De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 9 maart pagina 2

9 maart 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

, I r* m , '?f roene voor Nederland Sinda meer dan vijftig /aar aan de spit* dar weeltbiaden . . . ." l ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN» M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Dun, tóch ijzersterk OPGERICHT IN No. 2701 ZATERDAG 9 MAART 1929 De Staat en Louise Groeve LOUISE Groeve is een vennootschap, die zich in het laatst van den distributietijd bezig heeft gehuudeu niet het delven van bruinkolen. Zij heeft voor de afneming vanhaar bruinkolen in 1917 een mondelinge overeenkomst aangegaan niét den Staat, vertegenwoordigd door de Directie van het Kijkskolendistributiebureau (Kodibu). Deze mondelinge overeenkomst werd gevolgd door twee schriftelijke overeenkomsten gesloten in J918 en 1920. In 1921 werd de Kodibu opgeheven en de ontginning van bruinkolen beëindigd. Louise Groeve heeft met haar ontginning Graetheide slechte zake,n gedaan, in tegenstelling met de beide andere vennootschappen tot ontginning van bruinkolenvelden Bergerode en Carisborg. die gelijksoortige contracten met den Staat gesloten , hadden en zeer goede zaken hebben gedaan. Dat is voor een deel stellig het gevolg van de ongunstige omstandigheden, waaronder Louise iGroeve had te werken. Haar bruinkolen bevonden zich bij voorbeeld onder een laag klei. De vennootschap ! had gemeend daarin een bron van winst te zien. Dat is haar tegengevallen. Het is ook niet uitge sloten, dat het beheer van Graetheide minder goed is geweest dan dat van Bergerode of Caiisborg. Louise Groeve was niet tevreden over de wijze. waarop de Staat zijn verplichtingen voortvloei ende uit de contracten tegenover haar is nage komen. Zij verklaarde, dat de directeur van de Kodibu, de heer Frowein, haar mondeling een schadeloosstelling gegarandeerd had. indien haar bedrijf verlies zou opleveren. Op aandrang van de Tweede Kamer bleek de Hegeering bereid het geschilpunt aan arbitrage te onderwerpen, doch onder het uitdrukkelijk beding, dat in de ( acte van compromis precies zou worden omschreven, op welke geschilpunten de arbitrage betrekking zou hebben. Die acte van compromis is na uitvoerige onder handelingen tusschen den Landsadvocaat en den rechtsgeleerden raadsman van Louise Groeve opgemaakt. Zij hield in. dat de arbiters zich zouden uitspreken over de vraag, of de wijze, waarop de bedoelde overeenkomsten door den Staat zijn uitgevoerd, billijk is. waarbij ter be oordeeling van wijze van uitvoering rekening zou worden gehouden met de omstaiidigheden, waar onder de contracten tot stand zijn gekomen. Louise Groeve meent daarin te kunnen lezen, dat de arbiters zich ook zouden jhebben uit tet spreken over de vréafy of de contracten op zich ze'.r billijk zijn en dat 'de arbiters tut taak zouden' hebben de m de contracten vervatte regeling dtr betaling desgewenscht te vervangen door een rege ling, welke zij, de arbiters, billijk zouden achten. Het is mij een raadsel i hoe Louise Groeve dat in de facto van compromis kan lezen. Het is in ieder geval volkomen begrijpelijk, dat de beide arbiters, die de uitspraak hebben gedaan, de professoren Meijeifs en Scholten, de formule en$ hebben opgevat en zich hebben onthouden van een beoordeeling /van de vraag, of de contracten op zich zelf billijk zijn. Louise Groeve heeft zich daarop andermaal. tot de Tweede Kamer gewend en deze heeft thans te beslissen, of terecht uitsluitend aan arbitrage is onderworpen de vraag, of de contracten behoor lijk zijn uitgevoerd, dan wel aan arbitrage had moeten wordpri onderworpen de veel ruimere vraag, of de inhoud van de contracten billijk is. Met roerende eenstemmigheid hebben drie onzer grootste dagbladen, de N.R.Ct., het'Handels blad en de' Telegraaf, het Voor den re4uest.iir.anf opgenomen eii in zeer krasse tonnen hebben /ij de Hegeuring verweten, dat deze tegenover haar medecontractant optreedt op een .wijze, dit- geen enkel particulier. zich zou durvun véroorloovon. Het komt mij integendeel voor.' dat di- Staat voor wat betreft deze arbitrage, volkomen correct is opgetreden en dat degenen, die daar umU-rs over denken, aan den Staat oischeii stollen. die men aan geen enkel particulier zou durven opleggen. Laat mij pogen in het kort de gronden aan te geven, waarop die meening rust. ?. * * * Heeft de Staat aan Louise Groeve gegarandeerd. dat hij eventueele verliezen zou dekken? Wanneer het antwoord op dit- vraag bevestigend zou luiden. dan kan er dunkt mij geen twijfel bestaan, dat doze garantie moet worden nagekomen. Naar mijn meening is de requestrant er echter niet in geslaagd' deze voor haar betoog essentieele stelling te bewijzen. De Telegraaf maakt zich dat bewijs wel bijzonder gemakkelijk. Het blad verklaart, dat do hoor Frowein deze garantie namens den Staat eerst heeft gegeven en dat hij haar later onder eede heeft ontkend. Dat tweede feit staat inderdaad vast. doch het eerste feit moet juist nog bewezen worden. Tegenover pertinente beweringen, dat deze garantie is gegeven, staan even pertinente beweringen van het tegendeel. Op zich zelf is hot hoogst onwaarschijnlijk, dat men oen dergelijke garantie zou geven en' haar nit»t later in do schrifte lijke overeenkomst, waarin de onderlinge ver houding wordt geregeld, zou vastleggen. Do Com missie van advies voor Crisisaangelegenheden en de beide arbiters Meijers en Scholten, die dit punt. dat de uitvoering van de overeenkomsten raakt. nauwkeurig hebben onderzocht, concludeer»!!, mijns inziens volkomen terecht, dat Louise G roeVe er niet in geslaagd is het bewijs tolovoron.dat haar deze toezegging is gedaan. i * * Heeft de heer Frowein, al,s ?vertegenwoordiijor van den Staat, bij het .sluiten der overeenkomst oen ongeoorloofde pressie op do tegenpartij uit geoefend? De Crisis- Enquêtecommissie on de Commissie van advies voor rHsisaangelegenhedon. bij uitstek bevoegd omtrent dit punt te oordeelcn, verklaren uitdrukkelijk, dat het ? contract' ton volle voldoet aan de eischen, die aan zulk een .contract moeten worden gesteld en dat het moet worden geprezen, dat de Kodibu alle haar ten dienste «taande wettige middelen, o.a. het bepalen van 'een maximumprijs., heeft aangewend, om tot oen redelijke prijsbepaling te geraken. Hot komt mij voor, dat met deze verklaringen dit punt afdoende in opgehelderd. ? ? ? Wianneer derhalve moet worden aangenomen. dat Louise Groeve niét is geslaagd in het bewijs van <de stelling, dat haar een garantie voor eventu eele verliezen is gegeven en evenmin aannemelijk is, dat van de zijde van den Staat eenige ongeoor loofde pressie is uitgeoefend, is het dan toch redelijk, dat aan arbiters zal worden opgedragen te beslissen, of de in de contracten vervatte 'oer talingsvoorwaarden door andere zullen worden vervangen? Hot komt mij Voor. dat dozo vraag DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentién ?0.75 per regel Postgiro 72880, Oem.-Oiro O 1000. INHOUD: 1. Mr. A. C. Josepluis Jitta.'De Staat en l.miise droeve. 2. C. Bakker-van Bosse, \atiimtile minderheden in de Raadszitting. 3. Joh. Braakensiek, Het Utrecht-sdi Dagblad en liet raluche document P. Tennissen, Ken zuivelcrisis. 4. Top Naeff, Dram Kroniek. 5. Dr. H. W. van Loon, Het ralsche dncuinent L. J. Jordaan, Stalin-Deterding. C. Dr. R. Feenstra, Tikblaadjes. 7. Dr. P. van Olst, Wetenschappelijke Variu Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Prof. Dr. E. C. van Leersum. Bevroren grnenten. 10-11. Prof. Dr. H. Brugmans, De Brandweer, met teekeningen van G. Westermann. 12. J. O. Smia, Ba/i. 13 L. J. Jordaan, Bioskopy 15 C. A. Klaasse, Crisis'm de zuivelindustrie Beursspiegel. 16. Charivarius, Schopenliauer?A. Q., Paderewski. 17. A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus, Schilder kunst Tegenstellingen, , 18, Alida Zevenboom's Croquanie Croquctjes C. van Wessem. Muziek Charivaria. 18. Melis Stöke, Het aischc dncument L'it.het kladschrijt van Jantje. 20. Cel 2, Telefoon. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh Braakensiek. De 5. D. A. P. en de werf te Hclleroetsttiis. beschaafde Vraagt Bonbons Let op c/en naam met groot o stelligheid ontkennend moet worden beantwoord. ? . Het is een eisch van recht on billijkheid 011 do...' grondslag van het vertrouwen in hot maatschap-; pol ij k vorkoor, .dat overeenkomsten Worden n'agokomon. Ik. vraag 'mij af. welke waarde do rechtsgoWrdc' raadsman van Louiso Groeve hecht aan do ?handtookoning van zijnclient onder t wee contract en ?011 oen acte van compromis. wanneer er ? diut-na iio£ ruimte is voor do vraag. of .do inhoud van dozo r vel oenkomst en misschien niet achteraf door «'en andere regeling, die thans billijk moot worden Coacht, dient te worden vervangen. Kn hot is do onhillijkhoid ton top go.voord.' wanneer men tou a inzien van dit Wsebilpunt don Slaat verwijt, dat. hij oen houding aaiuioomt. dio oen particulier zifh niet zou durven veroor loven. ^ Stel dat, do Sta,at. ton aanzien van' do frolijksoortigo contracten, dio hij met Borgorodo on f'arisborg had loopun on <lio zo«r gr ooto winsten voor die vennootschappen hobboii opgoloveid. thans aan die 'vennootschappen, don .?eisch zou stollen, dat. achteraf do betalingsvoorwaarden uit dio con tracten moeten worden vervangen door oen nieuwe regeling, die meer iii overeenstemming is mot do billijkheid. Die eisch zou met hoongelach worden ontvangen door degenen, die h>t thans billijk achten, dat Louise Groeve oen dergel ijken eisch stelt aan den Staat. Is er nojj nader bewijs noodig voor mijn stelling. dat 'er hier eisch?n wordon gestold aan, 'den Staat. die men aan een particulier niet zou durven A. C. JOSICHirs .IITTA ?sto rijs >lijlau :erade ? to ten aze te ten de ran of len aze isis te agt ran enng.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl