Historisch Archief 1877-1940
"l
,
m
V'
!::
if "i
(ff ??
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 APRIL 1929
No. 2706
Het Britsche Rijk en zijn problemen Keurig zittend Haar
door Dr. Jan Romein
\
HET Britsche Kijk neemt, door zijn omvang en
den aard van zijn samenstelling, een in den
meest eigenlijken zin des woords onvergelijkelijke
plaats in. Het boeit den historicus, niet minder
dan den politicus, den socioloog niet minder dan
den staatsrechtelijk geïnteresseerden jurist. Den
historicus, omdat hij . onder all» historische struc
turen van dien aard sedert in de dagen van
Darius het eerste, Perzische, Wereldrijk ontstond
- tevergeefs zijn wedergade zoekt; want nooit te
voren leefde een zoo groot aantal munsclién van
zoo uiteenloopende getiardheid onder óu dak;
den politicus, omdat er nauwelijks n internatio
naal probleem is, waar het Britsche B ijk niet op de
ten of undero mank-r bij betrokken is; Svant
er ia geen land of '/.cc ter wereld, waarop of waarin
niet hier of daar een Britsche bezitting, al was het
maar een kolenstation. gelegen is; den socioloog,
omdat er nauwelijks n' maatschappijvorm is, van
het verst ontwikkelde kapitalisme af tot de meest
primitieve gemeenschappen toe. of onderdanen.
van het Britsche Jtijk .zijn er leden van, en omdat
er nauwelijks een ras is, van blank tot
ebbenhoutzwart. of er zijn Britsche burgers bij ; want Engeland
zelf moge in de gematigde zone ligpen, het Britsche
Rijk is evengoed een tropisch, een sub-tropisch
als een arctisch U ijk. En als het niet ook een
antarc'seh Rijk is, dan komt dat alleen, omdat er in het
'dpoolgubied heek-maal geen levend wezen valt
^dei-kennen. 1). Den staatsrechterlijken jurist
*e boeit het, omdat <-r geen bestuursvorm is.
monarchie tot tU« feitelijke republiek, van
iuion-status tot kroonkolomé. .of er is in het
-otitschn Rijk een voorbeeld van aan te wijzen.
geen overgang tusschrn democratie «?«' autocratie
of hij komt er voor, j»oi>n graad vaii vii.jhcid of
onvrijheid ten1 slotte. of nu>n vindt hem iu het
Britsche Rijk vertegenwoordigd.
Het' is om de beteekenis van liet Britsche Rijk
in al de/e opzichten, m inzonderheid om zijn
beteekenis voor d<- talrijke problemen der huidig*1
international k' politiek, dat ons een afzonderlijke
behandeling ci-van iu t-cn reeks artikelen ivden
van bestaan schijnt te hebben. De, Nederlandse!»'
literatuur over het onderworp is schaursch. de
Engekche Jijdt uiteraard meer aan het tegenover
gestelde euvel, is bovendien in tal van tijdschriften
verspreid en. tenslotte al te* vaak van uit Britsch
imperiaal, om niet te zeggen imperialistisch. stand
punt, geschreven.
En het standaardwerk dat de genoemde bezwaren
althans niet in hoog» mat» heeft: ., The Oxford
Survey of the, Britisch Empire (Oxford' 1014,
1) dln.) is, zooals het jaartal aangeeft, voor de pro
blemen van dezen dag. al. weer verouderd. De jong
ste samenvatting, van het Britsche U ijk als
probleem is 'djo, van .Erich Obst. ..Khglaud,
Europa und die. Welt". (Berlijn, 1027),.
Anderzijds kan de. schrijver van deze artikelen
in do hem toegemeten plaatsruimte natuurlijk
niet meer doen, dan wijzen op wat hem het wezen
lijke schijnt. Elke behandeling daarvan, laat staan
dan van bijzonderheden, is hier uiteraard onmoge
lijk. Meer dan een opmerkzaam-maken op en belang
stelling wekken voor de levenskwesties van het
Britsche Rijk. die tevens voor de heele wereld van
het allergrootste belang stijn, kunnen en willen dit
en dévolgende artikelen dan ook niet.
, * * ' . ?
' ? ..- .' ? ? ? ? * . . '
Ondanks alle kortheid en beperking echter,;
kan men de vraag naar déhistorische wording
van het Britsche Wereldrijk evenmin ontgaan, als
de prealabele vraag naar wat eigenlijk een wereld
rijk is. Deze laatste vraag is er een van definitie.
PIANO'S-ORGELS»
?De Engelschen zelf spreken van ..Empire", dat
van het latijnsche ,,imperium" komt. Dat helpt
ons echter direct niet veel, want wanneer wij de
oorspronkelijke beteekenis van dat woord nagaan,
blijkt het niet andere dan ..bevel" te beteekenen
of macht om te bevelen," d.w.z. ..gezag." en wel
speciaal het militaire, zoowel als het civiele gezag,
dat door de Romeinsche conculs eix praetoreu inde
provincie werd uitgeoefend. Wij zijn dan aange
wezen op een definitie, die wij uit het historisch
gebruik van het woord imperium" moeten halen.
Doen wij dat, dan blijkt van de oorspronkelijke
beteekenis van het woord, ook wanneer het van
het ..gezag" zelf is overgegaan op het gebied.
waarover dat gezag wordt uitgeoefend, nog altijd
de kern bewaard, d.w.z. bedoeld wordt dan een
gebied, waarover alleen en uitsluitend de
heerscher te gebieden heeft, dat m.a.lv. volstrekt soe
verein is. Zoo zegt bijv. Blaekstone in zijn
Comnumtaiïes" (1705):
Do bedoeling van den wetgever bij het gebruik
van de termen Empire en imperial en hun toepassing
op de kroon van Engeland is geen andere, dan aan te
geven, dat onae Koning even soeverein en onafhankelijk
is binnen deze, zijn gebieden, als een keizer in zijn
keizerrijk is, en dat hij geen enkel soort onder
geschiktheid aan geen enkelen anderen potentaat op
nardo verschuldigd is." 2) J ^
Maar een keizer, in den hiev bedoelden zin. is
niet alleen souverein. maar tegelijk heerscher over
andere vorsten en hun rijken, en wanneer wij van
wereldrijk of imperium spreken, bedoelen wij daar
mee dan ook eetx Rijk, dat uit talrijke, ongelijk
soortige deelen samengesteld is, die allen in een
bepaalde afhankelijkheidsverhouding tot het
kernrijk staan. Namen wij voorts aan. dat, hoewel er
meestal een absoluut monarch aan het hoofd van
een dergelijk rijk gestaan heeft, dit laatste element
toch niet noodzakelijk is, dan blijkt het Britsche
Rijk op essentieele .punten aan onze definitie te
voldoen: soeverein, samengesteld uit talrijke.
ongelijksoortige ? deelen, die van een kernland af
hankelijk zijn. Althans tot nog toe: want de pro
blemen van het Britsche Rijk van tegenwoordig
groepee.reu zich nu juist om twee van deze criteria.
Ten eerste mul. de verhouding ervan tot den
Volkenbond, die, hoe zwak ook. theoretisch toch
van een constructie is. welke het op den duur
onmogelijk zou kunnen maken voor haar leden
om hun soevereiniteit te handhaven, en ten tweede
in de afhankelijkheid van de rijksdeelen van. het
kernland, d.w.z. in de verhoudingen, in de eerste
plaats van de dominions, maar vervolgens ook van.
de koloniën, protectoraten, mandaten en andere
beïnvloede gebieden tot Engeland, waarbij, vooral
in en door den wereldoorlog de doelen, [kort gezegd,
een neiging tot steeds groote onafhankelijkheid
.tegenover het kernland aaii den dag zijn gaan
leggen. Zou dus eenerzijds de Volkenbond even
tueel de soevereiniteit van het Britsche Rijk aan
tasten «n zouden anderzijds de deelen, of een, groot
gedeelte daarvan, volledige onafhankelijkheid ver
werven, dan zou daarmee het Britsche Rijk ?
krachtens definitie ophouden te bestaan. En dit
weer zou op de betrekkingen der andere staten tot
dit rijk" en tusschen die staten onderling, tot zulke
groote verschuivingen aanleiding geven, dat reeds
daarom alleen de beteekenis dier Britsche problemen
ook voor de wereld als geheel, niet nader in het
licht gesteld behoeft te worden. .
* t '
? . ? '. ? -,*.*-'.
En i nu de wording van het Britsche Rijk. want
zoo ergens, dan is hier het heden niet te begrijpen
zonder het verleden. Hóe zou men, om slechts n
voorbeeld te noemen, de wrijving tusschen de
blanken en Britsch-Indiëra in Zuid-Afrika willen
begrijpen, indien inen niet uit de geschiedenis wist,
dat hier oud zeer achter steekt, dat de
BritschIndiërs bijzondere rechten op Oost- en
ZuidAf rika laten gelden, omdat,zij sinds onheugelijke
tijden den handel tusschen Indiëen de oostkust
van Afrika .bemiddeld hebben; hoe begrijpen,
dat pok op hun beurt de Engelschen weer rechten
op deze gebieden laten gelden, omdat zij reeds in
1808 de Britsch East Africa Coinpany" daar
hebben opgericht, juist ter controle van de
Britscb.Indiërs en hun handel op Indië? Het is gemakkelijk,
al deze historische rechten voor van nul en geener
waarde te verklaren en als men de zaken ethisch
Als men zoo nu en dan des morgens slechts een
weinig Purol even tusschen de handen wrijft,
dan wordt dit bij het uitstrijken door de
haren, onmiddellijk daarin opgenomen en het
gevolg hiervan is dat na het kammen Uw
haar den geheelen dag keurig blijft zitten
beoordeelen wil voelen wij daar alles vooi maar
zij . spelen nu eenmaal ook in de tegenwoordig»»
politiek nog een rol en zijn derhalve bij de verkla
ring van die. politiek onmisbaar.
Men heeft het Britsche Rijk vaak met het Ro
meinsche R ijk vergeleken; o.a. Cromer en Bryce tt >
deden het, op bepaalde punten en zij beperkten de
vergelijking tot het Britsche Rijk in Indië. maar
goed beschouwd, valt er toch slechts in n op
zicht een treffende overeenstemming te
constateeren, en dat is in de toevallige" manier, waarop
beide rijken tot stand gekomen zijn. Of wil men
het woord toevallig, dat zonder nadere aanduiding;
uit de geschiedwetenschap eigenlijk verbannen
moest worden, vermijden, dan zegge uien ..op
de van te voren onvoorziene manier." Zeker.
met het resultaat voor oogen, lijkt da talles logisch ,
en zoo stelt ze.'fs Seeley. in. zijn bekende heldert*
boekje over The Expansioii of England." (Istv
dr. 1883) het toch nog eeuigeimate voor. hoezeer
hij oog voor het toevallige toont; maar in, werke
lijkheid is de lijn zoo strak niet, en dat te minder
naarmate men verder in het verleden teruggaat:
slechts brengt elke stap. eenmaal gedaan,
consekwenties mee. die men van te voren evenmin wist
of kon weten, maar die op hun beurt weer andere
stappen tot gevolg hebben, totdat pas in den.
jongsteii tijd. toen het rijk eenmaal een bepaalden
vorm had, een meer bewust streven de overhand
schijnt te hebben gekregen: een streven naar
afronding en aanénsluiting van. gescheiden gebie
den, naar bepaalde, met opzet gekozen, strate
gische en commercieele steunpunten en. niet het
minst, naar de voor het behoud van het imperium
onmisbare primaire grondstoffen. Wil men de
geschiedenis zien als een min of meer geleidelijke!)
overgang van instinctief, naar half-bewust en
steeds bewuster en vooral doelbewuster
handelen der meiischen, dan levert de geschiedenis
van het Britsc'he Rijk ook voor die stelling
treffende bewijzen.
Over het ontstaan zelf in een volgend artikel.
1) Ze'}» dit :al binnenkort tnianchiin niet /*«?«'/
zijn ' vol ? ti' homten: men iceet, flat Atn?rik<t t:n
Engeland belden dit iftbicd bcyinnen op tt> elaclien ;
Int ifnut d'itirbij om de H'ti'iviitscheH. die ntleen ilinu
nofi in nicsati voorkomen.
2) (j'criteerd bij Sïr John Marriott ..Het Denk
beeld ran ecu Wereldrijk en liuc het de Geschiedenis
gevormd heeft." fffdst. 18 bldz. :J9H van de ..yicinci.
Geillutttrcerdc Wereldgeschiedenis," . die onlangs in
jWrfcr/. bewerking bij Seyffardt te Amsterdam in
begonnen te verschijnen.
3) Cronter. Aneient and ModernImperialistn,
1910; Bryce, The Aneient Roman Empire and the
Britftch Empire in India 1914.
Hotel Duin en Daal0 * Bloemendaal
Str. koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS ~ Telefoon 22223
BOEKVERKOOP ING.
De firma Bmgersdijk en Xiermans te. Leiden.
houdt van 22 Aprilt?2 Mei, verkooping van do.
bibliotheken van Prof. Mr. W. v. d. Vlugt. Ds. C*.
J: v. d. Flier. Mr. W. J. L. L'mbgrove. Dr. S.».
Höqgstra en Dr. R. Sleeswijk. De catalogus is
verkrijgbaar tegen toezending van ? 0.25.
BERGT UWEN INBOEDEL
BIJ VOORGENOMEN VESTIGING IN
DEN HA AG OP IN HET BUITENLAND
BIJ DB FTBMA BATENBURG & FOLMER
TE 'S-GRAVENHAGE,HuiJGEN8PABK22
TE LEF O ON 11030
EIOBN GEBOUWEN. Bespreking kosteloos
BPBO. BlNNJflNL. BW INTERN. T&AN8POBTBN
No. 2706
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 APRIL 1929
H. RAHR
MUZIEKHANDEL
Violen Snaren
Achter St. Pieter 4
Utrecht TeL «3
PIANO'S
Vierde Congres
van den Int, Stedenbond
door Dr. F. M. Wibaut
(Slot van pag. 1)
En nu deed zich in Sevilla het belangrijke feit
voor, dat deze discussie tusschen personen, die in
vele landen op het gebied van het gemeentelijk
leven een vooraanstaande plaats innemen, op het
beheerschende principieele punt tot volledige over
eenstemming leidde.
Als het beheerschende principieele punt werd
algemeen gerekend de verhouding tusschen Ge
meente en Staat, waarbij de Gemeente zelf beslist
aard en omvang van de uitgaven, die zij heeft te
doen voor voorzieningen in de uit het moderne
gemeentelijke leven reeds opgekomen en verder
opkomende behoeften en waarbij de Gemeente de
onbegrensde bevoegdheid heeft om door heffingen,
die de nationale wet haar ten dienste stelt, zich
ten allen tijde voldoende middelen te verschaffen
om deze uitgaven te dekken. Er werd door het
Congres niet gedacht aan eenheid van stelsel ten
opzichte van de gemeentelijke inkomsten. Doch
wel werd als onafwijsbaar gesteld dat, in welk stel
sel ook, de Gemeente het in haar macht moet
hebben het bedrag der gemeentelijke inkomsten
steeds volkomen aan te passen aan dat der gemeen
telijke uitgaven, die zij zelf te eeniger tijd noodig
acht en daarbij zelve moet kunnen kiezen welke
.soort heffing, van die welke de wet haar toestaat,
zij wenscht toe te passen.
Overeenstemming bestond op dit punt, dat,
waar de Gemeente deze bevoegdheid zou missen,
het begrip financieele autonomie zijn eigenlijken
inhoud zou verliezen. Het Congres gaf er zich
rekenschap van, dat in zeer vele landen het
*,,beginsel" van financieele autonomie wordt bele
den", en formeel wordt aanvaard. Maar het deed
uitdrukkelijk uitkomen, dat het beginsel" zijn
waarde verliest, wanneer de Gemeente niet over
de bevoegdheden en de middelen beschikt om het
tot volle uitdrukking te doen komen. Het'Congres
erkende de wenschelijkheid, dat hoogere organen
van het openbare leven de gestie van de Gemeen
ten moeten kunnen beoordeelen ten aanzien van
het aangaan van leeningen op langen termijn, die
lasten leggen op een komend geslacht. Het be
perkte echter dit toezicht tot de beoordeeling door
hooger gezag van de objekten voor welke die lee
ning wordt aangegaan. De beslissing over den om
vang der leening moet weer bij de Gemeente zelve
liggen.
De Internationale Stedenbond, het ligt voor de
hand, denkt er niet aan om resoluties aan te'ne
men, nog minder om te trachten voor zijn opvat
tingen en uitspraken, ook al zijn zij eenstemmig,
bindendheid ook maar te verwachten. De grootst
FILE
VOOR QLASaORDIJNCN
0.75 BR.
PERMTR.
BREED 0.65
BREED 0.85
Dr. Ritter daagt de Regeering uit
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Laat ik maar flink op de trom slaan. Er komt toch geen geluid uit!"
mogelijke overeenstenunig teii opzichte van dr
eischen voor ontplooiing van het gemeentelijk le
ven tusschen de afgevaardigden op dit Congres.
kan geen nationale regeering beletten in te gaan
tegen aldus uitgesproken opvattingen van verte*
genwoordigers van gemeentebesturen, wier taak
het is, elk in eigen land, aan het gemeentelijke
leven leiding te geven. Zoo werd op het Congres
zelfs niet gerept over het voornemen der
Nederlandsche regeering, belichaamd in een wetsont
werp betreffende de financieele verhouding tus
schen Rijk en Gemeenten, dat eerstdaags bij het
Nederlandsche parlement in behandeling komt en
welks strekking rechtstreeks ingaat tegen den hier
ontwikkelden eisch ten opzichte van welke zoo
volledige overeenstemming bestond.
Maar ook waar dit .vaststaat, moet toch het
feit van overeenstemming op zulk een het moderne
gemeentelijke leven beheerschende punt aan volks
vertegenwoordigers en wellicht ook aan sommige
regeeringen wel iets zeggen.
Het tweede onderwerp, dat op het Congres werd
behandeld was: de beteekenis van de industrieele
bedrijven voor de Gemeente.
Het derde punt was: de beteekenis van de
onteigening ten algemeenon nutte voor het ge
meentelijke leven.
De discussies over deze punten waren eveneens
belangrijk; met name die ten opzichte van de in
dustrieele bedrijven leverden grondslagen voor
verdere internationale beraadslagingen op een
volgend. congres.
Zoo mag worden gezegd, dat de afgevaardigden
van de 30 landen; die het Congres bijwoonden en
van wie een belangrijk aantal aandeel nam in de
discussies, in hun overtuiging werden versterkt,
dat de Internationale Stedeubond een orgaan is
geworden voor de verdieping en de vervolmaking
van het gemeentelijke leven in alle landen, waar de
gemeente Wordt gezien als het orgaan bfó uitstek
aangewezen en bij uitstek geschikt om het
beheerKunstzaal van Lier
Rokin 126 Amsterdam»
Oostersche & Europeesche antiquiteiten
Oude en Moderne schilderijen en plastieken
Negerkunst & Ethnographica
schend e element te zijn in de verzorging van het
leven van de burgers in onzen tijd.
Gemeentebestuurders hebben elk in hun Ge
meente hun eigen taak. De vervulling van deze
taak kan hen door het inlichtingencentrum van
den Internationalen Stedenbond hier en daar wor
den vergemakkelijkt. Maar de afgevaardigden van
de 30 landen, die het vierde Internationale
Stedencongres bezochten, voelden zeer sterk dat naast
deze belangrijke, plaatselijk te vervullen, taak ook
deze gezamenlijke ligt om, door onderling overleg
en" onderlinge voorlichting,' op de doeltreffendheid
van de gemeentelijke bemoeiïngen over de heele
wereld allengs belangrijker wordenden invloed uit
te oefenen. Vóór deze belangrijke internationale
taak zagen deze afgevaardigden de beteekenit» van
het congres van Sevilla van den Internationalen
Stedenbond sterker dan ten opzichte van vorige
congressen, kan gelden.
V.KOSSEM