De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 30 maart pagina 8

30 maart 1929 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 MAART 1929 No. 2704 'f \ i WEILL EN ZOO Bontwerkers Dameskleedermakers Barteljorisstraat 26-28 = HAARLEM NIEUWE STOFFEN EN MODELLEN VOOR VOORJAAR EN ZOMER VOSSEN Bewaren van Bont MARTERS Repareeren, Moderniseeren Abonneert U op QNZE AARDE Rijk geïllustreerd maandblad Prijs per jaargang f 10, Ir. p.p. f 10.75, Zeepost 112, BuitenK f 13.50 Proef No. gratis. Uitg, van v. Holkema & Warendorf 's U.-M., Amsterdam G ER AR-D B. RIJKE Jr. BINNEN ARCHITECTUUR KEIZERSGRACHT 559 - Telef. 30559 Complete Meubileering Wat, is het al Blookcrtijd? Dan zal ik je niet langer storen! EN kop Blooker 's Cacao moet heerlijk warm worden gedronken; dan pas versterkt het U volkomen! De wachttijd tot 't koffiedrink-uurtje is lang; 's morgens half elf is daarom wel een buitengewoon geschikte tijd voor een kop geurige chocola ! Op heel veel kantoren is Half elf - Blookèrtijd" dan ook een gevleugeld woord geworden! Blooker' s Daalders Cacao geurig en bijzonder smakelijk! Half elf - Blookèrtijd! f No. 2704 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 MAART 1929 Over de peren, of het moment door K. Aragueuz UNT u mij", zeide de dichter tegen den kelliver, ook zeggen hoe deze pere i heet en I'" liet waren van die peren, waarin al de kleur van den herfst, het koortsachtig rood, het rijpe geel, de bit tere en rijke tinten van het bruin en het wonderlijke .groen dat jong schijnt en uochthans rot kan zijn, waarin "Hes wat in den h rfst brandt en geurt on beurtelings beiirsch en barste -.d van sappen is, waarin alle krachten van den herfst een schil kleuren die om dtaroudei' het blanke vruchtvleesch belo »ft, zoo geurig als geen vrucht dan de peer h<*t vijp stooffc het waren dan van die peren, die, in grasgroen papier onze voorvaders legden er eerlijke wingerdblaren onder te pronken lagen in de bruine rieten mand van het bijster gerenom meerde restaurant en de grijze dichter zeide dan tegen den jongen zwarten, kellnet: kunt u mij ook zeggen hoe die peren heeten?" Kort en goed, de kellner k in het niet. Er is inderdaad, in deze eeuw, e i zelfs in ln.a,r gerenommeerde restaurants, veel dat wij en de kellners niet kennen. * * ' ' Dan kent u" zeide de dichter uw vak niet. Wilt u mij den gerant roepen?" De gerant werd geroepen en hij verscheen, gelijk de gerant van een gerenommeerd restaurant pleegt te verschijnen, supérieur, en tot een glim lach bereid. Kunt u mij",zeide de grijze dichter tot den zwar1 en gerant, ..zeggen hoe deze peren heeten? ..Kort on goed. de gerant kon het ook niet. Ik vertel u geen sprookje. Pc'ze eeuw kent geen sprookjes meer. Zij kent zelfs haar peren niet meer. Tja !" zeide de dichter. Er was ereis een oude landedelman die een perenbongerd had, en kin deren noch kleinkinderen. En hij plukte zijn peren als hefc herfst was geworden, in vrede en sanvm mot */ij i knecht, en hij legde zijn peren zoo zorgvuldig soort bij soort en zoo zorgvuldig stuk voor stuk als het peren betaamt die een oude landedelman geplukt had zonder kinderen of kleinkinderen; en hij wachtte tot ze rijp waren. Een peer, mijne heeren. is een vrucht die haar moment heeft, placht hij te zeegen. En als hij 's avonds bij zijn schouw het vuur in stukken stak en zijn laatste glas bourgogne dronk voor dien dag ?^?geen kardinaalspurper gloeide ooit voor aan dachtiger blikken dan de hemel waarin hij de win' erZeist als Woonplaats BOUWTERREIN TE KOOP in het centrum van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht?Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van het Raadhuis, de Hotels Hermitage en Figi en het slot van Zeist. Prachtig opgaand geboomte, stof vrije wegen, voorzien van rioleering, gas, water en electriciteit. Nadere gegevens worden verstrekt door de N.V. PARK KERSBERGBN, Montaubanstraat 4, Zei:t. zon had zien ondergaan achter bladcrlooze pereboomen, nocli dan de wijn in het glas die hij schouw de en aandachtig dronk, met de weerschijn va» het vuur op zijn oude, stoort- boerengezicht «-n in de heldere rustig oogen als hij 'H avonds zijn vuur aan stukken stak in den schouw, en toedekte niet nieuwe turf, dan riep hij zijn knecht en zei Pierre", alho.-wel hij maar Piet heette, Pierre, wek mij van nacht te half vier me, en breng mij dan dez ? peer en hij wees op de peer die te gloeien lag onder de lamp die alsdan haar moment zal hebben gekregen". Want als liet moment va.x z'jo'n peer voorbij gaat, placht hij. te zigjen, dan is het toch eigenlijk met zoo'n peer geda:n. En hij stond op en ging te bed, en werd te half vier ure gewekt en at de peer, geschild met een beenea vruchten mesje o, eeuw van staal en smakeloosheid en sliep were in, en droomde en had den vrede des harten, want hij had de wereld gekend en wist wat een p -er waard was, en een moment, en hij had zijn knecht van dat hij als jonker naar Parijs was gereisd en de wereld had leeren kennen, en het moment, samen met hem. ..En zoo, mijne heeren at men peren", zeide de dichter zeer streng en hij schoof de bruine rieten mand met grasgroen papier van bet gerenommeerd restaurant in de richting van den gerant, die had staan luisteren op een afstand, waarop men geacht wordt niet meer te verstaan wat -er gezegd wordt. ,,Dit, mijne heeren, zijn Bon Louis" zeide. hij. En hij nam er geen van. Wij glimlachten, hij glimlachte, de gerant glim lachte. Deze eeuw glimlacht over dergelijke dwaasheden. Maar ik vraag u, bij den appel die Eva eens brak van den boom der kennis des goeds en des kwaads, bij dien appel die i wij volgens de geloovigen nog steeds bezuren - is het dan zoo ver met ons gekomen, om van idealen niet te spreken, dat wij 'de kennis des goeds en des kwaads niet meer vergen mogen van den gerant van een gerenom ueerd restaurant in zake een peer, om van het moment niet te spreken: d'it wij, dien appel eens gegeten zijnde, de kennis der peer, onder anderen, dus danig verwaarloosden dat ter plaatse waar wij zulke kennis liet eerst mochten veronderstellen, slechts een onbekwame glimlach ons rest van al wat wij aan het paradijs verloren? Wel mocht Uabriel, die aartsengel, onze aarts vaders nazien met een traan in het oog, naar de legende het wil. Wellicht, in een CJeldersch dorp, in een Vlaauische vallei, woont er nog een rentenier of douarière die deze kennis van Adam en Eva bezit, bespaard uit hunne jeugd, en niettegen1 staande de oude pereboomen gerooid worden, omdat de expert meer voordeel heeft van zekere soort die beter per expresse reist, over onze gre izen, heen, over de Noordzee heen, Pomona weet waar heen. Maar ik vraag u, die uw peren eet in de echo der fabrieken, in het licht van uw electrisch peerlampje, gezeten tegenover uw appelwangige zoons en dochters, evenwaardigaléNoach?meent gij eigenlijk tegenover de zij'ien; ik vraag u. gij aartsvader van heden, wat weet gij van peren, als ik de juttepeer terzijde leg? Tien tegen een dat gij geen tie i sooiten noemen kunt! Twaalf tegen een dat gij niet weet hoe ze te koopen, gij, noch uw huisvrouw, noch uw dienstmaagd, noch.... maar daar niet van. Vijftien tegen een dat het u niet scbelen kan; twintig tegen een dat gij de maling aan peren hebt. en honderd tegen een dat het u nooit in den geest kwam dat hè-; desaln'ieitemiu om deze dingen was dat Eva eens dien appel plukte: om het onderscheid tusschen peer en peer te leeren kennen, eeuwen voor u: heb onderscheid dat gij no ;litanK betaal:, hede i en iederen dag daarna, met het zweet uw i aanschijns. Ik spreek niet eens van het moment van de peer. Wat wee}> gij van momenten, die bij het moment leeft, en dus niets weet van de eeuwigheid van het oogenblik. Ik zeg u kortweg dit, bij de herfstkleurige'spiraal van de perenschil en deszelfs. b,lanke, altijd te substantieele ,binnenzijde: "PECERUEN ALLEEN EDELE SOORTEN ZOOALS IN OUDEN TIJD LBERTODERSe-CO OEN HAAG Teekening voor de Groene Amster dammer", door Karel van Seben Max Gabriël de bekende operette-componist en dirigent herdenkt 3 April a.s. den dag, waarop hij voor 25 jaren naar Amsterdam werd geroepen als kapelmeester van het Rembrandt-Theater. Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal Str, koud en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS - Telefoon 22223 ga tot de peren, gij domoor, en wordt wijs. Want opdat wij de peren zouden leeren kennen is er eens in een appel gebeten, en wie dat minacht, en glim lacht, en geringschat, is hij niet een barbaar? Neen? Geloof mij dan: die pereschil waarvan gij de.i naam niet ke.xt, zij zweeft n en dez ? maa schappij bjven. het hoofd als het zwaar.l b.»v«n DAmoele.s zwfifde. En terecht, voor u, hield Gabriël het zwaard aan de Paraiijpoort: gij zijt den appel niet waard, geweest, gij zijt de peer niet waard. Eet aardapp Is (ïij zijt verbannen uit het moment, ons laatste paradijs. Gij zijt een barbaar. Een hopelooze barbaar, niet een die aan het chaotisch]en perkrachtig begin van de beschaving staat, maar een aan het herfstkle irig, einde. En aan dat einde en bij die kleur kent gij niet eens de namen ? van de vrucht jn die gij eet: van do peer, bijvoorbeeld. PÏANO'S A* 1835 D AcbtirSt.Piitir4 3 MUZIEKHANDEL II H. RAHR VLEUGELS D Td. <H3 UTRECHT t V '{.;:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl