Historisch Archief 1877-1940
'-Y
c -l
II.
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 APRIL 1929
No. 2706
De vleugel van de F IX
EEN LUCHTLIJN NAAR IN DIE f
door A. N. J. Th. a Th. van der Hoop
DE Directie der Koninklijke Luchtvaart Maat
schappij heeft, hare gewoonte getrouw, bij den
overgang-van het winter- in het zomerseizoen eene
persconferentie gehouden, waarin de Secretaris,
«Ie Heer Martin, verslag deed over den afgeloopen
winter en over de toekomstplannen der maat
schappij.
Omtrent het op deze 'conferentie behandelde
heeft men reeds in de dagbladen het voornaamste
vernomen, en wij zullen daarom niet te lang bij de
verschillende mededeelingen stilstaan. Slechts zij
hier in het kort vermeld, dat de maatschappij zich
in een gedurigen groei mag verheugen. 'Rentabili
teit is nog niet bereikt, doch de kosten per
tonkilometer zijn sedert 1023 gedaald van / 4.7H
tot / 1.20. Het aantal geleverde tonkilometer zal
in 1929 ongeveer 2 millioen bedragen. Wanneer
dit getal eenmaal tot 4 millioen zal zijn gestegen.
en wanneer hiervan dan de helft door betalende
passagiers en lading wordt ingenomen, rekent men.
dat de rentabiliteitsgrens zal zijn bereikt. De direc
tie verwacht, dat dit ongeveer in 1935 het geval
zal zijn.
Op de plannon van de K. L. M. wat betreft de
luchtlijn naar Indiëwillen wij wat nader ingaan.
Zooals men weet, hebben dezen winter de proef
vluchten op Indiëstop gestaan ten gevolge van de
weigering van de Engelsche regeering om derge
lijke vluchten toe te staan zoolang de Britsche
luchtlijn naar Engelsch-Indiëmet de daarvoor
benoodigde burger-vliegvelden nog niet gereed
was, en dus nog van de militaire vliegvelden in
Britsch-Indie gebruik zou moeten worden gemaakt.
Intusschen is gelukkig einde Maart de toestem
ming van de Engelsche regeering gekomen om onze
postvluchten to.hervatten. Voor de voorbereiding
van personeel en materieel tot .een dergelijke vlucht
:heeft men echter wel een maand noodig, en zoo
viel aan een vlucht in April niet meer te denken.
In Juni. Juli en Augustus moet men de vluchten
wederom stopzetten. De regenmoesson maakt net
landen op de Vóórrlndische vliegvelden in die
maanden vooralsnog te gevaarlijk.
De mogelijkheid in Mei nog een retourvlucht te
organiseeren werd duor.de K. L. M. overwogen,
doch de directie der Posterijen voelde hier minder
. voor. De belangstelling voor de luchtpoat naar
Indië\» bij de post nog evqn levend als altijd, zooals
onlangs nog bleek uit een-interview van Ir.
Damine, den bekenden voorstander van de luchtvaart.
Doch de postdirectie stelt zich op het standpunt.
dat op het oogenblik van n op zichzelf staande
postvlucht weinig propagandistische waarde kan
uitgaan, en dat het daarom beter is. nog eenige
maanden te wachten, totdat-weer een geregelde
nerie vluchten kan worden ondernomen.
Zoo werd dan'in overleg met de'posterijen
beHloten eerst in Hepteiuber de vluchten te hervatten.
maar dan ook met hernieuwde krachten. Er zal
dan eens per veertien dagen een toestel heen en
terug gaan. waartoe dan vier nieuwe toestellen in
dienst zullen moeten worden gesteld. Men hoopt
de vluchten dan geregeld te kunnen voortzetten
ook gedurende den zomer van 1930 en dan in
September 1931 een vaste lijn te kunnen hebben met
eene frequentie van nmaal per week heen en
terug, waardoor op ieder moment een belangrijke
tijdwinst op de boot zal kunnen worden behaald.
Aanvankelijk zullen voor deze vluchten toestel
len van het bekende type F Vil niet drie motoren
worden gebruikt, dus van
hetzelfde type als, Lui
tenant Koppen eii de
hoer van Lear l Hack ge
bruikten. Vier van deze
toestellen worden dezen
zomer op de Europeesche
diensten in gebruik ge
nomen om behoorlijk te
worden beproefd en zoo
noodig nog verbeterd,
voordat ze in September
op de Indische lijn komen.
Tegelijkertijd zal dan het
noodige personeel worden
opgeleid om in het na
jaar de vier toestellen te
kunnen bemannen met twee vliegers en n méeano
elk. Het is de bedoeling voorloopig in hoofdzaak post
te vervoeren en slechts bij uitzondering passagiers.
Geleidelijk hoopt men chter op de lijn naar
Indiëgrootere toestellen in te voeren, van een
nieuw type. de F IX. Wij herinneren eraan, dat
het tusschenliggende cijfer F VIII het kenteeken
is van ' de groote twee-motorige vliegtuigen, die.
thans reeds op de Europeesche lijnen in gebruik
zijn. Wanneer deze F IX vliegtuigen in dienst zijn.
denkt men ook regelmatig passagiers tégaan ver
voeren. Voor de in September 1031 te openen ge
regelde wekelijksche verbinding zullen een tiental
van'deze.nieuwe toestellen noodig zijn.
Naar aanleiding van de berichten over het nieu
we type gingen wij een kijkje nomen op de
Fokkerfabriek, ^yaar reeds n F IX voor eigen kosten eix
op eigen risico der ? fabriek gebouwd wordt. De
Directeur Ir. Stephan stond ons uiterst welwillend
te woord en gaf ons de gelegenheid, het in aanbouw
zijnde toestel te bezichtigen en te fotografeeren,
znodat wij in de gelegenheid zijn, onzen lezers de
eerste foto "s van dezen luchtreus te toonen.
In het algemeen is de F .IX een vergroote uit
gave van de bekende verkeersvliegtuigen. Het op
pervlak van den vleugel bedraagt echter 105 vier
kante meter, dat is ruim tweemaal zoo veel als
van'de oorspronkelijke F Vil. Het toestel krijgt
drie luehtgekoelde Htei'voruiige Giumu^et Khone
Jupiter motoren die pi>r stuk maximum 5IW l*.K.
ontwikkelen, en bij kniissnelheid 3f>8 V.K. Dat in
dus een totaal motorvermogen van 1000 P. K. Do
r' VIL waarmede de eerste Indië-vlucht volbracht
werd, had totaal 380 l*.K.! De Jupiters zijn bij de
K. L. M. reeds lang in gebruik, en zij zijn buiten
gewoon betrouwbaar gebleken. Aangezien het toe
stel op twee van de drie motoren gemakkelijk kan
vliegen, is de kans op noodlanding wegens motor
defect practisch nul. Op de Indische route een zeer
belangrijke factor voor de veiligheid !
De toestellen zijn natuurlijk ingericht voor dub
bele besturing, krijgen radio, de noodige
navigatie.iiistrumentcn enz. Een merkwaardigheid is de
reminrichting op de wielen die dient om den uit
loop bij het Janden, korter te maken. De linker- en
de rechterrem worden met n hefboom samen
bediend. Deze h > f boom is echter zoo aan het
voutenstuur gekoppeld, dat bij het maken van ecu
bocht op den grond het wiel aan den binnenkant
van de bocht extra geremd wordt. Hierdoor wordt
het draaien op den grond vergemakkelijkt.
De cabine is zeer ruim. Vijf meter lang, twee
meter twintig breed en twee meter hoog. Dus een
heel kamertje, waarin de noodige bewegingsvrij
heid- voor de passagiers aanwezig is. De ramen
kunnen als bij een gesloten auto met een slingertje
op-J en neergedraaid worden. Ook de
vliegerscockpit kan op deze wijze geheel gesloten worden.
Wie al vliegende wel eens een dikke regendruppel
of hagclkoi'rel tegen den neus heeft gekregen, zal
het nut van een dergelijke installatie inzien. Het
toestel heeft een vlucht van 27 M. en een lengte
van 18.5 M. De maximum-snelheid zal 21Q K.M.
.per uur bedragen, de kruissnelheid 171 K.M.
Het totale gewicht van het toestel met de la
ding wordt 8700 K.C!., en daar het gewicht ledig.
doch met volledige uitrusting voor lange vluchten
5700 K.G. bedraagt blijft er voor de nuttige last
(bedrijfsstoffen, personeel, bagage, en passagiers)
3000 K.G. over. Voor het gebruik op de Europee
sche lijnen kan het toestel met brandstof voor vier
uur 1(550 K1G. betalende last (passagiers, goedereu
en bagage) vervoeren. Hierbij is dan echter gere
kend op de volledige uitrusting voor de lange
vluchten en. op drie man personeel. Op de Indische
lijn zal meer brandstof moeten worden meegeno
men, terwijl de passagiers ook meer comfort zullen
eischen (ligstoelen b.v.) zoodat men onder die om
standigheden (550 K.G. post en vier passagiers denkt
te kunnen vervoeren.
Zooals gezegd bedraagt
d e kruissnelheid onge
veer 170 K.M. per uur.
Hekent men hier nog ge
middeld twintig K.M. af
voor tegenwind of zij wind,
dan blijft een reissnelheid
van 150 K.M. per uur
over. Aangezien de afstand
Amsterdam?Batavia
15000 K.M. bedraagt.
zullen hiervoor 100
vliegxiren noodig zijn. De
K. L.M. hoopt op den duur
den reistijd met deze toe
stellen terug te brengen
van 12 tot 'tien dagen, waarvoor dus tien uur per
etmaal gevlogen zal moeten worden. Wanneer de
gronddienst en de route eenmaal behoorlijk is gere
geld, schijnt ons de verwachting alleszins gewettigd.
dat deze snelheid inderdaad bereikt zal kunnen
worden. ?
Wanneer deze mooie vliegtuigen over een paar
jaar iedere week tusscheii Amsterdam en Batavia
op- en ncërvliegen, dan zal Holland terecht trotsch
kunnen zijn op dit nieuwe werk van de K. L. M.
Wij zullen dan niet meer twee, doch drie lijnen op
Indiëhebben, de Nederland, de Rotterdamselie
Lloyd en de K. L. M.! Voor de buitenlandsche
lijnen zal deze verbinding zeker in geen enkel op
zicht onder doen. Integendeel!
? AVij wenschen onze ondernemende K. L. M. van
harte geluk met haar plan!
De romp van de F IX
BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA
SPANJAARD&C
FABRIEK ESPANA
UTRECHT
No. 2706
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 APRIL 1929
Over VondePs
Maria Stuart
door Th. B. F. Hoyer
De eerste voorstelling door het
Vereenigd Tooneel van Vonders
Maria Stuart zal Woensdag a.s.
in den Stadsschouwburg te Am
sterdam worden gegeven, met
Ver a Bondam als Maria Stuart.
M AH IA Stuart, Schotland'» schoone en on
gelukkige koningin, hoe men haar ook
bezien wil historisch, psychologisch, dramatisch
, zeker n der merkwaardigste vrouwen, die
bestonden, is tijdens haar leven als na haar dood
een figuur geweest, tegenover wie men nimmer
onverschillig heeft kunnen staan: hartstochtelijke
verguizing en verheerlijking beide, bewijzen van
haat'en liefde, om het even toonen zij, hoe haar
persoonlijkheid niemand, tijdgenoot noch nage
slacht, onberoerd vermocht te laten. Had zij bij
haar leven vele minnaars, de meest
gedesinteresseerde dienende liefde heeft zij wellicht eerst
na haar dood gevonden, en tot in dezen tijd is
het woord herhaald, dat n harer vroegste levens
beschrijvers ontroerd heeft uitgesproken: ,.zoo
lang er tranen zullen zijn op aarde, zoo lang
zullen er tranen worden gestort, over die konink
lijke doode, en de vereering der levenden zal
nooit ophouden, met volle hand leliën en rozen
te strooijen op haar graf." Misschien wel haar
meest kuische Paladijn stond op in een
Amsterdamschen winkelier uit de Warmoesstraat, die zich
gelukkig achtte in haar sterfjaar geboren te zijn:
maar die man was dan ook n der nobelste
geesten van alle, tijden en heette Joost van den
Vondel.
* *
In het jaar 1640 verscheen bij een fictievcn
uitgever, naamloos, maar van een onmiskenbare
hand, het treurspel Maria Stuart of Gemartelde
Majesteit. De toch reeds doorzichtige mystificatie
mocht niet baten, publiek en gerecht wisten al
even goed den schrijver te vinden. Groteske smaad
schriften, ook enkele verdedigingen, zelfs geheelc
tegenspelen, omstreden twee jaar lang den al te
temperamentvollen dichter en zijn publicatie, en
de schepenen veroordeelden den schrijver tot een
boete van ?180.?,'hem overigens door een edel
moedigen uitgeA'er weder vergoed.
De dichter, Joost van den Vondel, die, vijf jaar
tevoren openlijk tot de Katholieke Kerk overgegaan
zijn geboortejaar als gewijd voelde door den dood
der Koninklijke, door hem als een Heilige ver
eerde martelares van kroon en geloof, wier spreuk
,,.Tustus fide vivit (d.i. ,,de rechtvaardige leeft
door het geloof" en met een woordspeling tevens
..Joost leeft door zijn lier") hij het jaar tevoren
op het titelblad van zijn Katholieke
geloofsgetuigenis, de Altaergeheimenissen, liet afdrukken,
had het onderwerp reeds lang in zijn gedachten
besloten gehouden. Nog. temeer was hij er van
vervuld, omdat juist in deze jaren de kleinzoon'
der vereerde Schotsche Koningin, Koning Karel I,
in een noodlottigeu kamp was gewikkeld met
zijn strijdbaar Parlement, wat voor Vondel de
belaging beduidde van den van Gqd gezalfden
Koning door het anti-Katholiek, opstandig
Puriteinendom. Eén jaar voordat Vondel als poëta
laureatus, als de nationale dichter bij uitnemend
heid, met de Leeuwendalers het officieele
vredesspel dichtte, schreef hij in van hartstocht brandende
verzen, het treurspel Maria Stuart, verheerlijking
eener als nationale vijandin gevoelde Katholieke,
geeseling eener Protestantsche Koningin, die in
een voor tachtig jaar op Calvinisme gegrondveste
Kepu bliek door zijn landgenooten als redster in
den nood dankbaar herdacht werd. ?
, ' ' '.. - ' *.',.*' ';' . ??' ' . -' V
In de Maria Stuart vielen die twee zoo intensief
werkzame aandoeningen eamen, de haat van den
hekeldichter, de liefde van den lofdichter, voort
gekomen uit dezen eenen drang; welke 's dichters
leven beheerscht heeft: die om te getuigen. HU
kan het lijden van een mensch, zooveel temeer
dat van een vrouw, een schoone Koningin, het
onrecht haar aangedaan, niet dulden en hij be
graaft zich in de geschiedschrijving van haar tijd
(de Analen van Elizabeth's hisstorieschrijver
Camden, een Protestant., en. al noemt hij deze niet, het
geschiedwerk van deii Jezuïet Nicolas (,'aussin,
POLONAISE
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
Poderewskfs opvolger maakt Kamer"-muziek
en Florimond Ilemond's Op- en Ondergang der
Ketterijen) om in een niet te stelpen vloed van
historische bewijsstukken zestig jaren na dato
de bezoedelde nagedachtenis dezer «hooge Vrouwe
weder schoon te wasschen. Hij moet getuigen
tegen de onderdrukking van vrijheid, recht en
geloof, en zijn verontwaardiging vervolgt met
invectiven tot in de korte, anders altijd neutraal
gehouden inhoudsopgave van zijn stuk de gehate
persoon van Elizabeth. die door de
gevangenne(ming en ter doodbrenging van tot haar om hulp
gevluchte Koninklijke) nicht de heiligste wetten
van gastrecht, bloedverwantschap en koningschap
schond. Hij weet, dat de tooneelwetten van
Aristoteles, zijn hoogste autoriteit, een volmaakt
en schuldclooze persoon als tragische figuur uit
sluiten, maar zijn getuigensdrang spreekt hem
anders. Hij wil als neophyt getuigenis afleggen
van de vreugden van het nieuw gewonnen geloof.
en hij draagt de verheerlijking eener Katholieke
martelares op aan haar achterkleinkind, bekeer
ling als hij. ?
Vondel heeft het zelf beseft, zijn critici hebben
het hem niet verheeld: naar zuiver dramatische
eischen gemeten is zijn Maria Stuart zwak. Maria
heeft met het leven afgerekend, aan de aarde is
zij reeds tenhalve ontstegen en wat is er, dat deze
nauwelijks meer aan menschelijke verwachtingen
en aandoeningen gebonden, of f erbereide marte
lares, maakt tot draagstei \an menschelijke
smarten on tekortkomingen? Onder de bijfiguren,
om het beeld der Heilige als in relief gegroepeerd,
ia het slechts de Lijfarts Burgon, die in zijn ambt
eenigszins persoonlijk beteekend werd; ten slotte
zijn het allen dragers van 's dichters diplectiek
en eerbiedige verh'eerlijkers der 'aangebedene
martelares.
Een oogenblik tracht Vondel een element van
zuiver tooneelmatige spanning aan te brengen
door berichten van mogelijke bevrijding aan het
definitieve doodsoordeel onmiddellijk te doen
voorafgaan. Doch dit door niets gemotiveerd
dramatisch effect ging Vondel niet .van harte af
en onderstreept slechts het ontbreken van iedere
uiterlijke spanning., Want hij beschouwt haar
(Maria) niet als Schiller op het effect, maar op de
moraal" (G. Brom), en Vondel's en Schiller's Maria
Stuart verschillen, evenveel als twee schilderijen
doen, waarvan 't eene het geheele tafereel der
kruisiging met al wat er bij behoort, het andere
, eenvoudig het borstbeeld van den lijdenden
Kristus voorstelt" (Jacob van Leimep). Vooral
van Lennep's opmerking is van een rake karakte
ristiek en, hoewel slechts terloops naar aanleiding
van het onderhavige stuk gemaakt en in het
bijzonder voor dit stuk geldend, kenschetsend
voor een groot deel van Vondel's'dramatisch
oeuvre: nimmer werd de dichter moede, nieuwe
beelden te plaatsen in een galerij van martelaren.
aankondigers of voortzetters van den grooteii
Martelaar op Golgotha, onder wie Maria Stuart
n uit velen de vurigst vereerde Was.
Mag dan de Maria Stuart niet in de eerste
plaats tooneel" zijn. meei
..dramatisch-beschrijvend en elegisch-beschoüwend" naar de kenschet
sing van C. R. de Klei k. een niet-dogmatische.
inwendige bewogenheid, een minder technisch
soort van innerlijke spanning compenseert dit gemis
.in vele opzichten: Maria Stuart ..levert een ge^
stadige afwisseling, zoo niet van toestand, dan
toch van vorm en toon. die belet, dat de belang
stelling een oogenblik verflaauwe" (v. Lemxep).
Hoe bewogen is niet het rhythme. waarin zich een
?ontroerd gemoed uiting zoekt, hoe duidelijk open
baren de zware accenten in den zinsbouw de
nauwelijks betoonde 'stuwing van een gepassioneerd
betoog:
Zoo houd de vrees de kracht, de wacht Jfcvrotnc
gevangen:
Zoo prangt de mehach'sijn hart, um 'a'anders-hart
te prangen.
Niet ateeds is het een gezuiverde drift, die den
dichter voortdrijft. Het leed, Maria Staart aange
daan, brandt minder in het hart der onaantast
bare mar'telares, dan in het gemoed ? van'haar'"
onstuimiger! verheerlijker, en het ,.Heer, vergeef
het hun !" heeft wel reeds de dichter maar nog niét
de mensch Vondel loeren belijden. Maar het is,
of Vondel zich aan het ,door hemzelf opgerichte
Heiligenbeeld leert opheffen. Brom heeft het
zoo uitgedrukt: ,,Altijd sterk in zijn uitdrukkingen.
is hij toch niet gestemd om te schelden, maar om
te bidden. De vereering voor zijn heldin, die hem
een enkelen keer laat uitvallen tegen haar lasteraars,
houdt hem juist in, als een dienaar in hoog gezel
schap.... hij voelt zich ridder van een arme
koningin. Zij is hem hoog als vrouw, lief als schoone,
heilig als martelaar."
Maria Stuart is de lelie in de doornen, de ziel
die zich losmaakt van de wereld," heeft Albort
Verwey gezegd. Hoe heeft zich Vondel de handen
aan de doornen opgehaald, een kreet van pijn
heeft h\j niet kunnen onderdrukken. Maar die is
verstomd in de devote aanbidding der Roomsche
Roos, die hij dan in handen beurde, symbool
'van de reine godsliefde, die de dichter zoo vurig
begeerd hqefi voor zich c-n anderen.