De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 2 maart pagina 6

2 maart 1929 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

j' on < IC, | Hl» ? M! -.1* 5J Waarvoor zijn wij gestorven ?", HET is 50 jaar 'geleden.'dat de groote Fra.ti-' sche schilder, teekenaar, beeldhouwer en lithograaf HonorêDaumier ontsliep. Bij zijn.levenwas hij nagenoeg uitsluitend bekend door zijn prenten voor spotbladen. Hoofdzakelijk ..la Caricature" en ..Ie ('havivari" publiceerden er in 10 jaren ongeveer 1000. IIoe meesterlijke bladen zich ook daaronder bevinden. Daumier is in de kunst van hot lithographeei-en niet overtroffen , geens zins minder belangrijk is dat deel van zijn oeuvre. dat door zijn schilderijen en teekeningen gevormd wordt. Vooral later beschouwde hij zijn arbeid voor de bladen' als broodwei-k, dat hij slechts vei-J'ichtte omdat zijn .schilderijen geen koopers vonden. Eerst na zijn dood is men van lieverlede deze meer algemeen gaan ,waardeeren. en thans eert men in hem behalve, en meer nog dan den onverg-'lijkelijken caricaturist. den genialen schep per, rijk aan phantasie. van de ongeveer 450 schilderijen, aquarellen en teekeningeh en 40 sculptures. d^' vftn hem bekend zijn. Om zijn grootschcn kijk. om zijn meesterschap is men hem tot de gi'ootsten van de 10e 'eeuw, ja, van aUe tijden gaan rekenen. Zoo is ten langen leste den eens miskenden 'kunstenaar recht gedaan. . Honoró Daumier werd 2»! Februari 1808te Marseille geboren. Zijn vader was een arme glazen maker, die zich'een''groot «lichter waande. Ten De trap der gerechtigheid einde aan zijn zucht naar roem te kunnen voldoen, trok hij omstreeks 1810 met vrouw en kind naar ?Parijs. Daar werd in 18£3 een kleine verzenbundel van hem in het licht gegeven, maar het verwachte succes bleef uit. Zijn leven was een jammerlijke mislukking. Honorêmoest vroeg aanpakken. Eerst werd hij bij een deurwaarder in betrekking gedaan, veivolgens bij een boekhandelaar. Maarzijn roeping \vas teekenaar te worden,, en deze bleek weldra onweerstaanbaar. Hij ontving eenige aanwijzingen van den oudheidkundige Lenoir, een kameraad; Ramelet, bracht hem het litho grapheeren bij, en toen zocht hij met de verworven kundigheden gold te verdienen. Hij begon met vignetten, titelbladen en dergelijke te teekenen. In 1820 werden zijn eerste composities uitgegeven. ?Sommige, in den trant van Charlet, behelzen motieven geïnspireerd door de veldtochten van Napoleon, andere geven zedentafereefen weer van de soort die men van Tra vies en Monnier kende. Enkele satiriek-politieke prenten vestigden de aan dacht van Philipon op hem. Philipon was een uitgever en politiek agitator, die na het gelukken van de Juli-revolutie, welke Ltmis-Philippe op Frankrijk's troon bracht, den strijd tegen het nieuwe regiem aanbond. Hij stichtte (in 1830) ,,la Caricature", en tot de mannen van talent, die hij als medewerkers, om zich vereenigde. behoorde ook Daumier. Deze onderscheidde zich al spoedig in de campagne, welke het blad vijf jaar lang met groote heftigheid voerde, door den schitterenden stijl zijher teekeningen,- die feitelijk het eenige zijn, waardoor de «trijd van toen nu nog interes seert. , ?' ; ? Van '-zijn teekeningen voor ,,la Caricature" worden hier de beroemde 'reeks portretten van afgevaardigden, ontstaan in 1832, vermeld; voorts de ,,ventre législatif", .?enfoncéLafayette," en in '., het bijzonder het prachtige blad vervuld van een tragiek die het het karakter van caricatuur. ont neemt^ weergevende de slachting in ,,No. 12 rue Transnonaln." Als '\foorbereiding voor de gelithografeerdéportretten uit de zooeven genoemde serie boetseerde Daumier kleimodellen,' kostelijke' charges van de helden der parlementaire geschie-, dehis dier dagen, n waarlijk grandiose proeven van beeldhouwkunst. In Augustus 1835 werd % .Ja Caricature" verboden. Daarmede kwam een Uvinde, aan wat men het heroïesch tijdvak vanbaümier's satirieke teekenkunst zou kunnen noe- ?? men. Hij ging over naar de iji 1832 gestichte Charivari", aan 'welk blad hu jarenlang, tot in 1873, 'zou medewerken, en dat de groote pieerderheid van Zijn gelithographeerde prenten heeft gepubliceerd. Vqorloopig althans verwisselde de kunstenaar van genre. De politieke satire maakte voor de burgerlijke spotprent plaats. Tot 1850 verschenen meer dan 1500 teekeningen, waarin hy maatschappelijke toestanden hekelde, met de ? zeden en gewoonten van, zijn tyd den spot dreef, of zic!h over cómische situaties vröolijk maakte. HONORE DAUMIER (1808-1879) Bij de herdenking van zijn Sterfdag door J. F. VAN DEEN E De meest beroemde reeks, die van Robert Macau' Daumier's eerste creatie voor Ie Chariyari"..?* bestaande uit 100 prenten, diévan 20 AugustuJ 1835 tpt 25 November 1838 uitkwamen, Juist toen het steeds maar uitbeelden van grappige gevallen den kunstenaar te veel dreigde te worden, zijn productie teekenen van vermoeidheid begon te vertoornen, bracht de revolutie van 1848 hen! tijdelijk tot de politieke satire terug. Tegen allen, dweepers en utopisten, bekvochters en intriganten. die de pas veroverde vrijheid in gevaar brachten, nam hij haar in bescherming. Toen het hem duide lijk werd dat men tegen de Republiek samenspande, toen hij de voorbereidingen voor den staatsgreep van 1851 aanschouwde, herkreeg zijn stijl de Vroe gere i grootheid. De revolutie van 1848 beteekende ook in ander opzicht in het leven van Daumier een keerpunt. Zij jbracht den kunstenaar in hem tegen het slavenwerk, dat hij voor Le Chari vari'' verrichten moest, in verzet. Ternau wernood had het hem eenigen tijd gelaten om zoo nu en dan eens wat vooi1 zich zelf te schilde ren. Hij leefde mee met den strijd voor de onaf hankelijkheid der mo derne kunst dien zijn vrienden voerden, maar kon er geen aandeel in hebben. Daar waren de kameraden uit zijn jeugd, Rousseau. Diaz, Corot, daar, waren Miilet, Courbet, Daubigny, die, lateigekomen, zich bij hen hadden aangesloten. De geboorte van de 2e Republiek viel samen met' Daumier's veertigsten verjaardag. In de ateliers heerschte een geestdriftige stemming, daar [men nu een hervorming van het kunstwezen,, n als gevolg daarvan een bloei van de kunst ver wachtte. Op dat oogenblik werd Daumier zijn diepste verlangen te machtig: hij bealoot schilder te zijn. Courbet en Bonvin kwamen hem bezoeken, en drongen er bij hem op aan, dat hij deel zou nemen aan de prijsvraag voor een schilderij de Republiek voorstellende, dat bestemd was om hei portret van Louis-Philippe in het Hotel de Ville te vervangen. Hij deed het, en ofschoon hij geen prijs kreeg, verloor hij den moed niet. Voor het eerst op den Salon van 1840 was een schilderij van Daumier in het openbaar te zien. Hij spande al zijn krachten in om de verloren jaren in te halen. Naar verteld wordt arbeidde hij ook 's nachts, en zou hij soms-acht prenten tegelijk in bewerking hebben gehad, om maar den tijd om te schilderen vrij te kunnen maken. Zoo ploeterde de kunstenaar ongeveer 10 jaren Eindelijk, in 1800, kon hij niet langer doorgaan. Hij besloot het er op aan te laten komen, zijn ver bintenis met Ie Charivaria" te beëindigen en te trachten voortaan geheel voor en van zijn kunst te leven. Doch zijn groote avontuur liep op een bittere ontgoocheling uit. Reeds in het tweede jaar bevond hij zich in geldelijken nood. Uit dezen tijd -dateert het meerendeél zijner aqua rellen. Om te eten te heb ben zag hij zich gedwon gen zulke meesterstukjes voor 50 francs van de hand te doen. De bladen waren nu ook niet lan ger van zijn medewerking gediend. .,Le Monde illustré" wilde de publica tie, van zijn series niet voortzetten, daar de le zers om zijn houtsneden hun abonnementen op zegden. Het bescheiden zomerverblijf, dat Dau,mier zich aan de, oevers', van de Oise, te Valmondois, had ingericht, was hij niet bij machte te houden. Gelukkig ver raste Corot hem op het laatste oogenblik met de . schenkingsacte van het huisje, zoodat hij tenminste- van een dak boven het hoofd verzekerd was. Als dank schonk hij zijn grootmoediger vriend een van zijn mooiste teekeningen met advocaten. Op het einde van het derde jaar had Daumier geen andere keus dan in alle nederigheid bij ..loCharivari" om werk aan te kloppen. Het banket waarmede het blad zijn terugkeer vierde, was zooiets als een galgenmaal voor hem. Gelaten lovoï'do hij nu weer geregeld zijn ge-' Débeklaagde heeft het woord" lithographeerde grapje af. Doch er kwam nog een tijd waarin hij opnieuw zijn hoedanigheden als politiek teekenaar kon toonen. Het was die, be ginnende omstreeks 1860, der Europeesche ver wikkelingen en van den oorlog van 1870?71. Zijn prenten uit het rampjaar vormen wellicht het hoogtepunt van zijn caricaturale oeuvre. Niet alleen beschikte Daumier, toen hij ze maakte, over de som van zijn gedurende een nienschenleeftijd. verzamelde technische ondervindingen, en voerde hij de teekenstift nimmer met zulk een zekerheid en vrijheid, maar de smart vermengt er zich in met den spot, zij vertolken de gevoelens van hoop en' vrees van een natie, de Daumier van deze pren ten vereenigt in zich een volkstribuun en. oen profeet. Zijn laatste levensjaren waren voor den kunste naar treurig. Het werk waarin hij het beste van zich zelf had gelegd, zijn schilderijen, zijn teeke ningen, had nooit succes gehad. Ook was hij niet geschapen als diegenen, die uit hun overtuigingen persoonlijk voordeel weten te slaan. Het niaterieele resultaat van zijn lange leven van overgave was gelijk nul. De partij welke hij gediend had, had hem altijd 'vergeten. Onder Napoleon III, zijn doodsvijand, was hij, evenals en tegelijk met Courbet, bijna gedecoreerd, maar hij had, onluid ruchtig overigens, voor de eer bedankt. Enkele maanden later, ha Sedan, maakte hij deel uit van de door Courbet gepresideerde commissie ter bewaking der kunstschatten., Toen hij, uitgeput, ^en slotte niet meer werken kon, verleende de ,3e Republiek het was weder Corot, die dit voor hem in orde. maakte hem een kleine toelage. Aldus voor den hongerdood behoed, maar. in nooddruftige omstandigheden, sleet hij in zijn huisje te Valmondois zijn levensavond. ' Beeldhouwwerk van Daumier Van het meerendeél zijner werken is de tijd van ontstaan niet bekend. Een chronologische rang schikking is derhalve niet mogelijk. Door het onderwerp zijn er telkens een aantal aan elkander verwant. Ook heeft de kunstenaar eenzelfde onder werp vaak meermalen behandeld. Zoo zijn de werken in bepaalde reeksen of eigenlijk groepen samen te vatten. !Déontwerpen ontleende de kunstenaar aan de werkelijkheid of aan de litteratuur. Met by zondere voorliefde heeft Daumier Cervantes' Don Quichotte uitgebeeld. Deze figuur'is misschien wel zijn meest *grootsche schepping. De meesters uit het Verleden met wie, Daumier trekken gemeen heeft, of op wier kunst de zijne zich beroept, zijn Michel-Angelo, Renibrandt, de Oude Vlamingen en Hollanders. Van MichelAngelo had Daumier de kracht, het vuur, van d'1 Nederlandsche kunstenaars den zin voor de wer kelijkheid en ook het fijne gevoel voor intimiteit. Déinvloed van Rembrandt laat zich raden in het gebruik dat Daumier van het licht en donker maakte. Klaarblijkelijk had het licht voor hem als uitdrukkingsmiddel meer belang dan de kleur. Zijn voorkeur voor sterke lichtwerking hield echter stellig «tok verband met zijn neiging de derde dimensie krachtig uit te laten komen, met zijn .behoefte de illusie van ruimte te scheppen. De beeldhouwer in hem verloochende zich in zijn schilderijen niet, en in dit opzicht stemt hij weer met Michel Angelo overeen. * * * Daumier is, de schilder van du levenskracht, de machtige vertolker van het drama vau den mensch. Hij gaf uitdrukking aan het moderne leven en schreef de zedegeschiedenis van zijn volk J Deze kunstenaar bij Gods genade stierf op 11 Februari 1879 in het gehuchtje Valmondois. door de menigte miskend en vergeten, en zoo arm, dat hij op staatskosteu begraven moest worden. ^ Don Quichotte

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl