Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 MAART 1929
No. 2703
No. 2703
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 MAART 1929
II
*$?>
*5f
'?
i
15
4
Vicente Escudero
Kroniek van den Dans
door
J. W. F. Weruméus Buning
LVT. Vicente Escudero en do Bpaansche
volksdans.
WAT Argenlina veredelde, bloeit hier nog in
de open lucht. Men ziet het dezen dans aan
dat hij, meer dan op het tooneel. onder den
vrijen hemel leefde on onder een hemel die zich
welft boven een droop, hard land, een landschap
van scherpe omtrekken, en niet als het onze van
vervloeiende tinten.
Zulk een atmosfeer doet elke vage lijn te niet;
de architectuur wordt er rechthoekig en gekarteld;
de bouw van den dans blijkbaar eveneens. Gelijk
zon en water er het gebergte uitslijpen en tot het
hardst gesteente terug brengen, zoo schijnt er in
dezen dans een vuur te leven, waarin alle weekere
beweging verbrandt: Esctidero's beweging is als
in zulk vuur gelouterd.
Etsnaald, houtsneemes en pen zullen ze kunhen
teekenen, pastei en litho nauwelijks. Haar rijkdom
is die van de versiering in duizend arabesken, nooit
die van geschakeerde half tinten; ze is eer zwart
en wit.dan kleurig; eer ruig en bruusk dan bevallig
en plooibaar. .
Een spel,1 niet om te behagen, maar een spel
.met vaak iets van een doodelijken ernst, als van
kat en muis; een spel met het mes achter de hand.
Eacude.ro staat tegenover de beweging met iets
van den'dierentemmer. Ze vaart in hem, hij laat
ze springen en dartelen, hij tart ze, hij dringt
ze terug tot in een enkelen trappelenden voet, hjj
schijnt ze vergeten, ze dondert nog ergens zoetjes
voort onder zijn schoenzooien tot ze plotseling
weef opspringt, hem overvalt, afgeweerd wordt,
door hoepels springen moet, en hem zoolang dient
als het hem behaagt. Het grootsteedsche voetlicht
is nauwelijks meer dan het avondrood van zulk
een dans;'zijn ware natuur leeft in de parade op
het dorpsplein, hét vertoon van .vitaliteit vol
branie n onverschilligheid. .
Argentina, de volleerde kunstenares, zal nimmer
tot enkele ietwat onhandige tooneelmatigheden van
opkomst en pantomimische verfraaiing komen,
die hier het circus op de dorpskermis in dq herinne
ring roepen; maar de karakteristieke kracht van
Kscudwu in oen Farruca", een ,,Zapateado,M eon
Rythmes" is ongeëvenaard.
Men begrijpt, bij dezen Zigeuner, voor het eerst
«lat zij. veolzijdiger als zij is, in Spanje voor minder
Spaansch gehouden wordt. Men begrijpt, bij een
Tango van Carmita CJarcia iets van de landelijke.
eeuwenoude kracht van den dans, die bij Argentina
verfijnd word: men proeft bet water van de bron,
den landwijn en geen fijnproever of hij aarzelde
eens of die bekoring bij den waren dorst anderen
niet naar de kroon steekt.
Kortom: men ziet hoe rijk de Spaansche dans ia,
die op denzelfden grond n roos n wilde egelantier
doet bloeien, beiden met eigen schoonheid.
» »
*
In het drietal dezer Spaansche dansers ia
Escudero verreweg de meerdere. Hem. volgt Carmita
(larcia en op veel en veel «rooter afstand de niet
meer op volle kracht dansende Almeria.
Esc micro's virtuositeit heeft een onfeilbare vei
ligheidsklep: hij bezit zo, maar beschouwt ze
slechts als middel. Af en toe laat hij ze den teugel
vrij iu onnavolgbare voetfigurcn; direct na zulke
versiering herneemt de dans zijn wc»? in sobere
beweging.Oeen enkele mogelijkheid van snelvoetighoid
en trappelend geluid of deze voeten spelen er
mee zonder opzichtig Vertoon, veeleer zeer zelf
bewust, met een zekere primitieve trots, met een
primitieve kracht echter vooral.
