Historisch Archief 1877-1940
j'
on <
IC, |
Hl»
?
M!
-.1*
5J
Waarvoor zijn wij gestorven ?",
HET is 50 jaar 'geleden.'dat de groote Fra.ti-'
sche schilder, teekenaar, beeldhouwer en
lithograaf HonorêDaumier ontsliep. Bij zijn.levenwas
hij nagenoeg uitsluitend bekend door zijn prenten
voor spotbladen. Hoofdzakelijk ..la Caricature"
en ..Ie ('havivari" publiceerden er in 10 jaren
ongeveer 1000. IIoe meesterlijke bladen zich ook
daaronder bevinden. Daumier is in de kunst
van hot lithographeei-en niet overtroffen , geens
zins minder belangrijk is dat deel van zijn oeuvre.
dat door zijn schilderijen en teekeningen gevormd
wordt. Vooral later beschouwde hij zijn arbeid
voor de bladen' als broodwei-k, dat hij slechts
vei-J'ichtte omdat zijn .schilderijen geen koopers
vonden. Eerst na zijn dood is men van lieverlede
deze meer algemeen gaan ,waardeeren. en thans
eert men in hem behalve, en meer nog dan den
onverg-'lijkelijken caricaturist. den genialen schep
per, rijk aan phantasie. van de ongeveer 450
schilderijen, aquarellen en teekeningeh en 40
sculptures. d^' vftn hem bekend zijn. Om zijn
grootschcn kijk. om zijn meesterschap is men hem
tot de gi'ootsten van de 10e 'eeuw, ja, van aUe
tijden gaan rekenen. Zoo is ten langen leste den
eens miskenden 'kunstenaar recht gedaan.
. Honoró Daumier werd 2»! Februari 1808te
Marseille geboren. Zijn vader was een arme glazen
maker, die zich'een''groot «lichter waande. Ten
De trap der gerechtigheid
einde aan zijn zucht naar roem te kunnen voldoen,
trok hij omstreeks 1810 met vrouw en kind naar
?Parijs. Daar werd in 18£3 een kleine verzenbundel
van hem in het licht gegeven, maar het verwachte
succes bleef uit. Zijn leven was een jammerlijke
mislukking. Honorêmoest vroeg aanpakken.
Eerst werd hij bij een deurwaarder in betrekking
gedaan, veivolgens bij een boekhandelaar.
Maarzijn roeping \vas teekenaar te worden,, en deze
bleek weldra onweerstaanbaar. Hij ontving eenige
aanwijzingen van den oudheidkundige Lenoir,
een kameraad; Ramelet, bracht hem het litho
grapheeren bij, en toen zocht hij met de verworven
kundigheden gold te verdienen. Hij begon met
vignetten, titelbladen en dergelijke te teekenen.
In 1820 werden zijn eerste composities uitgegeven.
?Sommige, in den trant van Charlet, behelzen
motieven geïnspireerd door de veldtochten van
Napoleon, andere geven zedentafereefen weer van
de soort die men van Tra vies en Monnier kende.
Enkele satiriek-politieke prenten vestigden de aan
dacht van Philipon op hem. Philipon was een
uitgever en politiek agitator, die na het gelukken
van de Juli-revolutie, welke Ltmis-Philippe op
Frankrijk's troon bracht, den strijd tegen het
nieuwe regiem aanbond. Hij stichtte (in 1830)
,,la Caricature", en tot de mannen van talent, die
hij als medewerkers, om zich vereenigde. behoorde
ook Daumier. Deze onderscheidde zich al spoedig
in de campagne, welke het blad vijf jaar lang met
groote heftigheid voerde, door den schitterenden
stijl zijher teekeningen,- die feitelijk het eenige
zijn, waardoor de «trijd van toen nu nog interes
seert. , ?' ; ?
Van '-zijn teekeningen voor ,,la Caricature"
worden hier de beroemde 'reeks portretten van
afgevaardigden, ontstaan in 1832, vermeld; voorts
de ,,ventre législatif", .?enfoncéLafayette," en in '.,
het bijzonder het prachtige blad vervuld van
een tragiek die het het karakter van caricatuur. ont
neemt^ weergevende de slachting in ,,No. 12 rue
Transnonaln." Als '\foorbereiding voor de
gelithografeerdéportretten uit de zooeven genoemde
serie boetseerde Daumier kleimodellen,' kostelijke'
charges van de helden der parlementaire geschie-,
dehis dier dagen, n waarlijk grandiose proeven
van beeldhouwkunst. In Augustus 1835 werd %
.Ja Caricature" verboden. Daarmede kwam een
Uvinde, aan wat men het heroïesch tijdvak
vanbaümier's satirieke teekenkunst zou kunnen noe- ??
men. Hij ging over naar de iji 1832 gestichte
Charivari", aan 'welk blad hu jarenlang, tot in
1873, 'zou medewerken, en dat de groote
pieerderheid van Zijn gelithographeerde prenten heeft
gepubliceerd. Vqorloopig althans verwisselde de
kunstenaar van genre. De politieke satire maakte
voor de burgerlijke spotprent plaats. Tot 1850
verschenen meer dan 1500 teekeningen, waarin
hy maatschappelijke toestanden hekelde, met de ?
zeden en gewoonten van, zijn tyd den spot dreef,
of zic!h over cómische situaties vröolijk maakte.
HONORE DAUMIER
(1808-1879)
Bij de herdenking van zijn Sterfdag
door J. F. VAN DEEN E
De meest beroemde reeks, die van Robert Macau'
Daumier's eerste creatie voor Ie Chariyari"..?*
bestaande uit 100 prenten, diévan 20 AugustuJ
1835 tpt 25 November 1838 uitkwamen, Juist
toen het steeds maar uitbeelden van grappige
gevallen den kunstenaar te veel dreigde te worden,
zijn productie teekenen van vermoeidheid begon te
vertoornen, bracht de revolutie van 1848 hen!
tijdelijk tot de politieke satire terug. Tegen allen,
dweepers en utopisten, bekvochters en intriganten.
die de pas veroverde vrijheid in gevaar brachten,
nam hij haar in bescherming. Toen het hem duide
lijk werd dat men tegen de Republiek samenspande,
toen hij de voorbereidingen voor den staatsgreep
van 1851 aanschouwde, herkreeg zijn stijl de Vroe
gere i grootheid.
De revolutie van 1848 beteekende ook in ander
opzicht in het leven van
Daumier een keerpunt.
Zij jbracht den kunstenaar
in hem tegen het
slavenwerk, dat hij voor Le
Chari vari'' verrichten
moest, in verzet. Ternau
wernood had het hem
eenigen tijd gelaten om
zoo nu en dan eens wat
vooi1 zich zelf te schilde
ren. Hij leefde mee met
den strijd voor de onaf
hankelijkheid der mo
derne kunst dien zijn
vrienden voerden, maar
kon er geen aandeel in
hebben. Daar waren de
kameraden uit zijn jeugd,
Rousseau. Diaz, Corot,
daar, waren Miilet,
Courbet, Daubigny, die,
lateigekomen, zich bij hen
hadden aangesloten. De
geboorte van de 2e Republiek viel samen met'
Daumier's veertigsten verjaardag. In de ateliers
heerschte een geestdriftige stemming, daar [men
nu een hervorming van het kunstwezen,, n
als gevolg daarvan een bloei van de kunst ver
wachtte. Op dat oogenblik werd Daumier zijn
diepste verlangen te machtig: hij bealoot schilder
te zijn. Courbet en Bonvin kwamen hem bezoeken,
en drongen er bij hem op aan, dat hij deel zou
nemen aan de prijsvraag voor een schilderij de
Republiek voorstellende, dat bestemd was om hei
portret van Louis-Philippe in het Hotel de Ville
te vervangen. Hij deed het, en ofschoon hij geen
prijs kreeg, verloor hij den moed niet. Voor het
eerst op den Salon van 1840 was een schilderij van
Daumier in het openbaar te zien. Hij spande al
zijn krachten in om de verloren jaren in te halen.
Naar verteld wordt arbeidde hij ook 's nachts, en
zou hij soms-acht prenten tegelijk in bewerking
hebben gehad, om maar den tijd om te schilderen
vrij te kunnen maken.
Zoo ploeterde de kunstenaar ongeveer 10 jaren
Eindelijk, in 1800, kon hij niet langer doorgaan.
Hij besloot het er op aan te laten komen, zijn ver
bintenis met Ie Charivaria" te beëindigen en te
trachten voortaan geheel voor en van zijn kunst
te leven. Doch zijn groote avontuur liep op een
bittere ontgoocheling uit. Reeds in het tweede
jaar bevond hij zich in
geldelijken nood. Uit
dezen tijd -dateert het
meerendeél zijner aqua
rellen. Om te eten te heb
ben zag hij zich gedwon
gen zulke meesterstukjes
voor 50 francs van de
hand te doen. De bladen
waren nu ook niet lan
ger van zijn medewerking
gediend. .,Le Monde
illustré" wilde de publica
tie, van zijn series niet
voortzetten, daar de le
zers om zijn houtsneden
hun abonnementen op
zegden. Het bescheiden
zomerverblijf, dat
Dau,mier zich aan de, oevers',
van de Oise, te
Valmondois, had ingericht, was
hij niet bij machte te
houden. Gelukkig ver
raste Corot hem op het laatste oogenblik met
de . schenkingsacte van het huisje, zoodat hij
tenminste- van een dak boven het hoofd verzekerd
was. Als dank schonk hij zijn grootmoediger vriend
een van zijn mooiste teekeningen met advocaten.
Op het einde van het derde jaar had Daumier geen
andere keus dan in alle nederigheid bij ..loCharivari"
om werk aan te kloppen. Het banket waarmede
het blad zijn terugkeer vierde, was zooiets als een
galgenmaal voor hem.
Gelaten lovoï'do hij nu weer geregeld zijn ge-'
Débeklaagde heeft het woord"
lithographeerde grapje af. Doch er kwam nog een
tijd waarin hij opnieuw zijn hoedanigheden als
politiek teekenaar kon toonen. Het was die, be
ginnende omstreeks 1860, der Europeesche ver
wikkelingen en van den oorlog van 1870?71.
Zijn prenten uit het rampjaar vormen wellicht het
hoogtepunt van zijn caricaturale oeuvre. Niet
alleen beschikte Daumier, toen hij ze maakte, over
de som van zijn gedurende een nienschenleeftijd.
verzamelde technische ondervindingen, en voerde
hij de teekenstift nimmer met zulk een zekerheid
en vrijheid, maar de smart vermengt er zich in
met den spot, zij vertolken de gevoelens van hoop
en' vrees van een natie, de Daumier van deze pren
ten vereenigt in zich een volkstribuun en. oen
profeet.
Zijn laatste levensjaren waren voor den kunste
naar treurig. Het werk waarin hij het beste van
zich zelf had gelegd, zijn schilderijen, zijn teeke
ningen, had nooit succes gehad. Ook was hij niet
geschapen als diegenen, die uit hun overtuigingen
persoonlijk voordeel weten te slaan. Het niaterieele
resultaat van zijn lange leven van overgave was
gelijk nul. De partij welke hij gediend had, had
hem altijd 'vergeten. Onder Napoleon III, zijn
doodsvijand, was hij, evenals en tegelijk met
Courbet, bijna gedecoreerd, maar hij had, onluid
ruchtig overigens, voor de eer bedankt. Enkele
maanden later, ha Sedan, maakte hij deel uit
van de door Courbet gepresideerde commissie ter
bewaking der kunstschatten., Toen hij, uitgeput,
^en slotte niet meer werken kon, verleende de ,3e
Republiek het was weder Corot, die dit voor
hem in orde. maakte hem een kleine toelage.
Aldus voor den hongerdood behoed, maar. in
nooddruftige omstandigheden, sleet hij in zijn huisje
te Valmondois zijn levensavond. '
Beeldhouwwerk van Daumier
Van het meerendeél zijner werken is de tijd van
ontstaan niet bekend. Een chronologische rang
schikking is derhalve niet mogelijk. Door het
onderwerp zijn er telkens een aantal aan elkander
verwant. Ook heeft de kunstenaar eenzelfde onder
werp vaak meermalen behandeld. Zoo zijn de
werken in bepaalde reeksen of eigenlijk groepen
samen te vatten. !Déontwerpen ontleende de
kunstenaar aan de werkelijkheid of aan de
litteratuur.
Met by zondere voorliefde heeft Daumier
Cervantes' Don Quichotte uitgebeeld. Deze figuur'is
misschien wel zijn meest *grootsche schepping.
De meesters uit het Verleden met wie, Daumier
trekken gemeen heeft, of op wier kunst de zijne
zich beroept, zijn Michel-Angelo, Renibrandt,
de Oude Vlamingen en Hollanders. Van
MichelAngelo had Daumier de kracht, het vuur, van d'1
Nederlandsche kunstenaars den zin voor de wer
kelijkheid en ook het fijne gevoel voor intimiteit.
Déinvloed van Rembrandt laat zich raden in
het gebruik dat Daumier van het licht en donker
maakte. Klaarblijkelijk had het licht voor hem als
uitdrukkingsmiddel meer belang dan de kleur.
Zijn voorkeur voor sterke lichtwerking hield
echter stellig «tok verband met zijn neiging de derde
dimensie krachtig uit te laten komen, met zijn
.behoefte de illusie van ruimte te scheppen. De
beeldhouwer in hem verloochende zich in zijn
schilderijen niet, en in dit opzicht stemt hij weer
met Michel Angelo overeen.
* *
*
Daumier is, de schilder van du levenskracht, de
machtige vertolker van het drama vau den mensch.
Hij gaf uitdrukking aan het moderne leven en
schreef de zedegeschiedenis van zijn volk J Deze
kunstenaar bij Gods genade stierf op 11 Februari
1879 in het gehuchtje Valmondois. door de menigte
miskend en vergeten, en zoo arm, dat hij op
staatskosteu begraven moest worden.
^ Don Quichotte