Historisch Archief 1877-1940
v
l
l
fel
n
i
\t~.
Ui
n
i:".
fit/
- i
De wording van het Britsche Rijk
door Dr. Jan Romein
T N en door den strijd tegen het reeds
beJi staande Spaaiisch-Portugeesche wereldrijk,
heeft Engeland de grondslagen gelegd voor het
zijne. Afgesloten van de Z.O.-doorvaart naar
Indië, die de Portugeezen jaloersch bewaakten,
zoekt het ijverig in do drie andere richtingen, miar
tevergeefs. DJ Z.W.-doorvaart ? Straat
Magollaan bleek voor geregeld handelsverkeer on- ?
bruikbaar en een doorvaart N.W. of N.O. was
voorloopig heelemaal niet te vindon.
Het zoeken van de N.Wostelijke leidde echter
tot kolonisatie in N.-Amorika, nadat de over
winning op de Armada voldoende krachten voor
een dergelijke onderneming had vrij gomaakt.
Als men van enkele mialukto pogingen afziet
de eerste van 15S5 waarbij de zielig achterge
laten kolonialen in den muil van de Nieuwe
Wereld verdwenen, kau mon de eerste Engelsche
kolonie Virgmia dateereu van 1007. Kort
daarop maakte een tweede overwinning op
de Spaansch-Portugoesch/j vloot, ditmvil bij
Surat (1015), het den Engilschen mogelijk in
Afrika en Voor-Indiëvastei\ voet te krijgen:
1018 fort S. Janus aan den mond van de Gambia;
1639 fort S. Georga bij M \dras.. Hierm»e zijn
reeds de twee kolo;iisitie-vorm 01 gigeverx, die nog
heden in het Britse hèR jk te'onderscheiden vallen:
de eene, de Amjrikavischo, eon echte'volksplanting,
zooals de Grieken dio in de Ssto en 7e eeuw v. Chr.
gekend hadden, waar Eng-»lschen woonden o rxder
eigjn bestuur; de andero. du Indische, eorv kolonie
op de wjzd van een Rom/ms~he provincie, etm
wingewest, waar E'Aselsch-jn zich niet dan tijdelijk
vestigden, en. slechts mot hot doel zich door den
' handel en belastingen, van de onderworpen bevol
king schatten te vergaren. West-Indië, hot derde
kristiUs.itie-punt dev vroege Eng >lscho expansie
volgde eveneens spoedig. St. Christopher in 1023,
Barbados in 11525.
B.j Vii-ginia voegden zich in don loop der zeven
tiende eeuw de andere ? Ara irikaansahe koloniën.
waar op het einde dier eeuw zich een 200.000
kolonisten bevonden. Van de drie gonoomde
punten, was dit het eenifeo. waarbij men omstreeks
1700 aan een Britsch Rijk zou hebben kunnen
'denken, en ook daar was lv»t b«xAt nog vovre van
verzekerd, bekneld als de koloniën lagon tusschon
hot toen Fransche Canada in hot Noorden, on hot
eveneens Franscho Limisiana aan don mond van
van de Mississippi, torwjl hooi in .h 't Z.O. Florida
nog $paan?ch was. Van do drie gi-ooto
meduditigers, de Portugezen?Spanjaavdou, do
Fi-anBuhon en de U >llan.lei-s, w vs alk'on van de laatsten,
in de drie oorlogen tussch.m. boidó landen uit.de
zeventiende couw, nog maar gebleken, dat hun
miss* te klein was, om hot op don duur togen
Engeland vol te houden. DJ nogm-jirige oorlog
1Ü8S?1097 bracht .nog g *on '?'beslissing. Pas in
de 1-Se eeuw 'volgde do afrekening nut de beide
andere teg rast anders. Zooals Sooloy in zijn Vroeger
genoemlp bookjëvoor het eerst maar voorgoed
overtuigend hoeft aangetoond, zijn alle in die
eeuw tusschsn Frankrijk en Eng jland gevoerde
oorlogen en het zijn er, de onofficieele strijd
in Indiëen Amorika tussohen 1740 en '55 meege
rekend, niet minder dan tt,'m?t als totaal aantal'
oorlogsjaren 43 van de 100 l in wezen oorlogen
om het koloniaal bezit, zoowel dat in Amerika, als
dat in Indië. Djze moening is juist, mits men dat
in wezen" goed begrijpe: er is geen sprake van,
dat dit beiden strijdenden partijen in dien vorm
ook tot het bewustzijn kwam; men krijgt eer den
indruk, dat zij voor hun eigen begrip in en om de
, .koloniën vochten, omdal zij in oorlogiwaren, dan dat
zij in oorlog waren om de koloniën.
Uit dien strijd nu, waarvan de lezer de bijzonder
heden in elk grooter geschiedenisboek of in een
MIJNHARDT's
Hoof dpijn- Tabletten 60ct
Kiespijn-Tabletten. ,60ct
Laxeer-Tabletten. 60ct
Zenuw-Tabletten .75ct
Maag-Tabletten 7 5ct
Bi) Apoth. en Drogisten
der vele aan dit thema gewijde boeken 1) vinden
kan, ia Engeland als overwinnaar te voorschijn
getreden, maar niet zonder dat het er bijna het
heele Rijk m je verspeeld had. Juist uit de overwin
ning op de Franschon nml. rees hot gevaar.
l turner a, sinds na den vrede van Parijs in 1703
de Franschen N.-Amerika ontruimd hadden en
alleen Spanje er, verzwakt, achter gebleven was,
voelden de Amerikaansche kolonisten iviet langer
de noodzaak van den militairen steun van het
moederland. Zij begeerden daarom nu hun eigen
belangen te regelen en zich te onttrekken in de
eerste plaats aan de merkantilistische politiek van
het moederland, dat er nu, na dun oorlog, meer
dan ooit op uit was, om met geld uit de koloniën
zijn begrooting weer in evenwicht te brengen. En
de Amerikanen deden dit, gelijk bekend, in hun
onafhankelijkheidsoorlog. De beteekenis van. den
vrede van Vers AJ Hes in 1783, waarbij de onaf
hankelijkheid der Ver.-Staten erkend werd, is
feitelijk pas in onze dagen heelemaal duidelijk
geworden. Men behoeft zich maar voor te stellen,
hoe de wereld er uit zou kunnen zien, als zij nog
een deel van het Britsche Rijk waren l
Djn tijdgvinooten scheen deze gebeurtenis echter
ook gewichtig genoeg. Zij zagen er ? en schijnbaar
niet ten onrechte hot einde van het Britsche
Rijk in, want de vrede van Versailles liet het
besiitingen genoeg in Oost en West, in Canada
en.VoorIndië,' waar de Franschen inmiddels ook vrijwel
geheel verdreven waren, maar aan kolonim in den
zin vau door Britten bewoonde volksplantingen,
had het alleen maar Nowfoundland overgehouden.
En het bijzondere van het Britsche Rijk bestaat,
juist tot op dezen dag, hot is 8eeley's grondge
dachte hierin, dat tegelijk met den Staat zich
de natie uitbreidde, of met andere .woorden, dat
het tegelijk koloniseerde op dq Uriekscho en op de
Ronieinsche manier en daardoor de eenzijdigheden
van beiden vermeed.
liet is oen wonderlijke verzameling mensehen,
die op de puinhoopen van het eerste, een tweede
Britsche wereldrijk huoft gesticht. Eunerzijds de
loyalisten, die uit do Vel'. Statun naar Ontariu in
Canada trokken, on anderzijds ??? misdadigers,
of beter ,,gestraften," dio liet nu onafhar kolijke
Carolina niet langor wilde opnemen (jaarlijks
waven het er ongeveer 2000); hot eerste transport
van deze zonderlinge ..waar" ging 1777 naar het
toon kort goloden eigenlijk pas ontdokte Australi
sih-ep, nadat pogingen, om zo iu Afrika over'te
]utintun, mislukt waren.
Pas dit tweede Britsche Rijk .kenmerkt, zich
door oen zeker systeem in zijn koloniale- polittiek,
waarvan Indiëhet zwaartepunt word en nog is, al
maakt do expansie zulf ovor hooi Indië, tusschen
de.,jaren 17(33 on ISü, meer don indruk van door
de omstandigheden opgedrongen, dan gewild te
zijn, hetzij door de Britsche- regeering, hetzij'door
de toen'nog bestaande East Jndian Company/'
Do oorlogen, die Engeland tusschen 1703 on
1815 niet do" Fransche Revolutie en Napoleon
gevoerd heeft, zijn de laatste geweest, waarvan
men kan zoggon, dat hot bestaan van het Rijk erbij
op het spel gestaan heeft. Hot systeem kwam er
versterkt uit te voorschijn. Het bezit van Aacension,
St. Helena, de Kaap-Kolonio, Mauritius, de Seychelr
les en Céylon ten doele reeds eerder verworven
verzekerde den zeeweg naar Indië, dat van
Gibraltar, Malta en Helgoland, tegen de aanvals
plannen van een eventueelen tweeden Napoleon.
De bezittingen in de West waren afgerond en o.a.
met Br.-Honduras en Br.-Guiana uitgebreid.
Java was prijsgegeven, maar Singapore zou m de
toekomst strategisch nog betere diensten bewijzen.
Nu, nu de yorm er was, kreeg dit Rijk zijn in
houd. De indüstrieele revolutie in Engeland, om
streeks 1780 begonnen, maakte van het Britsche
Rijk de markt voor de fabriek, die Engeland heette
en het overschot van de uit die fabriek getrokken
winsten omsloot nieuwe gebieden n voor de
leve? ring van grondstoffen n voor den afzet der waren.
Dit proces Bereikte ongeveer een eeuw na het
begin der industriaele revolutie zijn hoogtepunt.
Doch óók dit ging niet zonder strijd. In Afrika
kwam het Britsche Rijk in botsing met Frankrijk.
Engeland moest op den duur in een verdeeling van
het zwarte werelddeel leeren berusten (1904),
waarbij het op een breede strook van de Kaap tot
het Nijldal beslag kon leggen, ua den
WereldPECERIJEN
ALLEEN EDELE SOORTEN
ZOOALS IN OUDEN TIJD
oorlog met de voormalige Duitsche bezittingen in
Oost- en West- Afrika afgerond. Het tweede
wrijvingsvlak was Azio, waar Engeland ook zijn bezit
kon afronden, zonder tot een zoo definitieve rege
ling met Rusland te komen, als waartoe het in '
Afrika met Frankrijk gekomen was de jongste
gebeurtenissen in Afghanistan hebben dit weer
duidelijk aangetoond.
De jongste aanwinst hetkwasi-onafhankelijke
koninkrijk Irak illustreert het best de jongste faze
van de Britsche expansie, waarbij het niet meer
gaat om afzetgebied voor zijn waren en heelemaal
niet meer om een uitlaat voor thuis overtollige"
bevolking, maar om de controle over
pctroleumgebieden in de eerste plaats noodig ter verze
kering van de heerschappij ter zee. Respectievelijk
in 1022 en 1925 is de westgrens van dit gebied,
het oude Mesopotftmib' de bakermat van het
eerste, het Assyrische wereldrijk, de sluitsteen van
het laatste ? in de tractatóu van Mohammerah en
Bakra vastgelegd, terwijl het
Turksch-BritschIraksche verdrag van 1920 de noordgrens
vaststolde, zóó, dat de potroleum-gebieden van Mosoel
(bij Abjak en Gay ara i er binnen vielen.
Zoo is er nu inderdaad goen werelddeel meer,
waar het Britsche R ijk, waartoe tegenwoordig onge
veer een kwart van de goheelö, bijna 2 milliard tel
lende, bevolking der aarde too behoort, goen be
langen heeft, niaur het bijzondere van> situatie
van den jongston tijd bestan-t juist hierin, dat men
van geen dezer belangen zeggen kan, dat zij vol
komen veilig zijn. Daarover in de volgende artikelen.
1) Kort en hunfliy bv. bij ./. Jfi M.
The founfl'ilion tind groicth o/ the Bnt-8'i E»ipire,
1920. Uitvoeriger, met liü. in ,.A Sh<rl Hislory
of Britls'i cxp.'tnaion" door densc!f:!e, 1922.
Tel. 24190-27595
, OUUpciD, i~u.
Huize ZOMERDÏJK BUSS1NK.
Nieuwe Uitgaven
De TocJcontst van Europa, een vertaling van
The Future of Europe," door Dr. A. Bessant,
vertaald door II. J. Noervoort v. d. Poll. Uitgave:
N.V. Theosofische Vereonigings Uitgevers Maat
schappij, Amsterdam.
Edith. Werkendam, Als lot en leven dobbelen,
2e druk. Em. CJuerido's U. M., Amsterdam.
Johan Schmidt, Voor het v^elHcht. Tooneelspelen,
voordragen, grimeeren en regie. "Uitgave van
Wed. P. van' Waesbergo en Zoon, Rotterdam.
, G. J. Hoogewerff, Felix Roina, Uit het verleden
en heden der.zeven heuvelen. Met vele fraaie platen.
Uitgave van W. J. Thieme en Cie, Zutphén.
Dr. H. Wolf, Illustrierte Geschichte der deutechcn
Literatur. J. M. Meulenhoff Vtirlag, Amsterdam.
Kon* Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
M M M DEN HAAG ???*?»
AMSTERDAM -ARNHEM
Verz. van Tentoonstellinggoederen
UIT ROTTE's STAD Het Stadsvuil van Den Haag naar Drente
door een Erasmiaan Teckening voor <fe Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
l
DONDERDAG 11 April 1929 i» voor onze
goede Rottestad een gewichtige dag geweest.
'Wij zijn dien dag iets kwijt geraakt. Een illusie,
wil men: een puzzle.
Men weet misschien nog, wat er dien dag
gebeurd is: onze vroede vaderen en moederen
hebbon het Hofplein-vraagstuk" opgelost. En
zoo is verdwenen als zout in water wat,
zooveel jaren, een heel geslacht van Rotterdam
mers zoo vaak aangenaam bezig hield. De vraag
namelijk, wat er gebeuren zou met den rommel,
die zich, in de laatste decenniën, om de eenigc poort
heen heeft ontwikkeld, overeind gebleven uit de
dagen toen Rotterdam nog nagenoeg geheel de
oude driehoek was, waarvan de Maas de
hypotenusa uitmaakte. Er is een plan vastgesteld. Of
het 't 17e of 't 27e is, weet niemand anders meer
dan de wethouder van Publieke Werken.
Wij, bewoners van Rommelstad onze groote"
uit do kluiten gewassen, maar nog altijd even
kwajongensachtige, en niets op een volwassen
,,groote stad" gelijkende gemeente wij zouden
óns dit verlies nu wel getroosten, ware er cenige
zekerheid, dat er nu ook iets zou verbeteren.
Het is een kwelling, wanneer men gedwongen is
«Iken dag een of meer maal den chaos te passeeren
dien de entourage van die fraaie, deftige poort nu
al sinds jaar en dag biedt. Dat plein, dat geen
plein is, die brug, die er niet uitziet als een
?brug, en het aanhangsel van een plein, dat
ook geen plein is, waarmee men over die brug
te land komt op onzen eenigen boulevard", waar
pompeus en protserig, de tinnen verrijzen van
het heerlijk" stadhuis. Een kwelling, niet alleen
?omdat men er als voetganger gevaar loopt, maar
in 't bizonder, omdat men er aesthetisch zoo wordt
beleedigd. Want dit Hofplein biedt ten minste
voor wie in dit opzicht over een orgaan beschikt,
?de schrilste -tegenstellingen.
Samenwerking tusschen Rijk en Gemsente
*? *
Een plan is dan nu aangenomen. De mérites
ervan liggen voor de toekomst, een toekomst
d*ie onze kinderen misschien nog Wel eens zullen
toeleven hierin, dat de fraaie aspecten, die men
ter plaatse nu nog kan aanschouwen, restant van
vwat het oude stadje aan onvergankelijk schoons
in overvloed bood, zullen verdwijnen. Wat blijft
is het.... leelijke viaduct, waarmee de vroede,
liberale deftige heeren van de jaren '60 en '70
?ons hebben opgeknapt en dat de oude stad voor
goed heeft verknoeid. De Delftsche Poort, wel
geen meesterstuk, maar dan toch in ieder geval
een aangenaam specimen van barok in de entou
rage, waar ze hoorde en omgeven door water,
wordt, wannér het water, dat haar nxi nog aan
n zijde bespoelt, is gedempt, en de oude natuur
lijke waterweg van Schieland naar het. hart der
oude stad is verdwenen, een nutteloos, mal over
blijfsel. Zij wordt bovendien een sta-in-den-weg voor
het Verkeer met een hoof dletter. En of men haar
al dan niet opruimt, komt er dan niets meer op
aan. De oude bebouwing tusschen Delftsche Vaart
en Oppert, nu nog een in zyn soort fraai geheel,
maakt plaats voor nieuwe gebouwen, waarvan
men wel zal merken, hoe fraai ze zijn, wanneer de
ruines, die er zeker komen, na jaren en jaren zullen
verdwijnen. Kortom: waar het volgende geslacht
zeker van kan zijn, is, dat het beetje fraais, dat wij
nu nog aanschouwen mogen, verdwenen zal zijn
en dat het jaren lang in déplaats daarvan op af
braakschuttingen met leelijke reclames, een nog
grooteren chaos zal lyken. Waaruit dan als
de een of andere catastrofe niet in dien tijd alles
nutteloos maakt ? voor het daaropvolgende wel
iets zal verrijzen, dat een zekere regelmaat ver
toont, zij 't dan ook een vervelende n naargeestige.
De huidige democratische stadsbestuurder?, die
de verantwoordelijkheid voor die toekomst dragen,
zullen dan al even netjes dood en begraven en
vergeten zijn als. hun deftige Amicitia-voorgangers,
die de stad in de jaren 1800 en volgende hebben
bedorven.
Wat wij, de generatie, die nu 10 jaar en langer
ons in de illusie hebben kunnen wiegen, dat er
uit het t rommelige zoodje, als een Phenix nog
eens iets schoons en groot-steedsch en waarlijk
modems zou verrijzen ? niemand minder dan
Berlage heeft immers een inderdaad weidsch en
groot project ontworpen zullen zien, is, dat men
riu, provisorisch, nog wat meer rommel zal gaan
scheppen, en nog wat zal vernielen, dat aan entoura
ge eenige charme .verleent. Aan een nieuwen rom
mel is men reeds bezig. Er komt nog een bruggetje
voor voetgangers - vlak tegen de Delftsche
poort aan. En de brug, die geen brug is, wordt
daardoor, voor de eerste tien jaar nog monster
achtiger, terwijl de oude poort nog maller en schot
ser komt te staan. Opgeruimd worden de
bloemkraampjes, die het heele jaar. een verheuging voor
't oog waren, en de boomen, die althans in lente,
en herfst het oog goed deden. Aan boomen heeft
een moderne stadsbouwer nu eenmaal een broertje
dood. Provisorisch komt er dus leelyks bij en
wordt wat er nog aardig was en als scherm tegen
het leelijke werkte, opgeruimd. Dat zullen wij
ervan hebben. Minstens 10 jaar lang. Een illussie
weg en nog meer leelijkheid.
SCHAKEL
RLIGEWEG 11-17-AMSTEQDAM
Kleermakerij
B« o^krijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN
WIJ ETALEEREN
TUIN
PRACTISCHE
DE G E L IJ K E
MODELLEN
OOK IN SeNVOÜDlOE
WEINIG KOSTBARE
i T v o e-i M. o
NIEUWE UITGAVEN
Heinrich Hauser. Brak water. Vcrt. r.
W. H. C. Boellaard. Amsterdam 1929.
Em. Querido's U, M.
Van dezen kleinen roman gaat iets suggestief s
uit. Heinrich Hauser heeft een eigenaardige manier
van vértellen, iets zeer persoonlijks: hij versmaadt
volkomen de gewone, conventioneele
romancompositie, en geeft daarvoor in de plaats iets,
dat in 't eerst wat precieus, wat opzettelijk aan
doet, als eon geforceerde poging tot originaliteit;
maar als men doorleest, wordt men wel gewaar
dat een kunstenaars-intuïtie hier leiding gaf. Dit
schijnbaar eenvoudige, maar in wezen
gesublimeerd-eenvoudige het eenvoudige dienstbaar
gemaakt aan bewuste litteraire verfijning mist
zijn uitwerking niet. Het is een levensfragment .
van een jongen zeeman, die uit een Mexicaansch
bordeel een meisje vandaan haalt, haar meeneemt
naar Europa en in n eenzame omgeving een poos
met haar leeft. Volstrekt geen romantiek in den
gewonen zin, maar de romantiek ook weer getrans
poneerd in een sfeer van typische resignatie, die
geen enkele gevoeligheid uit de omgeving van het
oude, tot clichégeworden genre een kans geeft.
Toch is het gevoéls-element .sterk in het boek;
ik noem als voorbeeld de weergalopze intensiteit,
waarmee het reageeren is weergegeven van het
meisje Chiquita op de wreedheid van haar vader,
die een poes waar zij X'eel van houdt, doodmartelt.
, Zoo iets laat je niet meer los; je ondergaat het als
een stukje felle werkelijkheid, waaraan alle sen
timentaliteit vreemd is. En wat in zoo'n
sterkbelichte episode onmiddellijk in volle duidelijk
heid naar voren springt, geldt trouwens, welbe
schouwd, voor het heele verhaal; het is, op het
nuchtere af, vijandig aan het sentimenteele;
maar de nuchterheid van die (schijnbaar)
eenvoudig-aaneengerijde volzinnetjes blijkt op den duur
van een fascineerende kracht te zijn, waar de
argelooze lezer in het begin niet op verdacht is. j|
HERMAN MIDDENDORP