De Amerikaanscho step-danser -r- het is niet
onwaarschijnlijk dat hij tenslotte van deze dans
kunst afstamt, hetzij via de negers of de Spaiansche
Ztiid-Amerikanen de «topdanser is meestal
slechts een meester in mechanisch tempo: hij danst
u alle maatindeelingen die denkbaar zijn. Escudero
verschilt hemelsbreed van hem. Hij danst rhythmen.
De step-danser luistert naar zijn muziek. Escudero
luistert naar zijn voeten, naar zijn dansdrift; en
zijn guitaarspeler doet niet.andera: hij volgt.
Een kwaadaardig argument, in den ouden strijd
om de superioriteit tusschen muziek en dans; vooral
omdat wij hier voor een der oudste dansen ter
wereld staan.
* *
»
Men heeft deze dansen eentonig genoemd. Hij
deelt die allervervelendst domme kleineering met
den Javaanschen dans, de diverse wereldzeeën, de
klassieke kunsten, en de muren weten wat meer.
Hetgeen zelfs den verstoktsten aanhanger van die
meening ietwat argwanend zou moeten maken.
De waarheid is dat deze Spaansche volksdans,
zooals Escudero hem geeft, van denzelfden ouden
adel is als de andere eentonigheden met hun, binnen
vaste vormen, oneindige variaties.
Het is niet eens merkwaardig meer, want het is
eene oude waarheid, dat volksdans en ballet wortel
en bloem van den dans, voor zijn voortbestaan
noodig zijn. Maar het is lang geleden, dat men
zoozeer zien kan hoe rijk en sterk een volksdans
in zijn beperking zijn kan, en hoe volkomen zonder
het ongetwijfeld ietwat eentonige enthousiasme.
waarmee diverse reconstructies der laatste tien
tallen jaren hem ons vaak vertoonden alskasbloem,
of kunstbloem.
Nieuwe Uitgaven
Piet van Veen. Arthur. Amsterdam z.j.
L, J. Veen.
Piet van Veen gaat iets vooruit. Dat was dan
ook wel noodig, want zijn beide vorige boeken ,,Het
einde" en Offers" waren allerminst van hoog
litterair gehalte. Een meesterwerk is dit nieuwe
boek trouwens ook nog volstrekt niet, maar in dit
verhaal van een jongensleven is toch iets echts en
zuivers, dat de aandacht trekt. Met doorloopend;
slechts in enkele fragmenten. Deze schrijver is nog
altijd niet uitgegroeid boven een verkeerd soort
naïeveteit, waardoor zijn boeken een min pf meer
onnoozelen indruk wekken. Natuurlijk, de schrijver
heeft het gevoels- en gedachtenleven van zijn
Arthur kinderlijk willen houden, en dat is te prijzen.
Maar hy komt maar zelden door de uiterlijkheid
van de dingen heen, hij beschrijft een aantal
voorvalletjes, waaruit blijken moet, hoe 'n lieve jongen
die Arthur is. Achter die uiterlijkheid voelen wij
evenwel niet, of althans heel zelden, het bloed
warme jonge-menschenleven. Het bindende ele
ment ontbreekt nagenoeg geheel; de auteur heeft
dit jongenskarakter niet diep genoeg gepeild, en
wat Arthur overigens uitvoert, kan den lezer al
heel weinig interesseeren.
Het is niet onmogelijk dat Piet van Veen nog
eens een goed boek schrijft. Maar hij moest met
uitgeven wachten tot hij daartoe in staat was. Hij
Escudero en Carmita Garcia
heeft nu drie boeken uifc laten komen, die hy beter
voor zich had kunnen houden, drie boeken die
afdoend bewijzen, dat de schrijver de wereld en de
nienschen niet voldoende kent om er over te
schrijven. Hij meent het goed en zijn werk is
ernstig van toon; het is zelfs sympathiek. Maar dat
doet ni<?t« toe aan het resultaat. Er is meer wijsheid,
meer inzicht, meer geestelijk bezit noodig, dan
deze schrijver tot zijn beschikking heeft, om het
zieleleven van een raensch te kunnen objectiveeren.
J. F. Heemskerk. Bernard Rochöwitz. Amster~
damz.j. Van HolkemaenWarendorf's U.M.
Elke tijd heeft zrjti eigen geestelijke stroomingen,
(on als verschijnsel, dat ingaat tegen de strooming
'van den tijd waarin het geschreven werd, trekfc dit
boek de aandacht. Het lijkt een erfstuk van vóór
'80. Dit hoeft niet rechtstreeks een oordeel te zijn.
Immers, er is tegenwoordig niemand meer, die
beweert, dat er voor '8fl geen goeie boeken ge
schreven werden, en verschillende kunstenaars, die
vroeger als afschrikwekkende voorbeelden golden,
zijn later door, de tachtigers zelf gerehabiliteerd.
Maar er blijven toch ingrijpende verschillen. Zoo
is er in dezen roman van letterkundig vormschoon
geen sprake. Het is de gematigde cliché-taal van
vroeger. Werkelijkheid, in den zin van psycholo
gische klaarheid, is er ook niet veel. De figuren zijn,
ook weer naar den ouderen trant, goeddeels d
belichaming aan n eigenschap. Wat er dan wel
is in dit boek ? Het avontuur. De roman speelt» in
een gefingeerde maatschappij, een samenstel van
landen en rassen, dat door den schrijver knap in
elkaar gezet is. En dan gebeurt" er maar op los.
Het avontuur om het avontuur. De schrijver ont
leende het gegeven eenigazins aan een film, zooals
hij vooraf meedeelt, en de geest van het werk-is
verwant aan dien van de amusementsfilm. Het is
een gezellige dikke kluif, over de 900 bladzijden,
dat deden ze vroeger ook meer dan tegenwoordig.
Wie nog met een glimlach van verteedering aan
Eugène Sue kan denken (men hoeft het immers
niet hardop te zeggen), die, kan ook nog wel eens
beginnen aan een boek als dit. . H.M.
VAN OER HELST SIGAREN
GOEDE SIGAREN IN EEN BESCHAAFDE VERPAKKING
i'.
SCHILDERKUNST
door A. Plasschaert
R. Hynckes bij van I>ler te Amsterdam
Den meesten is Hynckes bekend als de schil
der van strakke stillevens, die door een
eigenaardigen bouw (naar het vlakke heen) bij bleven.
De vorm was daar ten eerste nagegaan, en bij
sommige deelen van het stilleven meer dan bij
andere, de materie. Het was te verwachten, dat
zulk voorbeeld zou gevolgd worden door meer
nonnaliseerende nabootsers, en die zijn gekomen.
Natuurlijk verspeelde de nabootser de kracht
van den voorganger maar dat hoort zóó. Hij zal
zich echter, na deze tentoonstelling, anders moeten
instellen, want er zijn wijzigingen gekomen in het
werk van Hynckes,. Ten eerste heeft hij zijn onder
werpen" uitgebreid. Vier portretten, twee zelf
portretten en twee van Mevrouw Hynckes, bewijzen
dat. Twee daarvan (No. 2 enNo. 4)behoorentotde
meest bijblijvende werken, met het Boeket (No. 9.)
Die portretten zijn dus een winst in dit werk;
het Boeket is mij nog vollediger. Dat wat de
voorstelling aangaat. Maar er is achter die voor
stellingen nog iets anders op te merken, en dat is
van essentieeier aard. De strakheid is niet minder
(misschien verloor de kleur wat aan klaarte, maar
dat komt terecht), de bouw echter, en de bouw niet
alleen, vertoont meer natuurlijkheid. En die bouw
niet alleen; in détails kunt ge deze natuurlijkheid
terugvinden (bijv. in het papier, dat nu gerold,
vroeger steeds zoo kantig mogelijk wasgevouwen).
Het naar het vlakke heen gericht zijn, is (ook
dat is bij zijn schilderkunst een verrijking van het
natuurlijke) meer geworden tot volumen (hoogte,
breedte, diepte), er is n afmeting bjj gekomen.
Dat alles was te verwachten, dat moest gebeuren;
voor wie een overzicht heeft van Hynckes werk,
dat van vlot strak werd, dat zich aan tucht heeft
onderworpen na gemakkelijkheid, is dat geen ver
rassing, maar een bevestigde verwachting.
W. Bruckmann, bij Kloykamp, don Haag
Op enkele uitzonderingen na is het werk van
BruckmïHin werk, dat de achting moot genieten
van beschaafde leeken. Ik geloof het hiermee zuiver
te karakteriseeren- Het vertoont een bepaalde
Raoul Hynckes
t
Raoul Hynckes
kunde en een terug
houding, die echter niet
het gevolg is van over
wonnen of weerhouden
drift. Het is dikwijls de
voorstelling van gebou
wen, wat niet verwon
dert bij dezen schilder,
en het geeft deze ge*
bouwen goed leesbaar"
geschilderd, en duidelijk
verteld. Niet te duide
lijk, zooals een
architekten-teekening; Bruck
mann kon over die archi
tectuur heen het be
schaafde lichtspel schil
deren, dat'den beschaaf
den leeken een genot
der schilderkunst is. Ge
zoudt moeten zeggen,
dat zijn karakter den
invloed van de
Engelsche beschaving onder
ging, daar waar deze
fatsoenlijk is en conven
tioneel, en dat is zij
dikwijls in de schilder
kunst (meestal is de
Engelsche letterkunde
grooter!). Het werk is
dus niets, dat iets
onbekends doet zien, iets
geslotens openbreekt of
iets bekends dieper
schouwt dan te voor,
het stoort nooit uw rust;
het laat die voortduren;
er is geen opening" in
dit werk naar u toe.
Het schilderwerk van Bruckmann is dan ook
iets, dat buiten mijn verwondering of bewondering
ligt, en allicht zou ik er niet over geschreven
hebben, zóó er hier niet een viertal schilderijtjes
waren geweest, die bewijzen, dat het schilderen
voor Bruckmann toch meer soms was dan een
t<nktil. fataoenlijk-herhaalde bozigheid. Deze werken
zijn het Kngelsche dienstmeisje (20) levende schil
derkunst: de optocht (kleur) evenals 20, en het
portret van des 'schil
ders moeder.
Deze werken met een
paar andere in min
dere mate, bewijzen dat
Bnickmann niet alleen
was fatsoenlijke teeken
kunst, maar ook soms
toch vvezentlijke schil
derkunst.
Poolache 'tentoonstel
ling In Amsterdam If
De boekdruk en d
houtsnede zijn nooit
hun gemeenzaamheid
vergeten: zij waren ns
innig verbonden. Dat is
lang-geleden, al wordt
dat verband tegenwoor
dig, ongeveer, nu en
dan hersteld. En om
dat het s lang-geleden
was, niaar niet alleen
daarom, pok door het
materiaal natuurlijk,
heeft de houtsnee etc.
een eenvoudig en groot
karakter soms, die ons
een nimmer-wijkend ge
noegen is. Daarom wild e
ik liever dan te begin-.
nen over de Poolsche
schilderyen, , waarvan
wij, in alle zuiverheid
gezegd, niet vet zullen
soppen, eerst wijzen op
de serie houtdntkken,
die op deze tentoon
stelling te vinden zijn.
Daar toch zijn ver
schillende
wezentlijkheden van het kunst
werk openbaar. . Daar
zijn de innigheid en
het vertrouwelijke met
. het leven ,die niet bang
Bloemen zyn^voor'het^komische,
Zelfportret
Kunstzaal
Rokin 126 ~~
van Lier
Amsterdam*
Oostersehe & Europeesche antiquiteiten
Oude en Moderne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographica
dat ook van het leven Is. (De meeste der
tegenwoordige sierende kunstenaars zijn zoo
weinig vrij, dat ze dat komische tegenwicht tegen
het tragische, niet aandurven, en zelfs niet onder
vinden!) Daar is de groote vulling van de
volksprenten, die vroeger gemakkelijker werd gevonden
dan nu.^Iaar daar is ook. en dat kon in de
volksprent van vroeger, het statige, de rijkdom van d?
werkelijke sierkuhst. De houtsnee etc. was daarvoor
zeer geschikt, en is dat nog steeds, dat spreekt van
zelf, maar waar vindt ge die dingen thans in
houtsnede, zooals deze hier, waar een groot-gehouden,
vlakgehouden, rijke eenvoud alle armoe en allen
opze.t bant, en waar een voorstelling op een hout
blok vele bizarre of moedwillige pogingen van
thans overtreft en onec.ht maakt.
Deze voorstellingen zijn dan ook een der bij
blijvende dingen: hare naïeve kracht doet veel
der schilderijen ervaren als overtollig.
Verzoeke bij opgave van ver
huizingen duidelijk te vermelden
of deze tijdelijk of blijvend zijn.
EETKAMÊP
EIKEfl MET rWIOMlE
DEDECME
|L JfrneuBeLFABaieK
MESKER
mRKSTRAAT (O OCH MAAG
?:1
i*