Historisch Archief 1877-1940
i
£ '
'IV l
f
h
!
1
.'?' i1
f
{?f
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 6 APRIL 1929
No. 2705
Type uit het Tafilalèt
WILD-WEST IN DE
SAHARA
door Henrik Scholte
WANNEEH men den Frahschen verwijt.
dat zij slechte kolonisatoren zijn. plegen
zij zich te verdedigen met een verwijzing naar hun
eerste buitengewest waarvan men straks op
pompeuze en nadrukkelijke wijze het eeuwfeest zal
vieren: Algiers. En van haar drie provincieën met
name het westelijkste, aan Marokko palende deel:
Oran. Oran. het achterland^ de gouden heuvels
rondom de koningsstad Tlemcen, die inderdaad
onder fransche handen in een klein en vruchtbaar
paradijs herschapen zijn; fruit, rinsche algerijnsche
wijnen en ..primeurs." de versche groenten van'
het winterseizoen. In honderd jaar is dit land niet
alleen voet voor voel veroverd op de barbarijsche
pacha's, op Abd ol Kader, wiens vernielde vestingen
tusscheh de wijngaarden liggen, op de sjeiks van
1870, op de desperado's van eenige tientallen jaren
her. waarvan de miraculeuze stations-forten langs
de vaak omstreden Sahara-spoorlijn nog getuige
nis afleggen. Maar .het land is ook gepacificeerd:
er is. in tegenstelling tot- Marokko, en vooral
Spaansch-Marokko, geen eigenlijk Arabieren-vraag
stuk. De Arabier voegt zich. sluw en serviel, als
handelsman of daglooner in het economisch gareel
en verdraagt zonder een merkbaren z\yeem van
rassenhaat de (scherp getrokken) scheidingslijnen.
Wat er van deze Arabieren nog door den «uden
nomadentrots bezeten is. trok 'en trekt nog in
onze dagen zuidwaarts over do open grenzen de
Sahara binnen. Naar het Tafilalèt....
. ' ' , .*?? *',' ' , : '
De beschaving is hun voor een goed deel gevolgd
in den vorm van een smalspoorlijnte. dat een
hulpelooze arm uitstrekt naar zyn broertje in Timbouktou
in Opper-Senegal, welke twee samen de groote
koloniale utopie moesten verwezenlijken: de ver
binding tusschen aequatoriaal Afrika en Europa.
Dat deze in d,© loop van twintig jaren tot een.obses
sie geworden Transsaharien"' niet tot stand kwam,
dankt men. behalve natuurlijk aan de onvermijde
lijke politiek, nK-t aan de natuurlijke bezwaren
van den Hoggar. Maar aan het hewesten gelegen
Tafilalet.... '
Noordelijk is de arm eenige malen verlengd.
thans tot Kenadsa. 750 K.M. uit de kust: een
armoedig kolenmijntje aan den voet van den djebel
waar een paar honderd arbeiders zweeten om jaar
lijks een 20.000 tonsteenige, zwavelige kolen te del
ven, en dat geen beteekenis meer heeft sinds zeer
onlangs bpjgische ontdekkingen in Berguent. vlak
' over de marokkaansche grens een ware rush op'
deze veel gunstiger gelegen en een fabelachtige
prpductie belovende mijnen deden ontstaan. Daar
mee behoudt de Sahara-lijn. als eenige ader van
de kust naar het binnenland, daar de wegenaanleg
niet zoover reikt, uitsluitend haar militair belang.
En is voorts een toeristen-curiositeit.
Men kan in deze popperige wagonnetjes met hun
balcons en kolossale jalouzieën een paar maal per
week naat* het Zuiden reizen, met een halve dag
vertraging als regel. Het wegprofiel is erbarmelijk
en zy maakt fantastische omwegen. Drie
lokomot ie ven hyschen haar over het sombere bergmassief
der Beni Chougrane, zij rent door de eentonige
steppen van alfa-gras, die het hooge plateau tus
schen de beide Atlaaruggen vormen, zij kruist
de droge korst der zoutmeren van het onmetelijke
Chott Chergui, waar men in den vroegen morgen
door de eerste fata morgana verrast wordt, en zij
verliest zich daarna een dag lang in een gebied.
dat nog geen Sahara is hoewel het er den aanschijn
van heeft. In deze ,,région désertique", die als een
isolatieband onder de drie fransche wingewesten
doorloopt, slijten ijverige Spanjaarden, Italianen
en Mal thesers een leven van de gruwelijkste een
zaamheid op een paar armoedige fa»-mpjes, terwijl
nan den horizon eenige spaarzame palm-stoffers
reeds het begin der oasenreeks aankondigen. Zot»
glijdt men onmerkbaar in de Sahara over. een
woestijn die hier niet eindeloos, mul en romantisch
is, maar een korrelige, harde bodem, roodgekleurd
van het lichtste rose tot het pijnlijkste rood violet.
Dit landschap verandert niet, hoe zuidelijk men
ook komt. Het lijkt op een leeggeloopen oceaan.
Als rillen van bevroren modder rijzen de djebels
omhoog: zonder helling, scherp en zeer hoog. Hun
'rotswand is zwartgeblakerd en gebarsten van de
zon. Als de spoorweg ophoudt, kan men nog een
ramion nemen over de brokkelige piste" tot de
uiterste militaire posten in denHoggar.De alleruiter
sten liggen 400 en 500 K.M. uit elkaar. In de rich
ting van het Tafilalet zijn de meesten verlaten.
Honderdzesendertig dorpen telt het Tafilatet,
n ondoorbroken reeks oasen langs den Oued
Ziz. Het is geen fransch bezit, maar een autonome
enclave, een even onverteerbare kern als hetjRif
in Spaansch-Marokko. Men voert er déwoestijn
guerrilla, en goed. Bij het ontslag, met Kerstmis
j.l. aan M. Steeg, den ..ethischeii" gouverneu ?
van Marokko verleend, kwamen 'ontstellende
cijfers aan het licht: 150 dooden per jaar alleen
onder de geregelde fransch-marokkaansche troe
pen. Zij vallen een voor een, drie per week, telkens
«?eer, dat valt niet op. Wat het Vreemdelingen
legioen daarenboven nog bijdraagt, hoorde ik
eerst terloops aan de randposten: daar sprak men
van veldslagen, slagen met naam en datum, zeer
i-ecenten datum, die echter nimmer over de grenzen
bekend werden.
Het Tafilalet ligt buiten de grenzen van Algiers
«m Marokko. Het is Sahara, niets meer. Bij de
paradijsachtige oasis reine" van Figuig wordt de
roode etippellijn onzeker en verdwijnt van de
kaart. In de fransche kamer wordt men het ei1
nooit over eens: moet Frankrijk tegen het Tafilalet
zijn Algerijnen of zijn Marokkanen, zijn roode of
zijn blauwe spahi's zenden?
In het nog .geen twintig jaar oude, militair
geregeerde Marokko is men aan de overvallen op
konvooien en karavanen gewoon. Maar thans heeft
het Tafilalet den groot en slag onverwacht juist
op algerijnsch gebied .geslagen* op het laatst van
het vorige jaar werd, twee uur van
ColornbBéchar verwijderd, generaal Claveray met convooi
officieren en minderen, aangevallen en vermoord.
Bij de uitvaart, die ik te Am Sefra, waarvan hij
commandant was, bijwoonde, vertelde mij een der
gespaard gebleven officieren het verloop van dit
even wreede als stille Sahara-drama: een vijf uur
lange verdediging achter een omvergeworpen auto,
tot den avond toe, tegen tweehonderd roovers,
die den touringcar hadden willen aanvallen.
welke echter vertraging gekregen had.
Want de streek, waar dit bloedbad plaats vond,
ligt nog binnen den circuit du Grand-Erg", die
ondernemende toeristen wel plegen te maken.
En waarom niet," zeide mijn zegsman, buiten
hét Tafilalet is de heele Sahara veiliger dan
Frankrijk.'* Zeventienmaal, sinds in ' 1025 de
Estienne's den eerstep autochenille-tocht vol
brachten, trok luitenant Estienne den Hoggar
door, voor hij thans aan de zijde van generaal
Claveray sneuvelde. RenéEstienne was reeds in
'27 by Bou Denib door een kogel uit het Tafilalet
gevallen. Tienmaal veilig, eenmaal ikomt het
Tafilalet er tusschen. De prachtige auto's, die bij
ontstentenis van den Transsaharien" de verbin
ding zouden vormen, staan te verrotten in hun
garage te Colomb-Be'char. Men durft niet. En wie
Type'uit het Tafilalet
er wellicht thans in de leege transatlantische hotels
huizen, weet eigenlijk niemand.
Colomb-Béchar, een bestoven woeatynstadje
aan een prachtige oase, is in een voortdurende
staat van beleg. Ondanks de enorme troepenmacht
is men ongerust als de postauto, die de
marokaanschalgerijnsche grens afgaat, een dag over tijd is.
.(Ik ging n keer mee en kreeg ontzag voor deze
spaansche chauffeurs, die hier, een nacht en een
dag, 500 K.M. door de barste rimboe rijden).
De karavanen, die het privilege vormen der arme
lui, gaan niet meer uit. Men maakt zich ook onge
rust over de mouchasni." een soort arabische
burgerwacht, want de bende die Claveray aanviel,
waren in hun uniformen gestoken en hadden fran
sche geweren. Toen ik veertien dagen na den over
val in Colomb-Béchar was, kreeg ik geen verlof
<>m naar het Zuiden te reizen. Tenslotte werd mij
een eendaagsche route voorgeteekend, maar daarna
was er geen ,,mouchasni" te, vinden die mij zijn
paard wilde leenen. En toen hier eindelijk het geld
zijn uitwerking had gedaan, volgde een prompte
insubordenatie van mijn kleinen Hamid met een
verschrikten uitroep op zijn verzaligd
kabylengezichtje: Ohésidi, les chleu's !"
Les chleu's, zoo noemt men de onbekende, on
gestrafte Vrijbuiters uit het Tafilalet: Arabieren,
Berbers. Kabylen, Syrieërs en Negers. Men zegt
dat zij aangevoerd worden door vreemdelingen, die1
by Abd el Krim's capitulatie uit het Rif overliepen.
Wel zit Krems, de düsseldorfer millioenairszoon,
nog gevangen, maar er waren meer duitsche leiders
bij Abd el Krhn. Zij verdwenen. Vandaar die
bijna bijgelopvige angst, die ik bij het Vreemde
lingen legioen aantrof, dat in de voorste linies
ook voor driekwart uit Duitschers bestaat. Men
kent 'de methoden der chleu's bij het patrouillee
ren, bij het water halen: een voor een.
Men weet ook, dat Frankryk thans aangekondigd
heeft, in twee voorjaarscampagnes het Tafilalefc te
zullen onderwerpen. Het monument van het Vreem
delingenlegioen te Sidi bel Abb es heeft plaats
genoeg Voor nieuwe namen van gevallenen. Aan
L'Atlantide hoeft men in Hoggar niet >te gelooven,
bewesten van den zoo juist gebaanden weg ligt
een -gebied van minder litteraire geheimzinnig
heid. Tot ver in het bewoonde gebied van Algiers
en Marokko vreest men het cameleontische spook
van den chleu: onzichtbaar tegen een steen, met
een haveloos hémd om het naakte ly'f en een scherpe
buks oud model.
BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA
SPANJAARD&C?
FABRIEK ESPANA
UTRECHT
No. 270$
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 6 APRIL
Kroniek van den Dans
door J. W.F.Werumeus Buning
I/VI. TVederlamlsche Danskunst. I.
WANNEER de vier avonden Nederlandsche
Danskunst in het Muzieklyceum eind April
weer tot de historie zullen behooren, zullen wij
wijzer, en, geloof ik, hoopvoller zijn wat betreft
de toestanden in deze. wellicht de laatste voor
Terpsichore veroverde provincie, Nederland.
Men vergeet te vaak, dat die verovering, die
er ten deele een is op onzen volksaard, even lang
zaam en gestaag gaat als die van onze polders en
lage landen; wil men weten wat er aan voortgang
gewonnen is, dan moet men niet voor, maar
achter zich kijken. Vijf. tien. vijftien jaar geleden
ware een cyclus als deze volslagen onmogelijk
geweest. Niet dat ze ons zoo talrijke zeer belangrijke
danseressen zal leeren kennen, niet dat er plotse
ling een Pawlowa in spe zal komen opdagen van
achter de grijze gordijnen van het Lyceum; niot
dat er geen tallooze zwakkere zusters zullen ver
schijnen, in deze lange reeks, die men evengoed
niet zou kunnen zien dansen.
Maar wanneer hot beeld van dezen eerst «-n avond
dat van lateren wordt, kan men-tevreden zijn:
er waren zwakheden, gebreken, onvolkomenheden:
er was echter geen of weinig valsrho artisticiteit";
er was een nieuwe danseres wier naam tot nu toe;
vrijwel onbekend was: Corrie Hart ong; er \vas een
sterk en vrij en bekoorlijk dansen: dat van Darja
Collin.
Men wint weinig wanneer inen bij een zoo ge
mengd gezelschap de feilen gaat optellen.; men wint
veel wanneer men inziet dat bij dergelijke avon
den het positieve de beteekenis bepaalt; en dat
het negatieve als vanzelf in vergetelheid raakt.
Positief was hier, voor mij, de sfeer die om'de
beste dansen hing, de sfeer, waarin wij leefden.
Positief was de ongemeene leerzaamheid van zoo
vele verschillende bewegingen van allerlei rijpen;
en onrijpere persoonlijkheid. Men kan op een avond
als deze, de beweging bijna als een reëel, physiek
ding leeren zien: bij den zwakkere is ze kennelijk
armoedig brokkelig, hard, schots, en scheef, ge
broken, onvolgroeid.
Bij'een talent als Kudi Mees begint ze op een
uit; J. II*.
*?
Corrie Hartong
zekere wyze zelfstandig te
wordeu; by een Corrie Har
tong is het reeds een wezen
met spanning, adem, eigen
kracht; bij een Darja Collin
krijgt ze reeds dat bevrijde,
volkomen gestuwde, zweven
de, dat, in hoogsten vorm,
liet wezen van den dans is.
In dezelfde volgorde ziet
men allereerst den
Halfslachtigen dans die nog vooral uit
fraai» standen bestaat, die
geringe stroomkracht heeft
dan den dans waarin krachten
zich beginnen uit te vieren
tenslotte die waarin de dan
seres zich als het ware over
geeft aan haar element, op
de bewegingen drijft, en ze
begint te regeeren.
. Zulke verschillen, vlak naast
elkaar op een avond, scher
pen het oog zoowel voor het
al te ongeschoolde als voor
liet vrij-uit dansende; en
bewust, of onbewust, men
voelt in de zaal zeer scherp
die schakeeringen. Hoe weinig
jaren i« het eerst geleden dat
(«ertrud Leistikow nauwelijks
voldoende aandacht voor haar
kunst vond in Nederland?
* * *
Dat dan is de indruk van
dezen eersten avond, die vol
genden mogen bevestigen: de
Xederlandsche dans groeit.
Langzaam, maar onbetwist
baar. Hij haalt vrijer adem;
hij wordt eenvoudiger en ,
minder problematisch; hij
krijgt karakter. Welk, dat zal
deze cyclus mettertijd nader
leeren: maar de sterkste ka
raktertrekken van dezen avond ? waren-'geenszins
die van de zoo gevreesde vage romantische en
bezwaarde zielen !
Wat Corrie Hartong in haar
variaties niet eigen
trommelbegeleiding gaf. mag nog frag
mentarisch zijn, het is vast en
fel van lijn. Er leeft iets om
heen van een dansfeest, dat eens
déze fragmenten zal kunnen
opnemen: het is een dans die zijn
plaats in de wereld aan hel
heroveren is. Wat Darja Collin
geeft, in haar beste dansen.
wordt gestuwd en aangevuurd
door een prachtige danslust. is
een dans die. bevrijdend werkt.
is een heroveren van eenvoudige
vreugde en liefelijkheid in den
dans. Een heroveren.... eigenlijk
nauwelijks: een verrijkend schen
ken reeds, een kunst; een over
vloed.
Dit alle», hoe terloops het hier
ook wordt aangegeven, is pen
goed begin. Vergelijkt men het
internationaal dan leeft het onge
twijfeld in een laagland bij de
zee. Vergelijkt men het' natio
naal met een willekeurig aantal
jaren geleden dan is het een
land in veel grooter bloei.
Er is veel aan de orde ter ver
sterking van dien bloei, dat weet
een ieder wie hét aangaat. Maar
er is een levend' begin van
nieuwe Nederlandsche danskunst
aan weerszijden van het voet
licht; er verscheen, na de oudere
generatie, opnieuw een dans die
leeft in vreugde, spanning, een
voud en bekoorlijkheid, waar
hij, op zijn best is. Dat is het
positieve. En aangezien alle
kunsthistorie steeds de negatieve
waarden onherroepelijk verliest
wie herinnert zich lang slechte
kunst? lijkt- dat, wat hier
thans leeft als winst van belang.
Eind April valt de balans' op
Darja Collin
fiiH tfuninn. l
EIH. Querido)
Ie maken. Maar deze avond, voor in April,
ons Corrie Hartong en vooral Darja Collin.
Wanneer die gift viermaal zoo herhaald wordt
staat het met den dans in Nederland zoo goed,
dat wij als goede Nederlanders, weer critisch kun
nen gaan worden, en besommeri wat wij nog niet
hebben. ...
Nieuwe Uitgaven
Jnhutt l'iibririnn. l-Jnirloftr'M rjrootc rfie.
'M'GniVfnJuir/f JU2S.H. P. Lcoi>nhl.
l>il boek houdt eigenlijk het midden
ren reisbeschrijving en een roman. Charlotte, het
lieve onderwijzeresje. maakt ter ontspanning na een
/.ware studie, een reis naar de Middcllamlsche z«e
als eenise passagier op een vraehtboot en
komt terug als de verloofde van den stuurman.
Maar deze idylle is in /oo'n zware omlijsting ge/;?t,
dat het kader een verhaal wordt op zichzelf.
Het valt niet te ontkennen, dot het evenwicht
door deze behandeling eenigs/ins wordt geschaad.
He schrijver vertelt te veel van het leven aan boord
en van de, havensteden al is het dan ook Char
lotte die Jat leven meeleeft en die steden bezich
tigt en de lezer verliest daardoor de eenheid
van- verhaal wel wat uit het oog.
Overigens een alleraardigst boek. Zware kost is
het niet; men zoeke in dit werk geen diepgaande
psychologie. Charlotte is een argelooze, lieve
jonge vrouw en zij beleeft alle dingen zoo zuiver
en zoo onmiddellijk-reageerend. alleen misschien
een ietsje te naïef voor eeh mensch die de dertig
nadert. Het boek is sympathiek, hartelijk, er
spreekt een blijmoedige beminnelijkheid uit, die
de lezer graag aanvaardt. En laat het dan maar
wat onevenwichtig zyn, stuk voor stuk laten do
ervaringen van Charlotte zich uitnemend lezen.
Men zou den stijl van het boek wat steviger, wat
forscher, de plastiek wat krachtiger wenschen, maar
het is toch alles heel genoeglijk. M.
99
DE WITTE" AMERSFOORT
Ook Uw Hotel en Restaurant
PRACHTVOL TERRAS
Ste/eds levende Torellen kreeft?cavlar, enz.
l