Historisch Archief 1877-1940
(T
f
.4
f
l!
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 MAART 1929
No. 2704
D. ALFONSO, MIGUELITO EN HET VOLK
Primo maakt aanstalten tot vertrek
DEN dag nadat de beide Sanchez Guerra'g,
vader on zoon, letterlijk om arrestatie
smeekton, hoewel men hun de gelegenheid bood om hun
quijotesken faux-pas met een yryen aftocht .te
dekken, 'en den dag-zclf dat de kazernewijk to
Valencia ui vollen opstand was, die eerst op 3
februari, uitsluitend door het moreele gezag
.van den in allerijl tot plaatselijk dictator benoem
den Sanjurjo onderdrukt werd, verscheen
Miguelito Primo do Rivera, marqués de Estella
y jefe del Gobierno Civil, in zijn geliefde
Asamblea, Spanje's pseudo-parlement. Terstond om
ringd door zijn trawanten, die hem vroegen
naar la ideologia del movimiento," antwoordde hij
,,dat, volgens zijn waarneming, in de hoofdstad
van de Levant de belangstelling uitsluitend ge
concentreerd was op mejuffrouw Pepita Samper,
een vrouw van buitengewone schoonheid, die
Spanje op waardige wijze zou vertegenwoordigen
op het Internationale (Schoonheids J-congres te
Parijs." En daarop ging de gebruikelijke motie
van vertrouwen in zijn beleid er onder applaus
door. . .
,,Pt»labras del presidente" (woorden van den
president), schrijft de A B C boven deze uit
spraak. Maar do A B C is een hoogst ernstige en.
regeerings verknochte krant waarop de studenten
dan ook hun eersten aanval richtten, en zonder
een zweem van ironie laatste wapen der onder
drukte spaansche pers plaatst zij het entrefilet
op de officieele (regeerings-)pagina. En terecht.
Want zelden had Miguelito meer gelijk.
Ik was dien' dag en do volgende dagen in de
Levant, en ook ik dacht, dank zij do voortreffelijke
spaansche illustratiepers, aan Pepita Sauiper.
En iedereen dacht aan Pepita Samper.
Als men niet het pech heeft doodgeschoten to
worden, omdat men met zijn neus tegen een kazerne
oploopt, Maar juist eenigo gepasseerde generaals
hun ,,pronunciamiento" aan het uitvechten zijn,
dan merkt men van zoo'n plaatselijke revolutie
alleen.... achteraf, als ei% weer eens een verklaring
vci'schijnt, dat het te Ciudad-Heal of elders ,,vol
komen rustig" is. A contrario constateett men eon
revolutie. En is de beweging ernstiger, duurt zij
eenige dagen,. welnu, dan tellen de secretarissen
te Madrid de telegrammen van andere secretarissen
en volgt de Verklaring, dat Miguelito ,,bij deze gele
genheid zelfs meer sympathie-telegrammen ont
vangen heeft dan in 1023", wat zoo langzamerhand
den indruk wekt, dat het er in '23 dan toch wel
heel weinig geweest moeten zijn.
Maar toch kan men de censuur het succes niet
gunnen, dat zij in staat was, opstanden to onder
drukken. Aan de orde van den dag waren de
veroordcelingen tot fantastische boetea voor het
plaatsen van ongecensureerde berichten, waaruit.
blijkt, dat het kon. En toen de Regeering niet
.wilde, dat er ook maai1 eenige aandacht op
CjudadReal viel, veranderde een liberale krant het ge
bruikelijke hoofd Los Sucesos del Dia" (gemengde
berichten) eenvoudig in het enkelvoud ,,E1 Suceso
del Dia" (de gebeurtenis van den dag). En de
censor, die alleen het nietszeggende
regeeringstelegrammetje zag, fiatteerde....
En waarom niet? Een révolte, die van het volk
uitging, heeft Spanje sinds de sociale troebelen van
Barcelona niet meer gekend. En ware niet destijds,
in '23, de schaduw van den Italiaan op hem gevallen,
het zou de vraag geweest zijn of Primo 's treinreis
van Barcelona naar, Madrid eenvoudiger dan
de opmarsen naar Rome -?die belangstelling ge
noten zou hebben, die zij ook stellig niet verdient.
Wat Primo deed: het opschorten der Kamers en
het buitenwerking stellen van de garanties der
Grondwet was?Albprnoz rekent het voor, in zijn
boek La Tragedia del Estado EspaTvol"
van 1900 te 11910 niet minder dan 13 maal door de
zgn. legitieme regeeringen gedaan. Het is slechts
de bittere ironie der geschiedenis, dat, toen de
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60et
Kiespijn-Tabletten. .60 *
Laxeer-Tabletten. 60ct
Zenuw-Tabletten. 75 rt
Maag-Tabletten 75 *
Bij Apoth. en Drogisten
door Henrik Scholte
Valencia:
Pepita Samper
Madrid:
Primo de Rivera
spaansche officier, niet de spaansche soldaat
die sneuvelde slechtst?een oorlog in Marokko
verknoeid had, datzelfde leger daarvoor wraak
nam op het volk. En niet het volk op het leger.
Maar het volk.... Ik heb getracht, het volk
te leeren kennen, ook in zyn armste geledingen.
In Midden-Aragon, waar de sierra's als rood e,
doodgeranselde honden rij aan rij liggen: 'geen boom
geen druppel water. In het heele zuidoosten, waar
men een gevoel heeft alsof men op de maan
reist" en waar de menschen, zonder woning, in
het intérieur der leemen heuvels huizen. Ik heb
den werkman gesproken, in Andalusie, in Castilie,
in het Noordwesten. Een prachtig volk, maar geen
... .natie.
Ken volk, dat niet leest en niet schrijft en niet
denkt, dat reageert met een diêp-geworteld,
rustig anarchisme, dat zonder respect voor recht en
wet is, maar zich daar dan ook niet vooi opwindt:
el espiïitu general do aislamiento", de
algemeene geest van eenzelvigheid, waaraan Gomez de
Ia Serna in zijn .?Espana y sus problemas" misschien
niet ten onrechte la ruina general" wijt. Het volk
reageert egocentrisch, en bijgevolg reageert het
niet, zoolang men niet wat de Dictatuur dan
ook nimmer gedaan heeft?raakt aan die weinige
idee-fixen, die zich atavistisch rondom een vurig,
formeel catholicisme groepeeren. Ontzag voor
kennis, stellig. Ik heb het niet willen gelooven voor
ik het zelf las, maar een geslaagde dpctersoperatie
komt in Spanje in de krant (de niet geslaagde ook,
maar op een andere pagina). Ontzag voor kennis,
maar geen belangstelling ervoor. Een sterk
persöonlijkhèjdsbesef, maar geen realiteitsbesef. En
derhalve economisch miserabel, maar economisch
niet ontevreden.
Wat er desondanks in die geringe henenen aan
sociale problemen mocht broeden, is met beleid
de kop ingedrukt door een regeering, die in elk
geval toch tienmaal zoo goed betaalt als iedere
vorige, terwijl van een over vele termijnen en ontel
bare objecten verdeelden belastingdruk het lo
gisch tegenwicht in diezelfde geringe hersenen niet
als zoodanig wordt gevoeld. Slechts nu in de scha
duw van een naderende catastrophe do regeering
per kwartaal en vooruit gaat heffen, nu bovendien ,
de steeds vergeten middenstand en kleine nijver
heid den weg gevonden hoeft om zich te
organiseeren en politieke wenschen te koesteren ook
buiten de steriele debatten van zijn casino",
zijn club, waarvan de kleine man in Spanje nog
altijd het onsterfelijk voorrecht voelt, lid te mogen
zijn, nu beginnen met name in Barcelona econo
mische grieven, weldra economische eischen weer
klank te vinden. Maar in datzelfde rijke, teel
denkende, on-spaansche Barcelona gelcoft de Re
geering, dat zij voorioopig kan vertrouwen op het
handig tot stand gebrachte monsterverbond tus
schen catalaansche industrie en madrilecnache. ban
ken gemeenschappelijk beveiligd door den
onoverkomelijken muur van protectionisme en gediffe
rentieerde invoerrechten, die wellicht in het
tydelijk belang der conceins, stellig echter piet in dat
van Spanje is. Zoo tracht zij voorioopig de eco
nomische strijd op Baicelona gelocaliseerd" te
houden. In hoevere Primo's aftreden hierin ver
andering zal brengen, moet de naaste toekomst
leeren. Want niet de dictator, maar hij wiens
buffon tragique" Miguelito is: de zeldzaam
f ascineerende, schoon niet sympathieke persoonlijk
heid des koniags, de laatste verlichte despoot in
het laatste land, dat een verlicht despotisme kan
verdragen, droomt hiermee het ideaal van zijn
madrilenophiele politiek: Catalan tegen Catalan,
en de castiliaansche hoofd, stad, el Corte",
erbuiten.
Daardoor staan wij voor het merkwaardige
geval, dat bij een aan den economischen afgrond
gedieven land het verzet voorioopig niettemin
buiten het volk omgaat, omdat het volk van de
naderende misère volslagen onkundig wordt ge
houden. Déhuidige revolutie draagt een ideëel,
hooggestemd" karakter: het gaat om geestelijk
goed. En mocht zij zegevieren, wat dan? Ver
tegenwoordigt zij in waarheid Spanje? Niet alleen
het materieel bezit, maar de spaansche mentaliteit
zelf die ondoorgrondbare alma espaiiola"?-ia
in de doode hand. Wie deze kluisters wil verbreken,
nioet zich au fond dénationaliseeren en hun, die
de vooruitgang voorstaan, bedreigt onafwendbaar
wat Picavea roemde: ,,esta iniagen asombrosa de la
Espana inespanola." De dictatuur endebigotte
hofkliek, in wier dienst zij staat, zijn tenslotte
spaanscher dan Unamuno, zijn renascüniento" en
de studenten. Men heeft Primo niet gewild, maar
men heeft hem geduld a la cspanola, -?toen hy
zich eenmaal had opgedrongen. Hij eert de kerk,
de vrouwen en de stierengevechten, hij zorgt voor
de openbare veiligheid, de peseta en het ,,hoen
in de pot." Hij hoeft de vele deugden van een
conciërge. Een conciërge die thans zijn ontslag
gekregen heeft van zijn meester. Want
Primo behoort tot de dictators die men kan
ontslaan.
Wat de Dictatuur heeft aangetast, waren de
,,grondrechten" en te zeer mist de Spanjaard
den appetitus societatis om voor de grond
rechten buiten de imponderabilia van het geloof
on de overoude voorkeuren van zijn kristalhard
karakter veel te voelen. Hij gebruikt zijn soy
spanol" slechts met den klemtoon: ik ben een
Spanjaard. Het deert hem niet \vie het nog meer ia.
Wie thans rëvólteercn, het leger en de studenten,
zyn noch de bondgenoot van het volk, noch van
elkaar. Men vergete niet, dat de, generaal Aguilera
en de burger Sanchez Guerra, die thans voor het
zelfde complot in de gevangenis zitten, elkaar des
tijds een beroemd geworden oorvijg toedienden over
de suprematie van militair of intellectueel.
Wie niet revolteeren, zijn degenen, die over deze
suprematie niet denken» En omdat zij in het geheel
niet denken, de suprematie verdragen van den
eenigen man, die mag zeggen, dat hij hen teel
kent, en helaas ! Van den Bourbon, den koning....
BERGT UWEN INBOEDEL
BLT VOORGENOMEN VESTIGING IK
DEN HAAG OF IN HET BUITENLAND
BIJ DB FXBMA BATENBURG & FOLMBR
TB 'S-GRAVENHAGE,HtnJGENBPABK22
TE LEP O ON 11030
EIGEN GEBOUWEN. Bespreking kosteloos
?PBO. BnVNENL. EN INTEBN. TBAN8POBTE»
No. 2704.
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 MAART 1929
Indrukken van de
stemming in Belgi
door Dr. E. van Raalte
Teekening door Joh. Braakensiek
HOE is het in Belgiëgesteld met de gevoelens
door de beruchte documentengeschiedenis ge
wekt en hoe staat het verder met de opvattingen
in zake de onderhandelingen over een nieuw ver
drag? Deze beide vragen beheerschten vooral de
gesprekken, die ik kort geleden met eenige voor
aanstaande figuren in Antwerpen en Brussel
mocht hebben.
Allereerst iets over een merkwaardige
ontmoe, ting, die ik te Antwerpen had met een sinjoor,"
welke daar ter stede een eerste viool speelt in het
orkest van handel en scheepvaart, 's Mans naam zal
ik alleen reeds uit hoffelijkheid niet vermelden.
Want, helaas, nauwelijks had ik. heel schuchter,
oen poging aangewend om inlichtingen te krijgen
over het rapport Seghers, of daar kreeg ik den wind
van voren. Een felle uitval over wat Utrecht ge
daan had, eenige niet bepaald vriendelijke opmer
kingen ik druk me euphemistisch uit over
onze pers?en tot besluit van dit alles, kreeg ik nog
het verdrag van Munster naar mijn boofd ge
slingerd. Wel trachtte ik eenige niet onbelangrijke
vergissingen even recht te zetten, en zoo goed en
zoo kwaad als het kon hier en daar een kort verweer
te voeren, doch daarvan bleek mijn uiterst booze
gastheer geenszins. gediend. Tenslotte kreeg ik
dan eindelijk een antwoord op mijn vraag betref
fende het rapport Seghers. Niet voor buitenlandsch
doch voor binnenlandsch gebruik moest het in vele
duizenden gedrukt worden, opdat het Belgische
volk nu eens precies zou vernemen hoe de zaken
stonden. Of er wellicht een enkele fout voorkomt
in het rapport, bïjv. ook waar het handelt over de
besprekingen, die er in het najaar van 1928
tusschen. de Belgische en Nederlandsche deskundigen
hebben plaats gevonden, deed er niets toe. Dat
waren allemaal slechts details.
Gegeven de venijnige stemming van bedoelden
voorman uit de Antwerpsche handels- en
seheepvaartwereld, prijs ik me nog altijd gelukkig, dat ik
bij het korte bezoek niet met huid en haar opgege
ten ben, want hier had ik nu eens te doen met een
van die heeren uit het Zuiden, die op ons zooals
dat heet, gebeten zijn !
Gausch anders stonden mijn overige zegslieden
tegenover de kwesties, die de
NederlandsenBelgische betrekkingen raken. Dat er intusschen
zulke elementen als mijn nijddas rondloopen en zij
juis,t in eigen land daartegen te strijden hebben,
wilden ze niet ontkennen, al wezen ze er tevens op,
dat dergelijke heerschappen tot de uitzonderingen
behooren. Juist echter hetgeen er ten onzent ten
opzichte van de Utrechtsche publicatie aan den
dag is getreden, is koren op den molen van die felle
anti-Nederlandsche personen, dat was wel hetgeen
men in den kring van hen, die gaarne toenadering
tusschen de beide landen willen bevorderen, thans
het sterkst gevoeld heef t i uit de manier, waarop aan
vankelijk door de pers hier te lande na de Utrecht
sche publicatie gereageerd is, kon een pijnlijk wapen
gesmeed worden tegen de voorstanders van toe
nadering. Werkelijk, zoo zei man, wij zaten wel
een beetje met het geval verlegen en konden moei
lijk de ten uwent aangenomen houding goed praten.
Zij heeft ons pijnlijk verbaasd. W|j hadden niet
gedacht, dat men in Nederland zoo maar grifweg
het ergste van Belgiëzou denken. Ziet men dan
ten onzent niefc in, aldus werd er aan toege
voegd, dat het Belgiëvan nu niet te vergelijken is
met het Belgiëvan onmiddellijk na den oorlog?
Er is hier heusch veel veranderd en we betreuren
het, dat téveel Nederlanders dat nog maar altyd
niet schijnen te beseffen. ,
Men betreurde de heele geschiedenis natuurlijk
ten zeerste, omdat zij aan de vriendschappelijke
betrekkingen wel degelijk een stoot heeft gegeven,
terwijl zich juist den laatrten tijd allerlei symp
tomen van gunstigen aard hadden voorgedaan.
In dit verband mocht ik van Vlaamsche z^jde
ingenomenheid waarnemen aangaande plannen
om de taalkwestie opnieuw aan de orde te stellen
en te trachten op te lossen.
Overigens zou het verkeerd ztfn, als men ten
onzent zou meenen, dat de documenten-geschie
denis nog lang slecht zou nawerken. BU velen iri
Belgiëis er verder allebehalvc bevrediging gewekt
Tusschentijdsche verkiezingen
in Engeland
Baldwin rookt een leelijke pijp i
door de wijze waarop inzake
Frank Heine gehandeld is.
* «, *
Doch thans het. tweede
punt. De opvattingen om
trent de kansen van het bin
nen af zienbaren tijd tot stand
komen van een Verdrag en
omtrent de mogelijkheid
overeenstemming te bereiken
over de punten, die hierbij
in het geding zijn.
Dienaangaandeschijnenoptimistische
verwachtingen verre van
gegrond te zijn.
Gij Nederlanders wilt niet oVer de
brug konïen, wilt tenslotte niet treden
in een regeling, die ons bevrediging
zou schenken. Zeker, ge zyt bereid om,
wat de kwestie van de
Rijn-Scheldeverbinding betreft, binnen het kader
van 1839 iets tot stand te hrengen.
Maar tenslotte doet ge niet, wat wij
zoo gaarne zouden zien: ge kijkt alleen
maar naar 1839 en wtf letten op de
toekomst. Op die manier zal een uit
een algemeen economisch oogpunt
werkelijk goed kanaal vermoedelijk
uitblijven. Goed, dan niet, dan is
het maar beter, dat we in Jiet
geheel geen regeling treffen.
Weet echter wel, dat wij ook langs
anderen weg voor Antwerpen's belan
gen kunnen zorgen en dien zeer zeker
zullen bewandelen, het koste wat het wil.
Liever ware het ons een samenwerking met
Nederland in het leven te roepen, doch zoo gij niet
wilt, zoo men ten uwent niet het belang hiervan
inziet, zijn wij volkomen vrij in een andere rich
ting de middelen te zoeken, die onze eerste haven
stad in een betere positie zal brengen. Aldus kreeg
ik van verschillende kanten te hooren.
Het ziet er dus zoorn beetje naar uit, dat de zaak
weer op een dood punt is gekomen. Dit gevoel
schijnt tenminste in Belgiëvrij levendig te zijn.
Best, zal wellicht hier te lande sommiger opmer
king wezen, ons kan dit koud laten, want zij hebben
ook nooit om een nieuwe regeling gevraagd. Mis
schien zijn er echter ook nog menschen, die iets
zouden zien in een poging om in een rustige ni
tpplitieke sfeer door mannen uit de economische
praktijk, breed denkende Belgen en Nederlanders
gezamenlijk den economischen kant der hierbij
in aanmerking komende vraagstukken in groote
lijnen te laten bekijken. Het zou me niet verbazen
als htet mogelijk bleek .zulk een round table-conf
erence te doen plaats vinden. Wanneer het inderdaad
zou blijken, dat de officieele onderhandelingen op
dood spoor zijn gekomen, zou men wellicht het
tijdstip aangebroken, kunnen achten om zulk een
poging eens te ondernemen.
plaat van de Groene niet bij me had, want het
liep juist o.a. over den uitgestelden voetbalwed*
strijd. Welnu, de heer van Camvelaert verklaarde
door het besluit van de Bondsbestuurders vol
komen verrast te zijn. De Antwerpsche autori
teiten waren er heelemaal buiten gehouden en de
burgemeester gaf te verstaan, dat hij de beslissing
zeer jammer had gevonden. Wat hém betrof, hij
had voor een volkomen prettig verloop van de
ontmoeting kunnen instaan.
Uit den aard der zaak bleef ook de
Nederlandsche deelneming aan de tentoonstelling van 1930
en de viering van het honderdjarig bestaan van
Belgiëniet onaangeroerd. Men kan er staat op
maken, da* er niets zal gebeuren, wat Nederland
of Nederlanders ook maar eenigen aanstoot zou
geven. Alles wat zelfs maar in de verste verte
een polemisch karakter zou kunne» hebben, zal
achterwege blijven. Een geest van vredelievende
toenadering en vriendschap zal de viering
beheerschen, daar kan men van op aan.
*.*'*
De Utrechtsche publicaties en de verdragskwesf
ties namen in de verschillende gesprekken de voor
naamste plaats in. Toch moet ik nog terloops van
een paar andere punten gewag maken. Allereerst
hoe men mij met welgevallen sprak over de
Nederlandsch-Indische reis van het
kroonprinselük paar. Uit.het feit, dat het verblijf van Graaf en
Gravin de Rethy in uwe koloniën, nog met drie we
ken verlengd is, kunt ge toch wel opmaken, zoo
zeidemen, dat de Utrechtsche publicaties voor de
onderlinge betrekkingen gelukkig geen diepgaande
gevolgen met zich mee hebben gebracht.
Dan rest er nog het volgende te releveeren. Bij
mijn bezoek aan Antwerpen had ik ook het
voorrecht Burgemeester van Cauwelaert te ont
moeten. Het speet me geducht dat ik de jongst o
? i;
J