De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 16 maart pagina 2

16 maart 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

. l Bt im' i r d -?.. 00 l zv [ "f. «e K-;. '??Ui'! j '?f r J ''i '.?r i» ?? HÉT P)e Groene Amslerdammcr x>c_xwceïdbiad voor Nederland Sinds meer dan vijftig ja&r aan de apita der weekbladen . . . ," ONDER HOOFDREDACTIE VAN Mr. A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. ^ Alom verkrijgbaar OPGERICHT IN 1877 No. 2702 ZATERDAG 16 MAART 1929 De Sfinx van het Plein Filistijnen binnen «lo muren "VT1KMAXD zal willen tot-geven, dat de geschie-i-Ti dejiis van de vervalschte Belgische docuinenten oen bevredigende oplossing heeft ge vonden. Men kan alle zorg terecht op zij zotten, men kan Hendrik van Loon's jeugdigen ?vermoed doelen en er trotsch op zijn dat di> Groene,'met nog n enkel ander orgaan, De Neder lander, er niet ..ingevlogen" is, men kan er zich verder grootélijks over verheugen, dat een aantal lieden die het eerst geneigd zijn internationalisme te prediken,-maar die waar het Xederland's ver houding tot Antwerpen betreft, een enghartig nmcuiTonton-stokpaard bestijgen ? dat. dien lieden. die .zich weer eens hebben laten verleiden alarm te slaan over België's snoode plannen, nu' ?wel den mond gesnoerd is. ... dat neemt alles mot weg, dat i-r nog genoeg onverklaarbare /aken overblijven. in de eerste plaats: zal het onderzoek der Belgische regeering rolleiiii/e klaarheid verschaffen? liet heeft geen zin hierop vooruit te loopen. Slechts het eindresultaat gaat ons aan. (.ïtaag nemen wij <um dat een kliekje annexionisten en militairvoelondon - /.finder - verantwoordelijkheid ongaarne de groeiende Belgisch-Xederlamlsehe toenadering xagcn en wél wisten tot wien zij zich in Holland niet hun intriges konden wenden om er roet in 't eten te strooien. Kn zelfs tot vrij diep in Clouvernomeutskringon schijnt men daar ginds dit soort ..nationalisten" aan te treffen. Ken soort Frondo dus, niet met de verantwoor delijkheid van hot gezag bekleed, die een politiek voert-tégen de officieale politiek in. Wanneer men tenminste dergelijk soort machinaties met den naam van politiek kan aanduiden. fs een dergelijke Fronde nu een specifiek Bel gisch verschijnsel? Allerminst.' Ten tijdo der Kamerbehandeling (en daarvóór) van het -dooi' Minister van Karnebeek geteekende Belgisch Verdrag bestond er hier te lande ook een groep van mannen, dif net genoeg ..gezag" maar juist geen, '..verantwoordelijkheid" hadden om op eigen houtje 'e<>h politiek te A*oeren t,egen de officieele in. Waar nergens gebleken is, dat deze gestie met minder eerlijke middelen gevoerd werd en waar ? menigeen in de mcening verkeerde dat Minister van Karnebeek een verkeerden weg insloeg, is dat n Ho* ook hier nogal begrijpelijk. liet zou, alleen dan een ontoehitttbnttr frondoJeren zijn geweest. .wanneer ambtenaren van het Plein ?of vertegenwoordigers van Nederland buiten hun boekje zouden zijn gegaan. Men heeft hier wel eens over gemompeld, maar geen enkele dergelijke be schuldiging is ooit gegrond gebleken. De eenige gevolmachtigde ministor, diézich toon in het b.ekende Handelsblad-interview openlijk tegen don Minister van Buitcnlandschc Zaken gekoerd heeft, Mr» K. J. H. Patijn, was niet in office". Niemand bc-1 hoeft dus eonig verwiit te treffen, op onbehoorlijke wijze gefrondeei-il te hebben. Maar het feit, dat er .eon sterke groep van mannen bestond, die zich tegen liet toenmalig Belgisch Verdrag keerden, terwijl zij zich volstrekt niet in' een oppositie vereenigd hadden'maar veeleer allerlei attaches tot de regeering hadden, en ten deele tot gouvernementskringen behoorden^ dat feit heeft) minister van Karnebeek toen voor den muur gezet. Maar dat ligt allemaal achter ons. .' latxisscheh: zijn' er vóór die geruchtmakende documenten-affaire geen dingen gebeurd, die ons to denken gaven? Niets dat ons aanleiding gaf, te gelooven dat. de. onderhandelingen over lu-t zoo noodzakelijke nieuwe Scheldeverdrag weer eens zo'iden kunnen doodloopeil op een. fronde als vroeger, op die onwillige houding van sommigen, waarmee liet immers zoo kwaad hazen vangen is? Ken van die dingen, die t u denken gaven, was de apenliefdo voor Vlaanderen, waarover in deze kolommen reeds eerder geschreven is. Kortheids halve komen wij daar niet op terug. Maar de icarc sentimenten tegen België, zelfs bij degenen die zich internationalisten noemden.'hebben die ge voelens ? zich soms niet gemanifesteerd na de open baarmaking van de nonseusicale clausules in, het vevvalschte stuk? .Ken politicus als Marchant bleek zoo verblind door zijn innerlijken afkeer van een Belgisch aecoord. dat hij zich liet verleiden passages als die ove.' een Bi itsch-Belgisch bondgenootschap en een opmavcheeren dei' Kngelse,h;>n. in Zaeuwsch-Vlaan«leren voor klinkend en munt te aanvaarden. Een vertrouwd adviseur, als Generaal Snijders, geraakte zoo overstuur (gewis niet uit critisch ongeloof) dïfc hij de ..militaire belangrijkheid" volhield' van een document waarin te lezen staat dat Frankrijk maar eventjes het derde deel van. zijn maximum-effectief tor beschikking zou stellen van België, dat zelf een fantastisch effectief op de, boen zou kunnen brengen, om daarmee over. een U-autal spoorwegen en stoomtramlijntjes een aanval op Limburg en Duitschland te doen. Dorpendoorsnijdende tramlijntjes uit het land van Luik. in bochtigheid de <Jooischo Stoomtram overtreffend. -zouden worden ingericht voor dubbel, zelf* vier dubbel norintialspooi'lijn. . . . terwijl in dit ijselijk plan de Duitscho strategische Spoorweg Aken, Visé, Maasbrug. Tongeren, die indertijd zoo do aandacht trok, vergeten schijnt. (Eens te meer zijn Wij dankbaar dat do "Wereldoorlog ons gespaard is gebleven.) Klaarblijkelijk verliezen sommigen, zoodra de roode lap België" gezwaaid wordt, allen zin voor critiek. Kn dit. wijst pp een geestesgesteldheid, waarmee ,,goen hazen te vangen" zijn. De houding van bijna de geheele Xodorlandsche Pers over de geheele linie in do eerste dagen na de openbaar making van dat.z.g. document bewijst, hoe. snel men hier. geneigd is, zijn spreekwoordelijk ?nuchtere bezinning te verliezen - en bewijst dus ook hoeveel er nog ontbreekt aan objectieven kijk op interna tionale aangelegenheden. Het is immers duidelijk dat uien zich. alleen al door de critiekloozo wijze van reageeren, in zijn. Werkelijke gezindheid ver raden heeft. Kn zich toen flink heeffc geblameerd. Behalve dat er van Belgische zijde nog klaarheid moet worden gebracht aangaande de personen die de veryalsching niet hebben gemaakt, maar toegelaten, doemen'er voor ons ook hier t,e lande nog duistere vragen op. En hoe zeer belangrijk het ook moge zijn om te weten op welke wijze -precies deze documenten" hier hun weg gevonden hebbon, er is en blijft een vraag die ons boven al interesseert. En Wel: wat is Jde houding van het Plein? Voor eenige weken kreeg de Minister van Buiten landsche, Zaken inzage.van"de stukken, die daarna op hun echtheid onderzocht werden. Resultaat onbekend. Dan zwerven de documenten op enkele redactiebureaux. Het Handelsblad slaat publicatie af. HetUiD., welks vriendschappelijke relaties met een der verwervers der z.g.. stukken, nog uifc don oorlog bekend is, laat Minister Beelaerts weten, dat men in dat blad tot pytylicatie wil overgaan. De minister, gewaarschuwd, informeert 's avonds nog De inhoud staat op pag» 2 Vraag t &fe<zc/s Etonbons VINGERS /e/" op den naam even den Premier om met hem vast te stellen, dut men d? publicatie bcireuri muur ore rt u ir/d is die niet te kunnen bcMtcn en gaat dan ter kooi voor een bezoekje aan Londen. Utrecht ontketent intusschen den baaierd der zoo fatsoenlijke HoU'andsche pers, een enkele bedachtzame redactietafel uitgezonderd. Onze gezanten doen hun obligatoire démarches. Een Brusselsch"; démenti volgt, met voortoopige arrestatie van den vervalseher. Kn als de storm zoowat bedaard is. komt de minister van B. Z. terug. Maar met dat al is de houding van het Plein geen steek duidelijker ge worde.*. Of tocit wel? Twee dingen vielen terstond op. De besliste houding van de ..Nederlander". Kn een inlichting die Minister Beelaerts vóór de publi? catio naar Brussel zond. zooals hier verluidt en in Belgiëin goed-ingelichte kringen verzekerd wordt. Punt een : De heer Shoeck Ilonkemans ging als hoofdredacteur van de Xederlander glimlachend een weddenschap mot het Noodlot aan. een breuk riskoorendo met liieihand minder, dan Dr. de Visser d.w.z. oen tijdelijke, breuk met dat deel der christelijk historischon. dat van een zeker parti-pris tegen Belgiëniet vrij is. met diegenen, op Wie minister Beelaerts wellicht niet als .partijgenooten zou kunnen rekenen, mocht liet tot een nieuw verdrag komen. Welnu, onze conclusie i*: de hoofdredacteur van de Xederlander had zekerheid. Het is onaannemelijk, dat hem niet ge/egd is ..de documenten zijii vervalseht. maar ik wil do publi catie niet beletten." (Natuurlijk had de minister do publicatie kunnen beletten. In dat 'opzicht goloovou wij den heer Uittel' gaarne.) « Punt t tree: Do órste waarschuwing, gezonden naar Brussel moot toch op het ongeloot' van den minister, toen reeds, omtrent de echtheid der stukken wijzen. Pas op. ze zullen hier dit en dat gaan zeggen !" Wellicht heeft Jhr. Beolaerts do onechtheid van de stukken erkend* ondanks het feit dat evn do"l. der adviseurs de echtheid wel gelooven w'.l.l -. Moet niiiii de toedracht dan niet zien uls volgt? De minister hoeft in zijn onderhandelingen met Belgiëóók nog te kampen met binnonlandsche tegenstanders, die van geen redelijke regeling weten willen. Den aller-onredélijksten wordt uit Belgiëde hand gereikt met dit document* deze z.g. "onthullingen, die hun weg vinden' naar kranten en ministeries.- Moet de minister zich dan niet afvragen waar «leze acten moer kwaad doen. rondzwalkend van bureau tot bureau, van borrel tafel tot kiesvereeniging : of openlijk afge drukt, logisch tegengesproken on daardoor de groot ste stokers in hun hemd gezet? Indien'men het. gevaar bedenkt, dat er in had kunnen liggen wanneer vertrouwde advfseura van Water staat en andere departementen en allerlei lieden uit de hoogépolitiek achter de hand hadden kunnen fluisteren: België?]Ben je mal. Dat verdrag, daar weten we immers alles van!".... dan wordt het duidelijk dat het zwijgen nu, het stilzwijgend toelaten der publicatie en het op reis gaan van Minister Bqelaerfcs gedurende een tijd, dat menigeen zich leelijk versprak, volkomen terecht is geweest. En dan wordt 'het 'tijd voor anderen om nu te zwijgen. , M. KANN >\V\>>] «s l IT z. iek ? ? ? nen aar i! n i,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl