Historisch Archief 1877-1940
l
t f
?NI
?t»
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 APRIL 1929
No. 2706
Groninger Volksvertellingen
Het boek van Trijntje Soldaats
Vülkm'erteUimjrn, ver
zameld door Mevrouu' K. J.
H \i\zenya?Onnekes. Eerate
Deel: hei boek run Trijntje
tfoldaate. Al et prenten en ini
tialen, in hout gesneden door
Johan Dijkstra. l'ity. P.
Xoordhoff.
Dit i» de verrukkelijkste verzame
ling dwaasheden, die ik ooit gelezen
heb. Kr zijn op de wereld ontzaglijke
hoeveelheden naïveteit verloren ge
gaan, waarvan wij allemaal veel
pleiy.ift- hadden kunnen beleven indien de
bezit tei van die naïveteit slechts de
gav* had bezeten, deze verrukkelijke
eigenschap in een blijvenden vorm te
gieten. Helaas gaat met de toenemende
ga v o van het geschreven woord veelal
de naïveteit te loor, gelijk omgekeerd
df kinderlijksten van geest meestal
niet het talent bezitten, hun primitieve
gedachten aan het papier toe te ver
trouwen.
Hier in het boek van Trijntje
Soldaats, werd de naïveteit als 't
ware op heeterdaad betrapt. En hoe
uvinig had het gescheeld of ook de?,e
waardevolle uitingen waren ons ont
snapt l Onder nagelaten
familiepapieren (Herman Poort vertelt het
ons in de inleiding) vond mevr.
Huizenga?-Onnekes in Ten Boer een
volgekrabbeld opschrijfboekje, oud,
vies e« versleten.... Het droeg het
jaartal 1804 en de kostbare inhoud
bestond uit verhalen, door een oude
luiisnaaister ,,Trijntje Soldaats" ver
teld aan mevr. Huizenga's
bet-overgrootvadei Gerrit Arend Arends en
diens broer Klaas Arends. Wie de
verhalen van de oude huisnaaister
leest, begrijpt dat mevr. Huizenga
aanstonds onder hun bekoring kwam,
door den kinderlijken verteltrant, de
wonderlijke spelling, de primitieve
phantasie,.... en misschien ook door
de zeer ongegeneerde
onwelvoegelijkheden, die terecht in den tekst behou
den zijn als uitmakende een integree
rend deel van Trijntje Soldaat's palet.
Men vindt in sommige vertellingen
personen en gebeurtenissen terug, die
r.ns uit sprookjes bekend zijn.
' Ik kan de verzoeking niet weerstaan
iets over te schrijven:
,,daar was eenmaal een oude
schuitschipper en die ging met zijn schuit over
zee en doe hij in de zee was kwam daar
t-ea dikke baar aan en die baar sloeg zijn
schip in stukken en hij kwam op een
stuk van zijn schip te drijven en toen
kwam er nog een dikke baar aan en die
sloeg hem aan het straat doe reikte hij
met de hand naar de paaien en klom er '
uit toen vloog daar een meeuw om hem
heen en hij greep hem in de hand en hij
wenken
zonder
kramp
of pijn.
^
tOoos 60et Bij ApotK en Droqisten
stuk hem in de buis en hij was zo nat.
en toen kwam er een boer aan jagen
op de zeediek en toen vroeg hij of hij
met hem varen mogte. neen zeide de boer
ik zie dat gij nat bent ga maar na mijn
huis en zeg tegen mijn vrouw dat zij die
wat eeten geeft en dat ik mij wat drogen
moet en toen ging de oude schuitschipper
na de boer zijn huis en doe zat daar
een vroolijke kwant bij de boer zijn vrouw
doe zeide de schuitschipper dat de boer
die had zeidt dat ik mij wat drogen zou
en mij wat eeten geeven doe zeide de
vrouw dat hij zoude maar op de zolder
gaan doe ging hij op de zolder en hij zag
door de zolder heen en zag wat zij deeden.
doe bragten zij daar een poffert en een
stuk braden vlees en drie vlessen wijn op
de tafel en toen kwam de boer met zijn
wagen thuis en doe bragt de vrouw de
poffert in de schuttelkamer en het stuk
braden vlees agter op de schuttelkamer
en de drie vlessen' wijn in de
meikenkamer en de bezoeker kroop in de kist die
.bij de deur stondt en dat zag die oude
schuitschipper die op de zolder zat
, en toen kwam de Boer in huis en zeide
tegen zijn vrouw waar is die oude
schuitschipper doe zeide de vrouw die is op
de zolder daar wilde hij op en doezelde
de Boer haal hem hier maar heer en toen
kwam de schuitschipper bij déBoer en
hij had zijn zeemeeuw nog in de zak doe
kneep hij de zeemeeuw en doe schreeuwde,
hij doe zeide de boer wat hebt gij daar
doe zeide hij daar heb ik een waarzegger,
die waarzeggen kan doe kneep hij hem
weer en hij schreeuwde.
doe zeide de Boer wat zeidt hij nu dan
doe zeide hij dat in de schuttelkamer
een poffert stond, doe zeide de Boer dat
is niet waar want wij hebben in driejaar
geen poffert gehad doe zeide de boer'
tegen zijn meid ga eens heen en zie reis
of hij er is doe ging de meid heen en zij
zeide Ja zij is er al. breng hem maar op de
tafel zei de boer en doe bragte de meid de
poffert op de tafel.
doe kneep de Schuitschipper de zeemeeuw
weer en hij schreeuwde doe zeide de boer
wat zeidt hij nu doe zeide hij dat agter op
,de schotelkamer een stuk braden vlees
stondt. doe zeide de boer dat is niet
waar wat wij hebben in geen twee jaar
braden vlees in huis had doe zeide de
Boer tegen zijn meid ga eens heen en zie
eens of het er is en doe ging de meid en
zeide het is er al. Breng het maar op' de
tafel zeide de Boer en de Meid bragt het
op de Tafeli en doe kneep hij hem weer
en hij schreeuwde doe zeide de boer wat
zeidt hij nu dan doe zeide hij dat hij
zeide dat in de melkenkamer drie vlessen
wijn stonden doe zeide de Boer dat is dog
niet waar want ik wist niet wanneer wij
wijn in huis had hebben, doe zeide Boer
tegen zijn meid ga maar reis weer heen
doe zeide de meid zij bennen er al doe
zeide de boer breng ze hier maar op de
tafelen de meid bragt het op de tafel.
En de vrouw die zag zo lelijk
doe zeide de Boer wat hij voorde waar
zegger hebben wilde doe zeide hij een
paard met een wagen en die oude kist
die daar bij de deur staad doe zeide de
Boer goed en hij ging met zijn paard en
wagen met zijn oude kist er op voort, en
hij reed op de zeedijk langs, doe zeide
hij ik wil die oude kist maar in de zee
smijten doe riep de gevangen e og laat mij er
uit toen reed hij nog wat verder en doe
zeide hij nu wil ik die oude kist niet langer
hebben ik' smijt hem inde zee doe zeide
de man og laat mij er dog uit ik zal
u zooveel geld geeven als u peerd strekken
kan doe liet hij hem er uit n zij reeden
me,t malkander naar huis' en hij kreeg
zijn geld op de wagen" ,
Verbaast : het u, dat ik na een
vermoeienden dag deze eerlijke ver
halen ter verfrissching telkens weer
te voorschijn haal om ze voor den
twintigsten en dertigsten keer te
lezen? ' !
, De prenten en initialen van den
Groningschen schilder Johan Dijk
stra, heel knappe houteneden, gevent
aan den bundel een bijzonder artistiek
cachet. '
B. P.
1/tjlfMEUKLCN
U^s^sW WDOaRBMUC 71 ik]
GOEDINWWfNENAf
Bekgenhiidsaanbleding Br i Man t
witte kleur 1.33 karaat f 850.?.
Zilveren toilotgarnituur 5-deelig
handgahamard f 79.-.
S. S PIJ ER Juwelier
Kalverstr, 222, Amsterdam
Plaats 5 Den Haag
Inkoop Ruiling Expertise van
Juweelen
STEUHZOLEN
HIT OPSmANOCN
t
HERSTELT O
.A
az.vo
%[en hij
457
. %/. 43286
%.e. föedifz School of
OVERHEMDEN
NAAR MAAT
FR. SINEMUS
20 LeitUchestraat 22 - Amsterdam
Hotel Beekhuizen* Velp (GkL)+
Voorjaar 1928 geheel gemoderniseerd.
Centraal verwarmd, warm, en koud stroomend water op alle
kamers. Het Hotel is Zomer en Winter geopend en door
zijn rustige ligging zeer gezocht voor Zomer- of Winterverblijf.
Loges hebben vrije wandeling in de bekende Beekhuizerbosschen.
Au{ogarage Telefoon 402 Velp Tennisbaan.
'
N.V. Meubelmagazijn Eden"
MOLSTEEG ~ AMSTERDAM
BOEKENKASTEN
G
-BAAI
ROOD 13 CT. PER '/t ONS
MUNT UIT DOOR RIJPE KWALI*
TBIT. GOEDEN BRAND EN AROMA.
DE ERVEN DE WED. J. VAN NELLE
V1CTORIA-WATER
Reeds meer dan
40 jaren
OBERLAHMSTCIM
in Nederland
ingevoerd
M>. 1706
GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 APRIL 1929
Uit de Natuur:
Stadsvogels
door Dr. Jac. P. Thijsse
IN de aflevering yoor Maart 1029 van het tijd
schrift British Bivds geeft A. Holte Macpher
son een lijst van de vogels van Londen in engeren.
zin. Hy bedoelt daarmee een rechthoek van vier
kilometer bij zes en een halve- kilometer met
Charing Cross als middelpunt. Dat is het hartje
van London, maar daar liggen eenige parken in
zooals Kiensington Gardens, Hyde Park. Battersea
Park, Regents Park en de Theums van Chelsea
tot Deptford. Zooals het bij het samenstellen van
dergelijke lijsten meestal gaat, moeten alle beetjes
helpen en Macpherson rekent dan ook oen aantal
vogels mee, die hij wel oom hooft fcooren over
vliegen. Zoodoende komt hij tot 'l 2U snorten, waar
onder 21, die in dit gebied broeden.
Eigenlijk valt mij dat niet meo. en .Amsterdam
of Den Haag kunnen zeker niet een hetero lijst
voor den dag komen, .vooral wanneer 'wij de vogels
uit de lucht muetellt-n. De vogelwcrcld van do
gemeente- Amsterdam telt om on bij do tweehonderd
soorten dank zij de medewerking van'Waterland.
Zuiderzee. I.Tpolders. Watergraafsmeer. Maar zelf*»
wanneer wij ons beperken tot de bebouwde stad en
tot een oppervlakte rondom hot Leidsche Plein
' van 2600 H.A. dan slaan wij den Engelschman toch
nog met eenigo tientallen soorten. Hot aantal
vogelsoorten,die in Amstordan broeden, is omstreeks
dertig.Vroeger waren er nog meer, maar h<>t Vondel
park heeft den .nachtegaal niot kunnon behouden.'
Ook is de vogelbevolking van do tuinon ?tueschcn
Heerengracht en Keizersgracht o r in de laatste
jaren niet op vooruit gegaan.
De kansen zijn voor Londen beter, want de stad
ligt aan een getijstroom en tegelijk in een heuvel
land, heeft dus al de ivoordeelen van Rotterdam en
van Arnhem.»Maar de invloed van den mensch is,
er veel sterker, zoowel ten goede als ten kwade.
Wij kunnen dan ook heel merkwaardige verschillen
opmerken. Bonte kraaien komen in dit hart van
Londen niet in overgroot aantal voor; zwarte
eigenlijk meer. In -Amsterdam is da't andersom.
Roeken broedden in 1903 nog in Coixnaught
' Square en in Gray's Inn tot 1015, doch sedert niet
meer. Onze Amsterdamsche roeken houden nog
aardig stand, dank zij de intelligente en liefdevolle
belangstelling van onzen Dienst der Gemeente
plantsoenen. Ook ' onze kouwtjes spelen nog bij
dozijnen rondom onze kerken en paleizen tot in het
allerbinnenste hartje van Amsterdam, terwijl ze
daar in Londen slechts in gering aantal voorkomen.
Het de spreeuwen gaat het in beide steden zoowat
N.V. KON. KWEEKERIJ MOERHEIM
DEDEMSVAART
TUINARCHITECTUUR
Dnxc nieuwe beschrijvende catalogus met
Kunstbijlage is zooeven verschenen en
wordt op verzoek gratis toegezonden.
Orders boven 110.?levering franco station.
Kuif eendjes (foto W. Tinbergen)
gelijk op; ook Londen heeft zijn spreeuwenwolken
en spreeuwenslaapplaatsen. In Hyde Park wordt
de nachtzwaluw of geitenmelker nog al eens een
keer gezien. Daar kunnen we in Amsterdam niet op
rekenen, tenzij toevallig eens op den trek, evengoed
als wij de houtsnip Tcennen uit de Eerste Helmer
straat of het zeldzame kleine, Waterhoen van het
Damrak.
Met watervogels slaat Londen ons finaal, al mogen
wij ons in de laatste jaren ook verheugen in de groo-,
te vermeerdering van de wilde eenden, die in onze
parken broeden en. waardoor het mogelijk ip dat
je op Sophiaplein of Frederiksplein vergast kunt
worden door den aanblik van een koppel wilde een
den hoog boven de huizen. Laat ons hopen, dat de
meerkoeten en de prachtige en onderhoudende
waterhoentjes ook spoedig in groot aantal het
heele jaar door onze vijvers zullen opvroolijken.
Het komt er echter in de eerste plaats op aan, dat
dio vijvers een behoorlijken plantengroei krijgen,
zoowel in het water als langs de oevers.
Lange jaren hebben de Londenaren pleizier
gehad in de guitige kleine dodaarsjes die broedden
in St. James' Park. In den zomer van 1914 echter
is de vijver daar drooggelegd en eerst eenigen tijd
na den oorlog heeft men er weer water in gelaten.
De dodaarsjes zijn nog niet teruggekeerd. Het
vorig jaar echter heeft zich weer een paartje ver
toond, in RegemVs Park. In Vondelpark of Ooster
park zie ik ze nog niet zoo spoedig komen.
En hoe zal het gaan met de kuif eendjes? Deze
mooie en gemakkelijk te herkennen duikeenden
verheugen zich tegenwoordig in een grooten voor
spoed. Hoe dat komt, weet waarschijnlijk niemand.
In de laatste kwarteeuw hebben deze dieren zich
belangrijk vermenigvuldigd, nieuwe gebieden ver
overden waar ze vroeger zeldzaam waren, lijken ze
nu soms talrijker dan de gewone wilde eenden.
In Londen waren ze voor 1000 allén bekend als
vrij zeldzame wintergasten. Doch ieder jaar kwa
men ze ia grooter aantal opzetten en in de laatste
jaren, zegt Macpherson, vertoonen zij zich op al
de Londensche parkvijvers in ontelbare menigte.
Ook zijn ze reeds voor den,oorlog begonnen met
op de vijvers te broeden eerst in Victoria Park,
later in Hyde Park en ze zijn daar even mak als de
gewone wilde eenden. Hoe staat het nu bij ons?
Als overwinteraar is het kuifeendje bij ons al sedert ,
jaren bekend op de Zuiderzee, op al onze meren
en plassen', langs de groote rivieren en komt daar
nu ook al meestal 'voor in ontelbare menigte. Op
het Naardermeer zijn 's winters wel evenveel
VERHUIZINGEN
MEUBELBEWARING
N.V.
VAN DIR HOOP'S *,ub.lb.w.rlng
?n Trcn«p*rtmMteohappl|
AMSTCLDUK AMSTERDAM
kuifeendjes als koeten en dat zegt wat. De manne
tjes zijn gemakkelijk te herkennen reeds op grooten
afstand aan hun spierwitte zijden en buik en aan
den donkeren rug en zwarten kop. Eigenlijk is de
kop niet zuiver zwart maar mooi glanzig met
donkeren violetten of groenen weerschijn. Aan het
achterhoofd hangt een dikke losse lok, die we kuif
noemen. Het wijfje heeft die kuif ook, maar haar
zijden zijn donker gekleurd en daardoor is ze van
verre niet zoo gemakkelijk te herkennen. Maar er
zijn toch altijd genoeg mannetjes. Hoogstwaar-»
schijnlijk hebt ge in den afgeloopen winter wel
ergens deze kuifeendjes gezien; in den Haag
zwommen zy bij troepen in het
ververschingskanaal. Trouwens ze zijn er nog, op het
Naardermeer zag ik ze tot in Mei en er bestaat alle kans,
dat ze daar ook broeden. Hier en daar in Nederland
zijn ze dan ook al broedend waargenomen en nu is
het heel goed mogelijk, dat ze zich zullen wagen
in parken en vestinggrachten, wanneer daar langs
de oevers maar genoeg riet, lischdodden, biezen
en zeggen groeien. Wrj hebben in den
Bloemendaalschen Planten- en Vogeltuin gezien hoe een
spiksplinternieuwe vijver reeds in het tweede jaar
van zijn bestaan door de waterhoentjes als broed
plaats werd aanvaard, alleen omdat er een flinke
groep was van dcode lischdoddenstengels.
In Londen worden tegenwoordig in de parken
ook stelselmatig vogelschuilplaatsen aangelegd en
in stand gehouden onder den nog al weidscheu
naam van birdsanctuaries. Ongetwijfeld dragen dio
veel bij tot vervroolijking der parken en wij moch
ten dat goede voorbeeld wel volgen, 't Is niet
voldoende, om eens een paar dozijn nestkastjes
op te hangen. Den Haag doet in dit opzicht meer
dan Amsterdam en eigenlijk geloof ik wel dat er
in de 2600 H.A. rondom het centrum van Den Haag
meer vogelsoorten voorkomen dan in een gelijk
stuk van Amsterdam, evengoed als Amsterdafri
Londen overtreft.
ALLEEN EDELE SOORTEN
2OOALS IN OUDEN TIJD
OEN HAAG
NIEUWE UITGAVEN
Henr.' Roland Holst?van der Schalk. Déweg
tot eenheid. Uitgave van Em. Querido, Amsterdam.
A. M. de Jong, De Rijkaard (Een dorpstragedie)
2e druk. Uitgave van Em. Querido, Amsterdam.
Fenna de Mevier, De Keuze, Uitgave van De
Klyne Librye, Edam.
Wouter Paap, Rondom den loudspeaker. Uitgave
van Nederl. Uitgevers-Maatschap, Amsterdam.
Thea v. Harbou, Metropoli*. Geautoriseerde
vertaling van Maurits J. Vies. Uitgave van Nederl.
Uitgevers-Maatschap.
H. W. Heuvel, Uit den Achterhoek. Uitgave van
A. E. E. Kluwer, Deventer.
H. W. Heuvel, Oud-Achterhoeksch Boerenleven.
Met illustraties van J. F. Persijn. 2e druk. Uitgave
van A. E. E. Kluwer, Deventer.
Gustav Frenssen. Otto Babendiek. Geautoriseerde
vertaling van Dr. C. D. Sax. Uitgave van A. W.
Sijthoff, Leiden. '
Ifs
N.V. J. S. MEUWSEN'S
a root* t« keus*. . ... «TETSONS
\,