Historisch Archief 1877-1940
*T- «'i .*?>
t
' l
18
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 MAART 1929
No. 2701
Groquante croquetjes
door Alida Ze venboom
VAN de week werd er gescheld en
in eens liep een manspersoon
naar boven, bijna zonder zijn voeten
te vegen un dat met die modderige
straten en hij keek zoo zenuwachtig
door zijn brilleglazen, dat ik een
oogenblik dacht: dat zal de zoon van
domino Ritter zijn die me komt be
danken voor mijn sympathiek w»ord
over het,,Nieuws van den Dag", maar
het was wél een meneer van de krant
maar niet meneer Ritter.
Hij ging in mijn gemakkelijksten
stoel zitten, stak mij zijn
sigarettenkoker toe je moet maar durven !
en zei zoo maar plompverloren:
Mevrouw, u moet gaan schrijven
voor De Moderne Vrouw en Nog
wat" ! Dat kao u niet weigeren.
Dat kan ik wel, zei ik want ik
houd niet van dat soort maniereu.
Daarvoor ben ik te lang onder de
menschen geweest en heb ik te veel
gezien.
Mevrouw, zei hij, dat zult u niet
als u weet wat ,,De Moderne Vrouw
en Nog Wat" -in de wereld beteekent.
Het is het eenige damesblad geschre
ven door dames voor dames van
dames want een dame is de eigenares
en alleen beslist nette dames worden
er in toegelaten. Ik ben er de eenige
man maar ik ben met een dame
getrouwd die de rubriek ,,Moderne
kousen en vaatwerk" behandelt en ik
heb al een paar prachtige onderwerpen
voor uw pen gereserveerd. Bijvoor
beeld wat zou u zeggen van een artikel
over: Hoe houd ik van mijn Man en
hoe houd ik hem?" Is dat niet gekuipt
voor u?
Man, zei ik zoo minachtend
als ik maar kon en dat kan ik...
Ik weet wel, mevrouw, dat er
nog geen man op de wereld gevonden
is, waard u naar het altaar te leiden....
Dat kan, zei ik een beetje vrien
delijker.
Maar juist daarom staat u
boven zoo'n onderwerp als ik zoo
juist noemde. Een getrouwde vrouw
kan het niet met de noodige onpar
tijdigheid behandelen, maar gij, die
den man kent...
Precies, zei ik, als uw dames
hem zoo kenden als ik, nou....
Juist, mevrouw, u is als het
ware een mannen-specialiste....
Zegt dat wel, zei ik. Als ik
naga dat ik driemaal verloofd ben
geweest met den verkeerde, minstens
vijfmaal op het punt van ,,vaste
verkeering" gestaan heb, dat ik
eenmaal zelfs onder de geboden heb
gestaan met dien apostel van
inwendige zending die alles wat
vloeibaar was, naar binnen zond bij
hem zelf, als ik naga...
Genoeg, mevrouw ! Put slechts
uit uw rijpe ervaring en ik ben over
tuigd dat onze lezeressen u verslinden
zullen ! Onze condities...
Neen, meneer, zei ik, ik zal
niet schrijven en niet uit mijn rijpe
ervaring putten. Er wordt al veel te
veel voor en over vrouwen geschreven.
Hier, meneer, ligt het vrouwenblaadje
dat mevrouw van
tweehoog-de-voorsuite-en-het-kleiné-kamertje elke week
van haar getrouwde zuster gestuurd
krijgt. En dacht u nu dat er n
werkelijke, waarachtige vrouw al die
nonsens leest?" Hoe houd ik mijn
handen blank?" Moet een vrouw
haar ooren laten zien aan een man en
hoe?" Moet men zijn man alleen
laten met een andere vrouw en hoe
lang?" Zoekt u het maar uit! Heeft
een vrouw die wat anders te doen
heeft dan naar de blankheid van haar
handen te kijken, tijd voor dergelijke
beuzelachtigheden ? Ik heb geen man
te verzorgen, gelukkig, meneer, ik zeg
gelukkig" al zou hij het goed bij
mij hebben als hij tenminste goed voor
mij was, maar Weet u hoe mijn dag
verdeeld is en hoe de dagen verdeeld
zijn van al de vrouwen die het tegen
woordig met een halfwas-daghitje
moeten zien klaar te spelen omdat het
loon voor een volslagen dienstbode er
niet af kan? Als een gemeentewerkman
een kwartier langer dan acht en een
half uur moet werken, hebben zij in
den Raad er drie weken praats over,
maar heeft ooit n raadslid of een
andere man zich er mee bemoeid dat
zijn vrouw eiken dag dien Onze Lieve
Heer geeft, minstens veertien uur en
langer in het tonw is? Hier, meneer,
daar staat in dat blaadje een artikel
tje over: Laat uw haar elke veertien
dagen onduleeren!" Ze moesten de
dame die dat geschreven heeft, levend
eiken dag onduleeren tusschen de
gloeiende tangen. Het is niet om me
,zelf, meneer, want ik draag mijn
haar met een knoedeltje en een
scheiding in het midden, zooals een
fatsoenlijke vrouw betaamt, maar
dacht u dat een vrouw die van Maan
dagmorgen zeven uur tot Zondagavond
zeven uur bezig in, lust en tijd en....
geld heeft om elke veertien dagen
haar haar te laten onduleeren? Weet
u wat ik denk, meneer? Dat al die.
dames-blaadjes door mannen geschre
ven worden en dat de eenige die ze
lezen, de mannen zijn. Alleen al om
hun geweten gerust te stellen dat zjj
de vrouwen zoo laten ploeteren en
zelf in een luien stoel zitten en hun
pijp rooken. En als u weer eens bij een
danaame op bezoek komt, dan had
ik graag dat u behoorlijk uw voeten
veegde en niet uw asch op mijn kleed
morste. Schrijft u daar eens een
artikel over in uw daaamesblad."
Hij is opgestaan, is weggegaan en
net toen hij de deur achter zich dicht
zou trekken, heb ik van boven niets
CHARIVARIA
VERRASSENDE MEDEDEELINOEN
Familieleden van lijden zoowel als de
patiënten worden onder de loup genomen om
de epidemieën in haren oorsprong te stuiten."
(De Hoofdst.)
De Reeuwijksche Plassen zijn er nog. (Op
onze geïllustreerde voorzijde een kijkje op de
plassen)." (N. Ft, C.)
SCHRILLE TEGENSTELLINGEN
De regeering heeft het bevel gegeven tot
mobilisatie en stop zetten van alle officieele
oorlogsvoorbereidingen. Hij is tijdens een wan*
deling te paard van het paard gevallen."
(Sum. P.)
De eentge oplossing Is een gedistingeerd,
doch zeer fraai sieraad te dragen." (Tel.)
De wagen reed in de tent en vernielde
deze g»ootendeels; het mag een wonder heeten
dat de tent er vrijwel ongedeerd af kwam.'*
(O. H. C.)
De twist liep zoo hoog, dat zij
handgemeen werden," lezen wy in
het Hbl. Een der vechtenden beet
zijn tegenstander een stuk uit het
oor,"
Taudgemeen, dus.
ONZE TEEKENAARS
Het muziekleven staat in het cf der
Russen." (.Tel.)
De komende tijd zal In het cf staan van
den nieuwen geest." (Nova)
Het orgelconcert stond In het cf van den
winter." (N. Haarl. Ct.)
CORRESPONDENTIE
K. te R. Wat bedoelt mevr. Van Itallle
met het dragend lichaam" van Querido (zie
haar artikel in de Groene)? Naar de foto te
oordeeien draagt het lichaam van Querido In
't geheel niet.
Antw. Wellicht zit de blessuur aan
den achterkant.
anders tegen hem geroepen dan:
Lekker!! !
Ik. had wat anders ook kunnen
roepen, maar daarvoor ben ik te veel
dame".
MUZIEK
door Constant van. Wessem
Wilhelm Grosz' piano-concert
IN een stuk voor piano T en orkest, getiteld
Symphonischer Tanz", {heeft Wilhelm Grosz
gepoogd uit de rythmen van onze moderne dansen
een symphpnische compositie te maken.)
Let wel: hij inspireerde zich aan het rythme,
niet aan de melodie noch aan het harmonisch
karakter van onze moderne dansen. Hy inspi
reerde zich zelfs niet aan het karakter van déjazz.
Dit standpunt kan terecht discussies uitlokken.
Men zal zich beroepen op de verwerking van de
dansen van hun tijd door de componisten in hun
symphonieën en suiten. Men zal de pavane, de
sarabande, het menuet, de wals noemen, die door
de componisten ten slotte zijn gebruikt als een
rythmische bewegingsvonn als tusschendeel in
hun symphonieën, waarbij rythmisch j^elfs geen
contact meer behoeft over te blijven met den dans
als zoodanig.
Grosz nu schreef een phantasie op de rythmiek
der moderne dansen. Hu vangt aan met de dreu
nende langzame obsessie der tango-maten, zwaar
in mineur'als een marche funèbre, met een onheil
spellende dreiging er in. Zal het een beeld van een
moderne catastrophe gaan worden? Dit heeft
Grosz echter niet bedoeld. Hij spuit eenigszins
langademig zijn idee van een rythmisch klankstuk
uit. Het boeit niet heelemaal. Dan komen andere
rythmen, blues, foxtrot, charleston. Nergens komt
de jazz,'die toch in wez^en deze rythmen draagt,
ze ziel en kleur geeft. Het is en blijft
EuropeeschWeensch gecomponeerd: de Weener danst zijn wals,
in step-rythme. Het blijft een eenigszins gecas
treerde muziek, voor mijn gevoel. Zelfs zonder
jazz te Volgen kan men zich toch ha een rythmische
phantasie begeven, die óns ten slotte een beeld
geeft van de aandoeningen dezer muziek voor een
Europeesche ziel, een als schepping opzichzelf
staand iets. Nu is de compositie lang en wat leeg
gebleven. Ik heb er niet de waardeering voor, die
ik voor de bewerking van zulke muziek in de
sonatines en concerto's van een Wiener voel, een
componist, die eveneens geen navolging van de
oorspronkelijke jazz wil geven, doch tenminste
waar hu de blues-rythmiek gebruikt het wezen
van deze muziek niet aantast door een losmaken
van de rythmische beweging van het gevoelsfond,
waaraan zij ontsproot. En dat doet Grosz wel.
Overigens werd deze muziek op een Donderdag
avondconcert in het Concertgebouw met den
componist als solist virtuoos vertolkt. >
Beuker?Dcny»
Wij schreven onlangs: de speler a en uitvoeren
den, die zich in jazz-voordracht gaan specialiseeren
nemen tóe.
Ziehier twee jonge Hollanders, Han Beuker en
Wouter Denys, die, als een ander pianisten-paar
Wiéner-Doucet, ons "de jazz op twee piano's komen
voorspelen.
In een prettig en pianistisch-vaardig samenspel
lieten zij hun bewerkingen van steps, van tango's,
van Strauss-walsen en van een paar Hongaarsche
dansen van Brahms hooren. En ook een Spaansche
dans van Granados. Laten wij met het slechtste
beginnen; niet omdat het ons aangenaam is te
willen vitten, maar omdat in de bewerking van
den dans van Granados het sprekendst uitkomt
wat de hoofdfout in deze bewerkingen voor twee
piano's was, nml. dat de vetdeeling der partijen
over de twee piano's niet steeds in een goed
evenwicht met het klankkarakter van het geheel
geschiedde, er te veel vulsel, dat in den geest van
de brillante concertparaphrase blijft, in voorkomt,
wat in een voor zulk een klinkklank-bewerking
ten eenenmale ongeschikte muziek als het uiterst
lyrische en meditatieve stukje van Granados een
paskwil maakt. De (spelers zullen hét zelf wel
bemerkt hebben toen zij het in de entourage
van hun andere bewerkingen, die een muziek
,betrof, die er zich zooveel beter voor leende,
voordroegen. Een spelen op twee piano's is niet
hetzelfde als het vierhandig spel op n piano, en
dit was in de bewerkingen nog ai eens het geval.
In dit quatre-mains"-karakter kwamen de
Argentijnsche tango's het best tot hun recht, ook de
walsen van Strauss, die het begeleiden met
tirelantijnen van glijdende en parelende loopjes als
serpentines Wel verdroegen. Het walsrythme alleen
had iets schuimender, iets electriseerender kunnen
wezen.
En nu de jazz. Ook hier bleek de bewerking
over het algemeen nog niet zuiver den aard dier
muziek te volgen. De arrangementen beperkten
zich in de klankeffecten nog te veel tot den piano
klank in melodischen zin, men hoorde in de terug
keer der thema's nog niet het felle harde geluid
der blazers, het abrupte van den banjo, de doffe
trommen. De teederheid werd in de pianoklank
door een al te week glissando en diminuendo vaak
sentimenteel. Deze muziek bezit in de werkelijk
heid meer ras en moet ook met een koelere
pianistiek behandeld worden.
Ik heb langer bij de prestaties van dit tweetal
stil gestaan omdat ik het genre en het streven
waardeer en ook van veel, dat reeds bereikt werd
heb kunnen genieten. Van dit soort samenspel
is wat goeds te verwachten, wanneer de beide
spelers den moed hebben zich te blijven speciali
seeren en ook wanneer zij n juist gevoel weten
te bewaren voor het soort muziek, dat voor hun
voordrachten en -hun, bewerkingen in aanmer
king komt.
Osstp Gabrlelowitsch
Ten slotte nog een woord over dezen
meesterpianist, dezen Pool, die al niet meer tot de jonge
generatie behoort, doch die daar nog tevergeefs
zijns gelijke zoekt.
Wat Gabrielowitsch op een der abonnements
concerten in het Concertgebouw dezer dagen in
het 2de pianoconcert van Brahms presteerde
grenst aan het volmaakte zoo het niet het vol
maakte zelf reeds was. Laat ik er vooral bijvoegen:
ook dank zij .een geheel met Mengelberg en'zijn
orkest, dat van de uitvoering het hoogtepunt
onder de hoogtepunten maakte.
No. 2701
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 MAART 1929
Op het spoor van
den
documenten
vervahcher
door Melis Stoke
ZIJ die op Zondagmorgen 3 Maart
te half drie over het Plein te
's-Gravenhage wandelden, konden een
rijzigen man, gekleed in een kostbare
pels van de trappen van het Ministerie
van Buitenlandsche Zaken zien af
dalen. Uitteraard was het aantal
wandelaars op dit vroege morgenuur
beperkt. Om naar waarheid te ge
tuigen bestond het uit twee personen,
te weten een dienstdoend agent van
politie en mijn persoon. De politie
agent liep af en aan tusschen twee
lantarenpalen en ikzelf dwaalde, gelijk
het in de emotievolle dagen van het
al dan niet vervalschte militaire
verdrag tusschen Frankrijk en Belgi
mijne gewoonte was geworden, tus
schen de Nieuwe of Litteraire Soci
teit en het Ministerie van den heer
Beelaerts heen en weer om, voor het
geval iets bekend mocht worden in de
eene of andere van deze gelegen
heden, toch vooral de eerste te zijn,
die het vernemen mocht.
Op dit vroege morgenuur van den
gedenkwaardigen Zondag was de
ver, schijning van den slanken man mij
eene aanwijzing dat er iets bijzonders
gebeurd moest zijn, en. een natuur
lijken schroom overwinnend, staarde
ik hem aan.
Hij liet zijne oogen glijden over
het verlaten plein, stroopte toen de
mouw van zijn kostbare pels op,
nam uit den zak een morfinespuit
van meer dan gewone afmetingen,
en diende zich met zichtbaar wel
behagen een enorme dosis van het
narcoticum toe. Vervolgens stak hij
een pijp aan, en nam een haar van
de lapel van zijn jas, die hij, door een
loupe lang en aandachtig beschouwde.
Na deze verrichting wilde hij de
stoeptreden afstappen, maar zijn blik
scheen door iets getroffen te worden,
tenminste, hij boog zich voorover,
haalde vervolgens een miniatuur
stoffeitje en blikje te voorschijn, veegde
met groote zorgvuldigheid wat stof
van de stoeptreden, en borg dat in
zijn portefeuille.
Toen kon ik mij niet langer inhou
den en zeide, op den vreemdeling
toetredend:
.?Goeden morgen, Mr. Holmes.,"
Zonder zich te haasten wendde hij
zich naar mij toe, keek mij onder
zoekend aan, en prevelde:
Hm.... heerenbaai...."
De eigenaardigheden van den
groo? ten speurder kennend hoedde ik mij
wel toelichting op deze duistere uit
lating- te vragen maar herhaalde
mijn groet.
"... . Een vroeg uur om een departe
ment te bezoeken, en een merkwaar
dige dag...." ging ik voort.
Toen lachte hij peinzend en sprak:
,,U kunt uwe lezers mededeelen dat
déVervalsching echt s.... Dat
wilt u immers van mij^weten.. ?"
Ontroerd door dit buitenkansje
stamelde ik: Dus het stuk is authen
tiek..?"
Ik zeg - herhaalde hij - dat de
vervalsching echt is. Voor het overige
moet u zich wenden tot den Generaal
Snijders die, zooals ik juist ontdekte,
gisterenavond om enkele minuten
voor half zes dit gebouw is .binnen
gegaan...."
Vol eerbied en verbazing staarde
ik den grooten detectieve aan, maar
hij vervolgde rustig: Iemand die
een pijp rookt gaat dit gebouw binnen.
Hjj klopt die pijp uit op de* stoep.
Eenige gloeiende deelen tabak blijven
smeulen. Om half zes komt de
werkUIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
ster. Haar grijze haar valt uit. Een
haar valt op de tabak en schroeit
plaatselijk. De pijp-tabak is heeren
baai, het merk van den generaal.
U ziet, het is een klein kunstje....
Maar waar kunnen we nu een kop
steike koffie drinken.... ?"
Eenige minuten lat-n1 zaten wij
in een lokaal waar de heer Holmes
ter eere van de opheffing van de
accijns P drank voor ons elk een
flesch whisky bestelde, en toen begon
hij te spreken:
De krijgskunde, zeide hij, wordt
veelal een wetenschap genoemd. Niets
is minder waar dan dat. In dit geval
spreekt de eene partij van een schit
terend stuk strategie en de andere
van een naïef opstel, waarvan een
tweede luitenant de vervalsching zou
kunnen constateeren. Hoe, is tusschen
deze twee beweringen een keuze
mogelijk? Elke natuurwetenschap
pelijke stelling kan proefondervinde
lijk op hare juistheid worden beproefd.
Met strategie is dit niet het geval,
behoudens wanneer men er een oorlog
voor over zou hebben om 'uit te
maken of de in het befaamde stuk
ontworpen plannen goed zijn of niet.
Men ia dus aangewezen op chemisch
of ander onderzpek. Dit is echter
niet inogelijk want het stuk zelf is
niet voor onderzoek beschikbaar.
Onder die omstandigheden heeft de
heer Beelaerts my uit Londen mede-,
gebracht om hem eene oplossing aan
déhand te doen. Begrijpt ge thans
waarom hij vóór de publicatie zoo
haastig naar Londen reisde ? Wij
hebben denheelen nacht gediscussieerd.
Zonder resultaat, en ik ging juist heen
toen*... 'enfin, u bent zelf getuige
geweest van myn vondst."
En toen ik vragend zweeg:
Waarom is Generaal Snijders op
Zaterdagavond, enkele minuten voor
half zee dit gebouw binnen gegaan?
Op dat uur kon hij daar niemand
verwachten.Desniettegenstaande klop
te hij zyn pijp uit. HU wist dus een
onderhoud te zullen voeren met een
personage in wiens kamer men niet
met een brandende pijp kan binnen
komen. Zijn pqp bevatte echter
eene aanzienlijke hoeveelheid tabak.
Zij was nauwelijks aangestoken. Dit
bewijst dat hij niet van zijn huis kwam,
ja zelfs dat hij enkele minuten van
tevoren niet wist dat het onderhoud
zou plaats vinden, want de Generaal
is een man van zuinigheid en beleid,
die zeker niet enkele minuten van
tevoren een pijp zal hebben aange
stoken wanneer hij wist dat die toch
weer uitgeklopt zou moeten worden.
Welnu: hij kwam dus in allerijl van
de.... Witte.... waar hij telefonisch
was opgeroepen. Waarom werd de ,
generaal op Zaterdagavond even voor
half zes op het Ministerie ontboden .?. ?
Juist was het avondblad verschenen,
waarin hij gepersisteerd had bij zijne
verklaring dat hij het stuk van groote
strategische waarde achtte....
En ziet eens wat ik bier heb ..!"
Triomfantelijk draaide hij een
heerenbroeksknoop voor mijn oogen,
waarop ik den naam van een bekenden
Utrechtschen kleerenmaker las. Deze
vond ik in de wachtkamer van den
minister bovenop een afgescheurd
kalenderblad van Zaterdag in de
prullenmand. De knoop is dus pas
Zaterdag gevonden Ergo ont
moette de Generaal iemand uit
Utrecht. De heer Beelaerts heeft mij
verzwegen dat deze ontmoeting heeft
plaats gehad, wat te begrijpen is
aangezien de afgerukte knoop duidt
op een worsteling. Waarom kreeg de
generaal ongenoegen met den heer
Ritter dat. zelf s leidde tot een worste
ling ?.'... Omdat gebleken is dat de
publicatie welke de Generaal nog
dienzelfden avond voor echt had
verklaard...."
Op dat moment kwamen eenige
werklieden het lokaal binnen. Een
hunner rookte een pijp. De heer
Holmes werd doodsbleek. (
Ruikt u niets.. ?" vroeghij,. ,»en
zie dien ouden man eens..?"
Ik zag dat de oudste van de werk
lieden telkens zijn broek ophaalde,
en ik hoorde de man mopperen dat
die bevroren centrale verwarming
een allemachtig karwei geweest was.
Hij rookt heerenbaai.." fluisterde
'Holmes, mijnneusbedriegtmijnooit."
PRMA
..Wel vrienden, sprak hij op
hartelijken toon, zoo vroeg op stap..?"
De mannen verklaarden dat ze
een karwei hadden opgeknapt in het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken.
De knoop.,.." fluisterde ik. De
heer Holmes fixeerde de knoopen
van het pak van den oudsten werkman
dat van voortreffelijken snit was.
Hoe komt u aan die kleeren..?"
vroeg hij streng.
Verontwaardigd betuigde de werk
man dat hij zich niet liet beleedigen
en dat hij het pak eerlijk ten gesöhenke
had gekregen van den huisknecht
van den heer Van Beuningen.
Onverwachts en met een ruk
scheur,de Mr. Holmes de voering uit de broek.
,,.... Ben Je...." schreeuwde de
werkman. Een papier rolde op den
grond. Holmes sloeg met een stoel de
lamp kapot en greep mijn hand.
Ademloos volgde ik hem..
Onder een lantarenpaal ontrolde
hij het document. In een hoek stond
geschreven:
Dif document draag ik als goed
Nederlander over aan het Vaderland'1....
Maar de laatste twee woorden
waren doorgeschrapt en vervangen
door de woorden: ,,»??? het trechtach
Dagblad"....
Dus toch een haamaverwarring
prevelde de beroemde speurneus
ziehier het geheim van de publicatie".
Ik wilde hem de hand drukken,
maar hij was reeds een zijstraat in
gesneld.... uitroepend: ,
Vlug naar de Geer, die is gewend
aan nachtelijk bezoek."