De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 20 april pagina 10

20 april 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

l l' \ DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 APRIL 1929 No. 2707 J. B* BENNER 6 ZOON PIANOHANDEL SS^^ciS g D B N HAAG 97 NOORDEINDE l NuittuuiiJiumuHiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiuiuiiuiiitiiiiiiimiiiiuiuiinuiJ MUZIEK door Constant van Wessem Mengel berg*B laatste concerten; Otto Klemperer MET een Schubert- en Brahms-middag, waarop, het onvolprezen Standchen" voor alt {Ilona Durigo) en klein vrouwenkoor weer werd uitgevoerd en wederom gebisseerd werd, en met een Donderdagavond, waarop Bach's concert voor twee violen (Zimmermann en Helmann) en Mahler's eerste gymphonie werden gegeven, besloot Mengel berg zijn aandeel in dit seizoen, dat door ziekteomstandigheden nog korter dan gewoonlijk ons zijn aanwezigheid deed genieten. De onrustbarende berichten over een definitief afscheid van Mengel berg van het Concertgebouworkest gaven aan deze laatste concerten een anderen zin nog dan het jaarlijk&ch afscheid aan het eind van het seizoen, met de zekerheid van een weerzien in het volgende. Wat dienaangaande tot nog toe openbaar is ge worden blijft nog zeer vaag en geeft den indruk, dat het laatste woord nog niet is gezegd. Vopr de resteerende concerten had men Otto Klemperer aangezocht. Smalflloi Amateur-Kinematografie onder Kino-technische leiding van Joris Ivens FOTO-, PROJECTIE- N KINO-HANDEL" CflPI 11S KALVERSTRAAT AMSTERDAM Importeurs en vertegenwoordigers van BIJ CAPI vakkundige raad en voorlichting. Hij viel in voor Mahler's Tweede Symphoni op den vorigen Zondagmiddag. Het afgeloopen seizoen hadden wij reeds met dezen merkwaardigen Duitschen dirigent kennis gemaakt op een tweetal concerten, dat hij toen in het interregnum tusschen Monteux' afscheid en Mongelberg's terugkomst leidde. De indrukken waren toen geweest van een zeer sterke persoonlijkheid met een groote stuw kracht in de groote lijnen en in het massale en gauw geneigd de fijnere details voor de werking van deze levée en mosse" in tonen, te verwaarloozen, meesleepend als een heerscher, maar ook heerschzuchtig tegenover de schepping van den componist. Zijn deugden en fouten kwamen ook bij zqn leiding van Mahler's Tweede Symphonie aan het licht. Doch, bijna zou ik zeggen: ten voordeele van het werk. Onder de tyrannie van een geniale opvatting als die van Mengelberg kreeg men van deze muziek een zeker beeld, dat voor ons daal'door het vaststaande was gebleven en dat wij gaarne om Mengelberg's roem als Mahler-dirigent als het juiste aanvaardden. Wij willen, na Klempercr's voordracht van dit werk gehoord te hebben, niet zeggen, dat wij aan de juistheid van Mengelberg's weergave zijn gaan twijfelen, want integendeel, wij hebben bij ? Klemperer veel van den gaven klankschoonheid, den lichtenden, stralenden toon der teerdere gedeelten gemist en de partituur verrees voor ons veel minder bloeiend van klank. veel minder naief", doch daartegenover stond dat het tijdelijk-menschelijko, het hartstochtelijkfanatieke van deze preek in tonen over de onster felijkheid fles menschen. veel directer ons in de ooren klonk en in 'deze wilde, vaak tot het uiterste bewogen zegging" een meesleepend er toon kreeg, die de traagheid van sommige gerektheden in deze zeker nog niet volmaakt geschreven partituur ophief, en er onze aandacht van afleidde. Al dade lijk dit eerste uitgesponnen deel. de doodenmarsch: hier wisselde het tempo van een zware langzaam heid en stugge beklemdheid vaak plotseling tot een uitbarsting van snel geluid, van een driftig en opgestuwd marcheeren, een drukke daverende luidheid, die haar hoogtepunt vond in een alles in zich opslokkende stilte.... Het beroemde liefe lijke Andante, met zijn Schubert-Weensche teederheden'van onbekommerd zingen en spelen, klonk onder Klemperer minder als het volmaakte kabinet stukje, dat Mengelberg er van maakt door een zoo breed mogelijke ontplooiing van alle meespelende stemmen en werd door Klemperer meer vastge houden in de groote lijn, waarin het geheele werk oploopt, dus minder als een intermezzo, een klein eiland van gelukzalig geluid temidden van de hevig heid der groote hoekdeelen. Onder Mengelberg klinkt dat stukje muziek ongetwijfeld verrukkelij ker. Onder Klemperer, volgens het beeld, dat hij van die Symphonie gaf, logischer. Het treffendst was echter Klemperer's vertolking van de finale, deze overtrof naar myn gevoelen Mengelberg'* versymboliseering en wierp ons in den heksenketel van dit om geloof wringend en worstelend gevoels leven, dat in zijn hartstochtelijke vizioenen een tempo aanneemt van de ruiters uit de Apocalyp». Het inzettend koor, dat de tekst van Klopstock zingt, verrijst temidden van dit geweld veel meei als een uiterste aan verlangen, dat opeens in spre ken uitbarst, het klinkt minder verlouterd, minder opgestaan uit de stof", dan bij Mengelberg. meer nog dit opstaan uit de stof alleen ter verlossing in gelooven" aanroepend. Klemperer sleepte a-Hes» in zijn vaart mee, de stralende sopraan van Jo van Uzer-Vincent, de donker oprijzende alt van Ilona Durigo, het virtuoos zingend vrouwenkoor, dat hij nauwelijks tijd liet om uit zijn woorden te komen.... De geweldige demonstratie, waarmee-* de jubel van het publiek dit machtig gestuwde »lot bekroonde, was alleszins begrijpelijk. Nederlandsche Munt Holland'! beste 10 cents sigaar SPREEKZAAL Tram en Autobus ALS een getrouw lezer van uw blad trof mij het artikel , Tram en autobus" in uw laatste nummer van de hand des heeren C. A. Klaasse. In verband met den zin: Van de R.T. Mij. wordt medegedeeld, dat deze over 1927 nog 5 pCt. dividend betaalde en over dit boekjaar niet minder dan / 182.000 rijkssubsidie genoot" wensch ik een aanvulling te geven.- Juist utc weekblad kwam mij daartoe het meest geschikt voor.De R.T. Mij. vervoert, om maar eens een voorbeeld te noemen, paarden en vee van Willemstad per boot naar Numansdorp-haven en vandaar per tram naar Rotterdam tegen een fjoedkooper tarief dan het vervoer bedraagt van Numansdorp haar Rotterdam. Dit wil dus zeggen, dat de vervoerders van vee niet alleen niets behoeven te betalen voor het traject Willemstad?Numansdorp, doch dan nog goedkooper geholpen Worden dan de vervoerders van Nu mansdorp zelf. Dit geschiedt, om den stoombootdienst van Willemstad naar Rotterdam op unfaire wijze te beconcurreeren. Daarvoor wordt de extra-subsidie van / 182.000 gebruikt. Omdat er een stoomboot Oude Maas" van Oud-Beijerland naar Rot terdam vaart, die geheel los staat van de R.T.Mij., heeft laatstgen. Mij. herhaaldelijk pogingen in het werk gesteld om de aandeelen der N .V. O.M. in handen te krijgen. Dan kon men de tarieven naar willekeur vaststel len. De aandeelhouders der boot wenschen echter in het belang van deze gemeente hun boot niet te verkoopen. Om nu toch te trachten, dat de aandeelhouders hun boot moeten overdoen, heeft men de meest bij zondere" concurrentie in het leven geroepen, dank zij natuurlijk do be kende extra-sxibsid ie van Waterstaat. De stoomboot Oude Maas" ver trekt des voormiddags te 6.30 ,en te 10.30 uur van O. B. naar Rotter dam. De R.T. 3fij. laat nu loopen: een autobus precies op dezelfde uren en een tram te 0.40 alle in dezelfde richting. Toen dit niet hielp, heeft zij dank zij de extra-subsidie van ? 182.000 een concurreerende bobt onder leiding van een tweetal stroomannen in de vaart gebrachtt, die enkele minuten vroeger dan de Oude Maas" vertrekt. Officieel moet deze boot 15 minuten vroeger varen. In de practijk is dit gewoonlijk niet meer dan 5 min. , Deze concurreerende boot kost de R. T. Mij. rechtstreeks .ongeveer f 15000 per jaar. Dit laatste heeft nu reeds drie jaren geduurd, zonder dat onze minister van Waterstaat er over denkt aan die concurrentie een einde te maken. Om deze toe te lichten geven we de vol gende voorbeelden; i De tarieven per tram van OudBeijerland naar Rotterdam zijn.voor paarden / 2.50, voor vee / 1.05 per stuk, terwijl haar boot daarvoor re kent voor alles / 0.50 per stuk. Niettegenstaande deze dumping-ta rieven .wordt uit deKe gemeente JJO pCt.' van het vee en1 de paarden per stoomboot Oude Maas" ver voerd, waarvan de tarieven respec tievelijk zijn / 1.?en / 1.30. Nog grooter is het verschil met de. passagiers- en vrachtgoederentarieven, doch wij zijn bevreesd te veel plaats te vragen. Alleen nog de volgende kleine, doch veelzeggende illustratie. Diezelfde boot laadt te Spijkenisse vee en paarden, welke zonder die boot grootendeels per tram vervoerd zouden worden, voor ?0.50, waarvan bovendien voor het gebruik van den aanlegsteiger gemiddeld 15 cent retributie betaald moet worden, terwijl de tram respectievelijk zou ontvangen / 2.?en / 1.50 voor paar den en vee. Hier is de tram de con currente van zichzelf, en dit geschiedt allén, om eenige stuks vee per jaar van de Oude Maas" af te nemen. Dat dergelijke ongerechtigheden , niet mogelijk zouden zijn, als de staat geen extra-subsidie van ? 182.000 gaf, is duidelijk. ' Rekent men de middellijke schade mede; dan kost de boot, welke de R.T. Mij. 8 Maart 1920 in de vaart bracht, minstens f 20000 per jaar. Dank sij de bekende f 182.000. En nu zou ik nog kunnen schrijven over de wijze, waarop de satellieten van de R.T. Mij. ons bootvolk heeft onderhuurd of heeft trachten te onder huren, .., we hebben echter geen plaatsing voor dit schrijven ver zocht, om ons te'beklagen. Wel heeft mijn tienjarige onder vinding als directeur der N.V.' Stoombootdienst Oude Maas" mij al te , goed geleerd» dat het voortbestaan van de R.T.'Mij. in den huldigen, vorm een uitstekende basis vormt, om de meest gevaarlijke ontevredenheid, .daar zij in het verboryche voortwoekert tékweeken. Wisten de/ Kamerleden alles, wat er van die Mij. bekend is, dan zou het interpellaties regenen. Gezien het feit, dat het voortbe-. staan van onze N.V. menschelijkerwijze verzekerd is ondanks alle dumpingtarieven van de R.T. Mij. kan ik thans zonder eenige terug houding spreken. Nimmer kan dit schrijven op dit oogenblik, waarop we rustig gewacht hebben, worden uitgelegd als een bede om hulp. Elk Kamerlid, onverschillig van welke richting, kan bij mij nadere inlich tingen bekomen omtrent de R.T.Mij., opdat deze zaak in de Tweede Kam ei openlijk behandeld kan worden. En deze Regeering, dio ons steeds zuinigheid heeft voorgehouden, en die weet, althans dient te weten, op welke wi^ze de ? 182.000 subsidie aan de R.T.Mij. besteed wordt. kan dit woord zuinigheid", zoi> dikwijls misbruikt, uit haar vocabu laire wel schrappen. > J. v.-D. BERG,, directeur der JV. F. Stoomb. 1 dienst Oude Maas" Oud Beijerland, 15 April 1920 CADILLAC Het 'feit, dat de Cadillac dikwijls voor veel duurder wordt gehouden, dan ze in werkelijkheid Is, pleit wel zeer sterk voor de hooge plaats,die de CADILLAC in de algemeene achting inneemt K. LANDE\YEËR UTRECHT AMSTERDAM BHtstraat 74 ~ Singel 430-432 No. 2707 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 20 APRIL 1939 BIOSCOPY PARIJSCHE NOTITIES door L. J. Jordaan . Boulevard-meditatle K zit op het terras van een boUlevardcaféen ik zit er en bon bour geois," met een dikke Hollandsche sigaar en een styvenHollandschen deukhoed. Ik stel er prijs op, u nadruk kelijk te doen weten al ware het alleen maar voor de variatie dat ik van Parijs geniet als | de dagjesmensen, die ik ben: zonder welwillende geringschat ting voor mijn verre vader land, zonder exclusieven hartstocht voor Montpornasse, zonder een stamtafel in de Viking" of de Döme" ja, zelfs >zonder eenigerlei relatie met van Dongen of Mondriaan. Om de heele gruwehjke waarheid te zeggen: het is het terras van La Paix", waar ik ben neergestreken ziedaar t Het zal nu den minst geroutineerden lezer duidelijk zijn, dat hij ditmaal van de gebruikelijke Parijsche Correspondentie" verstoken blijft. Mij dunkt wij, Nederlanders, kennen zoo langzamerhand het ->-£) best, donk zij onze krantten, het Parijs dat wij.... niet kennen. Mij be kruipt danookmeermalen de zondige lust, bij wijze van protest en uit pure recalcitrantie, eens te gaan schrijven over den Eiffeitoren, of over het drukke verkeer, of over Paris la nuit, en auto-cor.." Helaas! het is mijn ver dammte Pflicht" over film te schrijven ! Dus breek ik mijn boulevard-overpeinzingen in het specifiek-Parijsche voorjaarszonnetje af adieu, kleurige, fonkelende auto-lawine adieu, teere, blonde lentehemel adieu, schreeuwende camelot's.... ik moet naar de bioscoop ! Ik ben acht uur ver komen sporen naar de verrukkelijke hoofdstad der wereld, om naar de biejes" te gaan ook 's middags, want de uren zijn karig gemeten. Ik moet naar de bioscoop met mijn heldhaftige wederhelft.... morituri te salutant l Parijsche Cinema Het is namelijk geenszins een onverdeeld genoe- _ gen te Parijs naar de cinema te gaan, afgezien van de hooge entrée's en van het gebodene. Wij zijn ten onzent leelijk verwend. Zonder de weelde van een Tuschinsky-theater te verlangen, is een van de onontbeerlijkste dingen, welke wij behoeven: ruimte. Een Hollander heeft plaats noodig voor zijn ellebogen, zijn winterjas, zijn paraplu en zijn humeur. Hij is ook halsstarrig de meening toe gedaan, dat men' in een bioscoop moet kunnen zien. Met deze exorbitante eischën nu, hebben de Parijsche cmema-architecten zich blijkbaar maar zeer terloops beziggehouden. Er zijn in de Marivaux" inderdaad plaatsen, waar men mét zijn hoed onder de bank en de knieën tegen elkaar gedrukt, comfortabel zit en daarbij een aanzienlijk deel van het projectievlak met zijn blikken be strijkt. Maar dit toppunt van luie en comfort behoort in de cinema's diéik bezocht, tot de glorierijke uitzonderingen. GENERAAL AGENTEN VOOR AMATEUR-KISO-UITRIJSTING FOTO-SCHAAP & Co. 8 P U I 8 'AMSTEltPAM Het ergste is het in dat opzicht gesteld met de dure plaatsen, de loges en corbeilles' '.De Franschen zyn in het algemeen dol op feestdagen, spiegels en entr'acte's!'. Zij zijn het niet minder op loges. Waar het maar even kan laten zij zich bij voor keur opsluiten in kleine, erg houten hokjes, vol gepropt met miniatuurstooltjes, Ik heb eens in een corbeille" gezeten in de Impérial" op de boulevard des Capucines une tres bonne place" l volgens de bureauliste en volgens den prijs. Het was een loge voor vier personen om binnen te komen, inoest ik er eerst een stoel uithalen. Toen de zetel er weer ingepast werd, was ik verplicht mijn hoed en jas af te geven er bleek geen ruimte voor te zijn. Gelukkig zaten wij in deee vier-persoonscorbeille maar met zijn tweeën, zoodat ik er na de voorstelling met een paar verstijfde knieën en een gekraakte ruggegraat afkwam. Van de film had ik overigens slechts fragmentarische indrukken gekregen, gegeven het feit, dat het uitzicht voortdurend door de silhou etten der laatkomers onderbroken werd en de laatste laatkomer in Parijs nu eenmaal eerst tegen het einde der voorstelling verschijnt. Een andermaal had ik, uit pure onnadenkendheid weer eens een logeplaats geaccepteerd in de Ursulines". Het was het gebruikelijke houten kattebakje, dat met vier dwergstoelen behoorlijk vol zou zijn geweest maar men had kans gezien er een vijfde, nog kleinere tusschen te persen. Enfin wij waren na veel acrobatiek op de beide voorste zetels aangeland, hadden onze kleedingbagage overboord gehangen en waren reeds drie kwartier in het spektakel verdiept, toen een heer met drie dames, eveneens toegang verlangde. Ik keek hulpeloos naar de ouvreuse, maar haar gezicht was precies even stug, als dat- van alle ouyreuses. Het was dus geen misplaatste grap. Reeds probeerde ik mij los te werken om mijn plaats aan een der dames af te staan, toen de heer, blijkbaar afgaande op mijn buitenlandsch uiterlijk, in kwalijk Engelsch beweerde: You must leave yóur place for a lady !" met een hinderlijken nadruk op must." De situatie was er. niet naar, een milde stemming in de hand te-werken en dus ontspon zich met ontstellende snelheid een opgewonden discussie in drie talen. Het was een zotte vertooning: hij kon er niet in en ik kon er niet uit. Tusschen ons zaten zijn dames halver- wegen in het mobilair vastgeschroefd, terwijl mijn vrouw nerveuse en vruchtelooze pogingen aanwendde om overeind te komen en kalmeerend te werken. Het eind van het lied was, dat wij allen de loge ontruimden, ten einde in noodgedwongen gemeenschappelijk overleg, de ruimte tactisch te verdeelen. En zoo geviel het dat wij, mansper sonen, tenslotte teeder tegen elkaar aangevlèid zaten elkaar, met moorddadige blikken knietjes en voetjes gevend. Maar wy zwegen verder voor een minnelijke ruzie was geen ruimte: het ware moord en doodslag geworden..... Neem, o bioscoopbezoeker, te Parijs nimmer een loge of corbeille ! . 1 ' Avant-garde programma Verleden week mocht ik zoo langs mijn neus weg iets zeggen, over de programma-samenstelling. Wij hebbén bij ons in Holland nog geen avant? garde'?d.w.z. film-theaters. Wat geen variét is, probeert er tenminste zoo veel mogelijk op te lijken. De schrik voor een enkel" filmprogramma zit er blijkboat; te diep in. Hoe is het in vredesnaam mogelijk ziet eens een voorstelling in de Ursulincs" in Vingt-huit" of in den Vieux-Colombier", thoaterdirectics, en betert ui Tien minuten avant-guerrc een journaal een film absolu van Ruttmann -i- een interessante documentair, en een met zorg gekozen hoofdfilm. VAN DER HELST SIGAREN GOEDE SIGAREN IN EEN BESCHAAFDE VEBPAKKIHGT Het is boeiend en belangrijk van begin tot eind, ook al zijn de nummers op zien zelf natuurlijk van wisselend gehalte. Men krijgt er duizendmaal beter kijk op dit prachtige, nieuwe mate riaal, dan bij de bonte, rom melige bric-a-broc onzer vaderlandsche variét -programma's, waar de verne derde, verdwaalde goede film wordt overschreeuwd, doodgedrukt en vernietigd. In tellectualisme? Snobbisme:1 Maar ziet , dan naar de groote boulevard-theaters ab?. <je Marivaux": een uit stekend orkest en .verder film niets dan film. Ik heb er Dreyer's ,,Jeanne d'Arc" gezien met enkel een journaal en een documentair uit de poolstreken vooraf en het was de triomfante bekroning van eenschoonen, belangwekkenden avond. Stel u dit diep-ernstige^ sobere en strenge werk voor ten onzent, ingeleid door Stella Fontain, of een ander, als Jeanne d'Arc in een blikken harnas kreupele alexandrijnen zeggend l Durft niemand bij ons het eens met n film avond per week te probeeren? Schrijvende cineasten: Nee het is te erg het is verbijsterend ! Ik was vanmorgen bij Corti in de rue Clichy, om wat studie-lectuur uit te zoeken en ik ben geschrokken van de riemen druks, die er over het onderwerp: film, in Parijs het licht zien. Stapels periodieken aan de cinema gewijd, in allerlei vorm en uitvoe ring van de armoe digste 2 sous-pamfletten. tot formeele boekwerken. in kostbare uitvoering en goud opdruk. En in bijna ieder nummer schrijven minstens twee of drie cineasten. Nog eens: dat is te erg er zijn grenzen ! Niet waar? er behooren kunstenaars en critici. te zijn, menschen die doeix en menscjien die praten.l Waar bleef anders onze importantie, collega's. onze glorie en onze broodwinning? Wat zou er van ons worden, als Mengelberg-zelf de ritueele loges in het Vrijdagochtendblad schreef en de debutant X. met eigen pen hara-kiri pleegde in onze kunstrubriek? Laten al deze menschen toch in vredesnaam werken, opdat wij kunnen zeggen hoe het moet! Maar om op onze schrijvende cineasten terug te komen ? men vraagt zich af, waar deze lieden tusschen al hun schrijverij den tijd vandaan halen om jaarlijks nog drie honderd meter geome trisch sentiment te produceeren. Ieder van hen heeft op zijn minst een half dozijn boeben geschre ven'en is redacteur of vast medewerker aan even veel tijdschriften. Waarlijk men moet op die manier te knap, te bewust, te vergeestelijkt, telitterair worden, om nog practisch werk te verrich ten. Uit het schoone voorbeeld van den baanbreker Louis Delluc, den journalist, die films ging maken hebben de filmmakers de averechtsehe conclu sie getrokken, dat zij nu moeten gaan schrijven. En zoo zijn de meest gelezen -?in ieder geval de vruchtbaarste auteurs de cinea&ten. Epstein D ulac, L'Herbier, Cavalcanti, Poh-ier, H ene Clair .... zij schrijven, schrijven, schrijven. En het fnuikende is, dat zij het niet eens slecht doen. Maar ondertusschen filmen de Amerikanen.... l Ik durf niet verder gaan die winkel van Corti heeft mijn pen verlamd ! , , POLROGER&C^ LE CHAMPAGNE ENVOGUE JAGER-GERLINGS HAARLEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl