Gods"... (ialatnicl: Schau!! Om mijn- en uwentwille, zeg: hij was een mensch ! Paulus: Ik kan niet! \Vant uit ons menschen komt niet de vernieuwing ! Als het drama, h^tig bewogen, tot deze hoogte ges-tegen is, Israël tegenover Israël staat in zijn beste zonen, is het moment gekomen, w aai op de hoffelijke diplomaat Marullus, landvoogd van Judea, met zijn gehuichelde genegenheid 'voor het Joodsche volk, heeft gewacht, waarop hij het heeft heengestuurd. Wat vermogen deze elkander wantrouwende en bevechtende illusionisten, deze aftandsche 'priesters en fanatieke rabbijnen tegen de wëreldsche macht en den wil van den ..goddelijken" Caligula ! Marullus stapt den heiligen Tempel binnen, als ware het zijn eigen huis, de heiden kent niets van wat de geloovige zich heeft opgebouwd, waarom zou hij schromen ! Wanneer ik mij niet vergis, waarde vriend. y.ijn wij hier op Romeinsch grondgebied.", SlechU n zal onoverwinnelijk blijken: de oude Galamiel, de alreeds bovenaardsche, wiens lijk wordt binnengedragen. De laatste rechtvaardige gevallen," zegt Simon Petrus, de apostel. Dit is het goddelijk teeken v De oude wereld is ondergegaan. Het uur van Christus is gokc.men !" Met het werk won ook de vertooning naar het einde aan kleur en kracht. Het eerste gedeelte maakte weinig indruk. Van deze tafereelen is Chanan, de zoon van den Hoogepriester, de held, De onzichtbare hoofdrol speelt in dit Werk de Cliristus-figuur; belangstelling wekt Paulus, schoon het dramatisch conflict bij de opening van het spel reeds achter hem ligt en zijn optreden overwegend passief blijft; de meest leyendo figuur, de menschelijkste is echter: Chanan. Hij, de jonge vriend van Saul, wiens trouw den schok van den omme keer in dezen boven alles vereerden meester niet verdragen kan, wiens gevoelens, met verachting van elk compromis, reiken tot de consequentie van den vrijwilligen dood ...?:. Een Moïssi zou over deze figuur misschien den glans der extaze kunhen leggen. De fraaie decors (Veterman), de te gloednieuwe cóstuums werkten in dit eerste gedeelte, mpt een te veel op den voorgrond gestelde figuratie, louter uiterlijk. In het tweede tafereel, onder de portiek", kwam het tot een zwakke opleving. Verrassend schoon als tableau hier schoot het volk te kort volgde 'daarop het todneel op Golgotha. Met het diepe licht-en-donker en de fantastische groepeering bereikte men daar de mystieke sfeer waarin het Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal Str. koud en warm water op alle kamers PRIVÉB AD KAMERS Telefoon 22223 naderende onheil zich hult. Doch eerst in de beide laatste touneelen steeg het samenspel tot deze hoogte. ,.Iix het paleis van den Hoogepriester". mot het aandoenlijk ritueel van het kleeden in feestgewaad, terwijl de vader in den priester. getroffen door den dood van zijn zoon Chanan. zich nauwelijks* staande kan houden, lialledux wist een ontroerende waardigheid aan deze ceivinonie te geven. ? En daarop het prachtig slottooneel ingeluid niet het gesprok tusschen den Patriarch Ualamiel (Schwab) en zijn afvalligen discipel Paulus (van (?astenen) eindigend met de ontheiliging van den tempel door Marullus en de zijnen en de apothose van den plotseling overleden grijsaard onover winnelijk gelijk de jonge Chanan, waar het gaat om het geloof zijner vaderen en de trouw aan de oude Wet. Hermann Schwab, van wien den geheelen avond de bezieling was uitgegaan, beheerschte dit tooneel volkomen, fijn en nobel. De Paulus" van Van Gasteren boeide tnij meer dopr houding en gebaar dan door dictie.. Toch wist hij de rol aan zijn zwaar geluid,^dat zich meer leent voor den doffen toon der berusting dan voor den gloed der extase, aan te passen, en door de rol zoo primitief mogelijk te houden schoon Saul een geletterde geest was de eenheid te bewaren. Hij vermeed daarbij alle banaliteit, zoodat ons de figuur in zijn opvatting oorspronkelijk en gaaf bijblijft ; nu en dan sprak hij ook even tot het hart. Jules Verstraete als Marullus ging sterk den modernen kant uit, ,zijn Romein" had van Shaw kunnen zijn. Doch hij bezat: autoriteit. Onder do kleine tollen waren er enkele onvoldoende bezet, de Apostelen en Baraabas o. a. Het best voldeden de leden van het Sanhedryn. De moderne tekst met zijn je" jij" ,. jelui" maakt het den spelers niet gemakkelijk. Een . uitdrukking als Bindt hem losjes aan een paal" valt buiten de sfeer onzer verbeelding. En de vraag blyft: of een dichter, die zich aan ,een der gelijke stof waagt, met de gebondenheid van het vers, dat afstand schept, niet boter zijn doel be reikt dan met dit half-huiselijk proza, dat toch een legende niet tot realiteit maakt, terwijl het legendarische erdoor belast wordt? Intusschen is het al een voordeel wanneer een tooneelvoorstelling dergelijke vragen als ook voor den modernen tijd nog van belang doet ge voelen e.n gaat onze erkentelijkheid bij dit ernstig tooneelwerk boven de bezwaren, die niet alle on vermijdelijk zijn, hoog uit. , Nieuwe Uitgaven Mary Ciruce Asfiton. Ras. Vert. uit lift Eng. door C. C. Bender. Amsterdam, 2. j. Van Holkema en Wareridorfs Ur M. Boeken waar rassenproblemen in behandeld worden, hebben we al vele. In den regel hebben' die boeken een diepere cultuur-antithese tot grond slag; vooral in den laatsten tijd, in verband met de pogingen tot toenadering tusschen Oost en West, is dat veelal zoo. Deze roman is van lichter allure, en hij vertoont geen enkel symptoom van zwaarwichtigheid. Nette Loridensche menschen, Joden en Christenen, zijn de optredende personen; de conflicten zijn society-conflicten en de proble men blijven , uiterlijk zoowel als» naar den geest, binnen den ui teraard beperkten society-kring. 'toch is het een aardig boek. Do schrijfster is een geestige en gevoelige vrouw, die de qualiteiten bezit voor het schrijven van een leesbaren roman, ook al graaft zij meer in de breedte dan in de 'diepte. Op twee kwaliteiten van dezen roman moet ik nog wijzen. Déschrijfster be handelt, op haar manier dan, het probleem ;,ras". Men kan dat doen met genegenheid naar verschillende kanten, n het is een verdienste van den auteur, dat 'niet uit te maken valt, Welke richting haar sympathie uitgaat. En dan nog: zij vervalt nergens in abstracties. En waar hét er haar blijkbaar wel degelijk om te doen was, ras verschillen en de daaruit voortvloeiende mogelijk heden i door haar personen te doen uitpraten, moest hier een gevaarlijke klip omzeild worden. HEBMAN MIDDENDORP H . MUZIEKHANDEI, Violen © Snaren Achter S t. Pieter 4 Utrecht <§> TeL 443 p T A TVJ C\ ' Q t*l/\lN W p No. 2700 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 MAART 1929 Alle vliegen in n klap door Barbarossa floyaarda-Schouwburg Wagner-vereenlStadsschouwburg Museumplein Koninklijk Pulela-HaadhuI* op den Wam XJ OCÏhoudt het sclirikkelijk pleit over den i ^ Museum-Schouwburg in den Raad aan en de kruitdamp der welsprekendheid belet een juist overzicht van de stellingen der partijen. Niemand weet met eenige zekerheid naai- welke /ijde de beslissing zal vallen, zelfs nu nog niet, nu volgens .,het Handelsblad" de Wagner-vereeniging aan B. en W. verklaard zou hebben dat zij kans ziet de / 000.000 bijeen te brengen zonder de bekende voordeelen aan de aandeelhouders A. In dit stadium van het debat, nu er een hopelooze verwarring is ontstaan, is het van belang den toestand in zijn geheel te overzien. De Royaards-schouwburg Het comitévoor dezen schouwburg heeft bij elkaar / 900.000. Er ontbreekt aan het kapitaal, noodig voor den bouw, nog vier ton. In het debat in den Raad, en ook in de kranten, is gebleken dat, er in Amsterdam vooral behoefte bestaat aan een modern theater van niet te grooten omvang. Aan dezen eisch zal de Royaards-schouwburg voldoen. De plannen zijn ontworpen door twee tooneelmenschen van onbetwiste reputatie: dr. Royaards zelf en den tooneelbouwer Strnad. Hier is een zeer gelukkige combinatie van twee uitmuntende tooneelmenschen, want laat ons dit niet vergeten dat het bouwen van een schouwburg bizondere eischen aan den bouwmeester stelt en waar is de Nederlandsche architect, die op dit gebied ook maar nige ervaring heeft? Amsterdam gaf Royaards een even grootsche als treffende uitvaart, doch daarmee heeft het zijn schuld aan den grooten tooneelleider niet vereffend. Dit zal eerst geschied zyn als de Roy aards-schouwburg is verrezen, een schouwburg, waarin zijn geest zal voortleven. En hier is het dat het Gemeentebestuur blijk kan geven van zijn cultureel inzicht en liefde voor het tooneel. Door den bouw van den Royaards-schouwburg te vergemakkelijken, uit den mond van den heer de Miranda hebben wij gehoord dat de ge meente reeds meermalen het stichten van groote gebouwen in de hand werkte dient de gemeente het Amsterdamsche tooneel, waaraan het sinds jaren eenige millioen en besteed heeft zonder eenig zichtbaar resultaat, op een praktische wijze. Amsterdam komt in het bezit van een modelschouwburg en de gemeente ee' t de nagedachtenis van onzen grootsten tooneelleider. Op welke wijze de gemeente hier helpen kan, zij nader uit te werken. In ieder geval zijn er geen * groote sommen mede gemoeid. De Wagner-Vereenlglng Deze vereeniging heeft den schoonen drang in zich haar voorstellingen meer dan tot dusver tot het groote publiek te brengen en ze tevens ? geheel te laten voldoen aan de modernste eischen. Daarvoor meent zij een schouwburg noodig te hebben met een 1000 plaatsen en aangezien zij dezen schouwburg niet alleen exploiteeren kan, moet het Tooneel helpen. Nu wét ieder die niet ' volslagen leek op tqoneelgebied is, dat tooneelspelen in een zaal als door de Wagner-Vereeniging bedoeld, zeer bezwaarlijk, zoo niet geheel onmo gelijk is de adressen van vrijwel geheel tooneelspelend Nederland kan de Raad toch maar niet zoo naast zich neerleggen t vandaar dat men ook spreekt van het geven van revues en soortge lijke schouwspelen. In een dergelijke zaal zullen alleen te vues met veel vrouwelijk beenwerk en de rest tot hun recht komen. De revue waar het op het woord, aankomt. zal er niet te spelen zyn van wege de ruimte, waarin elke intimiteit verdrinken moet. Het Museum-Theater zal dus in geen enkel opzicht hét tooneel in onze stad helpen, integen deel het vermoedelijk nog meer de put induwen, want het Museum-theater zal zooveel geld . ver slinden, dat wij ten eeuwigen dage vast zullen zitten aan de ongelukkige tooneel-belasting of de steun aan de andere gezelschappen er onder lijden zal. Stadsschouwburg Weliswaar wordt hij in de aanhangige voor dracht door B. en W. vrijwel als alleen nog maar goed voor afbraak gekwalificeerd, maar, als het werkelijk zulk een toestand is als B. en W. en hun adviseurs ons trachten wijs te maken, dan is het onbegrijpelijk, dat men in de laatste jaren nog Trotzki in Ballingschap De Vondeling! zulke groote sommen er aan heeft ten kost e gelegd en men vraagt zich af of de jaarlijkscho exploitatie som van twee ton niet beter besteed k»n worden. De Koninküjke Schouwburg in den Haag is v pijwat ouder dan onze schouwburg en B. en W. daar hebbeu juist een voordracht ingediend om Hem grondig te verbeteren en wat in den Haag ,met een zooveel ouder en achterlijker gebouw mogelijk is, moet zeker in Amsterdam kunnen. Naast den Stadsschouwburg ligt op het Leidscheplein een ongelukkige hoek. Is deze niet met profijt te gebruiken bij een verbouwing en is met hulp van een Strnad of een ander tooneelbouwmeester niet een dusdanige inrichting te verkrijgen dat de Wagner-vereeniging hier een te huis" vindt en gelegenheid al de zorg aan haar voor stellingen te besteden, waarvan zij vervuld is? .De voprdeelén van het hier boven uiteengezetteliggen voor de hand: . Zonder groote. financieele offers van de zijde der gemeente komt Amsterdam in het bezit van een intiemen, modernen schouwburg, den Royaardsschouwburg,?waaraan dringend behoefte is en door verbouwing van den Stadsschouwburg komt z|j zelf in hét bezit van een schouwburg, waarvan Wagner-Vereeniging, en burgerij jaren lang pleizier kunnen beleven. En dit alles zonder de buitensporige risico's verbonden aan den bouw van het Museum-Theater. Het Museumplein Maar er is meer. De .burgerij is in twee strijd lustige kampen verdeeld naar aanleiding van de bebouwingsplannen van dit plein. De bouwers staan hier tegenover de Bauers." Doch Waarom zouden deze twee groepen niet tot elkaar te brengen zijn, indien de Raad,?die blijkbaar behoefte heeft aan het verrichten van een groote daad de plannen combineerde en op dit plein, te midden van .een lusthof, een koninklijk paleisje liet bouwen, waarnaar het voor den belastingbetaler een genot zou zijn te kijken, en waarin het voor het Konink lijk gezin een plezier zou zijn om te verblijven? Deze bouw in ruil voor het afstaan van ons Raadhuis op den Dam, een ruil die, uit een oog punt van burgerzin, nog altijd de moeite waard is., Op de hierboven geschetste Wijze slaat men alle vliegen in n klap en dan wilde ik dit den raads leden nog onder het oog brengen: men kan wel de kiezers als een kudde opjagen naar een zeker politiek doel, doch de burgerij laat zich nu eenmaal niet als een kudde'drijven naar een schouwburg en het zullen kudden moeten zijn, wil het MusemTheater niet schatten en schatten verslinden. En bovendien men gaat nu eenmaal naar den schouwburg niet alleen om ie zien, maar ook om gezien te worden en in het Museum-Theater, zal men telescopen noodig hebben om elkaar te ont dekken. En dit is misschien wel het grootste bezwaar tegen hot Museum-Theater..,.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl